------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




Viering 9 mei 2010 – wie heeft de inspiratie van de geest?

Geert Craps

Beginlied: 572 In de veelheid van geluiden

In de veelheid van geluiden,
in de stormen van de tijd
zoeken wij het zachte suizen
van het woord dat ons verblijdt!

Begroeting
Goeiemorgen allemaal. Laten we samen zijn in de eenheid van onze God, de vader, zoon en heilige geest.

Inleiding

In een van mijn chaotische omzwervingen op het internet, ben ik gestoten op de site van de parochie van St. Mary’s, South Brisbane in Australië. Het gaf mij een gevoel van herkenning.

* In St Mary’s Brisbane doopt de gemeenschap kinderen in een viering, waarin iedereen meeviert: mensen worden betrokken bij het doopritueel.
* In St Mary’s zeggen ze samen de instellingswoorden tijdens het groot dankgebed.
* De priester van St. Mary’s, father Peter, wil aanwezig zijn bij een viering waarin een lesbisch koppel ten overstaan van hun familie en vrienden aan elkaar trouw beloven.
* In St Mary’s Brisbane gaan leken mee voor in een viering, en wordt gediscussieerd over maatschappelijke en theologische problemen in discussieavonden.
* St Mary’s Brisbane heeft een verdrag afgesloten met de aboriginalgemeenschap, waardoor die de kerk en de grond errond als een sacrale plaats kunnen gebruiken voor hun stam. Er werd een heilige bunyaboom voor hen geplant.
* In St. Mary’s Brisbane zijn mensen die opvang nodig hebben welkom. Ze kunnen in de kerkgemeenschap hulp krijgen om een tijd op hun positieven te komen, en zich te bezinnen over hun situatie. De mensen die de gemeenschap van South Brisbane uitmaken zijn docenten en hoogleraren van de universiteit, gewone mensen uit de buurt, directeurs van bedrijven, ex-gevangenen, jonge gezinnen met kinderen, oma’s.

In februari 2009 heeft de aartsbisschop van South-Brisbane de pastoor van St. Mary’s afgezet en vervangen door een diaken die zijn visie op de kerk vertegenwoordigt. Hij heeft verklaard dat de kerkgemeenschap “niet in communie is met Rome”, omdat ze de liturgie van het Romeinse missaal niet volgen, en de godheid van christus ontkennen… De bisschop vindt dat er een restauratie nodig is in South Brisbane. De gemeenschap rond father Peter gaat voort met wat zij als de zinvolle invulling van hun christenzijn beleven, als “St. Mary’s in ballingschap”.

Ik was eigenlijk erg onder de indruk van deze situatie. Ik stel mij dan de vraag: “Gaan we echt zo met elkaar om in de kerk van Christus?” Het zal wel altijd zo zijn dat er verschillende interpretaties zijn van ons geloof en onze tradities. Maar moet daar altijd een splitsing van komen? Is het niet eerder de bedoeling dat het geloof mensen verbindt dan dat het ze uit elkaar drijft?

Laten wij eerst zingend voor elkaar bidden …

Kyrie: 139 Wees Gij het woord, Gij de stilte

Openingsgebed

Geef ons, God,
zuivere woorden, een zuiver hart,
nederigheid, kracht en geduld.
Geef ons de Geest van wijsheid en verstand,
van raad en sterkte en kennis,
waardoor we deel krijgen aan U.
Geef ons een zoekend hart, een zoekende ziel, een zoekende geest;
die Uw aangezicht wil zien;
Geef ons een hart,
dat voor Uw aangezicht nederig is.
Eeuwige onuitsprekelijke, neem de verblindende duisternis en de onkunde weg;
Eeuwige Sterkte, bevrijd ons;
Eeuwig Licht, verlicht ons:
Eeuwige Barmhartigheid, wees ons genadig.
Amen
                  (naar een gebed uit een Karolingisch Sacramentarium, 9e eeuw)

Lezing: Handelingen 15, 1-29

1 Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. 2 Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. (…)

4 Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. 5 Enkele gelovigen die tot de partij van de farizeeën behoorden, gaven echter te verstaan dat ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden.
6 De apostelen en de oudsten kwamen bijeen om nader op deze zaak in te gaan. 7 Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei: (…) 8 'God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft. 9 Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, want hij heeft hen door het geloof innerlijk gereinigd. 10 Waarom wilt u God dan trotseren door op de schouders van deze leerlingen een juk te leggen dat onze voorouders noch wijzelf konden dragen? 11 Nee, we geloven dat we alleen door de genade van de Heer Jezus gered kunnen worden, op dezelfde wijze als zij.’
12 Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen had verricht. 13 Toen ze waren uitgesproken, nam Jakobus het woord. Hij zei: ‘Broeders, luister. 14 Simeon heeft uiteengezet hoe God zelf het plan heeft opgevat om uit de heidenen een volk te vormen dat zijn naam vereert. 15 Dat stemt overeen met de woorden van de profeten; (…) "Ik zal het vervallen huis van David herbouwen, uit het puin zal ik het weer opbouwen." (…) 19 Daarom ben ik van mening dat we de heidenen die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen, 20 maar dat we hun moeten schrijven dat ze zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf. 21 In haast elke stad wordt de wet van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen.’

22 Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. 23 Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan hun broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië die uit de heidense volken afkomstig zijn: gegroet! 24 Wij hebben vernomen dat enkelen van ons u een bezoek hebben gebracht – zonder dat wij hun dat hadden opgedragen – en dat hun uitspraken aanleiding zijn geweest tot verwarring en verontrusting. 25 Daarom hebben we eensgezind besloten enkele broeders naar u toe te zenden in het gezelschap van onze geliefde Barnabas en Paulus, 26 mensen die hun leven op het spel hebben gezet voor de naam van onze Heer Jezus Christus. 27 We hebben Judas en Silas afgevaardigd, en zij zullen de inhoud van deze brief mondeling toelichten. 28 In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: 29 onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hier aan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’

Lied 266: Moge ons voor waar verschijnen (H. Oosterhuis)

Moge ons voorwaar verschijnen
die genoemd wordt Zoon der mensen,
die gezegd wordt dood maar levend,
die gehoopt wordt mens voor allen.
Moge ons verschijnen deze,
niet in droom, in stand van sterren,
niet als spiegelbeeld in water
maar in mensentaal van liefde.

Bedenkingen bij de lezingen

Toen ik de lezing van vandaag las, moest ik aan het voorval van Saint Mary’s denken, en aan de zo vele ruzies en schisma’s die we in onze kerk hebben meegemaakt. De lezing gaat over het allereerste van dergelijke conflicten in de kerk over de “rechtheid van de leer”.

Het verhaal uit Handelingen vertelt van een kerndiscussie die in Antiochië ontstond in de eerste eeuw: kun je volgeling van Christus zijn zonder je aan de traditionele joodse wet te houden? Een aantal joden-christenen in de kerk van Judea vond dat je alleen volgeling kon zijn als besneden jood. Paulus en Barnabas ontmoetten dagelijks grote groepen niet-joden, die aangesproken werden door de boodschap van Christus. Zij zagen voor hen de navolging van de joodse wet niet als essentieel om christen te zijn. Een paar hardliners uit Judea komen onrust stoken in Antiochië. De discussie wordt beslecht in het eerste overleg van de kerkleiders: “de heilige geest en wij hebben besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht.”

Ook vandaag heersen in de kerk meningsverschillen, op punten waaraan zwaar wordt getild en waar volgens sommigen de toekomst van de kerk van afhangt. Ook nu valt aan de ene kant de nadruk op het vasthouden aan de traditie, aan de andere kant op de nieuwe interpretatie van die traditie in nieuwe omstandigheden. De uitkomst van het conflict van de vroege kerk was het besluit "geen enkele last op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is". Daardoor wordt gezegd dat christenen geen dingen mogen doen die blasfemie zijn in de ogen van de joden van hun tijd en daardoor ergernis verwekken. Dat zou de boodschap van Christus in de weg staan.

Ik krijg soms toch het gevoel dat een aantal vertegenwoordigers van “de kerk” als instituut lasten opleggen die echt niet noodzakelijk zijn aan diegenen die tot de kerk willen behoren: aan mensen die bereid zijn om een verantwoordelijke taak in de gemeenschap op zich te nemen, maar die niet in het plaatje passen van de traditie.

Een van de getuigenissen die me heeft aangegrepen in de hele historie rond St. Mary’s Brisbane, was die van een docente internationaal recht, die zei: “Waarom kunnen wij niet serieus worden genomen? Wij zijn toch volwassen mensen, die verstandig kunnen omgaan met zaken als geloof? Waarom worden wij als kinderen behandeld?” Het is toch niet uit te leggen aan volwassen mensen, die de helende kracht zien van een christelijke gemeenschap, die de verzoenende warmte zien van een gemeenschap die insluit, en niet uitsluit, die de emotionele energie putten uit een liturgie waarin ze zich betrokken voelen, het is toch niet uit te leggen aan die mensen, dat ze verkeerd bezig zijn …

Geen enkele last opleggen die niet strikt noodzakelijk is, wil zeggen dat je het onderscheid maakt tussen wat essentieel is, en datgene wat er aan traditie, ritueel, overlevering, zekerheid aan vast hangt. Een knap compromis dus van de toenmalige leiders van de kerk: blijf bij de essentie, en veroorzaak geen ergernis bij wie die essentie anders inkleedt met zijn tradities dan jij. Maar het is meer …

Een stukje zin dat u misschien ook opgevallen zal zijn is:"De heilige Geest en wij hebben besloten dat..." Ik denk dat we dat stukje zin niet moeten lezen als de bevestiging dat Petrus als eerste paus een onfeilbare uitspraak ging doen. Ik denk dat Simon bedoelde: wij proberen zo goed mogelijk te achterhalen wat overeenstemt met de Geest en we pogen dat, zo nauwkeurig mogelijk, uit te drukken in menselijke, gebrekkige woorden.

Die Geest komt niet uit de lucht gevallen. In de tekst van Handelingen blijkt dat het besluit van Petrus na veel discussie tot stand kwam, na woord en wederwoord, spraak en tegenspraak. Belangrijke beslissingen in de eerste kerk zijn geen uitspraken van een geïnspireerde enkeling, ze zijn het resultaat van de confrontatie van eerlijke, goedmenende mensen, van de toenmalige leiders van de kerk. "Du choc des idées jaillit la lumière" zegt het franse spreekwoord: het licht van de geest ontstaat in het respectvol luisteren en spreken met elkaar, vanuit een gemeende zorg om het welzijn van je medemens.

Niemand van ons bezit het monopolie van de inspiratie van de Geest. Kijk maar eens naar de diversiteit in Filosofenfontein. De een bestudeert wereldproblemen, de ander doet meditatie of zit in een sjamanistische traditie, een volgende is eigenlijk een traditionele kerkganger, die daar weer naast wil intellectueel uitgedaagd worden, en er zit er ook nog een die ontroerd en geraakt wil worden door de liturgie.

Met het ene lid van onze gemeenschap hebben we al wat meer voeling dan met het andere. Maar belangrijk is dat we iedereen die tijdens de vredeswens toch altijd opnieuw vastpakken, de hand schudden, of gewoon aankijken, en zeggen: vrede zij met u. Boven de verschillende invalshoeken uitstijgen, en de geest laten spelen. Mekaar elk zijn eigen invalshoek toewensen die zelf met bescheidenheid naar voren brengen, naar die van een ander goed luisteren, en met elkaar blijven spreken en elkaar blijven bemoedigen… Met het oog op de essentie: zoeken naar de kern van de boodschap van Jezus, zonder de arrogante zekerheid van ons eigen gelijk. (met dank aan B.J. De Clercq)

Offerande [Muziek: CD Lut nr. 3 Tedere ode aan het kind]

Groot dankgebed (naar Huub Oosterhuis) - 140 Veni sancte spiritus

Gij die weet wat in mensen omgaat
aan hoop en twijfel, domheid,
drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
en ieder woord naar waarheid schat,
en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart en Gij zijt groter dan ons hart;
op elk van ons houdt Gij uw oog gericht;
en niemand, of hij heeft een naam bij U,
en niemand valt, of hij valt in uw handen,
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.
[Refrein]

Maar nooit heeft iemand U gezien.
In dit heelal zijt Gij onhoorbaar.
En diep in de aarde klinkt uw stem niet;
en ook uit de hoogte niet,
en niemand die de dood is ingegaan,
keerde ooit terug om ons van U te groeten.
Aan U zijn wij gehecht, naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam,
een oud verhaal dat ons is doorverteld,
over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazareth, een jodenman;
in hem zou uw genade zijn verschenen,
uw mildheid en uw trouw; in hem zou voorgoed,
aan het licht gekomen zijn hoe Gij bestaat:
weerloos en zelveloos, dienaar van mensen.
[Refrein]

Hij was, zoals wij zouden willen zijn:
een mens van god, een vriend, een licht,
een herder, die niet ten eigen bate heeft geleefd,
en niet vergeefs, onvruchtbaar, is gestorven;
die in de laatste nacht dat hij nog leefde,
het brood gebroken heeft en uitgedeeld,
en heeft gezegd: “neemt, eet, dit is mijn lichaam,
zo zult gij doen tot mijn gedachtenis.”
Toen nam hij ook de beker, en hij zei:
“Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed,
dat wordt vergoten tot vergeving van uw zonden.
Als ge uit deze beker drinkt, denk dan aan mij.”
[Refrein]

Tot zijn gedachtenis nemen wij daarom dit brood,
en breken het voor elkaar:
om goed te weten wat ons te wachten staat,
als wij léven, hem achterna.
Als Gij hem hebt gered van de dood,
redt dan ook ons en houdt ons in leven, en maak ons nieuw,
want waarom híj wél, en waarom wij niet?
Wij zijn toch ook mensen.
[Refrein]

Laat zijn Geest ons bezielen,
de Geest van uw liefde,
de Geest van uw vertroosting
de Geest van uw vrede,
dat wij elkaar nabij zijn en staande houden als een levend bewijs
dat liefde bestaan kan,
dat geloof niet uitgestorven is.
Vernieuw het aanschijn van deze aarde,
behoed in ons het visioen van uw Rijk,
bewaar in ons de hoop op de voltooide tijd,
waarin uw Naam zal zijn: ‘Alles in allen’.

Onze Vader

Vredeswens

Communie [Muziek: William Byrd Christe qui lux Consort Music track 20]

Communielied: 267 Dat wij als wachters op de muren zijn strofe 1, 3, 5 en 7

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

Nog heerst verhuld de slavernij
van man en macht: een maatschappij
die in haar schild het onrecht voert
van leven dat wordt ingesnoerd.
Maak, God, om Christus' wil ons vrij.
(...)
Nog wordt het gouden kalf vereerd
van nooit genoeg en altijd meer.
Maar schrijnend is het tegendeel:
de rekening voor ons teveel.
God, zegen wie het onrecht keert.
(...)
Nog houdt de kerk uw naam verdeeld
wij maken ons van U een beeld,
gesneden uit ons eigen hout,
wij zoeken in onszelf behoud.
O God, geef dat uw Geest ons heelt.

Slotbezinning: Mahatma Ghandhi

Ik hou niet van het woord tolerantie, maar ik kan geen beter woord bedenken. Tolerantie zou kunnen inhouden dat we onbewust aannemen dat andere religies wel inferieur zijn aan onze eigen religie, maar dat we ze verdragen omdat dat nu eenmaal moet. Maar de respectvolle geweldloosheid leert ons dat we hetzelfde respect moeten opbrengen voor de religie van anderen als voor die van onszelf. En daardoor geven we meteen toe dat onze eigen religie niet volkomen is. Wie open staat voor de waarheid en de wet van de liefde volgt, zal dat gemakkelijk toegeven.

(…) Een dergelijke onvolkomen religie is altijd in ontwikkeling, wordt altijd nieuw geïnterpreteerd. Vooruitgang naar God is alleen mogelijk door die ontwikkeling. Als alle menselijke religies onvolmaakt zijn, is de vraag naar hun vergelijkende waarde zinloos. Alle religies zijn een openbaring van de waarheid, maar allemaal onvolkomen, en met fouten. Eerbied voor het geloof hoeft ons niet blind te maken voor die fouten. We moeten ons zelfs heel scherp bewust worden van die fouten, en het niet daarbij laten, maar ze proberen te overstijgen. (…)

De ene echte religie ligt voorbij de woorden. Onvolmaakte mensen verwoorden er stamelend iets van wat zij kunnen, en anderen begrijpen die woorden volgens hun eigen vermogen. Wiens interpretatie is de juiste? Iedereen heeft gelijk vanuit zijn eigen standpunt bekeken, maar het kan niet dat iedereen fout is. Daarom is tolerantie noodzakelijk, tolerantie die dus niet betekent dat we onverschillig moeten worden voor ons eigen geloof, maar dat we er op een intelligentere en pure manier van kunnen gaan houden. Tolerantie geeft ons spiritueel inzicht, dat even ver is van fanatisme als de Noordpool van de Zuidpool. Echte kennis van religie breekt de grenzen af tussen religies.

Zegen (A blessing of Saint Patrick)

Moge de warme regen uw voorhoofd verkwikken
Moge de zachte wind uw geest verfrissen
Moge de zonneschijn uw hart verlichten
Moge de lasten van elke dag licht op u rusten
En moge God u warm omhullen met de mantel van zijn Liefde

------