------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




31 juli 2011: 18e zondag

OVERVLOED

Hilde Boers

Intredelied : 568 "Wij zoeken U"

Kruisteken en verwelkoming

Bij het lezen van de Evangelietekst van vandaag stelde ik mij de vraag "Hoe concreet is dit tafereel?" Het gaat namelijk over de wonderbare broodvermenigvuldiging, en geef toe "vijf broden en twee vissen" voor vijfduizend mannen, vrouwen en kinderen niet meegeteld, dat is toch wel erg spectaculair.

Voor een beter begrip ging ik dus eens kijken naar een vorige perikoop. Wat ging hieraan vooraf? Op 't eerste gezicht werd het daar nog moeilijker door want juist daarvoor wordt de onthoofding van Johannes de Doper vermeld, een gruwelverhaal dat, denk ik, voldoende gekend is. Maar het laatste zinnetje gaf mij een houvast over de gebeurtenissen die toen, zo lang geleden, hebben plaats gehad.
We lezen daar: "Toen Jezus dat hoorde voer hij van daaruit met een boot naare eenzame plaats om alleen te zijn".

Dit is zeer herkenbaar voor ons. Als we rouwen of iets vreselijks hebben meegemaakt willen we tot onszelf komen om een nieuw evenwicht te vinden. Jezus wil treuren over een vriend en over de wreedheid in deze wereld die onschuldigen ombrengt... Maar de mensen komen hem achterna en gunnen hem die tijd voor zich zelf niet. En dan doet Jezus het allermoeilijkste, hij zet zichzelf opzij, wordt innerlijk geroerd door hun nood en geneest hun zieken. Die beschikbaarheid van hem is merkwaardig. Mogelijk is het een kracht in hem uit protest tegen het negatieve: "het kwaad zal mij niet verlammen" maar evengoed kan het de geest van Johannes de Doper zelf zijn die hem als innerlijke kracht aanzet om gewoon in geloof voort te doen. Wie zal het zeggen? Zeker is dat Jezus daar optreedt met een ongeëvenaarde overvloed aan zelfgave, onvoorwaardelijk gul, met beperkte middelen onbeperkt vrijgevig.
Die gulheid, die gave om niet, sluit mooi aan bij deze vakantietijd: tijd van vrijheid, tijd van zorgeloosheid, tijd van ontspanning, ook waar gemaakt in een wereld die nog altijd wreed blijft.

Wij geloven dat God in Jezus het kwaad overwonnen heeft; keren wij ons in die geest tot Hem in stilte en gebed.

Openingsgebed

Goede God,
Behoeder van al wat leeft.
Er leven in ons zo vele vragen en antwoorden zijn niet altijd te vinden. Het brengt ons soms in verwarring als we zien hoe nauw goed en kwaad in elkaar verstrengeld zijn.
Maar wij weten in vertrouwen dat Gij alles uiteindelijk ten goede keert. Wij vinden U in de overvloed van de natuur, in haar schoonheid en vruchtbaarheid.
Wij vinden U ook in de genegenheid van de mensen om ons heen, in hun vermogen tot scheppende kunst en schoonheid, in hun onvermoeibare inzet. Maar bovenal vinden wij U in de geschiedenis van Uw Zoon, en Zijn aan-wezigheid in al die mensen die Zijn voetspoor volgen. Help ons er bij te horen. Amen.

Gloria : 521 "Overal zijt Gij"

Evangelie : Mt. 14, 13-21

Homilie

Hoe komt Jezus ons hier in deze lezing tegemoet? Het Evangelie van vandaag geeft een beeldrijk antwoord omdat het verhaal zowel symbolisch als levensecht is. Mensen hebben honger. Dan moet er voedsel komen. Zo simpel zag Jezus het ook, heel praktisch en eenvoudig.

We zitten te ver af van de tijd en de gebeurtenissen van toen, om te weten wat er juist gebeurd is. We kunnen wel begrijpen wat mensen toen ervaren hebben: de overvloed die Jezus is. Wie hem tegen kwam ondervond heil. Heil naar lichaam en geest.

Het verhaal van deze gulle Jezus die voedsel bleef uitdelen krijgt bij Johannes nog een pedagogische vermaning achteraf en al doet een preek afbreuk aan de gulheid en de onvoorwaardelijkheid, het geeft toch ook een zeker mystiek inzicht. Jezus verwijt de mensen daar dat ze achter hem aan lopen voor voedsel en materiële voldoening en zegt dat ze enkel echt leven zullen krijgen als ze hem eten. Ook dat wordt dan weer letterlijk opgevat en is daardoor natuurlijk taal die tegen de borst stuit.

Maar daardoor begrijp ik beter dat dat voedsel concreet zowel als geestelijk telkens op de werkelijkheid duidt van Jezus' algehele gave die ook ons oproept dit voorbeeld te volgen. Zijn zending wordt verduidelijkt; er zal steeds een wonderbare broodvermenig-vuldiging plaats grijpen daar waar een mens zich geeft zonder maat en zonder eis. Jezus wijst de weg ... brood zijn voor een ander, leven om te geven. En zo komen we uit op de kern van Jezus'blijde boodschap. Het rijk der hemelen is daar waar mensen zich aan elkaar toevertrouwen.

Ik herinner me nog een mooie tekst van een leerkracht toen onze kinderen in Linden op de lagere school zaten:"Dit is het brood van het leven. Wie hiervan eet wil op zijn manier en met zijn mogelijkheden doen wat Jezus heeft gedaan." Ik herinner me ook de uitspraak van een missionaris die zei: "Wat zou het mooi zijn als we in Zaïre de maniok mochten gebruiken in de eucharistieviering."

Telkens gaven deze mensen me een beter inzicht in de levengevende kracht die achter het beeld schuil gaat. En dat inzicht gaf Jezus ook in zijn tijd met de middelen die toen voorhanden waren. Vijf broden en twee vissen hier ... later ook wijn als uiterst teken van zelfgave.

Symbolen evolueren en worden uitgediept. Als wij elkaar het brood doorgeven is er weer een verduidelijking bijgekomen : als volgelingen van Jezus willen wij onszelf aan elkaar geven, beschikbaar worden voor elkaar. Een viering schept de mogelijkheid ons eigen ikje te overstijgen om samen in een visioen van vrede en gerechtigheid te staan. In de mate dat we deze utopie een stukje dichterbij brengen voelen wij ons bevrijd ook al blijft er een reëel spanningsveld tussen onvoorwaardelijke gave en de strijd om gerechtigheid daar waar het mis loopt en we verplicht worden het been stijf te houden en dat gebeurt overal waar mensen samen zijn.

Voor mij is Jezus de verlosser van al wat het leven negatief maakt. Niet als een hocus-pocus, maar als een beeld van wat vrijheid en vreugde betekenen. Jezus wou het aards paradijs waar maken ... of wij er nu uit verdreven zijn of er nooit aan toe zijn gekomen heeft weinig belang. Dat is voer voor theologen. In ieder geval leven we in een wereld waar veel scheef loopt en het tafereeltje van de vermenigvuldiging van de broden is daar een protest tegen. Alles kan ook goed gaan en meezitten, met vijf broden en twee vissen is er al heel wat mogelijk.

Maar dan is er wel de juiste instelling nodig...het verlangen hier en nu al een stukje paradijs waar te maken en die instelling is nu juist vakantiesfeer, we maken er van wat er van te maken is en we gaan ons niet laten opslorpen door negativiteit...Jezus ging konsekwent de strijd aan om het negatieve te overwinnen, en zo is hij voor mij het beeld van de bevrijder.
Ik denk dat kunnen genieten en vooral laten genieten een belangrijke opgave is die we hebben meegekregen vanaf onze geboorte. Marcel heeft ons vorige week nog een hart onder de riem gestoken toen hij uitlegde dat ascese omwille van de ascese zelf in onze tijd achterhaald is, dat een gave of een onthechting met vreugde kan samenvallen als we geloven de kostbare parel gevonden te hebben.

Het gaat over een blijde boodschap, een Rijk dat komende is als mensen er voor open staan omdat in hun zorg voor elkaar God centraal blijft als basis en houvast.
Zo kan vakantietijd in volle vrijheid beleefd worden, evengoed een uitstapje om te genieten van elkaar als een verre reis om andere culturen te ontmoeten. De sfeer van luchtigheid geeft een goed gevoel en ik denk dat het dat gevoel is dat van Jezus uitging op die eenzame plaats omdat hij wist dat de dood nooit het laatste woord heeft


2° lezing : Voetsporen in het zand. (naar Mary Stevenson, 1936)

In een droom wandelde ik met de Heer langs het strand. De loop van mijn leven was in de wolken te lezen. Ik merkte bij elk tafereel voetsporen in het zand. Soms waren er twee paar te zien op andere ogenblikken ontdekte ik er maar één.

Dit hinderde me, daar ik begreep, dat tijdens de zware levensdagen, toen ik gebukt ging onder angst, verdriet en falen, ik slechts één voetspoor zag.

Daarom zei ik tot de Heer, "Gij hebt mij beloofd, Heer dat, als ik U volg, Ge altijd naast me blijft.
Nu merk ik echter dat er in de donkerste tijd slechts één voetspoor te zien is op het strand. Wààr was je toen ik je nodig had !!! "

De Heer antwoordde: "De ogenblikken dat je één voetspoor ziet in het zand, dat was toen Ik jou droeg."

Lied : 528 "Voor mensen kunnen spreken"

Tafelgebed : 152 "Wat geen oog heeft gezien"

Slotlied : 586 "Geproefd, geleefd, herkend."

------