25 juli 2010: 17e zondag
Bidden
Lisette Monard
Goedemorgen en welkom in dit huis
van gebed. Laten wij deze viering beginnen in de naam van
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en al zingend bidden: Alles
wacht op u vol hoop, alle levenden vragen U om voedsel
Lied 715: Alles wacht
op u vol hoop
Openingsgebed
Onze Vader,
zo mogen wij U aanspreken, God,
omdat Jezus ons leerde
dat Gij, die in de hemel zijt,
Vader zijt van alle mensen.
Wij bidden U: help ons wanneer wij onze aarde
een beetje dichter bij uw hemel proberen te brengen,
wanneer wij samenhorigheid trachten te bevorderen
door meer wederzijds vertrouwen te zaaien
in de kring van mensen om ons heen.
Wij durven U dit vragen
omdat Gij, dankzij Jezus
Onze Vader zijt en blijft
nu en in alle eeuwigheid.
Inleiding
De lezingen van deze 17e zondag
door het jaar hebben als thema bidden. Er zijn vele redenen waarom
mensen bidden en ieder heeft zijn eigen, authentieke manier om zich
te richten tot de Almachtige. Mensen bidden uit blijdschap voor
al het goede, uit droefheid door verlies of ziekte, om angst in
tijden van gevaar, om bijstand en sterkte in moeilijke situaties,
om te danken voor geluk en bijval, om een pauze in te lassen, een
pauze van bezinning, van overgave in de drukke bezigheden, uit gewoonte
als een terugkerend ritueel, uit ontzag voor het ons overstijgende,
uit bewondering voor de schepping,
Huub Oosterhuis zegt hierover :
Bidden is veel meer wachten dan zoeken. Zoeken is actie en
ongeduld, wachten is aandacht. Wachten garandeert mij niet de komst
van wie ik verwacht. Bidden garandeert mij niet dat God zal
komen. Bidden is volharden in de onzekerheid of God mij komt bevrijden,
of Hij bestaat voor mij. Bidden kan niet zonder woorden, omdat geen
mens buiten de taal bestaat en alles tweespraak is .
Als kind werd mij voorgehouden
voor het slapen gaan een Onze Vader en drie weesgegroetjes te bidden,
bij voorkeur op mijn knieën. En dit werd zo erg ingeprent dat
ik voor mijn bidden in alle mogelijke omstandigheden voor welke
doelstelling dan ook een beroep bleef doen op deze standaardgebeden
en dan vooral het Onze Vader.
In het evangelie van vandaag, het
Evangelie volgens Lucas, vragen de leerlingen Jezus: "Heer,
leer ons bidden". Het Jodendom is een godsdienst met een hoogontwikkelde
gebedscultuur en de leerlingen van Jezus wisten wat bidden was.
Toch moet blijkbaar het bidden van Jezus zoveel indruk gemaakt hebben
dat ze wilden leren bidden zoals Hij. En Jezus leert hen het Onze
Vader bidden, het gebed dat wij in elke viering aanheffen en ons
herinneren dat Jezus ons dit heeft geleerd. Het Onze Vader dat wij
dikwijls opzeggen of zingen, maar bidden wij het wel echt.
Niet alleen in het Lucasevangelie
is het Onze Vader opgenomen, ook bij Matteus komt het Onze Vader
voor. De versie van Matteus is evenwel uitgebreider en is ook de
versie die wij elke zondag bidden. Tijdens het evangelie zullen
we naar beide versies luisteren.
Maar eerst de eerste lezing uit
Gen., 18, 20-32: Abraham die God smeekt Sodoma en Gomorra vergeving
te schenken. Abraham richt zich zeer direct tot God. Dit soort smekend
gebed staat in schril contrast met het gebed dat Jezus ons leert
in het Evangelie. Daar kom ik later op terug.
Eerste lezing: Gen., 18, 20-32:
Daarom zei de HEER: Er
zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun
zonden zijn ongehoord groot. [21] Ik zal ernaartoe gaan om te
zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en
zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten.
[22] Toen gingen de twee mannen weg, naar Sodom, terwijl Abraham
bij de HEER bleef staan. [23] Abraham ging dichter naar hem toe
en vroeg: Wilt u dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen
het leven benemen? [24] Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen
zijn. Zou u die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele
stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners?
[25] Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen
laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één
kam worden geschoren. Dat kunt u toch niet doen! Hij die rechter
is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen? [26]
De HEER antwoordde: Als ik in Sodom vijftig onschuldigen
aantref, zal ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.
[27] Hierop zei Abraham: Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest
de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben: [28] stel
dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou u dan
toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten? Nee,
antwoordde hij, ik zal haar niet verwoesten als ik er vijfenveertig
aantref. [29] Opnieuw sprak Abraham hem aan: Stel
dat het er maar veertig zijn. Dan zal ik het niet
doen omwille van die veertig. [30] Toen zei hij: Ik
hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te
gaan: stel dat het er maar dertig zijn. Ik zal het
niet doen als ik er dertig aantref. [31] Hierop zei hij:
Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat
het er maar twintig zijn. Dan zal ik de stad niet
verwoesten omwille van die twintig. [32] Abraham zei: Ik
hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één
keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.
Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien.
Lied 530: Gij hebt woorden van eeuwig leven
Evangelie:
Lucas 11, 1-4
1 Eens was Jezus aan het bidden,
en toen hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen
tegen hem: Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het
zijn leerlingen geleerd heeft. 2 Hij zei tegen hen:
Wanneer jullie bidden, zeg dan: Vader, laat uw naam
geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen. 3 Geef ons
dagelijks het brood dat wij nodig hebben. 4 Vergeef ons onze
zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig
is. En breng ons niet in beproeving.
Matteüs, 6, 5-13
[5] En wanneer jullie bidden,
doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op
elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker
jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. [6] Maar als jullie
bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot
je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het
verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
[7] Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen
zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden
verhoord zullen worden. [8] Doe hen niet na! Jullie Vader weet
immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie
het hem vragen. [9] Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden, [10] laat uw koninkrijk komen en
uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. [11]Geef ons
vandaag het brood dat wij nodig hebben. [12] Vergeef ons onze
schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig
was. [13]En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de
greep van het kwaad.
Homilie
Zoals ik al zei,
het Onze Vader dat wij meestal bidden, is dit van het Matteüsevangelie,
waar het in het hart staat van de bekende Bergrede. Matteüs
heeft er ook een aantal woorden en zinnen meer toegevoegd dan Lucas,
en dit met een duidelijke bedoeling. Zo heeft hij het over Onze
Vader in de hemel, en verder uw wil gedaan worden op aarde
zoals in de hemel, en tenslotte nog maar red ons uit
de greep van het kwaad.
In zijn boek Ongehoord beschrijft de exegeet Peter Schmidt
hoe Matteüs de hele Bergrede zeer bewust samengesteld heeft
rond het Onze Vader als haar centrum. Zoals Marcel vorige week nog
aangaf, zijn alle evangelies een hele tijd na de dood van Jezus
geschreven, 40, 50 tot 60 jaar later. Zo ook het Matteüsevangelie,
waarbij Matteüs put uit het Oude Testament en uit overgeleverde
woorden van Jezus, uit schriftelijke documenten zoals zijn model
Marcus en vooral uit de nu algemeen bekende Quelle, een verzameling
van uitspraken van Jezus. Matteüs vult aan, wijzigt hier en
daar wat.
Met deze persoonlijke interpretatie wil Matteüs de essentie
weergeven van wat in zijn ogen Jezus' goede nieuws was. Jezus komt
in het Matteüsevangelie naar Galilea met de boodschap dat het
koninkrijk van de hemel nabij is. Meteen ontvouwt hij in zijn allereerste
onderrichting het programma waardoor die heerschappij van God onder
de mensen werkelijkheid kan worden. Dat is in Matteüs' boek
de functie van de Bergrede. Zij wordt met recht de grote programmaverklaring
van het rijk van de hemel genoemd.
En pal in het hart van de Bergrede heeft Matteus het Onze Vader
geplaatst, niet omdat hij gehoord zou hebben dat Jezus het gebed
daar en op dat moment geleerd zou hebben, maar omdat hij er een
bewuste theologische bedoeling mee had. In het midden van Jezus
programma van het rijk der hemelen staat het gebed dat het hele
programma samenvat: het Onze Vader. Het gebed des Heren haalt daarom
zijn belangrijkste betekenis uit de Bergrede zelf. Door de innerlijke
samenhang tussen het Onze Vader en Jezus' boodschap over het Rijk
der Hemelen, wordt het duidelijk dat het Onze Vader inderdaad hét
gebed van de christen is
Door deze context komt de diepere betekenis van het Onze Vader tot
uiting. Ik zal proberen dit nader toe te lichten zoals ik dit verstaan
heb, leek als ik ben in de exegese, de theologie of in wat er ook
maar in de buurt komt.
Even ter herinnering: de Bergrede is opgedeeld in drie grote delen:
de beroemde inleidende tekst met de zaligsprekingen, vervolgens
het hoofddeel met de bezinning van Jezus over de vervulling van
de wet en de profeten met in het centrum het Onze Vader en tenslotte
de afsluitende parabels over het huis op de rots en het huis op
het zand.
In het midden van het hoofddeel plaatste Matteüs de sectie
met drie werken van gerechtigheid: aalmoezen, bidden, vasten. En
bij het middelste van deze drie werd het Onze Vader ingelast.
De drie werken van gerechtigheid werden volgens eenzelfde stramien
opgebouwd: Jezus begint met telkens aan te geven wat men niet moet
doen en vervolgens hoe het wel moet. Voor het bidden is hij heel
concreet:
Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voort prevelen
zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden
verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers
wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
Bid daarom als volgt:"
En dan volgt het Onze Vader. Volgens Schmidt heeft die centrale
plaats belang voor het verstaan van het gebed.
Matteüs concipieerde de Bergrede in een zorgvuldig opgebouwde
samenhang, een geheel waarin de delen door één leidende
idee worden samengehouden, namelijk Jezus' uitnodiging om consequent
Gods wil te volbrengen en zo het rijk der hemelen binnen te treden.
En dit rijk der hemelen gaat over hier en nu. Als Jezus verkondigt:
'het koninkrijk van de hemel is nabij, het komt eraan', bedoelt
hij niet: nu ga je binnenkort allemaal naar de hemel, maar wel:
er staat iets te gebeuren in jullie leven! Wanneer we dus in het
Onze Vader bidden 'Uw koninkrijk kome', betekent dat niet: 'laat
ons in de hemel binnen als we dood zijn' - alsof de Bergrede enkel
het hiernamaals betrof -, maar 'laat uw koninkrijk hier onder de
mensen komen.'
De term 'koninkrijk' of 'rijk' is hier geen ruimtelijk gebied, maar
wel wordt bedoeld : de heerschappij van God komt eraan. Nu kan God
echt beginnen te heersen. Onder de mensen, onder zijn volk. We bidden
dat Gods heerschappij onder ons zou komen, wat ook inhoudt dat we
zijn naam zouden heiligen en zijn wil volbrengen. Het een zegt het
ander.
Jullie Vader weet wel wat je nodig hebt, nog voor jullie het vragen,
zegt Jezus. Maar dan, als God overtuigen met lange en steeds herhaalde
gebeden overbodig is, als het herhaald en langdurig pramen van God
om toch maar in te grijpen naast de kwestie is, vermits hij toch
al lang weet wat we nodig hebben als dat allemaal waar is, waartoe
dient bidden dan nog wel?
Daarom - heel simpel - zegt Jezus: bid als volgt : uw naam worde
geheiligd, uw rijk kome, uw wil worde gedaan. Want dàt is
precies wat jullie nodig hebben?
Het Onze Vader is allesbehalve een gebed veraf, een formule waarin
we de zaken aan God overlaten en afwachten wat er gebeuren zal.
Het is bij uitstek een verbondsgebed! Het roept diegene die het
bidt, het engageert hem. Je kan immers niet ernstig bidden om de
komst van het Rijk, als je niet bereid bent tot de inkeer die nodig
is om er binnen te treden; je kan niet bidden om Gods wil, als je
niet bereid bent die zelf te volbrengen door liefdevoller te worden;
je kan niet bidden om brood als je niet bereid bent het te geven
aan wie aan je deur klopt, en je kan niet bidden om vergeving als
je zelf onverzoenbaar blijft. Het Onze Vader bidden is beseffen
wat je écht nodig hebt, is Jezus geloven wanneer hij je zegt
dat dàt je grootste nood is. Dit gebed bidden is niets anders
dan binnentreden in de wil van de Vader.
Lied 577: Ik kan alleen
woorden ontmoeten, U niet meer
Muziek: Russisch-orthodox
"Onze Vader"
Offerande
Consecratie: Tafelgebed 152
Communie - Muziek
Lied 719: Gij peilt mijn hart Psalm 139
Slotgebed
God, Vader van alle mensen,
Leer ons bidden zoals Jezus bad,
niet alleen met zijn woorden,
maar ook vanuit zijn verbondenheid met U.
Leer ons geloven
dat Gij onze bondgenoot zijt
als wij bouwen
aan meer gerechtigheid en vrede in deze wereld.
Geef ons uw heilige Geest,
opdat wij door die Geest blijven hopen
op de komst van uw koninkrijk. Amen.
|