12 september 2010: 24° zondag
Zonde en vergeving in een nieuw daglicht ?
Ides Nicaise
Voor de viering: Ph. Catherine,
"With a song in my heart"
Intredelied 643: "Hier
in de stilte verzameld"
Inleiding
Ik herinner me
nog vrij levendig hoe ik als puber op college met knikkende knieën
naar de biecht trok. Tussen de andere schurkenstreken door mompelde
ik gauw iets over onkuis geweest, hopende dat Pater
Jean me vooral niet zou vragen om uit te leggen wat ik daarmee bedoelde.
Pater Jean was een schat van een biechtvader: hij deed bijna alsof
hij het niet gehoord had. Ik ging telkens buiten met een zucht van
verlichting, vastberaden om het nooit meer te doen. Later las ik
dat 80% van de mannen het regelmatig doen (de andere 20% logen wellicht,
of waren misschien geen echte mannen), en halverwege de jaren 80
zong Robert Long ongegeneerd dat waarschijnlijk zelfs Popie Jopie
het in zijn dromen deed. Het ontlokt ons intussen een relativerende
glimlach.
Maar nu is het ernst. De aanhoudende pedofilie-schandalen in de
Kerk zetten niet alleen de christelijke seksuele moraal in een nieuw
daglicht. Zonde, schuld, berouw, herstel, vergiffenis
krijgen
door de recente gebeurtenissen een hele reeks nieuwe, zwaar beladen
betekenissen.
Ik begin deze viering met deze inleiding, omdat de lezingen van
vandaag gaan over zonde en vergeving. En de pedofilie-affaire, met
al haar uitlopers, drukt ons dag na dag met onze neus op de feiten
en dwingt ons tot bezinning. We kunnen er niet omheen. Het wordt
hoogtijd dat wij onze religieuze duiding van zonde, vergeving, schuld,
verzoening
opnieuw scherp stellen. Ik durf niet pretenderen
dat ik enig element van theologische duiding kan geven; ik heb er
zelf nog zoveel vragen over. Marcel heeft al aangekondigd dat hij
erop zal ingaan. Hij zal wellicht nog meer dan één
viering nodig hebben om ons verder te begeleiden in die bezinning.
Maar samen met jullie zoeken naar de juiste vragen, onze gevoelens
uiten, is misschien al een stapje in ons verwerkingsproces.
Laat ons nu als Volk van
God om genade vragen voor onze zieke Kerk.
Kyrie
Lezing uit het boek Exodus 32,7-11.13-14.
Toen sprak
Jahweh tot Moses: Ga naar beneden, want uw volk, dat ge uit Egypte
hebt geleid, is diep bedorven. Het heeft nu de weg al verlaten,
die Ik het heb voorgeschreven. Zij hebben zich een kalf gegoten,
aanbidden het, brengen het offers, en roepen: Israël, dit
is uw God, die u uit Egypte heeft geleid!
En Jahweh vervolgde tot Moses: Ik heb nu gemerkt, wat voor volk
het is: een halsstarrig volk. Laat Mij dus begaan, en mijn woede
op hen koelen; Ik zal ze vernietigen en dan van u een groot volk
maken.
Maar Moses trachtte Jahweh, zijn God, te vermurwen, en sprak:
Ach, Jahweh, waarom zoudt Gij uw woede koelen op uw volk, dat
Gij met grote kracht en sterke hand uit Egypte hebt geleid? Gedenk
toch uw dienaren Abraham, Isaäk en Israël, aan wie Gij
hebt gezworen: "Ik zal uw kroost talrijk maken als de sterren
aan de hemel, en hun heel dit land schenken, dat Ik hun heb beloofd,
en zij zullen het als erfdeel bezitten voor eeuwig."
Toen zag Jahweh af van het onheil, waarmee Hij zijn volk had bedreigd.
Commentaar:
Gevoel 1:
Het verhaal waarin Mozes erin slaagt Gods woede af te wenden gaat
net vooraf aan het welbekende(?) tafereel waar Mozes de berg afdaalt,
de Israelieten het gouden kalf ziet aanbidden en zelf in woede uitbarst.
Hij gooit de stenen panelen met de tien geboden stuk, verbrandt
het standbeeld van het kalf, gooit de as in het water en doet zijn
mensen die as opdrinken. Daarop volgt een bloedige strafexpeditie
met 3000 doden: niet ingeleid door Jahweh, maar door Mozes zelf.
Pas nadien komt er een nieuwe start. Je krijgt er rillingen van.
Vandaag staat de Kerk op haar kop. Gods toorn verschijnt niet in
de media. Noch Hij, noch de Kerkleiders lijken woedend te zijn.
Let wel: ik pleit hier niet voor een inquisitie binnen de Kerk,
maar een beetje woede van de Kerkelijke overheid was hier wel op
haar plaats geweest. De Paus heeft de pedofiele priesters pas publiek
veroordeeld nadat hij zelf onder druk kwam te staan. De bisschop
bekent als het water hem aan de lippen staat, duikt onder, maar
weigert zijn ambt neer te leggen. De kardinaal verdoezelt de waarheid,
en moet bekennen dat hij gelogen heeft nadat een slachtoffer zijn
privégesprek in de krant publiceert. Dat gesprek getuigt
van een neerbuigende toon van de kardinaal, en een genante doofpot-mentaliteit.
Lieve God, in wat voor een Kerk leven wij ? Hoe kunnen wij
onze kinderen nog overtuigen om de band met de Kerk te bewaren,
die wij al die jaren gekoesterd hebben?
Gevoel 2:
In het exodusverhaal zondigt het ganse volk samen. Niet een daad
van een individu wordt aangeklaagd, maar een ontaarde cultuur, een
religieuze ontsporing. We zijn niet gewend om zonde als een maatschappelijk
fenomeen te zien. In onze godsdienstlessen leerden we dat zonde
iets is tussen mij en God, en hoogstens ook een derde persoon. De
biecht was een individueel gebeuren tussen de dader en God. Collectieve
boete-rituelen bestaan nauwelijks in onze godsdienst. En toch rijst
de vraag of niet precies de zwaarste zonden maatschappelijke onrechtvaardigheden
zijn.
De pedofilie-zaken in én buiten de Kerk kunnen niet herleid
worden tot individuele feiten. Er zitten maatschappelijke, culturele
en institutionele oorzaken aan vast. M.a.w. zondigen doe je zelden
alleen. Dat geldt nog des te meer voor oorlogen, schendingen van
mensenrechten, armoede, xenofobie, enz.
Leidt het individualiseren van zonde niet tot een ontwijking van
verantwoordelijkheid voor dit soort maatschappelijke wantoestanden ?
En hoe komen we daarmee in het reine niet alleen in maatschappelijke
actie, maar misschien ook in collectieve boetesacramenten ?
Gevoel 3
Jahweh doet geen zand over de zonde van zijn volk; hij ziet alleen
af van zijn vergelding. Er worden hem menselijke emoties toegeschreven
zoals woede en spijt. Maar van vergeving (in de zin van wissen
van het kwaad) is in de lezing eigenlijk geen sprake. Hoe
zou het ook kunnen in dit geval ? Jahweh kan niet doen alsof
er niets gebeurd is. Hij kan de geschiedenis niet herschrijven.
Dat zou zelfs niet wenselijk zijn: wij zouden er niet uit leren.
Misschien hebben wij mensen de vergeving als een sponsje met
water gecultiveerd om ons hachje te redden, om onze angst
voor de woede van God te verdringen ? Harry Spee schreef hierover
twee jaar geleden: morele toorn kan een gezonde kracht zijn.
Een samenleving die mensen steeds oproept zich onmiddellijk boven
hun eigen woede te verheffen, riskeert op de duur morele onverschilligheid
en wereldvreemde religiositeit in het leven te roepen. Die
woorden klinken erg raak in het licht van de recente feiten in de
Kerk. Wat onze Kerkleiders aangewreven wordt is hun ijver om de
feiten te doen vergeven, en hun gebrek aan verontwaardiging, dat
overkomt als onverschilligheid.
Wat in de lezing tot een herstel van de relatie tussen God en zijn
volk leidt is zeker geen onverschilligheid. Hij is misschien woedend
of verdrietig, maar hij is ook groter dan ons hart.
Lied 553: "Groter dan ons
hart"
Evangelie: Johannes 8: 1-11
(De overspelige vrouw)
Commentaar:
Eigenlijk was
voor vandaag het evangelie van het verloren schaap en de verloren
zoon voorzien. Ik ben zo vrij geweest om dat te vervangen door het
verhaal van de overspelige vrouw omdat dit beter aansluit bij de
gevoelens die ik met jullie wil delen. Ik neem de draad van de eerste
lezing opnieuw op.
Gevoel 4
We hebben allemaal spontaan sympathie voor de overspelige vrouw
uit het evangelie, omdat de dreiging met steniging ons tegen de
borst stuit. Over die steniging straks meer. Maar laat ons niet
vergeten dat achter deze vrouw minstens één man staat
wiens huwelijk naar de knoppen is. Daarover zwijgt het evangelie.
Merkwaardig genoeg staat in onze christelijke visie op zonde de
dader centraal. Alles is erop gericht zijn om haar relatie met God
te herstellen. De slachtoffers verdwijnen te vaak uit het vizier.
Toen ik onlangs met Karel Swinnen in gesprek raakte over de pedofiliezaak
in de Kerk, wees hij op de perverse effecten van die visie. Ook
nu weer heeft de (Europese) Kerk de neiging om de pedofiele priesters
in het vizier te nemen, en de slachtoffers uit het oog te verliezen.
Deze laatsten krijgen weliswaar excuses aangeboden, maar tegelijk
worden ze gewantrouwd misschien wel omdat hun getuigenis
als een luis in de pels de Kerk verder in diskrediet
kan brengen. In dat opzicht loopt de Kerkelijke moraal achter t.o.v.
de burgerlijke en gerechtelijke visie, waarin herstel en vergoeding
van slachtoffers de eerste prioriteit zijn. Ook dit verklaart misschien
de collectieve wrevel tegenover de Kerk: haar moreel gezag is zoek
geraakt in deze zaak.
Moeten we in de kerkelijke leer over zonde niet opnieuw leren dat
zonde meestal een beschadiging inhoudt van de broederschap tussen
mensen, en dat vergeving voor de daders voor zover ze al
mogelijk is ondergeschikt is aan zorg voor slachtoffers?
Je kan toch geen seksueel misbruik vergeven als het lijden van het
slachtoffer niet geheeld wordt? Zou een overhaaste vergeving de
zonde niet verergeren? Wanneer Jezus zijn leerlingen de macht geeft
om zonden te vergeven, rekent hij blijkbaar op een groot beoordelingsvermogen
van hun kant: vergeven doe je best niet te impulsief.
Gevoel 5
Zondaars stenigen: we doen het graag. Bij elke fout moeten er koppen
rollen. Onze cultuur is meedogenloos veeleisend geworden, zeker
ten aanzien van wie leiding geeft: of het nu in de Kerk is of in
de politiek, bij de minste scheve schaats staan de wolven klaar
om je te verscheuren. Media bijten zich in het verhaal vast zodra
er een verdenking is geuit. Vroeger leerden we elkaars tekorten
te delen, en (onder andere door het sacrament van de biecht) leerden
we om regelmatig in eigen boezem te kijken en onze tekorten toe
te geven. De competitiegeest van de postmoderne samenleving stelt
andere waarden centraal. De tolerantie tegenover andere gezinsvormen,
culturen, seksuele geaardheden enz. geldt blijkbaar niet voor wie
fouten maakt, dus niet voor zondaars.
Dat maakt de boodschap van het evangelie van de overspelige vrouw
zo waardevol. Het zet ons weer met beide voeten op de grond. De
Farizeeën en schriftgeleerden vergeven de overspelige vrouw
niet. Ze druipen alleen maar af, d.w.z. ze leggen de pretentie af
om haar te veroordelen. Niet veroordelen is een bescheiden
opstelling, vanuit het besef dat je zelf niet vrijuit gaat. Is dat
misschien de bottom line van vergeving?
Tijdens de offergaven: Kora
Jazz Trio: "Chan chan"
Groot dankgebed: 153
met refrein "Groter dan ons hart"(553)
Onze Vader
Tijdens de communie: Loreena
McKennitt, "Dantes Prayer"
Na de communie: Jesaja 43: 16-21
Zo spreekt Jahwe, die een weg
legt in de zee,
en in machtige wateren een pad
om zijn volk vrijuit te laten gaan.
Klampt u niet vast aan wat met u gebeurd is.
Zie, iets nieuws ga ik maken.
Het is al aan het kiemen, ziet gij dat niet?
Ja, een weg ga ik leggen in de woestijn,
en rivieren in het dorre land.
Wilde dieren zullen Mij verheerlijken: jakhalzen en struisvogels.
want ik geef water in de woestijn,
rivieren in het dorre land
om mijn uitverkoren volk te laven.
Het volk, dat ik Mij heb gevormd,
het zal van mijn lof getuigen.
Slotlied 607:: "Voor mensen
kunnen spreken" ("voor zij in zonde vallen, geef ik hun
vaste grond
")
Bij het buitengaan: Sherele,
"Polka dot blues"
|