10 april 2011
Ik zeg u, sta op!
Arnout Malfliet
Zoals Marcel
reeds zei, hebben we de voorbije zondagen reeds enkele elementen
van de paaswake belicht. Het bronwater van de Samaritaanse werd
een bron van eeuwig leven waarmee wij ons elk jaar weer opnieuw
tekenen in de paasnacht. Het Licht dat de blindgeborene mocht aanschouwen
wordt elk jaar weer opnieuw ontstoken in die heilige nacht.
Vandaag krijgen we een ware profetie, een voor-zegging van wat ons
in de goede week te wachten staat. Wij die het vandaag zo moeilijk
hebben, met de dood van Louis en Maurits veel te nabij. Onze tranen
vertroebelen misschien ons zicht op het leven verder dan de dood,
en toch is het dat wat ons hier samenbrengt. Dat lezen we bij Johannes
vandaag in het verhaal van de opstanding van Lazarus.
Wij gedenken vandaag ook Louis en Maurits die ons vorige week hebben
verlaten. Het geschenk van hun leven, hun engagement voor onze gemeenschap,
en vooral hun familie die met een zwaar gemis verder moeten.
Openingsgebed:
Onder de hoede van Uw vleugels
schuilen wij voor de nacht,
in Uw geheimen thuis,
bij U geborgen.
Ook als onze nacht
geen ster meer kent,
ga dan met ons
en blijf ons bij!
Wees ons een anker
in de storm van vragen.
Wees sterker dan
alle angst en vrees.
(Sytze de Vries)
Haguruka: Sta
op. Boeren in Burundi zeggen ons hoe zij uit een door genocide geteisterd
land, waar geen toekomst meer was, waar Hutus en tutsis
elkaar nooit meer recht in de ogen zouden kunnen kijken, hoe zij
deze blindheid te boven komen. Hoe zij de handen in elkaar slaan
en de armoede die deze burgeroorlog met zich meebracht omkeren naar
een leven wekkende boodschap. Zij gaan ons voor in wat voor mensen
onmogelijk was, maar niet voor Gods aangezicht. Het sta-op-gehalte
van de lezing van vandaag is dan ook heel sterk.
Johannes, die de Tenach vanbuiten kent, componeert hier opnieuw
bij wijze van spreken een soort van ouverture waarbij alle themas
die nog in het verdere evangelie aan bod zullen komen ten tonele
worden gebracht.
Een belangrijk element is de derde dag. Jezus gaat pas naar Lazarus
op de derde dag. Voor Joden een zwaar geladen dag.
Wanneer Abraham in het boek Genesis met Isaac op stap gaat ziet
hij op de derde dag de berg waar hij zijn zoon zal moeten vastbinden
om hem aan God te offeren. Het is de dag dat God zich laat kennen
als een God die geen mensenoffers vraagt.
Wanneer het volk zijn tenten heeft opgeslagen aan de voet van de
berg Sinaï moeten ze volgens Exodus hoofdstuk 19 alles snel
in gereedheid brengen want God zal op de derde dag neerdalen op
de berg om een bevrijdend woord tot zijn volk te richten. Het volgende
hoofdstuk krijgen we de Tien geboden; de belangrijkste woorden die
God tot zijn volk richt. De derde dag wordt de dag waar het duidelijk
is dat God zijn volk niet in de steek laat.
Drie dagen zat Jona opgeslokt in de buik van de vis en werd pas
terug uitgespuwd nadat hij een klaaglied had aangeheven tot God
en zijn geloften hernieuwd had.
De derde dag werd de dag waarop God bevrijdt.
En dan zijn er nog verschillende andere elementen in het verhaal
die we later gaan terugvinden in het lijdens- en Verrijzenis verhaal
van Jezus. Alle ingrediënten van Jezus opstanding zijn in dit
opstandings-verhaal van Lazarus reeds aanwezig: zodra Maria hoort
dat Jezus er is gaat ze naar hem toe; Maria uit Magdala haast zich
naar de apostelen om te gaan zeggen dat de steen van het graf van
Jezus is weggerold.
Wanneer Maria Jezus ziet, valt ze aan zijn voeten neer. en ook in
het lijdensverhaal valt een vrouw aan de voeten van Jezus neer om
ze onophoudelijk te kussen en met tranen te wassen. Jezus vraagt
waar ze Lazarus hebben neergelegd. In het verrijzenisverhaal stelt
Jezus net dezelfde vraag aan Maria die hem op dat moment nog voor
een tuinman aanziet. Waar hebben jullie hem neergelegd?
De dode Lazarus is in linnen gewikkeld en zijn gezicht bedekt met
een doek. Wanneer later Simon Petrus het graf van Jezus betreedt
ziet ook hij de linnen doeken liggen en het doek dat het gezicht
van Jezus heeft bedekt.
Deze twee verhalen zijn als het ware vervlochten en verbonden met
elkaar want als er één ding zeker is in dit verhaal,
dan is het wel het feit dat deze ten-leven-wekking van Lazarus het
doodsvonnis van Jezus zal betekenen. Want het vrij lange evangelie
besluit met de woorden: Vanaf die dag overlegden de hogepriesters
en de Farizeeën hoe ze hem zouden doden.
Laat ons met de oren van het lijdens- en verrijzenisverhaal luisteren
naar het verhaal van Lazarus.
Joh. 11, 1 - 53.
Als u hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn. Qua
begroeting kan dit tellen. Ik zou meteen antwoorden, ik ben
ook blij om u terug te zien, om het verwijt dat zonet werd
uitgesproken op een cynische wijze nog eens even te laten aanvoelen.
En niet alleen Martha, maar even later zegt Maria net hetzelfde.
Ik zou denken; zal ik mijne frak terug aantrekken om naar huis te
gaan?
Maar wie verder kijkt merkt dat dit helemaal geen verwijt is. Het
is een geloofsbelijdenis, en dan als eerste nog wel van de bezige
bij Matrha, zij die eerder in het evangelie het zogezegde mindere
deel zou gekozen hebben om ook dààr even te komen
zeggen aan Jezus dat ze het niet leuk vindt om alleen in de potten
te staan roeren en dat er wel eens iemand anders ondertussen de
tafel mag dekken.
Maar Johannes heeft wel degelijk een bedoeling met deze geloofsbelijdenissen.
Want het zijn telkens vrouwen die ze uitspreken.
De moeder van Jezus zegt op de bruiloft van Kana tegen de knechten:
Doe maar wat hij jullie zeggen zal, en de 5 kruiken worden met water
gevuld dat uiteindelijk wijn blijkt te zijn.
De Samaritaanse vrouw van twee weken geleden komen vele Samaritanen
tot geloof wanneer deze vrouw zegt: Hij weet alles van me, want
Jezus wist blijkbaar van de 5 mannen die ze gehad had.
En ook Hier zal Johannes doorheen de woorden van die vrouwen alles
van Oud naar nieuw leiden. Hij zal Lazarus op de derde dag bevrijden
van de verknechting die dodelijk is. Van oud naar nieuw, van de
vijf boeken van Mozes, de Pentateuch, - want waarom anders 5 kruiken
met water en 5 mannen bij de Samaritaanse - naar het nieuwe testament.
Want Johannes begint niet voor niks zijn evangelie met de eerste
woorden van het oude testament: "In de beginne"; Genesis.
Zie ik maak alles nieuw.
En tenslotte nog een kleine sprong naar dat andere Lazarus-verhaal
van Lucas. Waar de arme Lazarus de kruimels kreeg van de tafel van
de rijke man. Maar nadat beiden gestorven waren smeekte de rijke
man aan God om Lazarus met één druppel water naar
hem te sturen om zij dorst even te verlichten.
Vinden jullie dit ook niet merkwaardig dat de rijke man naamloos
is, terwijl de arme man benoemd werd met de naam Lazarus, in het
Hebreeuws Eleazar; God helpt. Als dat geen geloofsbelijdenis
is.
|