27 mei 2012: Pinksteren
Spreek, opdat woorden zich ontvouwen
Geert Craps
Openingslied: 594 Spreek,
opdat woorden zich ontvouwen
Inleiding
Goedemorgen allemaal.
Laten we hier samenzijn in de eenheid van onze God, de vader, de
zoon en de heilige geest.
Spreek, opdat woorden
zich ontvouwen.
Steek op, wind. Voer ze mee, als stuifmeel voor de ziel.
Woorden die doen spreken, dat is
een van de themas van Pinksteren. In deze viering wil ik vooral
de woorden voor zichzelf laten spreken. Ik leg de tekst van ons
pinksterlied Spreek, opdat woorden zich ontvouwen naast
de drie lezingen die de kerk vandaag traditioneel leest (in een
overigens niet canonieke volgorde, het zij mij vergeven). Ik koppel
daar telkens een kleine eigen bedenking bij, maar u mag er gerust
andere bij hebben. De teksten zijn veelzeggend genoeg.
Openingsgebed
Als wij niet konden horen
en verstaan,
als wij niet konden spreken,
wij zouden nergens zijn,
vreemd voor onszelf
en ontoegankelijk voor elkaar.
Maar Gij hebt mensen van ons gemaakt,
wij zijn geboren, en niet sprakeloos meer,
Gij hebt ons afgestemd op elkaar
als man en vrouw, als mond en mond, als woord en antwoord
vraag en wedervraag.
Wij danken U
dat Gij in onze taal, in onze tijd
uw naam hebt uitgesproken,
dat gij in deze wereld woont, een mensenwoord,
zo kwetsbaar als een woord maar kan zijn.
Strek uw aanwezigheid uit
in het heelal van onze dromen en gedachten.
Beziel onze taal,
geef haar zin en zeggingskracht.
Dat wij uw geest ontvangen mogen
in ons gesprek en samenleven met elkaar.
(Huub
Oosterhuis)
Lied: 593 Naar uw beeld
(dat wij woorden vinden)
(1) Zonder de levende aanwezigheid
van Jezus
Lezing
Wij zochten hem in
wat wij van hem zagen.
Verweesd en haast verloren in nevels van gemis.
En toch.
Wij stonden op maar liepen onder wolken.
Verblind door eigen dromen, onwennig in de tijd.
En toch.
Wij lezen uit het evangelie van
Johannes (Joh. 20, 19-23)
Op de avond van die eerste
dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren
afgesloten omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun
midden staan en zei: Ik wens jullie Vrede! Na deze woorden
toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij
omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: Ik wens
jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie
uit. Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: Ontvang
de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze
vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.
Bedenkingen
Als iemand die veel voor je betekent,
plots wegvalt uit je leven, klamp je je vast aan herinneringen,
kan je verblind en beneveld raken door het verdriet, het gevoel
van gemis. Dat gevoel hebben de leerlingen in het evangelie van
Johannes van vandaag. Het is ook het gevoel dat Marcel heeft verwoord
in de homilie bij de Hemelvaart: leerlingen staren naar de wolken,
beneveld door het plotse heengaan van hun Heer. Ook dit evangelie
begint zo: de leerlingen sluiten zichzelf op, en ze zijn dan ook
blij als ze de Heer zien en zich zijn wonden herinneren. Dat is
een houvast waarnaar ze hunkeren.
Voortleven zonder het houvast van de aanwezigheid van iemand. Voort
kerk zijn zonder de aanwezigheid van Jezus: het is blijven zoeken
naar de juiste weg. Ondertussen zijn we al eeuwen op zoek naar hoe
we de aanwezigheid van de afwezige Jezus kunnen realiseren. Vaak
heeft de kerk zich vastgeklampt aan een beeld van de afwezige, en
dat te vuur en te zwaard verdedigd. Ook wij willen ons graag vasthouden
aan wat we over hem hebben geleerd. Een beeld dat we hebben meegekregen
uit ons kerkelijk verleden, onze opvoeding, onze tradities. En als
we dat overstijgen, komt er misschien een nieuw beeld in de plaats.
Het antwoord van Jezus zelf op die situatie is: ik wens je vrede,
en ik zend je uit zodat je anderen bevrijdt. Breek uit de fysieke
ruimte, maar ook uit de vastgeroeste mentale denkpatronen. En doe
dat door anderen aan te spreken. Het geven van de geest, ook de
begeestering in het spreken, is oproepen tot bevrijding van anderen
als manier om zichzelf te bevrijden. Spreek, opdat woorden
zich ontvouwen, zegt Jezus tegen ons.
(2) Samen geïnspireerd
om anderen aan te vuren
Lezing
Klonk niet een stem
in wat wij samenbrachten?
Een vonk reeds aangestoken, werd smeltvuur in ons hart.
Kom Geest.
Wij lezen uit de Handelingen van
de apostelen (Hand. 2, 1-11)
Toen de dag van het Pinksterfeest
aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel
een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich
bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen,
die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten,
en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide
toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit
ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen
en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de
andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten
zichzelf van verbazing en zeiden: Het zijn toch allemaal Galileeërs
die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen
moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië,
Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië
en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië,
en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten,
mensen uit Kreta en Arabië wij allen horen hen in onze
eigen taal spreken over Gods grote daden.
Bedenkingen
Als je alleen voor een uitdaging
staat, lijkt die toch wat moeilijker dan wanneer je die met een
groep kunt aanpakken. De geest vlamt op waar de apostelen samen
bij elkaar zijn. De geest vlamt op in de groepen vreemdelingen,
die, doordat ze samen luisteren naar het spreken van de leerlingen,
ook begeesterd raken. De geest vlamde op tijdens de maaltijd die
de twee mannen van Emmaus deelden met de vreemdeling. De geest bevrucht
ons als we samen zijn, fysiek op dezelfde plaats of in gedachten
bij elkaar. Ons samenzijn, voor, tijdens en na de viering, het samenzijn
thuis, op het werk in een team, is belangrijk als voedingsbodem.
De geest begeestert ons dan als de wind die opsteekt, en een groep
mensen een stoot in de rug geeft. Als stuifmeel, dat een heel veld
bevrucht. Het effect dat je in een groep begeesterd kunt raken van
een doel dat je wil bereiken, is in het evangelie terug te vinden.
Plots valt de frank bij de leerlingen: de vonk die uitgezaaid was
van wat de uiteindelijke bedoeling was van Jezus, een wereld waar
we in het licht van de goddelijke liefde met elkaar samenleven,
laait plots weer op in hen. Ze herinneren zich samen wat het ook
alweer was wat hen vroeger bezielde. Ze worden er letterlijk laaiend
enthousiast van: de passie, het vurige van de geest vlamt op uit
deze tekst. De leerlingen citeren geen doordachte theologie, ze
spreken zoals de geest hun ingeeft.
Zo'n soort mensen zijn, daartoe zijn we geroepen: om zo enthousiast
te zijn dat we anderen aansteken met alleen pure begeestering. Kris
vertelde mij dat ze ooit zo'n pastoor had gekend: eentje waar iets
van uitstraalt als hij spreekt, ook al ben je het niet altijd met
hem eens. Het enthousiasme op zich was al genoeg. Daar wil ik maar
een klein elementje aan toevoegen: een van de mooiste getuigenissen
die we naar mijn gevoel hebben van de vroege christenen, is die
waarin buitenstaanders van de eerste Christengemeenten zeggen "zie
eens hoe ze van elkaar houden". Niet tot zurige hardnekkigheid,
wel tot liefdevolle begeestering zijn we geroepen. Spreek dus tot
elkaar, opdat onze woorden zich ontvouwen.
(3) Mensenlichamen
maken de geest zichtbaar
Lezing
Wegen naar hoop die
moeten mensen banen.
Geraakt door telkens tekens en feiten van vandaag.
Kom Geest.
Wij lezen uit de eerste brief aan
de Korintiërs (1 Kor. 12, 3-6; 12-13)
Er zijn verschillende
gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende
dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende
uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God
die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de
Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. Een lichaam
is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid
vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook
met het lichaam van Christus. Wij zijn allen gedoopt in één
Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn
allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of
Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn.
Bedenkingen
Het is echt niet weinig wat we
kunnen betekenen voor elkaar. Of we hier gewoon maar zitten te luisteren,
of zorgen voor bloemen op het altaar of voor het orgelspel, of dat
we hier het hoogste woord voeren; of we een handige tuinman of een
zorgzame huisvrouw zijn, of een gedreven leraar, een wetenschappelijk
onderzoeker, een zorgwerker of een verantwoordelijke secretaris-generaal:
het zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het
is een God die ze teweegbrengt. Toch is het maar weinig mensen gegeven
om langer bij name te worden herinnerd. Vraagt u zich soms ook af
hoeveel mensen uw naam nog zullen kennen in 2090? Het zullen er
niet bijster veel zijn, zo bescheiden moeten we blijven.
Maar het is van levensbelang dat de aanhoudende stroom van mensen,
elk met hun eigen inbreng, steeds maar over hetzelfde paadje lopen:
in de wereld, in het geloof, in elke activiteit waar we mee bezig
zijn. Zo wordt de weg naar hoop gebaand. De uitdaging om zonder
een concreet groot einddoel alleen maar een droom van een
wereld - gewoon geraakt te worden door vandaag, en daarin betekenis
te maken voor elkaar, wegen naar hoop te banen, met overtuiging
het pad blijven bewandelen om het te bestendigen: daar ligt het
geloof in de Geest die in ieder zichtbaar aan het werk is. Zo spreekt
de geest in elk van ons, opdat al onze woorden zich ontvouwen.
Offerande - Groot Dankgebed
(Oosterhuis, Gebeden en Psalmen, p. 135;
strofe: 140 Veni
Sancte Spiritus)
Onze Vader
Communie
Slotbezinning : Vruchtbeginsel
Begeestering
weerspiegelt het oneindige.
Onstuitbaar als een lopend vuur.
Een lied dat aanwaait met de wind.
Een druppel waarin schoonheid glinstert.
Reeds was zij oergedachte.
Vruchtbeginsel
van alles wat bestaat.
Van wat in mensen kiemt
en open bloeit.
Van de bewaarde gloed
waaruit men plots weer vonken slaat.
Begeestering
dringt zich niet op
in tekenen of godsbewijzen.
Zij blijft onstembaar als een bries.
Ze zoekt niet om te overreden.
En gaat haar eigen weg
als schrijvend in het zand.
Sprekend met zachte ogen.
Zij is het ook,
die hand op onze ziel die zegt:
Sta op.
Wees jong.
Maak vrij.
Kijk naar wat groeit.
Geloof in kleine dingen.
En ontdek de kracht
die sluimert in jezelf.
Straal warmte uit.
Breng blijheid voort.
Bezing.
En wordt de schepper
van een nieuwe wereld.
(Kris
Gelaude)
Tot slot: 589 Geen weg is
te langMededelingen - Zegen |