------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




15 augustus 2013      Wie is Maria?

Rik Nuytten

Lied 501: “Salve Maria”

Inleiding


Goede morgen! Wij hebben zopas het Salve Regina gehoord. Dit is een middeleeuwse zang die nog steeds in kloosters gezongen wordt in het koorgebed na de completen, de laatste koorzang van dag, voor het slapengaan en de nacht. Ik vond dit een mooie manier om deze viering over Maria te openen.

Door omstandigheden staat hier vandaag een man voor jullie, en niet een vrouw zoals gepland. In vroegere vieringen heb ik mij reeds gebogen over de vraag, wie God voor mij is, en wie Jezus is voor mij. Ik zal proberen vanuit mijn achtergrond en ervaring, iets te zeggen over wie Maria voor mij is. Vandaag dus de vraag, wie is Maria voor mij?

Ik kom uit een generatie waar thuis ’s avonds nog dagelijks het rozenhoedje werd gebeden. Hoewel, als ik daar met mijn broers en zussen over praat, er steeds dezelfde verhalen naar boven komen over de apenstreken die we uithaalden, en hoe ons vader streng moest toezien dat wij het niet te bont maakten. Het is een feit dat in die tijd de verering van Maria veel prominenter aanwezig was in het dagelijkse leven, dan dit nu het geval is. Er zijn nog wel bedevaarten en devotie tot Maria, maar ik zie die niet echt centraal staan in de godsdienstige beleving van vandaag.

Ik herinner mij een discussie die ik had met een Nederlandse vriend van mij, een diepgelovige protestant, over Maria. Er is een groot verschil tussen de katholieke Mariaverering en het protestantse afwijzen ervan. Volgens hem was Maria enkel een “werktuig” van God, om Zijn plan met Jezus te realiseren. Ik was het daar niet mee eens en heb er vaak over nagedacht.
Deze viering geeft mij de gelegenheid over deze thema’s samen met jullie na te denken. Wie is Maria voor mij, en wat betekent zij in mijn geloofservaring?

Laten wij eerst stil worden, en mijmerend het lied 560 zingen, het nachtgebed.
(Stilte)

Lied 560: “Nachtgebed”

Openingsgebed

U groeten wij, Maria,
begenadigde,
Die troont in stille wijsheid
Die luistert naar de klacht van de verdrukten
Die in overgave en vertrouwen
meegaat met het bevrijde volk.
Mochten wij zoals gij
Gods woord horen
En het bewaren in ons hart;
Mochten wij zoals gij
hopen en uitzien
Doorheen een veranderende tijd:
Wachtend en wakend opdat
Gods genade ons mag optillen
en thuis brengen.

Inleiding op de lezing

In feite is over Maria heel weinig met zekerheid geweten. In het evangelie staat het verhaal over de boodschap aan Maria, het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht in de tempel, de twaalfjarige Jezus achtergebleven in de tempel, één passage waar Jezus mensen terechtwijst en zegt dat de mensen die geloven hem het meest nabij zijn, niet zijn naaste familie. Dan is er in het evangelie van Johannes de passage over Maria onder het kruis, en zijn er enkele vermeldingen over de moeder van Jezus bij de leerlingen in de tijd rond Pinksteren.

De meeste commentatoren zijn het erover eens dat bijna alle evangelieteksten over Maria theologisch moeten gelezen worden, en niet als historische waarheid. Het meest historisch waarschijnlijk is dat Maria, de moeder van Jezus, bij de groep van de apostelen was na zijn dood, zoals vermeld door Lucas in de handelingen.

Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat mensen voor een deel gevormd worden door wie hun ouders zijn. Ik denk dat dit ook het geval is voor Jezus. Volgens mij heeft Maria een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het gedachtegoed van Jezus. Ik denk dat de evangelieverhalen over Maria in die context moeten gelezen worden. Het zijn theologische constructies om het heilswerk van God, door Jezus, en dus ook door Maria, te verklaren.

Eén van deze verhalen is dat van de boodschap van de engel aan Maria. Laten wij nu luisteren naar dit verhaal, zoals het getoonzet werd door Arnout.
Daarna luisteren we naar een tweede verhaal, het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth. Na beide lezingen zingen wij het lied 798; het Magnificat.

Oratorium (276): “Boodschap aan Maria”
Lied 798: “Magnificat”

Evangelie: Lc. 1, 39-49

Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.

Lied 798: “Magnificat”

Homilie


Om beter te verstaan wie Maria voor mij is, en wat haar betekenis is in mijn christelijk geloven, heb ik mij laten inspireren door een boekje met als titel: Maria, gisteren, vandaag en morgen, met een tekst van Edward Schillebeeckx, en één van Tine Halkes, een Nederlandse theologe. Ik zou er graag enkele gedachten uit willen halen ter overweging tijdens deze viering.

De twee lezingen uit het evangelie die we net hebben gehoord, worden het meest aangehaald om de twee verschillende visies op Maria te ondersteunen. Schillebeeckx noemt de eerste visie “de fundamentalistische”, en de tweede de “Christologische visie”.

De fundamentalistische visie is gebaseerd op de eerste lezing en op het antwoord van Maria op de vraag van de engel: “Mij geschiede naar uw woord”. (Het fiat). Dit antwoord wordt gebruikt om Maria voor te stellen als de dochter van Eva, de moeder van God, een gewillig werktuig in het grote plan van God. Deze gedachte leeft nog steeds voort, tot in de hoogste kringen van de kerk. Zij wordt gebruikt om te rechtvaardigen dat vrouwen uitgesloten worden van sommige ambten en activiteiten. Het is een constructie die steeds moeilijkere dogma’s nodig heeft om staande te blijven. Zo kom je tot “onbevlekte ontvangenis”, en dergelijke dingen meer. Het is niet echt mijn ding.

In de Christologische visie daarentegen, wordt uitgegaan dat Maria de eerste gelovige van het nieuwe testament is. Zij was de eerste die ten volle de Heilige Geest heeft laten werken, en daardoor de komst van Jezus heeft bewerkstelligd. In deze visie is Maria onze zuster, en worden de gelovigen inclusief betrokken in het heilswerk van God. Dit spreekt uit de tweede lezing, waar zowel Maria als Elisabeth worden “opgeheven”, en uit de lofzang die zowel Elisabeth als Maria aanheft. In deze visie is Maria niet de moeder van alle gelovigen, maar is de Heilige Geest de moeder van alle gelovigen. Maria wordt dan de eerste gelovige van het nieuwe testament! Ik vind dit een mooie gedachte die veel meer strookt met hoe ik geloof in God en met wat de persoon Jezus voor mij betekent.

Maria is niet de opvolgster van Eva, die moet verlost worden van de erfzonde, maar wel de opvolgster van Abraham. Abraham was de eerste gelovige van het oude verbond dat God met de mensen sloot. Maria is de eerste gelovige van het nieuwe verbond dat God met de mensen sluit, door Jezus. Zij is dus de eerste betrokkene in het heilswerk van God, door haar onvoorwaardelijk “Ja” aan de heilsvraag van God. God heeft mensen nodig om zijn heilswerk tot voltooiing te brengen. Maria heeft dit als eerste in de praktijk gebracht. In deze visie staat Maria aan de kant van de armen van Jahweh. Dit komt sterk tot uiting in de tekst van het Magnificat.

Maagdelijkheid betekent in deze christologische visie: een beschikbaar zijn voor de Heer. En dat is een opdracht voor ons allemaal. Op die manier is het leven van Maria een oproep: om beschikbaar en open te staan voor het heilswerk van de Heer, het toelaten van de werking van de Heilige Geest.

Het moederschap van Maria zie ik als het doen openbloeien en groeien van alle mensen rondom ons, het respect voor de vrijheid en verantwoordelijkheid van iedereen. Een taak voor mannen en voor vrouwen! Ik zie Maria als mijn eerste zuster in het geloof. Zij staat model voor openheid, luisterend aanwezig zijn, niet het passief ondergaan van wat voor haar beslist is. Dat is een inspiratie waar ik verder mee kan.

Offerande (acclamatie 142)
Dankgebed 159 “Gij, de grond van ons vertrouwen”
Onze Vader

Slotgebed:

Wees gegroet, Maria
Door u ontving onze wereld Jezus,
Beeld en gelijkenis van God.
Doorheen uw levenswandel leerden wij
Hoe vreugde en verdriet,
nabijheid en verlatenheid
Een onvermijdelijk deel van ons bestaan vormen,
Maar ook, hoe God ons daarin nabij is.
Leer ons zoals Gij
Te luisteren naar Gods Woord,
Leer ons te hopen zoals Gij
En te dragen en verdragen
wat het leven ons ongevraagd opdringt,
Opdat Gods Geest ook ons mag vervullen
Zoals hij eens in u deed.

Slotlied: 654 “Zij die stom zijn”

------