------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




2 juni 2013 : 9de zondag door het jaar

              De honderdman zet alles op zijn kop (Lc., 7, 1-11)

Sabine Van Huffel

Intredelied 525: "Dankt, dankt nu allen God"

Inleiding

Het verhaal van de honderdman in Kafarnaüm, dat we vandaag als evangelie beluisteren, is een vreemd voorbeeld van geloof. Net omdat een militair, een legercommandant,hier een voorbeeld wordt van wat een groot geloof is. We verwachten niet meteen dat onder zijn helm en uniform een mens verborgen zit, laat staan een groot geloofsgetuigenis.

Beantwoordde die honderdman wel aan dit patroon? Enerzijds wel omdat hij een militaire toon aanslaat en praat vanuit hiërarchischegezagsverhoudingen. Een bevel is een bevel. “Als ik zeg tegen een soldaat: 'Ga', dan gaat hij en tegen een andere 'Kom', dan komt hij”, horen we in het evangelie. Maar anderzijds gedraagt hij zich anders. Hij bouwt een synagoge van zijn soldij voor het Joodse volk. Heel ongewoon. En bovendien is hij als Romeinse legeroverste heel begaan met één van zijn dienstknechten, die plots zwaar ziek wordt. Ook ongewoon. Is dat geen slaaf? Blijkbaar is dat niet zomaar een willekeurig iemand maar iemand die veel voor hem betekent: iemand onvervangbaars, net geen ondergeschikte. Hij wordt wel “zijn knecht” genoemd maar is het infeite niet. Hij houdt van hem. Hij is een beetje als zijn kind.

Hier worden de rollen precies omgekeerd, we horen hier een ander verhaal van leiderschap. De honderdman die erg op zijn slaaf gesteld was neemt een zeer menselijke houding aan, is duidelijk voorbeeld van een dienend leiderschap, een leiderschap “in dienst van de ander, met oog voor de ander”. Dit soort leiderschapherkennen we in Jezus’ woorden waar hij zegt: “ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen”. Dit leiderschap herkennen we ook in boeken rond spiritueel leiderschap geschreven door Johan Verstraeten-- (Leiderschap met hart en ziel), door Anselm Grün, René Stockmans, enz. De vraag die me bezighoudt is: “verandert geloof de manier van leidinggeven? Hoe beïnvloeden geloof en leiderschap elkaar?" Ik wil hier enkele getuigenissen voorlezen van gelovige leiders.

* Begin maart was ik te gast in de abdij van Orval en woonde een gesprek bij van de abt Lode Van Hecke met jongeren die hem vroegen: “Hoe geef jij leiding?”. Zijn antwoord verraste hen omdat het zo simpel was: “door gewoon te zijn wie ik ben, door mezelf te blijven. Door te doen wat Jezus Christus ons voordeed ... op de plek waar God me wil.” Voor Lode was dit tussen de vier muren van deze abdij!

* Naar aanleiding van de pausverkiezing ondervroeg De Tijd (16 maart, 2013) drie onder-nemers over hun geloof en de rol van religie in hun ondernemen en leidinggeven. Ik lees hier enkele passages uit het getuigenis van Jan Van der Velden, CEO van het familiebedrijf 'Van der Velden Beton' in Hoogstraten. Jan leefde en werkte decennia in sneltreinvaart. Maar toen hij acht jaar geleden de Bijbel opensloeg op een kennismakingsavond met de evangelische kerk, veranderde alles. En hij getuigt als volgt:

Met een twintigtal ondernemers verdiepen we ons in wat de Bijbel ons kan leren. We zijn een divers gezelschap van varkensboeren tot ondernemers met enkele honderden mensen in dienst. We komen om de 2 weken bij elkaar. De avonden zijn een succes omdat de Bijbel zo herkenbaar is voor veel managers ... Ik heb daar veel van opgestoken. God zegt dat elke mens uniek is. Wel, dan moet je werknemers als individuen behandelen. Vroeger verwachtte ik van mijn mensen nog te veel dat ze zich vastklonken aan ons bedrijf. Ik deed iets voor hen, en daar verwachtte ik iets voor in de plaats. Vandaag zeg ik tegen iedereen: “Als je je kan verbeteren, ga dan weg. Dat is je goed recht”. Als een moeder met twee kinderen bij mij komt met de boodschap dat ze haar drukke baan niet meer kan combineren met het ouderschap, dan zoek ik een oplossing. Ik zeg haar dat ze rustig kan uitkijken naar een andere baan terwijl wij een vervanger zoeken. En als we eerder een vervanger vinden dan zij een nieuwe job, dan mag ze blijven voortwerken tot ze iets gevonden heeft.” Van der Velden is er rotsvast van overtuigd: “Dit bedrijf beleeft betere jaren sinds ik gelovig ben geworden”.

* En tenslotte laat ik Frank aan het woord uit onze gemeenschap.

Leidinggeven vanuit mijn geloof is 'er zijn' voor de ander, elke dag probeer ik er heel bewust te zijn voor de volgende ontmoeting. Als leider moet je vooral kunnen luisteren. Mensen voelen zich opgelucht als ze hun verhaal kunnen doen. Dit is heel belangrijk in tijden van herstructurering. Mensen verwerken beter hun ontslag, blijven je respecteren als je hen beluistert en herkent in hun menszijn, als je 'er bent'.

Hoe ervaar jij geloof en leiderschap in je omgeving: op het werk, tijdens je studie, in het gezin? Hoe werkt jouw geloof in op je leidinggeven? Wie bewonder je als ideale leider?
De evangelietekst die we zo dadelijk gaan lezen, vertelt ons iets rond “geloof en leiderschap”. Wie staat in dienst van wie? Wie is baas van wie? Hoe beinvloedt het geloof de honderdman in de uitoefening van zijn leiderschap?

Openingsgebed (Gebed om steun voor alle leiders)

Heer,
Open ons hart voor uw Liefde,
En schenk ons uw kracht
om ons om te vormen naar uw beeld.
Dat we goede leiders mogen worden,
met de kracht van Uw genade,
en de steun van onze medemensen.
Versterk onze eigen inspanning.
Dit vragen wij u
door Christus onze Heer. Amen.

Lied 513: "Gebed om beeld van God te zijn"

Evangelielezing: Lucas 7, 1-11 Genezing

1 Toen Jezus aan het eind was gekomen van zijn toespraak tot de menigte ging hij Kafarnaüm in. 2 Een centurio die daar woonde had een slaaf die ernstig ziek was en op sterven lag; de centurio was erg op deze slaaf gesteld. 3 Toen hij over Jezus hoorde, zond hij enkele Joodse leiders naar hem toe om hem te vragen bij hem te komen en zijn slaaf van de dood te redden. 4 Toen ze bij Jezus waren gekomen, drongen ze er bij hem op aan mee te gaan. Ze zeiden: ‘De man die u dit verzoekt, verdient het dat u hem deze gunst bewijst. 5 Want hij is ons volk goedgezind en heeft voor ons de synagoge laten bouwen.’ 6 Jezus ging samen met hen op weg. Hij was al niet ver meer van het huis verwijderd, toen de centurio enkele vrienden naar hem toe stuurde met de mededeling: “Heer, spaar u de moeite, want ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt.” 7 Daarom ook achtte ik mij niet waardig om zelf naar u toe te gaan. Maar u hoeft maar te spreken en mijn knecht zal genezen zijn. 8 Ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft, en als ik tegen een soldaat zeg: “Ga!” dan gaat hij, en tegen een andere: “Kom!” dan komt hij, en als ik tegen mijn slaaf zeg: “Doe dit!” dan doet hij het.’ 9 Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich over hem; hij keerde zich om naar de menigte die hem volgde en zei: ‘Ik zeg jullie, zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof gevonden!’ 10 Toen de vrienden van de centurio terugkeerden naar zijn huis, troffen ze daar de slaaf in goede gezondheid aan.

Bezinning
In het evangelie dat wij vandaag van Lucas mogen lezen, staat de knecht centraal. Dit is ongewoon, de wereld op zijn kop. Iedereen gehoorzaamt aan iedereen. Iedereen is knecht van iedereen. Iedereen gelooft in iedereen. Het is een kringverhaal van mensen die allemaal gehoor geven aan elkaar.

Wat in dit verhaal vooral opvalt en daardoor mijn sympathie opwekt, is de menselijkheid en bescheidenheid van de honderdman. Die menselijke houding getuigt van een grote innerlijke vrijheid en is een duidelijk voorbeeld van een dienend leiderschap. Zolang de knecht bevelen ontvangt en ze uitvoert, is hij een knecht. Zodra hij echter ziek is, verandert de relatie, wordt hij een kind. Er is die wederzijdse erkentelijkheid van de honderdman naar zijn slaaf toe en omgekeerd: een liefdesrelatie die buiten de machtsorde staat van het leger.De honderdman helpt zijn slaaf die in nood is (ziek) en dit uit liefde. Liefde is de drijfveer. Het heeft iets weg van de goede vader- zoon relatie, we zien duidelijk parallellen met de relatie van Jezus ten opzichte van zijn Vader.

En dan heb je die Joodse vrienden van de honderdman, eigenlijk een Romeins bevelhebber, een vreemde, die hem spontaan een dienst bewijzen door in zijn plaats naar Jezus toe te gaan: een vriendschap die uitsteekt boven alle rassen, culturen en godsdiensten heen. Opnieuw staat de wereld op zijn kop. Inderdaad, via die joodse bemiddelaars buigt Rome het hoofd voor Jeruzalem. Die honderdman wil iets proeven van de genezende kracht van de God van Israël. Die vrienden gaan spontaan naar Jezus toe uit liefde, zoals ook de honderdman voor hen een synagoge bouwde, zomaar uit sympathie of liefde, en vermoedelijk tegen zijn oversten in. Dit staat in schril contrast met de werkomgeving van de honderdman gekenmerkt door militaire machtsverhoudingen waar bevelen uit dwang worden opgevolgd.

Als laatste personage in het verhaal hebben we Jezus zelf die vertederd wordt door het geloof van de honderdman, een vreemde hooggeplaatste met een groot geloof. Jezus nu is geen heerser. Hij is per definitie een dienstknecht, een slaaf, een voetenwasser. Hij staat zelf in dienst van God die zich klein maakt voor iedere zieke knecht op aarde. Ook voor Hem is de zieke knecht zijn kind. Dit zet alles op z’n kop. Jezus wordt hier een beeld van God die niet kan weerstaan aan de vraag van een overste die zijn knecht zijn jongen noemt. Zoiets maakt God teder.

Het verhaal gaat in essentie rond dit spel van liefde geven en ontvangen over culturen en machtsverhoudingen heen. Niemand is baas maar ieder is knecht van de ander, stelt zich in zijn dienst. Dit is hier heel mooi uitgewerkt en gaat dwars door allerlei conventies heen. We merken een verandering van perspectief. Wie zich niet opstelt als bovengeschikte maar als evengeschikte, als naaste, komt in een andere dimensie te staan, een andere relatie die verrijkt en motiveert. Het is een kwestie van aanvoelen wanneer we uit onze rol moeten stappen, het kwetsbare komt naar boven. Denk maar terug aan het verhaal van die ondernemer Jan Van der Velden die zijn verwachtingen bijstelt als zijn werknemer in nood is. De ander primeert.

Hier ervaar ik ook sterk de lessen die ik leerde na de dood van ons zoontje Adriaan, reeds 23 jaar geleden. Alle conventies en waarheden wankelden, maar tegelijk bracht dit verwerkingsproces me tot de essentie van het leven: leven is liefhebben, ook over de dood heen. Dit is onze enige opdracht op aarde. Liefde geven en ontvangen en zo in het leven staan, “er zijn”, ook op het werk ten opzichte van collega’s en ondergeschikten (zoals studenten in een universiteit). Laten we hen liefhebben en vanuit die houding in hen durven geloven, in hun capaciteiten, danzien we hen vaak ook groeien, en zichzelf overtreffen. Als we zo durven geloven, openbaart Jezus zich ook in ons, en voelen we ons hart branden van tederheid.

Bezinningsmuziek
Offerandelied 586: "Geproefd, geleefd, herkend"
Groot dankgebed 157: “Tafelgebed Ik zal er zijn”
Vredeswens
Communielied 587: “Vleugels van vertrouwen”

------