------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




Nieuwjaar 2012

Thans zien we in een wazige spiegel

Marcel Braekers

Intredelied 584: “Ik sta voor U in leegte en gemis”

Inleiding

Een tekst die mij al heel mijn leven heeft gefascineerd is die prachtige lofzang op de liefde die Paulus schreef in de Corinthiërsbrief: ‘al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.’ Is het niet mooi om met deze aanzet het nieuwe jaar te beginnen? Dat alles wat we zullen ondernemen, alles wat aan ons gebeurt mag getekend zijn door die stempel van de liefde.

Het einde van deze lofzang is tegelijk de tekst die we net zongen: ‘Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen zoals ik zelf gekend ben.’ (1 Kor. 13,12) Bij het begin van dit nieuwe jaar denk ik: inderdaad nu nog zien we slechts in een wazige spiegel met alle gevoelens die je daarbij kunt hebben: vol verwachting, nieuwsgierig, soms ook een beetje angstig als je aan sommige mensen denkt, aan situaties in de wereld, misschien ook als je aan jezelf denkt. Naarmate je ouder wordt zullen gevoelens van onzekerheid al sterker zijn dan die van hoop en verwachting. Straks horen we hoe enkelen van jullie reageerden op een vraag die ik hun stelde: wat zie je dat nu nog vaag is maar zich in het komende jaar zal doorzetten zowel maatschappelijk als in de kerk of in de spiritualiteit? Wat zit er in die nu nog wazige spiegel?

Maar ik ga nog even terug naar de tekst van sint Paulus: ‘Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’ Hierbij sluit mijn wens naar jullie allemaal: mocht voorbij alle bedenkingen en beslommeringen dat ene gevoel het kunnen winnen, dat de onderlinge verbondenheid de kern blijft waarrond alles draait: verbondenheid met wie we het leven delen, verbondenheid met deze gemeenschap, met mensen tot aan de verste rand van de aarde, verbonden en gedragen door die Ene die de kern is van ons diepste zelf. Laten wij in deze viering bidden opdat die verbondenheid zich altijd mag verdiepen en grond onder onze voeten geven.

Lied 114: “Uit naam van de wereld”

Gebed

Zie ons aan, God: uw gemeente,
Elk van ons met een eigen geschiedenis,
Ieder met eigen hoop en vrees.
Zie ons aan
Als uw tempel in deze wereld,
Huis, waar uw Naam woont
En wordt hooggehouden,
Waar uw Geest de ruimte krijgt.
Uw Geest, die ons doet
Bidden, zingen en zuchten
Met heel de schepping mee:
Om de schade en de schande,
Om tranen niet te stelpen, om het sterven elke dag.
Tot hoe lang nog, Heer?
Dat Gij ons thuis brengt
Uit onze ballingschap
Is onze droom.              (S. de Vries)

Inleiding op de lezing

Paulus had het niet onder de markt met zijn parochie in Korinthië. Er was veel verdeeldheid, zo sterk zelfs dat als men samenkwam om de eucharistie te vieren kleine groepjes apart gingen zitten. Die brachten hun knapzak mee en aten die lekker op, terwijl anderen geen korst hadden om hun honger te stillen. Wat voor Blijde Boodschap hebben jullie wel gehoord, vraagt Paulus zich af. Vandaar dat hij twee prachtige teksten als tegengewicht schrijft: de eerste over de vele gaven van de heilige Geest binnen het ene lichaam. Het mystieke lichaam waarin de zwakste lichaamsdelen het belangrijkste zijn. En Paulus schrijft die tweede tekst over de liefde. Liefde als het cement dat mensen en gemeenten bindt.

Voor de lezing 130: “Alleluia”
1 Korinthiërs 12,31 – 13,13
Nr. 130

Homilie

Hoe kijken we naar de toekomst, hoe kijken we vanuit ervaringen van het voorbije jaar? De media overspoelen ons met allerlei overzichten, dikwijls niets zeggende feiten die worden opgesomd. Maar wat denken we als geëngageerde, gelovige christenen?

(Lut Saelens)
Op de drempel van 2012 geloof ik dat dit jaar in veel opzichten een kanteljaar ten goede wordt. Hierbij vertrek ik vanuit een aantal vaststellingen vandaag: maatschappelijke, politieke, intellectuele en religieuze gezagsdragers die tot voor kort onaantastbaar waren hebben hun geloofwaardigheid verloren en hun krediet bij de bevolking verspeeld.
Het begint bij meer en meer mensen te dagen dat extreem materialisme en collectief eigenbelang zowel financieel -economisch, als op vlak van klimaat, energie en voedselzekerheid gezorgd hebben voor zware problemen. Problemen die het eerst en het ergst de zwaksten, maar uiteindelijk iedereen in onze samenleving treffen. Door de globalisering is de complexiteit en het gebrek aan transparantie zo groot geworden dat de oude recepten om ze op te lossen niet meer te werken.
Vanuit dit wel erg donkere beeld laat ik mij vooral inspireren door wat ik nu enkel zie in een wazige spiegel maar waar ik wel rotsvast in geloof: dat de kracht van de Geest steeds in werking treedt wanneer de mensheid zich in het diepste dal bevindt en zich opnieuw van zijn eindigheid bewust wordt. Pas dan is echte transformatie mogelijk.
Zo hoop ik dat meer en meer mensen een behoefte zullen voelen aan ethische herbronning, en vanuit een hernieuwd normbesef samen nieuwe benaderingen en organisatievormen zullen ontwikkelen. Reeds meer en meer beginnen groepen mensen van onderuit te zoeken naar nieuwe kleinschalige en meer transparante samenwerkingsverbanden, wars van de bestaande formele structuren, systemen en machtsblokken. Hierbij laten ze zich inspireren door waarden als basisdemocratie, verbondenheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid.
In de Kerk in Vlaanderen zien we een groeiende beweging van leken die mee hun verantwoordelijkheid nemen in kleine maar vaak sterk geïnspireerde gemeenschappen van christenen. Ze stellen zich hierbij onafhankelijker op van het Kerkelijk gezag en zoeken naar vormen van onderlinge samenwerking. Steeds groter wordende schaarste zal de creativiteit van mensen stimuleren en hen ertoe dwingen uit hun cocon te komen en met elkaar te praten om samen oplossingen te vinden met de buurt, de gemeente waar ze wonen, zodat een parallelle economie, naast de huidige economie die ons totaal afhankelijk maakt van machtsgroepen, zich verder zal gaan ontwikkelen.
Mijn hoop is ook dat wij allen in Filosofenfontein in 2012, geïnspireerd door de Geest en vanuit een sterke verbondenheid met elkaar en met alle mensen, mee bijdragen tot die ontwikkelingen die ons samen dichter brengen bij het koninkrijk Gods.

Groot Dankgebed: in ‘Bij gelegenheid’ (1) van S. de Vries p. 113-114/131-132
Na consecratie nr. 266: “Moge ons voor waar verschijnen”

Communielied nr. 263: “Gij verschijnt niet op de wolken als een God van buitenaf”

Slotgebed – Bij gelegenheid (1), p. 67

------