------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




27 januari 2008 : 3e zondag (Matteüs 4, 12-23)

Mensenvissers zonder grenzen

Frank Cuypers en de jongeren

Intredelied: 642: “Wij zoeken U als wij samenkomen”

Inleiding (door Vincent)

We horen vandaag hoe Jezus zijn leerlingen riep. In de bijbel gebeurt dat allemaal wel heel snel. Jezus roept hen en hop, ze zijn met Hem weg.  Zo vlug zal het allemaal wel niet zijn gegaan. 
Toch is het wonder hoe die leerlingen hun familie en hun werk achterlieten om Jezus te volgen.  Jezus moet voor hen heel bijzonder zijn geweest.
Zou ik dingen opgeven om Jezus te volgen? Om te doen zoals Jezus? Om een beetje zoals Hem te zijn? Daarover moet ik nog eens nadenken. 

Welkom en kruisteken

Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Na een zijsprong naar Johannes, vorige week, lezen we vandaag weer uit Matteüs.  De kerstperiode en het doopsel van Jezus liggen pas achter de rug.  Binnenkort al begint de vasten.  We moeten er dus wat vaart achter zetten.  Het evangelie van vandaag helpt ons daarbij, want in één tekst balt Matteüs 3 aspecten van Jezus’ zending samen: Jezus die leerlingen roept en zendt.  Jezus als leraar, Jezus die zieken geneest. 

We staan vandaag stil bij de vraag: hoe is de Blijde Boodschap ontstaan, waar is ze gegroeid, wie droeg ze uit? 
De eerste leerlingen zijn vissers, een normaal beroep aan het meer, maar ook met een symbolische kracht.  Vissers zorgen voor het levensonderhoud van mensen.  Vissers weten ook dat er zware stormen kunnen optreden. 
In het verhaal van Matteüs laten de vissers terstond hun netten in de steek om Jezus te volgen. 
“Hop, ze zijn met Hem weg”, zei Vincent.   De vissers hadden onmiddellijk door wat voor een bijzondere persoon Jezus was. 
Laten ook wij Jezus’ grootheid uitzingen.

Lied 105: “Heer Jezus, Koning en gezalfde Gods”

Openingsgebed

Barmhartige God,
Die mensen aan elkaar hebt gegeven
Maak ons open en ontvankelijk
Om de ander te begroeten en te ontmoeten
Maak ons creatief en vindingrijk
Om gezamelijke wegen te zoeken
Opdat een samenleving kan groeien
Waar ieder een plaats krijgt
Gesterkt door uw levengevende nabijheid

Evangelietekst: Mt 4, 12-23

Toen Hij hoorde dat Johannes overgeleverd was, nam Hij de wijk naar Galilea.
Met voorbijgaan van Nazaret vestigde Hij zich in Kafarnaum bij het meer,
in het gebied van Zebulon en Naftali, opdat vervuld zou worden
wat bij monde van de profeet Jesaja gezegd is:
Land van Zebulon en land van Naftali, aan de weg naar zee, aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de Heidenen!
Het volk dat in duisternis zit heeft een groot licht gezien en over hen die in het land en in de schaduw van de dood zitten, over hen is een licht opgegaan.
Vanaf toen begon Jezus te verkondigen.  Hij zei: Bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is op handen 

Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij twee broers – Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas – het net uitwerpen in het meer; want het waren vissers.
Hij sprak hen aan: “Kom achter mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken”. Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes; ze waren in de boot met hun vader Zebedeüs hun netten aan het klaren.  Hij riep hen. Meteen lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem.
Jezus trok rond door geheel Galilea, terwijl Hij als leraar optrad in de synagogen, de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en alle ziekten en kwalen onder het volk genas.

Tussenzang 627 : “Als Gij naar de woorden luistert”

Homilie

We staan vandaag stil bij de vraag: hoe is de Blijde Boodschap ontstaan, waar is ze gegroeid, wie droeg ze uit. 
Wie belangrijk nieuws de wereld wil insturen, belegt een persconferentie op een centrale plaats en zorgt dat er veel journalisten op afkomen. 
Jezus had belangrijk nieuws te melden: ‘het koninkrijk van de hemel is nabij!’  Maar hij verkondigde het niet in Jeruzalem.  Hij gaat grensverleggend te werk door zijn optreden niet te beginnen in het centrum, maar in de rand.  Hij trok uit de hoofdstad weg naar de provincie in het noorden die geen aanzien had, en bovendien een slechte reputatie.  Daar zijn goede redenen voor. Jezus is op de vlucht.  Dat gebeurt wel meer in het evangelie van Matteüs. Hij vlucht vanuit het gevaarlijke zuiden naar het noorden, naar Galilea.  Dit betekent letterlijk: het land van de heidenen.

Galilea was door de geschiedenis bij uitstek een multicultureel land.  De gemeenten waarvoor Matteüs zijn evangelie schreef waren naar alle waarschijnlijkheid Israëlieten die zich tot het christendom hadden bekeerd en die leefden in deze mengelmoes van culturen en opvattingen.  De Blijde Boodschap groeit dus binnen een multiculturele samenleving. 

Dit is weer een constante doorheen het evangelie van Matteüs.  De Blijde Boodschap, het verlossende en bevrijdende inzicht, groeit precies binnen de confrontatie met de vele inzichten en levenspatronen, want zo kan je naar de kern gaan en moet je alles loslaten waarop je meent je te kunnen beroemen. 
In de mengelmoes van culturen en onder kritische ogen wordt geloof op zijn echtheid getoetst en kan het verdiept worden.   Ook vandaag kan zo de crisis in de kerk leiden tot een minder verspreid, maar wel echter geloof.
Je zou kunnen zeggen dat binnen gevestigde structuren, van een stad, van gezag, van een instituut, het evangelie van Jezus geen voet aan de grond krijgt. Het is “in den vreemde” dat het evangelie authentiek tot leven komt. Jezus wijst dit ook aan als Hij het heeft over de naaste: voor de Joden zijn hun naasten hun geloofsgenoten, mensen dit tot hetzelfde “instituut” behoren. Daarom wijst Jezus het innerlijke aan, geen uiterlijke kenmerken, zoals bijvoorbeeld behoren tot hetzelfde instituut, dezelfde groep mensen.  En zo een roepingsstrategie lukt pas met mensen die niet naar buiten kijken, maar wel naar binnen.

Zo komen we bij een tweede aspect van het evangelie van vandaag: de mensenvissers.
Jezus verlegt niet alleen grenzen door waar Hij optreedt, maar ook door wat Hij zegt en aan wie.
We hoorden in het evangelie 2 korte toespraken van Jezus: Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.  Bekeer je: keer je leven om, verander van mentaliteit, verruim je blikveld, geloof dat je vandaag nog aan een nieuwe toekomst kunt beginnen. 
Jezus is daarvoor vissers gaan zoeken.  Hij kiest niet de specialisten, hij kiest de ongeletterden.
Nochtans zou Hij aan de “geestelijke communauteiten” van toen, de leden van “het instituut”, minder onderricht moeten geven hebben. 

Matteüs resumeert het gebeuren wel zeer kort.  Bij Lucas vinden we een veel uitvoeriger verhaal met de wonderbaarlijke visvangst.  En bij Johannes klinkt het nog heel anders.  In zijn verhaal waren het de toekomstige apostelen die zelf het initiatief hebben genomen.  Ze zochten Jezus op en vroegen hem waar hij verblijf hield.  Kom maar kijken, zei hij.  Wat ze zagen moet hen overtuigd hebben, want ze bleven bij hem.

Maar bij Matteüs is het anders: Jezus ziet de vissers bezig en roept hen.  Meteen volgen de vissers. 
“Hop, ze zijn met Hem weg”.  Matteüs moet daarmee een specifieke bedoeling gehad hebben.  De vissers laten in een oogwenk hun netten, hun familie achter …  Dat doe je niet zomaar. 

De exegeten doen hier niet echt veel uitspraak over.  Had het met lokale cultuur te maken? Wou Matteüs benadrukken hoezeer “geroepen worden” een geschenk van God is, dat de vissers daarom onmiddellijk en met grenzeloos vertrouwen aanvaardden? Nemen wij in ons eigen leven soms ook geen ingrijpende beslissingen, in een flits, een opwelling, als antwoord op een onmiddellijk appèl?
Hoe het ook mag gebeurd zijn, duidelijk is dat het ging om mensen die zo sterk onder de indruk kwamen van wie Jezus was, van wat hij zei en deed, dat ze resoluut besloten: die man wil ik volgen.  Aan wat hij te bieden heeft wil ik mijn leven wijden, daarbij verzinkt al het andere in het niets.
Hun netten, hun boot, hun vader, hun gezin: ze lieten het “hebben” achter zich om een nieuwe mens te “zijn”; een nieuwe wijze van zijn, namelijk met het gelaat van Christus in hun hart. 
Het “achterlaten” is dan gerealiseerd in de bekering van hun hart.  Opnieuw is de oriëntatie richting naar binnen.

Overtuigde christen gelovigen zouden iets moeten hebben van mensenvissers.  Niet door hun netten, van publiciteit en propaganda bijvoorbeeld, uit te gooien waarin mensen zich laten vangen.  Maar wel door de wervingskracht die van een authentiek beleefd geloof uitgaat, metterdaad tot haar recht te brengen.  Uitkomen voor je geloof, noemen we dat.  Maar dat is veel meer en ook anders dan opkomen voor een aantal waarheden waaraan je door dik en dun blijft vasthouden.  Het gaat er vooral om dat mensen die christenen bezig zien, geraakt worden op zo’n manier dat ze voor henzelf licht zien opgaan.  Zo kan het gebeuren dat mensen zich gevangen geven aan het inzicht: dit is werkelijk de moeite waard, daar kan ik me aan spiegelen, daar wil ik in meestappen. 

Offerande – muziek  (door Vincent)

Groot dankgebed: Keervers 193 – keer U om, naar ons toe; keer ons toe naar elkaar

Onze Vader + vredeswens

Communie – muziek: (Vivaldi – Gloria RV589 – Domine Deus (6) – The Complete Sacred Music -CD 11)

Communielied 601: “Zoals ik zelf gezonden ben”

Inbreng van de nevendienst (Sabine)

Gebed

Wees gezegend, God, om woorden van licht, tot ons gekomen door Jezus’
volgelingen, woordvoerders van uw zorg voor een wereld onderweg.

Wees gezegend, God, om allen die in woord en werk uw licht voor mensen zijn,
die hen bevrijden van somberheid en vervullen van geloof in morgen.

Wees gezegend, God, om wat wij verlicht en bemoedigd mogen vieren: dat gij in de verrezen Heer die hier in woorden en brood van leven aanwezig komt, onze leef- en bondgenoot wilt zijn. 

Blijf ons vervullen, God, met het licht van uw menslievendheid waarin we ons voorgoed geborgen mogen weten,
door U gezien, aanvaard, bemind en gezegend.

Aankondigingen en zegen

Muziek

------