------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




9 april 2009: Witte Donderdag

Het antwoord van de liefde

Kris Gelaude

Begroeting 

Op deze gedachtenisavond hebben de woorden  ‘Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben ik’ meer dan ooit betekenis. Moge dit zo zijn, in naam van de Vader, de Zoon en de Geest.

Lied 105: "Heer Jezus"

Inleiding 

Bij het begin van de eerste maaltijd van het Pesachfeest stellen joodse kinderen vragen. In de herinnering schuilt het geheim van de verlossing, wordt gezegd.
Maar misschien ligt dat geheim ook in ons antwoord op de hedendaagse werkelijkheid. Daarom enkele vragen ter bezinning…

Waarom is deze avond anders dan alle andere ?
Waarom loopt de weg van het leven telkens weer door de woestijn ?
Waarom blijven deze doodgewone tekenen als brood en wijn ons samenbrengen ?
Waarom kent de liefde zoveel onmacht ?
Waarom zijn er altijd mensen die een ander naar het leven staan ?
Waarom is niemand ooit bij machte om geweld voorgoed te stoppen ?
Waarom blijft de hoop in mensen ondanks alles voorbestaan ?

Openingsgebed 

God,
in de stilte van deze avond
blijven de vragen vragen.
Als er een antwoord op bestaat
dat naar U verwijst,
is het dat van het leven zelf.
Laat in ons het beeld nog spreken
van die enige mens Jezus,
dat de dingen die Hij deed
opnieuw gebeuren,
dat Hij opstaat in ons hart.
Ent op ons de liefde, die Hij was.
Amen.

Eerste lezing : Ex. 12, 1-8 + 11-14 
Lied 645 "Kome wat komt"

Voetwassing

Duidend woord
Alle symbolen op deze avond, de menora, de gedekte tafel, de wijn, het ongedesemd brood, met het verhaal over de uittocht dat verteld wordt, verwijzen naar de aloude gebruiken van de joodse sederavond. Die avond waarmee het Pesachfeest wordt ingezet, was en is voor joden een heel bijzondere avond. Maar de betekenis die Jezus aan die avond gaf, is ongeëvenaard. De laatste maaltijd die Hij met zijn leerlingen nam, werd de samenvatting van zijn hele leven.

Het zegenen en rondgeven van brood en wijn, evenzeer als het dankgebed dat Jezus uitgesproken heeft, zijn rituelen uit de joodse traditie, eigen aan de sederavond. Toch heeft Hij aan het ‘voorgeschrevene’ een fundamenteel gegeven toegevoegd. Want terwijl Hij met zijn leerlingen aan tafel was, is Hij opgestaan en heeft gedaan wat geen enkele jood in die context zou gedaan hebben. Hij verving zijn bovenkleed door de uitrusting van een dienaar en ging in het stof zitten om de voeten van de aanwezigen te wassen. Anderen de voeten wassen, dat vuile en onbenullige werk voor mensen zonder stand of status. Ondenkbaar voor iemand naar wie met ontzag werd opgekeken, zoals blijkt uit de reactie van Petrus. Maar het is Jezus’ manier om meer nog dan met woorden, in een ultiem gebaar uit te drukken wat de kern is van zijn levensboodschap. Voor hem overtreffen liefde en wederzijdse dienstbaarheid alles. Zo eenvoudig is het. En zo onmisbaar is het. Waar dat ontbreekt, blijft zelfs de meest verheven levensstijl armzalige theorie.

Precies die boodschap, die ook telkens doorklonk in Jezus’ eigen benadering van de geschriften, volstond om zich de ergernis en verontwaardiging van al wie zich op enig gezag beriep, op de hals te halen. Onvoorwaardelijke liefde en dienstbaarheid zijn immers vermogens die mensen waardigheid en vrijheid kunnen bieden. Maar die tegelijk ontglippen aan wetten en instanties. Dat soort liefde ontkracht de vastgelegde orde, waarmee men mensen klein wil houden, alsook de talloze mechanismen in een samenleving die voor slaafsheid, angst en schuldgevoelens zorgen.

Heel Jezus’ leven was één verzet daartegen. Hij wilde niets liever dan dat wij mensen, ons bewust kunnen worden van het goddelijk bevrijdende dat in onze eigen ziel gelegd is. Zodat er een vertrouwen kan groeien, zo diep en onaantastbaar, dat wij niet meer willen of kunnen berusten in alledaagse, grauwe, en doodse plichtmatigheid of angst. Maar dat wij durven opstaan, vanuit een innerlijke kracht en kiezen voor het leven en elkaar dat leven doorgeven, tegen alle dodende systemen en principes in. Geen angstvallig bezig zijn met eigen zieleheil, maar een leven, onbevangen en in lotsverbondenheid. Jezus wou ons, vanuit zijn diepste bewogenheid, bewegen tot een liefde die grenzeloos ver gaat. Wat zijn boodschap onaanvaardbaar en onveilig maakte. Het is immers altijd veiliger om mensen onder de knoet te houden en dàt gebeurt precies door grenzen op te leggen.

Het kan niet anders dan dat deze avond ons ook herinnert aan het omgekeerde. Het uur van de liefde, wordt soms ook het uur van de vergelding. Extreme toewijding aan mensen wordt maar al te vaak beantwoord met onbegrip. Ja zelfs met geweld. En de liefde heeft daarop geen ander antwoord dan zichzelf. Daarom kent ze ook zo grote onmacht. Zie hoe zwijgzaam het Jezus maakt wanneer Hij voor zijn ondervragers staat. En de eenzaamheid van het lijden, waarin Hij zijn vader smeekt om een uitweg te mogen vinden, wordt enkel beantwoord door de eindeloze stilte van Gods diepe onmacht. Zoals die er was in Auschwitz, in Thiberine, in Darfur, in Gaza… Bij het geweld dat mensen plegen op elkaar, buigt God het hoofd en Hij neemt plaats tussen de slachtoffers.

En toch, ondanks alle verscheurdheid, wordt ons sinds Jezus’ lijdensnacht ook een onverwoestbare hoop aangereikt. Door de weg die Hij doorheen het lijden ging, met enkel het houvast van zijn vertrouwen in de liefde, worden onze ogen geopend voor een nieuwe mogelijkheid, nl. dat het lijden niet boven het leven staat. In geen enkele omstandigheid. Het enige wat wel boven het leven staat is Gods gegeven woord en het antwoord van de liefde. Gods toevertrouwen aan mensen is zo groot, dat Hij zelfs bereid is te sterven, opdat wij zouden weten dat liefde altijd leven voortbrengt.

Tweede lezing : Joh. 13, 1-15
Lied 503: Een lied tot Jezus Christus
Offerande
(stilte)
Tafelgebed : "Jouw naam" (p. 186-187 Gezongen Liedboek)
Akklamatie : "Gij die mij aankijkt, dat ik antwoord"

Onze Vader en vredewens --- Vrije voorbeden
Communie
 : ingezet met Tafellied (nr. 162, strofe 1 en 2), daarna strofe 3
Muziek : Haydn, Cello Concerto in D major, Adagio

Ritueel in de kapel

Manus tuae fecerunt me,                        Uw handen hebben me gevormd
et plasmaverunt me totum in circuitu :    en gemaakt, geheel en al
et sic repento praecipitas me ?                en nu wilt u mij verdelgen ?
Memento, quaeso,                                  Bedenk toch
quod sicut lutum feceris me,                    dat u mij uit leem gevormd hebt,
et in pulverem reduces me.                      wilt u mij tot stof doen terugkeren ?
Nonne sicut lac mulsisti me,                    Hebt u mij niet als melk uitgegoten
et sicut caseum me coagulasti ?                en als kaas doen stremmen ?
Pello et carnibus vestisti me :                   Met vlees en huid ben ik door u bekleed
ossibus et nervis compegisti me.              met botten en pezen hebt u mij
                                                                                                      
samengeweven.
Vitam et misericordiam tribuisti mihi,       U schonk mij het leven en de liefde
et visitatio tua custodivit spiritum meum.  uw zorg heeft mij bewaard.

(Uit : Officium defunctorum, De Morales – Job 10,8-12)

Psalm 143 (samen)

Heer, hoor mijn gebed,
luister naar mijn smeken,
antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig.
Daag uw dienaar niet voor het gerecht,
voor u is geen sterveling onschuldig.

De vijand heeft mij vervolgd,
mijn leven vertrapt in het stof,
ik moet wonen in duisternis
als de doden van eeuwen her.
Ik ben ten einde raad,
geschokt tot diep in mijn hart.

Ik denk terug aan vroeger dagen,
mijmer over uw daden
en beschouw het werk van uw handen,
ik sterk mijn handen naar u uit,
dorstig als droge aarde.

Heer, geef mij antwoord, haast u,
mijn kracht is uitgeput.
Houd u niet voor mij verborgen,
ik word als wie afgedaald is in het graf.

Laat mij in de morgen uw liefde horen,
in u stel ik mijn vertrouwen,
wijs mij de weg die ik gaan moet,
mijn ziel verlangt naar u.

Verlos mij van mijn vijanden, Heer,
bij u zoek ik bescherming.
Leer mij uw wil te volbrengen,
u bent mijn God,
laat uw goede geest mij leiden
over geëffende grond.

Houd mij in leven, Heer, tot eer van uw naam,
leid mij uit de verdrukking, door uw gerechtigheid,
toon uw trouw, versla mijn vijanden,
vernietig al mijn belagers.
Ik ben uw dienaar.

------