18 januari 2009: Tweede zondag door het jaar
Spreek Heer, uw dienaar luistert
Jacques Perquy
Lied 10: Spreek Gij het
woord dat ons vertroosting geeft
Verwelkoming
We hebben onlangs een ceremonie
meegemaakt van de Sikhs in de gouden tempel van Armritsar. Elke
avond wordt het heilig boek ('Granth sahib") ingeduffeld en
door duizenden gelovigen naar zijn slaapplaats overgebracht. Dit
boek wordt beschouwd als de elfde (en laatste) goeroe van de Sikhs.
Alle waarheden van de leer zijn erin vervat en er valt niets meer
aan toe te voegen. Het is een leermeester op zich.
Temidden van de massa dacht ik hoe anders wij/ik met de bijbel omgaan:
niet dat ik de plechtigheid mis maar ik stelde mij wel de vraag
hoe ik tegen de bijbel aankijk: welke betekenis hebben voor mij
het oude en nieuwe testament.
Bij de voorbereiding van de viering van vandaag wilde ik mij laten
leiden door de voorgeschreven lezingen en deze goeroe - leermeester
- te laten zijn. Mijn oog viel daarbij op een vers uit psalm 16
zoals die door Oosterhuis onlangs is hertaald:
Gelezen heb ik wat
geschreven staat
Mij toevertrouwd
aan onbewezen woorden
De lezingen van vandaag' gaan over
de 'roeping' van de profeet Samuël en over de roeping van de
eerste leerlingen. Bij de lectuur ervan, heb ik mij uit een stereotiep
beeld van roeping moeten losmaken. Toen ik in de laatste jaren van
het middelbaar onderwijs zat was één van de belangrijkste
vragen waar ik (en vele anderen) mee worstelde: `heb ik roeping?'
We werden door meerdere priesterleraren herhaaldelijk met deze dichotome
vraag geconfronteerd. Alsof roeping te herleiden valt tot een eenmalige
beslissing om al of geen kerkelijk ambt op te nemen.
Dat dit nog steeds de dominante betekenis ervan is blijkt uit het
commentaar in' Kerk en leven' bij de viering van vandaag.
Kris Depoortere schrijft eerst over de inzet van vrijwilligers als
pastoraal werkenden en als parochieassistenten 'Wij hebben ook full-time
en full-life diaken, priesters en religieuzen nodig om al die andere
herders te ondersteunen en te inspireren zodat ze hun werk kunnen
doen.
Vandaag versta ik de vraag 'of ik roeping heb' anders: geef ik in
de loop van mijn leven gehoor aan ...wat anderen me vragen of zeggen,
aan wat in het diepste van mezelf leeft, geef ik gehoor aan wat
ik in de schriften lees? In welke mate kies ik ervoor om de weg
van Jezus van Nazareth te gaan?
De centrale zin uit de lezingen van vandaag lijkt me dan ook te
zijn : `Spreek Heer, ik ben bereid te luisteren.'
Ik nodig jullie uit om in die geest de viering van vandaag te beleven:
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest.
Gebed : psalm 12
Zang 601: Zoals ik zelf gezonden ben
Lezing : Eerste boek Samuël 3,1- 21
Commentaar:
Eén van de sleutels om de
bijbel te lezen bestaat erin zich de vraag te stellen wat de betekenis
kan zijn van de verschillende figuren en situaties uit een verhaal
en zich niet enkel toe te spitsen op de hoofdfiguur. Welke elementen
uit het verhaal zeggen ons iets over onszelf als persoon en als
gemeenschap? Bij het lezen en herlezen van de tekst en deze die
we straks gaan horen kwamen volgende gedachten in mij op:
- Samuël wordt geboren uit een vrouw die als onvruchtbaar werd
beschouwd (en daarom werd gehoond). Op meerdere plaatsen in de bijbel
blijkt de zwangerschap van een onvruchtbare vrouw teken te zijn
van de geboorte van een bijzondere figuur. Zo ook Johannes de Doper,
waarover de volgende lezing gaat.
- Wanneer Hanne in de tempel bidt om een zoon, belooft ze die af
te staan aan de Heer om Hem in de tempel te dienen. Ze noemt haar
zoon 'Samuël' wat betekent 'ik heb hem van de Heer gevraagd'.
Het kind wordt letterlijk als een godsgeschenk ervaren en in het
geval van Samuël ook 'teruggegeven'. Nog niet zo heel lang
geleden, (toen ik jong was nl.), droomden ook in ons land vele moeders
ervan dat één van hun kinderen zou intreden.
- Samuël herkent de stem van de Heer niet, want, staat er in
vers 7: 'Hij had de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had
zich nog niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem
te richten'. Ik las onlangs in een vraaggesprek met Ingrid Betancourt,
dat deze in haar gevangenschap de bijbel had herlezen en dat ze
daar het gevoel had gekregen 'alsof die voor haar persoonlijk was
geschreven'.
- In een geïnspireerd moment zegt Eli wat Samuël moet
zeggen wanneer hij nogmaals zijn naam hoort roepen: 'Spreek Heer,
uw dienaar luistert'. Zoals bij het begin van de viering gesteld
lijkt me dit het cruciale gegeven te zijn: gehoor te geven aan,
open te staan voor. Maar de Heer horen, beluisteren is één
zaak. Zijn dienaar zijn d.w.z. ook uitvoeren wat Hij je opdraagt/vraagt
is een veel ingrijpendere aangelegenheid, waar ik nog geregeld voor
terugschrik omwille van te radicaal, te onrustwekkend...
- Eenzelfde gevoel bekruipt me bij vers 15 waar Eli Samuël
opdraagt hem te vertellen wat de Heer hem heeft gezegd. Het woord
van God te horen en er zelf naar te handelen maar het daarenboven
ook aan anderen te vertellen! Van langsom meer schrik ik ervoor
terug om van Hem te getuigen, zelfs t.a.v. onze eigen kinderen.
Gods woord is in onze samenleving van brood en spelen van langsom
meer controversieel: het stoort, het is subversief.
- In de tweede lezing die we straks gaan horen gaat het over de
roeping van de eerste leerlingen. Maar anders dan in het oude testament
komt God niet rechtstreeks tussen maar laat zich horen door de stem
van mensen. Johannes de Doper wijst zijn leerlingen Jezus aan als
degene die ze moeten volgen. Overigens beschrijft Eric Emmanuel
Schmidt in zijn 'Evangelie volgens Pilatus', hoe ook Jezus wordt
aangemaand, zelfs uitgedaagd door Johannes de Doper om gehoor te
geven aan zijn eigen roeping. Door mensen aangepord worden om een
opdracht ten goede op te nemen is voor mij een heel herkenbare vorm
van 'geroepen worden'. Ik heb dit een aantal keren meegemaakt en
weet nog precies welke mensen een rol hebben gespeeld bij belangrijke
levenskeuzen.
- Een tweede verschil met de eerste lezing is de plaats van het
gebeuren: Samuël werd in de tempel geroepen om de Heer te dienen.
De eerste leerlingen werden 'op straat' aangesproken om Jezus te
volgen. Ze kiezen hierbij niet voor de gevestigde orde, maar voor
een religieuze outcast.
- Ten slotte komt een totaal ander godsbeeld naar voren in beide
verhalen. In de eerste lezing komt de Heer naar voor die oordeelt
over goed en kwaad en die het kwaad (van het geslacht van Eli) op
een vreeswekkende manier zal straffen. In de ontmoeting van de eerste
leerlingen met Jezus komt een heel andere God tot uiting. Johannes
de doper gebruikt het beeld van Jesaja : 'Daar is het lam van God'.
Niet de machtige heersende God, maar de God als slachtoffer, als
lijdende.
- Ik eindig met een commentaar van Jan Nieuwhuizen bij het verhaal
over de roeping van de eerste leerlingen uit het Johannesevangelie:
'Het gaat er dus om dat de eerste leerlingen die Jezus volgen, over
Hem getuigen na gezien te hebben, opdat de volgende generatie zal
kunnen geloven zonder te zien'. 'Geloven begint met een mens die
wijst, en dan wijst degene die verwezen is een ander, en die ander
wijst weer, en die ander weer enz. Geloven is een kettingreactie.
Aan het begin staat hij die gezien heeft'.
Een betere omschrijving van wat de schrift betekent, ken ik niet.
Tweede lezing: Johannes 1, 35-42
Muziek
Grote tafelgebed: 144
Muziek tijdens de communie
Zang 603: Wij bidden U om vrede
Slotgebed: Psalm 66 uit Halverwege
|