7 juli 2013: Evangelische anti-crisisrecepten
Ides Nicaise
Lied 103: Gezegend deze
dag
Inleiding 1:
Ieder van ons zal zo wel zijn eigen favoriete Bijbelteksten hebben.
Je leest de bijbel door de bril van je eigen levenservaringen, je
beroep, figuren die je intrigeren. Als econoom-met-een-sociaal-trekje
zoek ik graag mijn inspiratie in parabels zoals de werkers van het
elfde uur, de verloren zoon, de talenten, de vraag of je belasting
moet betalen aan de keizer enz.
Het idee om vandaag het evangelie van de onrechtvaardige rentmeester
uit te kiezen groeide uit een botsing tussen enerzijds de themas
van mijn onderzoekswerk: de aanhoudende crisis, de groeiende ongelijkheid,
het (wan)beleid van de Europese Unie en anderzijds een christelijke
utopie die me zoekend houdt. In de voorbije maanden heb ik me verdiept
een analyse van de sociale impact van het Europese anticrisisbeleid.
Verontwaardiging maakte zich steeds meer van mij meester. Drie jaar
geleden beloofden de Europese leiders nog in koor dat ze tegen 2020
het aantal armen met 20 miljoen zouden verminderen. Sindsdien hebben
ze met de botte bijl zitten hakken in sociale uitkeringen, minimumlonen,
gezondheidszorgen enz. Vandaag is het aantal armen in Europa met
een paar miljoenen gestegen. In Spanje zijn honderdduizenden gezinnen
letterlijk uit hun huis gezet. In Griekenland zitten 65% van de
jongeren zonder werk. In Bulgarije stak onlangs een wanhopige werkloze
zichzelf in brand vóór de ingang van het belastingkantoor.
Hij kon zijn rekeningen niet meer betalen. Zijn kleinkinderen zouden
afgenomen worden omdat hij ze niet meer kon onderhouden. Ventsislav
was de zevende Bulgaarse vader op rij die zichzelf op gruwelijke
wijze in brand staken, uit wanhoop om de armoede waarin ze weg zonken.
Ook in sommige andere EU-landen zijn de zelfmoordcijfers verdubbeld
sinds het uitbreken van de crisis.
Kunnen onze leiders daar iets aan doen ? Ja, ze kunnen dat,
maar ze zijn vergiftigd door een neoliberale ideologie die hen doet
geloven dat je kapitalisten alsmaar moet verwennen (anders lopen
ze weg), en dat werklozen profiteurs worden als je ze niet geleidelijk
uithongert. Heel wat economen en sociale wetenschappers met gezond
verstand hebben alternatieve recepten klaarliggen, maar ze worden
gewoon genegeerd. Onze EU-leiders zijn onrechtvaardige rentmeesters,
denk ik.
Het klopt natuurlijk ook dat ze een aantal banken hebben moeten
redden, en dat we daardoor in een schuldencrisis zijn terechtgekomen.
We hebben achteraf gezien dat heel wat bankiers zelf onrechtvaardige
rentmeesters waren, die torenhoge bonussen opstreken om risicos
te nemen die hun banken fataal geworden zijn. En dat speculanten
rijk geworden zijn met de financiële crisis. De vrijemarkteconomie
is m.a.w. duidelijk ontspoord. Het fameuze grondbeginsel van Adam
Smith, dat de gemeenschap erop vooruit gaat als elkeen voor zich
zijn hoogste gewin nastreeft, heeft ons collectief een kater bezorgd.
Het voorstel om in alle EU-landen een gewaarborgd leefloon in te
voeren wordt door een aantal politici als onrealistisch van de tafel
geveegd. Intussen hebben vakbonden uit de overheidssector echter
ontdekt dat er jaarlijks zowat 1 triljoen euro belasting ontdoken
wordt: 7,5 maal de kost van dat leefloon. De banken die dit spelletje
mee organiseren zitten duidelijk mee in het kamp van de onrechtvaardige
rentmeesters. Hoogtijd dus om op zoek te gaan naar een alternatief
model, dat op een meer correcte ethische leest is geschoeid.
Wijst het evangelie dan de weg uit de crisis ? Niet gegarandeerd,
want je kan helaas niet veronderstellen dat iedereen zich evangelisch
gedraagt. Maar laat ons toch proberen of het ons niet een eind op
weg kan helpen.
Lied 578: Als gij naar de woorden luistert
Lezing Lucas 16: 1-9
Inleiding 2:
Over deze lezing heeft blijkbaar al menig exegeet zijn kop gebroken,
omdat ze vol paradoxen zit. Ogenschijnlijk juicht Jezus hier een
frauduleuze praktijk toe, en spoort hij bovendien de gelovigen aan
om in de leer te gaan bij de kinderen van de wereld. Het lijkt alsof
Jezus zijn toehoorders bewust op het verkeerde been zet, om hen
tot nadenken te dwingen. Een student van de Utrechtse universiteit,
C.L. Geluk, legde dit evangelie in zijn/haar masterproef onder de
microscoop. Geluk somt een aantal interpretaties op en besluit met
een eigen hypothese, die mij als econoom bijna juist
lijkt.
Er zijn wel een aantal handvatten in de tekst waarover we vrij zeker
kunnen zijn: er zijn immers opvallende gelijkenissen tussen deze
tekst, de parabel van de talenten, en die van de verloren zoon.
Telkens staat de rijke heer voor God, die zijn vermogen (of zijn
schepping) aan mensen toevertrouwt. In de parabel van de talenten
wordt duidelijk dat de dienaars de opdracht hebben om dat vermogen
te doen renderen. Ook de rentmeester uit ons verhaal krijgt blijkbaar
een grote autonomie, met als belangrijkste voorwaarde dat er winst
moet gemaakt worden. Hij wordt op het matje geroepen omdat hij,
in plaats van die winst over te maken aan zijn meester, het geld
verspilt. Je zou voor minder ontslagen worden. Net zoals de bange
dienaar uit het evangelie van de talenten, die nul euro winst aan
zijn heer voorlegt, wordt deze rentmeester eruit gegooid.
De verrassing is dat onze rentmeester plots van strategie verandert
en de schuldenaars een zware korting geeft. Mijn aanvoelen is dat
dit net géén frauduleuze praktijk is, maar dat het
deel uitmaakt van de maneuvreerruimte waarover een rentmeester beschikt.
Hij hoeft blijkbaar geen verzwaring van zijn straf te vrezen, integendeel:
zijn heer vindt dit een prima reactie !
Het verhaal wordt nog logischer als we aannemen dat het label onrechtvaardige
rentmeester niet slaat op het feit dat hij de contracten wijzigt,
maar wel op de oorspronkelijke versie van die contracten. Wellicht
was hij zodanig in de ban geraakt van de graaicultuur,
dat hij de zakenpartners van zijn heer afzette met woekermarges
om zijn eigen uitspattingen te financieren. Dàt vond de heer
onrechtvaardig. En zo kennen we God inderdaad: als een rechtvaardige,
milde heer die niet duldt dat de ene mens de andere uitbuit. God
is niet vies van winst, maar wel van uitbuiting, hebzucht en verspilzucht.
(God ziet een beetje rood en een beetje groen achter zijn oren,
zou je kunnen zeggen.)
Zo valt, naar mijn bescheiden mening, het ganse verhaal op zijn
pootjes: de rentmeester was ontspoord in hebzucht en verspilzucht,
en deed daar anderen voor zweten. En hier wordt de gelijkenis met
de parabel van de verloren zoon frappant. Hebzucht en verspilzucht
monden uit in een crisis, de hoofdfiguur wordt met werkloosheid
en dakloosheid geconfronteerd en komt tot inkeer. Hier leidt de
bekering tot een vlaag van generositeit t.a.v. de schuldenaars:
een generositeit die zakenpartners tot vrienden maakt.
De nieuwe paradox is dat die generositeit geen zuiver altruïsme
kan genoemd worden: ze is half berekend, want de rentmeester rekent
erop dat de schuldenaars als tegenprestatie hem zullen opvangen
als hij de straat op vliegt. Maar misschien is dat wel tekenend
voor de mensenkennis van Jezus: hij doorziet zijn medemensen en
is zelf zo realistisch dat hij, als het op zaken aankomt, een ethiek
predikt die het midden houdt tussen zelfbehoud en edelmoedigheid.
Als Jezus zijn kinderen van het licht aanspoort om te
leren van gewone handelaars, noemt hij deze laatsten niet kinderen
van de duisternis maar kinderen van de wereld.
M.a.w. hij contrasteert hier niet goed en kwaad,
maar verbindt religieuze normen met seculiere, aardse normen. Kinderen
van het licht hoeven zich niet per se buiten de wereld te plaatsen
en mogen ook best hun gezond boerenverstand hanteren. Wat een opluchting !
We kunnen uit deze parabel een aantal basiswaarden onthouden voor
een realistische economische ethiek:
1. onze welvaart is niet echt onze verdienste: het is Gods schepping
die ons wordt toevertrouwd;
2. God heeft een hekel aan de graaizucht waaraan onze Westerse economieën
ten prooi gevallen zijn. Ondernemen doe je niet om voor je eigen
genot het onderste uit de kan te halen, maar voor een gezonde balans
tussen vooruitgang en het welzijn van de gemeenschap. Behandel je
zakenpartners als vrienden, dan ontstaat er spontane solidariteit
voor wie uit de boot valt;
3. de mammon van het geld mag dan wel in wezen vals
zijn, je mag er toch zonder wroeging je handen aan vuil maken, als
je er maar vrienden mee maakt. Solidariteit en vuile handen
is dan ook de fijnzinnige ondertitel van de masterproef van C.L.
Geluk.
Is deze parabel niet razend actueel en praktisch ? Ik hoop
stilletjes dat deze preek ooit in handen komt van de geviseerde
bankiers en Europese leiders !
Lied 412: Wie zijn leven niet wil delen
Inleiding 3:
Wat is dan een rechtvaardige rentmeester in onze tijd ? Bestaat
er zoiets als christelijk ondernemerschap ? Ik denk het wel
meer dan je zou vermoeden, al blijft het een minderheidsstroming.
Het meest bekend is de zogenaamde sociale economie,
die historisch vooral vanuit de christelijke arbeidersbeweging is
gegroeid. Het is de sector van de coöperatieven, stichtingen,
vzws en mutualiteiten, de buurt- en nabijheidsdiensten, de
lokale ruilnetwerken. De nieuwe sociale economie in
België heeft een soort charter ontwikkeld met enkele opvallende
basisprincipes:
* gelijkheid: in de algemene vergadering heeft een lid met één
aandeel evenveel te zeggen als een lid met duizend aandelen;
* mensen hebben voorrang boven kapitaal, dat wil zeggen: ofwel is
er géén winstdoelstelling, ofwel is die ondergeschikt
aan het belang van de werknemers en de klanten;
* het doel van de onderneming is het maatschappelijk welzijn, niet
het individuele: anders gezegd, er zit altijd een stukje altruïsme
in de activiteiten;
* tenslotte is er ook de zorg voor de schepping: het klimaat en
het milieu.
De sociale economie blijft innoveren: denk maar aan het Share-project
dat vanuit de Wereldgroep is opgestart. Het is een soort ruilnetwerk,
maar gekruid met een vleugje meer evangelie omdat je bij het verlenen
van een dienst niet per se verwacht om evenveel terug te krijgen.
Dat deze alternatieve economie haaks staat op de wetten van de gewone
economie is duidelijk: worden wij in ons dagelijks zakendoen niet
steeds meer gevangen in een keurslijf van concurrentieregels, waardoor
collegas en geestesverwanten rivalen worden ? Waardoor
elke blijk van generositeit bijna a priori als corruptie wordt gewantrouwd ?
Waardoor zelfs overheidssteun aan sociale organisaties door Europese
wetgeving als concurrentievervalsing wordt verboden ? Die concurrentiesfeer
heeft het Europese beleid vergiftigd. Ze overwoekert evenzeer (misschien
zelfs méér) de onderzoeksmarkt en de publieke diensten
als de privésector.
Eén van de merkwaardigste initiatieven van christelijk geïnspireerde
sociale economie is de Mondragon Groep, die in Baskenland ontstaan
is in de jaren vijftig, onder impuls van een katholieke priester,
en die intussen uitgegroeid is tot een wereldwijde groep met 83.000
werknemers in 120 bedrijven. Mondragon produceert koelkasten, machines,
liften, heeft ook een eigen bank, eigen socialezekerheidsfondsen
en een eigen universiteit. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze
ondernemingen is dat ze bijna allemaal werknemerscoöperatieven
zijn, dat wil zeggen: werknemers zijn tegelijk aandeelhouders, en
in ruil voor hun investering krijgen ze een garantie dat ze nooit
zomaar ontslagen zullen worden. Als arbeidsplaatsen in bedrijf X
verdwijnen, zoekt men binnen de groep naar een andere geschikte
baan voor de betrokken werknemers. Er is ook een maximumloon: de
hoogste lonen zijn er (slechts) 4,5 keer zo hoog als de laagste.
Van de winst wordt een bepaald percentage ingehouden voor onderwijs,
voor het solidariteitsfonds en voor het investeringsfonds. En wat
blijkt? Terwijl het overal in het Westen (en zeker in Spanje) ontslagen
en faillissementen regent, doet Mondragon goede zaken en blijft
de tewerkstelling op peil, omdat het creatieve business combineert
met een sterke verantwoordelijkheidszin, wederzijds vertrouwen en
wij-gevoel.
Het jongste nummer van Nieuwe Stad, het tijdschrift van de
Focolare-beweging, gaat dan weer over de gemeenschapseconomie:
een wereldwijd netwerk van een 860-tal gewone ondernemers
uit allerlei sectoren (industrie, bouw, een taxibedrijf, logistiek
enz.) die ook volgens gemeenschappelijke ethische basisregels zaken
doen: rechtvaardige behandeling van werknemers en klanten, eerlijkheid,
kwaliteit, respect voor het milieu. Daarin verschillen ze niet van
het gewone duurzaam ondernemerschap. Daarbij komt echter nog de
aanwending van de winst voor drie doelen: verdere ontwikkeling van
het bedrijf, bestrijding van armoede, en vorming van medemensen.
De ondernemers bepalen zelf volledig vrij de verdeelsleutel. Ze
lopen daar ook niet mee te koop. Eén van hen getuigt, dat
zijn werknemers niet weten dat een deel van de winst naar armoedebestrijding
gaat. Een andere laat daarentegen zijn werknemers mee de projecten
selecteren die geholpen worden. Hij hoopt hen op die manier gevoelig
te maken voor een levensstijl van generositeit. Een koppel dat een
financieel consulting-bedrijf runde werd ooit zelf getroffen door
langdurige ernstige ziekte. Zij kregen van een dankbare klant de
sleutels van diens villa aan zee. Door een aparte stijl van ondernemen
verspreiden de ondernemers in de gemeenschapseconomie een cultuur
van verbondenheid en generositeit die aanstekelijk werkt.
Tot daar dit korte overzicht van evangelisch geïnspireerde
economische bewegingen. Ach, wij christenen hebben allang niet meer
het monopolie van de sociale economie (het zijn in ons land vooral
de socialisten die ze promoten); en ook de gemeenschapseconomie
heeft haar varianten in de islam, waar ondernemers véél
meer investeren in filantropische initiatieven dan de overheid.
So what, moeten we daar niet blij om zijn ? Is het niet precies
een goede aanleiding tot interlevensbeschouwelijke dialoog ?
Belangrijk is voor ons, dat het evangelie ons een andere waardenschaal
aanreikt om economie te bedrijven. Laat de graaicultuur plaats ruimen
voor generositeit en kwijtschelding van schulden. Laat ons de rijkdom
herverdelen om verbondenheid te smeden. Laat de koude concurrentieregels
plaats maken voor warm-menselijke relaties, ook in het zakenleven.
Het gaat om méér dan rechtvaardigheid en gelijkheid
alleen: het gaat om broederlijkheid. Laat ons elke verspilling vermijden,
beseffend dat we de schepping als vermogen in leen hebben gekregen
van God zelf.
Afsluiting woorddienst: gebed
bij Genesis 1-2
(uit:
Oosterhuis, Gezongen liedboek, p.234)
Dat ik de aarde zou bewonen
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem
niet op vinnen onder water
niet gejaard en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee
om de verte te belopen,
om de horizon te halen
en met handen die wat kunnen:
kappen, ruimen, zaaien, oogsten;
met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de woken,
wel geheven naar de zon
om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kuudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.
Dat ik ben, niet meer of minder
dan een mens, een kind van mensen,
één van velen, één met allen,
groot en nietig, weerloos vrij
om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.
Offerande: lied 142
Groot dankgebed 153
Onze Vader 185
Gebed om beeld van God te zijn 513
Bezinning: De aarde en al wat erop leeft
(Jan De Roeck
naar Psalm 24 - uit: Adem halen, p.74)
De aarde en al wat erop leeft,
oprijzend uit de watermassa,
het behoort ons niet toe. Het is Gods werk.
Wie mag er dan dat groots geheim benaderen?
Alleen mensen, wier handen zich aan niets vergrijpen,
mensen met een oprecht hart,
die zich niet verkopen aan macht en geweld,
geen afgoden achterna lopen.
Zij dragen met zich mee
de zegen van God,
het recht van de rechtelozen,
het herstel van een geschonden aarde.
Zo gaat het met wie eerlijk zoekt
naar het gezicht van God in alles en allen.
Nu dan, poorten van onze wereldstad, doorbreek je enge grenzen.
Geef toegang aan die velen uit het Zuiden die bij je aankloppen.
Open je handelsgrenzen,
stop je uitbuiting en geldzucht.
Luister naar de groepen en minderheden
met hun koninklijke droom van vrede !
Of ben je vergeten welke kracht er schuilt in gewone mensen,
welke strijdbaarheid er in hun hart is gelegd ?
Vooraleer je stikt in je eigen wanbeheer,
geef ruimte aan Wie de ruimte schiep!
Slotlied 587: Vleugels
van vertrouwen
|