------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




31/8/2014       Met vrede gegroet

Ides Nicaise

Intrede: lied 195 “Met vrede gegroet”

Inleiding

We zijn deze viering begonnen met een hartelijke vredesgroet: een goddelijk medicijn tegen de haat en conflicten die de wereld vandaag in hun greep houden. Is dit geen rotzomer geweest? Ik bedoel natuurlijk ook het weer, maar – veel erger: de oorlogen die alom opflakkeren (Oekraïne, Syrië, Irak, Afghanistan, Pakistan, Libië, Nigeria, de Centraal-Afrikaanse Republiek…). In deze viering staan we stil bij al die waanzin en zoeken we naar antwoorden. Laat ons beginnen met een gebed om moed en inzicht.

Openingsgebed (samen)

Vertwijfeld door zoveel geweld, roepen wij tot U God.
Keer u niet af van hen die ongewild in deze hel terecht gekomen zijn.
Richt hen op, gebroken als zij zijn.
Spreek Gij de aanstokers aan, breng hen tot rede.
Geef dat wijzelf al onze zwakheid bundelen tot weerbare kracht.
Dat wij elkaar bemoedigen in de overtuiging
dat het mogelijk is het tij te keren.
Leer ons de onverschilligheid te haten
en telkens opnieuw te blijven ijveren voor recht en vrede.
Geef de wereld mensen met een rijke verbeelding, een ontembare bezieling,
Mensen die blijven zoeken naar nieuwe uitwegen,
Mensen van hoop en vrede. Amen.

Inleiding deel 1

Twee conflicten voeren de trieste hitlijsten van de gruwel aan: Palestina-Israël en de jacht van IS op de Jezidi en de christenen in Irak. Twee zeer verschillende conflicten, maar ze hebben alvast gemeen dat ze allebei gedreven worden door religieus fanatisme. Je kan het allemaal volgen op je scherm: niet alleen de gruwel van verminkte kinderen of wanhopige vluchtelingen, maar ook allerlei beelden achter de schermen. Van de Gaza-oorlog blijft me onder andere het interview bij van een orthodoxe Joodse inwoonster van Jeruzalem, uit de vriendenkring van Netanyahu. Ze verwijst naar de Tora en legt uit dat dit land reeds duizenden jaren geleden door God zelf aan de Joden is toegezegd. Bijgevolg, zo redeneert ze, moet niemand anders er ooit in de eeuwigheid aan denken aanspraak te kunnen maken: niet in een één-, en niet in een twee-statenoplossing. Vandaar de schaamteloze nederzettingenpolitiek, de wurggreep van het apartheidsbeleid tegen de Palestijnen, ultieme oorzaak van dit conflict. Neen, onze politici hadden niet diep nagedacht toen ze bij het uitbreken van de gevechten het recht op zelfverdediging van Israël bepleitten. En neen, het staakt-het-vuren dat enkele dagen geleden werd ondertekend betekent lang niet dat die oorlog voorbij is.

En dan Irak: een stoutmoedige journalist van Vice TV reist enkele weken mee in de jeeps van IS en laat de terroristen honderduit praten over hun leven en hun wereldbeeld. Het monster krijgt een menselijk gelaat. Er zijn studenten bij, huisvaders met hun kinderen, vrolijk lachende vrienden... Mij treft hoe de strijders geen twee zinnen na elkaar kunnen uitspreken zonder te verwijzen naar de wil van Allah. Ze zijn zonder meer bezeten van ijver voor wat voor hen ‘de heilige opdracht’ is. Als Allah het wil zal over een paar dagen deze stad veroverd zijn, en daarna die... De grens tussen Syrië en Irak breken ze letterlijk af, als in een ritueel, om de verdeeldheid tussen wereldlijke staten ongedaan te maken en de eenheid te vestigen onder de Islamitische volkeren. Voor God bestaan er immers geen landsgrenzen. Hoe nauw zijn religie, verdrukking en terreur met elkaar verbonden!

Kijk naar de andere vermelde oorlogen – van Afghanistan tot de Centraal-Afrikaanse Republiek, ook daar zie je hoe (vermeende) religie als rode draad door al deze oorlogen loopt. In bijna alle gevallen gaat het nota bene over de drie boek-godsdiensten: jodendom, christendom en islam, - de religies die het dichtst bij elkaar staan, die dezelfde ene God aanbidden. Uitgerekend die religies worden door allerlei bevolkingsgroepen gebruikt om elkaar uit te moorden. Het is te simpel om alleen moslim-extremisten met de vinger te wijzen. In de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn het de christenen die met de moordpartijen tegen moslims zijn begonnen. God moet verbijsterd en woedend zijn dat hij, als dezelfde éne God, als legitimatie wordt gebruikt voor al dat onderlinge geweld...

We luisteren naar twee korte uittreksels uit Jesaja, die vooral bekend is om zijn prachtige vredesvisioenen. Maar Jesaja kruipt ook in de huid van God als hij ziet hoe kortzichtig wanbeleid van koningen, zowel sociaal als politiek, tot chaos leiden.
Na de lezing zingen we lied 267. Daarin roepen wij elkaar op om ons niet te laten verlammen door oorlog en geweld, maar bezield door Gods geest te blijven ijveren voor vrede.

Jesaja 1:10-15 en 3:13-15

Lied: 267 "Dat wij als wachters" (strofen 1-4-6-7)

Inleiding deel 2


Hoe stellen wij ons op bij het aanschouwen van al dat godlasterlijke geweld ? Hoe reageren wij als individu, als lid van deze geloofsgemeenschap, in onze werkkring of verenigingen, als burgers van het democratische Europa ?

Als wij er niet samen bewust bij stilstaan, vrees ik dat we snel verglijden in een soort consumentisme. De beelden over oorlog en terreur worden een soort triller-serie waar we door aangezogen worden. De iconen zijn voor de enen de generaals of de invasietroepen, voor de anderen de journalisten, medische urgentieploegen, humanitaire hulporganisaties in vluchtelingenkampen. Deze laatsten zijn inderdaad helden, maar hoe moeten zij zich voelen als zij weten dat achter de miljoenen tv-schermen een zwijgende en niets-doende schare zit toe te kijken, chips en wijnglas bij de hand ?

Een andere groep mensen wordt wel geschokt door dat immense leed, maar zit gevangen in de doctrine van scheiding tussen geloof en politiek, of voelt zich gewoon onbevoegd om te oordelen en is bang om partij te kiezen. Ze stellen zich zogenaamd neutraal op en willen er allemaal liever niks van weten. In het Gaza-conflict bijvoorbeeld heb je inderdaad agressoren en oorlogsmisdaden aan beide kanten. In Syrië ligt het nog veel complexer, met een dictator aan de ene kant en verschillende oppositiegroepen die elkaar bekampen, de ene al moorddadiger dan de ander. Het is begrijpelijk dat we, als leken in de politiek, vaak geen juist oordeel kunnen vellen over de oorzaken, de schuldigen, laat staan de oplossingen voor conflicten. Dat is inderdaad de taak van onze politici. Maar laat dat geen alibi zijn. Neutraliteit, in de betekenis van ‘ik-wil-er-niks-mee-te-maken-hebben, dus-vraag-me-niks’: is dat niet evenzeer medeplichtigheid ? Immers, intussen stromen honderdduizenden geruïneerde en getraumatiseerde vluchtelingen het land uit om in ellendige tentenkampen te gaan wachten op betere tijden. Humanitaire organisaties hebben handen en massa’s middelen tekort om deze vluchtelingen een menswaardige opvang te bieden. Maken wij dan niet zoals de priester en de leviet een wijde boog om onze noodlijdende naaste ? En toch schijnt dat het antwoord van de meerderheid van de Vlamingen te zijn.

Enkele jaren geleden ging Geert hier een viering voor over hetzelfde thema. Hij verwees naar een onderzoek van het Vlaams Vredesinstituut. Daaruit bleek dat 50% van de Vlamingen vrede een luxe-thema vinden, 44% vinden dat actie voeren niets uithaalt. Anderzijds zegt een andere 40% bereid te zijn om actie te voeren als de gelegenheid zich voordoet. Toch had slechts 10% dat ook effectief gedaan. Beste mensen, ik ben Els en Jef zo dankbaar dat zij ons in de voorbije weken hebben aangesproken om mee te gaan betogen en petities te tekenen. Ik vind zelfs dat we dit meer zouden moeten doen, dat we als geloofsgemeenschap onze enthousiaste steun moeten verlenen aan dit soort initiatieven, en geen schroom moeten hebben om elkaar daartoe op te roepen. Er mogen best enkele spechten in deze gemeenschap zijn, die telkens weer kloppen aan ons gehoorbeen...

Els kan getuigen dat vredesbetogingen niet alleen een activiteit voor jonge heethoofden zijn. Het zijn momenten van eenheid en verbroedering. Je ontmoet er vrienden en maakt kennis met allerlei groepen gedreven mensen. Je komt er zelfs opgeladen van terug. En vooral: ze halen wél iets uit. Het zijn uitingen van geweldloos, profetisch verzet. Geweldloos verzet heeft al meermaals de geschiedenis doen kantelen: denk maar aan de bewegingen rond Mahatma Gandhi in India of Nelson Mandela in Zuid-Afrika.

Aartsbisschop Tutu van Zuid-Afrika, zelf een icoon van liefdevol verzet en verzoening, toonde zich verrast over de ongeziene beweging die in de voorbije weken op straat is gekomen - van Kaapstad tot Washington en New Delhi - tegen de apartheid in Israël. Hij beklemtoonde daarbij de kracht van solidariteit over religies en levensbeschouwingen heen. Wacht niet op je leiders, betoogt hij – het zijn de burgers en het middenveld die het tij moeten doen keren. Intussen hebben 1,6 miljoen mensen wereldwijd de Avaaz-petitie ondertekend die een aantal grote bedrijven oproept om hun zaken met Israël stop te zetten. Tutu zegt daarover: “Wie verder zaken doet met Israël, wie bijdraagt aan een gevoel van “normaliteit” in de Israëlische maatschappij, bewijst het volk van Israël en Palestina een slechte dienst. Ze dragen bij aan de bestendiging van een diep onrechtvaardig status quo. Wie bijdraagt tot het tijdelijke isolement van Israël, zegt dat Israëli's en Palestijnen gelijke rechten hebben op waardigheid en vrede.” En verder:

“Mensen die verenigd zijn in het nastreven van een rechtmatige zaak kunnen niet worden tegengehouden. God komt niet tussenbeide in de zaken van mensen - in de hoop dat we zullen groeien en leren, door onze moeilijkheden en verschillen zelf op te lossen. Maar God slaapt niet. De joodse geschriften vertellen ons dat God aan de kant van de zwakken staat, de onteigenden, de weduwe, het weeskind, de vreemdeling die de slaven vrijlaat bij een exodus naar het Beloofde Land.”

Intussen hebben heel wat consumenten, verenigingen en bedrijven zich laten overtuigen om hun zaken met Israël stop te zetten, zonder een officiële afkondiging van een boyott af te wachten. Zelfs enkele van onze Vlaamse politici hebben de oproep met daden beantwoord.

Een tweede concreet antwoord van geëngageerde christenen is actieve humanitaire steun aan de slachtoffers van geweld. De Vlaamse Sint-Egidiusgemeenschap heeft bijvoorbeeld in de voorbije week een lading hulpgoederen naar Aleppo gestuurd. Ik moet toegeven dat ik het zelf moeilijker heb om te storten voor humanitaire hulpacties dan bijvoorbeeld het steunen van ontwikkelingsprojecten. We zijn misschien wel gehersenspoeld door de drang naar efficiëntie – en tenslotte is oorlog bijna per definitie het meest onefficiënte soort menselijke activiteiten. Waarom dan geld storten voor volkeren in oorlog? Maar misschien is hier een ander soort rationaliteit aan de orde. Humanitaire hulp raakt de slachtoffers op het meest kwetsbare scharniermoment van hun leven, en kan zo wellicht, veel meer dan wij vermoeden, bijdragen aan duurzame vriendschap tussen volkeren. Hebben onze grootouders dat ook niet ervaren met de hulp van de VS na de gruwel van de eerste en tweede wereldoorlog ?

Er zijn in ons liederenbundel weinig liederen die zo hartstochtelijk en teder onze verbondenheid kunnen uitdrukken met oorlogsslachtoffers en vluchtelingen als lied 553. Laat ons dit biddend zingen, bij wijze van voorbeden.

Lied 553: “Groter dan ons hart”

Inleiding deel 3


Naast geweldloos verzet en humanitaire hulp lijkt een interreligieuze vredesdialoog mij de derde actiepijler te zijn. Ik was in de voorbije weken ook bijzonder getroffen door een interview in Terzake met Anya Topolski, een Joodse onderzoekster aan de KU Leuven, werkzaam op het Centrum voor Ethiek en Politieke filosofie. Zij noemt de invasie in Gaza, net zoals de bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever, ‘onmenselijk’ en wijst erop dat ook onder de Joden zelf er een belangrijke stroming is die in onze media veel meer aandacht verdient: een beweging van links-progressieve Joden die openlijk de kant kiest van het Palestijnse volk en ijvert voor gerechtigheid. ‘Iedereen kan iets doen’, zegt zij, en zij roept alle goede mensen, waar ook ter wereld, op om mee te protesteren – niet tegen het Joodse volk maar tegen het Israëlische regime.

In dezelfde trant spreken heel wat moslim leiders fatwa’s uit tegen terrorisme en de praktijken van IS. De islam predikt respect voor Joden en christenen, veroordeelt executies en gedwongen bekeringen. Fethullah Gulen, geestelijke leider van de Hizmet beweging, schrijft dat een Islamitische staat niet kan bestaan, temeer omdat er nergens in de Koran verwezen wordt naar een land dat aan moslims zou toebehoren. Ook paus Franciscus heeft al verschillende malen het geweld tegen burgers scherp veroordeeld en opgeroepen tot gebed voor vrede in het Midden-Oosten.

Inter-religieuze ontmoetingsmomenten zijn een sterk teken van verbondenheid dat uiteindelijk, veel meer dan welke militaire interventie ook, moet leiden tot een duurzame verbroedering. Ook bij onze UP-vrienden in Leuven vinden dergelijke studiedagen, ontmoetingen en vieringen plaats. Je kan alleen vermoeden hoe een IS-strijder zou reageren op de boodschap “broeder, we kennen jouw ijver voor Allah en voor eenheid tussen de volkeren. Wij delen die droom, maar helpen die op een andere manier waar maken. Weet dat wij dezelfde God vereren en geroepen zijn om samen deze wereld meer menselijk te maken.”

En tenslotte: vrede is geen project, geen plan voor de toekomst, maar vooral een christelijke grondhouding, die geworteld is in zachte waarden zoals bescheidenheid, mildheid, vergevensgezindheid, respect, aandacht, zachtmoedigheid... Het ontwikkelen en versterken van die waarden vraagt oefening, zeker in een omgeving waar stress, competitie en prestatiedruk voortdurend onze relaties onder druk zetten. We hebben elkaar nodig om ons daartoe te blijven oproepen.

We sluiten deze woorddienst af met een lezing uit Lucas, die meestal gelezen wordt op roepingenzondag: de zending van de leerlingen. Het is verfrissend om dit verhaal eens te lezen als een vredesopdracht. Jezus roept ons op om als lammeren tussen de wolven te zijn, kwetsbaar, zonder ander wapen dan de vredesgroet en authentieke naastenliefde.

Evangelie: Lucas 10: 1-9

Offerande: muziek (Alano Gruarin, Nature boy)

Tafelgebed ‘Vrede zij u’ (Oosterhuis Gezongen Liedboek, p.166), alternerend met lied 542: “Een schaal met brood” (bij Canon)

Lied 542 strofen 1-2

Voorganger: Vrede zij u van God onze Vader,
Die ons gemaakt heeft;
En van Jezus zijn zoon;
En van de Heilige Geest,
Die in ons roept en ademhaalt,
Die ons bewoont.

Allen:
Het is onze eer, het is ons behoud
Uw naam uit te spreken en voor U te staan
Luisterend, wachtend en biddend
Heer onze God

Voorganger:
Heilige Vader, het uur is gekomen
Verheerlijk uw Zoon in ons midden.

Allen
: Gij die het licht hebt geroepen,
De aarde gegrondvest,
Gij die de mens geboetseerd hebt,
Gij die de eeuwigheid hebt neergelegd in ons hart,
Gij die naar ons zoekt in den vreemde,
Gij hebt ons gevonden,
Gezien, genomen, verheerlijkt
In Jezus, uw dienstknecht.
Hem hebt Gij de macht gegeven
Om onvergankelijk leven te schenken
Aan alle mensen

Voorganger: En dit is het onvergankelijk leven,
Dat wij U kennen, enige en betrouwbare God
En hem die Gij gezonden hebt,
Jezus, onze broeder, ons voorbeeld.
Wij danken u voor deze onvergetelijke mens
Die is de levende, begin en einde,
Eerste uit de doden, licht der wereld,
Eerstgeborene van heel uw schepping
Die werd de minste van de mensen,
Brood gebroken, uitgedeeld van hand tot hand
Die, voelend dat men hem naar het leven stond,
Zijn lichaam en bloed uitdeelde
Tot verbondenheid en vrede voor allen.

Allen: Die op de avond voor zijn marteldood
Brood in zijn handen nam,
En U, Vader, zegende.
Die toen het brood brak en doorgaf met de woorden:
Neemt en eet, dit is mijn lichaam voor u

Zo nam hij ook de beker,
Dankte U opnieuw en zei:
Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed
Dat voor u en alle mensen wordt vergoten
Tot vergeving van zonden.
Telkens gij later van deze beker drinkt,
Gedenk dan mijn liefde voor u.

Lied 542 strofe 3

Voorganger: Wij bidden U:
Zend ons de levenskracht en de gezindheid
Die was in hem;
En maak uw Heilige Geest over ons vaardig.

Allen: Dat wij op deze mens mogen gelijken,
Dat wij uw vrede mogen zijn in deze wereld,
Recht en gerechtigheid, licht van uw licht,
Een nieuw begin van liefde.
Dit vragen wij U
Door hem, en met hem, en in hem
Die ons naar U is voorgegaan,
Die ons woorden heeft gegeven om tot U te bidden.

Tijdens de communie: muziek (W. Vermandere, In de donkerste dagen)

Na de communie: Gedicht (Narfiss Nia)

Iedereen slaapt in één bed, dat is moeders regel:
“óf we overleven het samen, of we gaan allemaal dood”
Iedereen is het ermee eens.
De noodtas ligt rechts naast het bed met daarin
een fles water, een zaklampje, een klein mes,
vijf appels, vijf droge vijgen, een pakje kokosbeschuit,
vijf stuks ondergoed, een kam, twee stukken zeep,
een plastic zakje voor het afval en een foto van oma en opa.
Iedereen slaapt met kleren en schoenen aan.
De veters zijn extra stevig gestrikt
Op de kraag van alle vijf heeft moeder de naam en de geboortedatum geborduurd.
Voor de nationaliteit en het adres was er geen ruimte meer.
Iedereen kan toch zien dat we Palestijns zijn, zegt moeder.
Vader is het er niet mee eens.
Hij stopt stiekem de geboorteaktes in zijn binnenzak.
Iedereen ligt hand in hand in het tweepersoonsbed, niemand slaapt.
Zelfs de eentonige stem van vader die zachtjes
gedichten van Mahmoud Darwish voorleest, helpt niet.
Iedereen houdt stiekem moeder in de gaten
Ze wendt geen seconde haar ogen af
van het scherm van haar mobiele telefoon.
Iedereen wacht met bonkend hart op het sein van moeder
Iedereen wacht op het sein van moeder
Iedereen wacht op moeder
Als het bericht binnenkomt,
Doet iedereen zijn ogen dicht.

Gebed van Franciscus (samen)

Heer, maak van mij een heraut van de vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat heerst
Laat mij vergeven aan wie mij beledigde
Laat mij verzoenen wie in onmin leven
Laat mij geloof brengen aan wie twijfelt
Laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt
Laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt
Laat mij licht bregen aan wie in duisternis is
Laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd is
Laat mij niet zoeken om getroost te worden maar te troosten
Laat mij niet zoeken begrepen te worden maar te begrijpen
Laat mij niet zoeken bemind te worden maar te beminnen
Want het is toch door te geven dat men krijgt
Door te verliezen dat men vindt
Door te vergeven dat men vergiffenis krijgt
Door te sterven dat men verrijst voor het eeuwige leven

Slotlied 393: “In ’t laatste van de dagen”

------