------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




14 oktober 2007: 28° zondag 2007 – Over dankbaarheid:

het verhaal van de 10 melaatsen: Lucas 17, 11-19

Marcel Braekers

Intrede 4: “Wees hier aanwezig”

Inleiding
Wij, westerse mensen, zwemmen in grote weelde, zeker als je ons vergelijkt met de rest van de wereld. Op vlak van voeding, kledij, wooncomfort, hobby’s hebben de meesten wat ze maar wensen. (Dat nog een bepaald procent onder het bestaansminimum moet leven is des te schrijnender.) Het vreemde van de situatie is dat we dit nauwelijks schijnen te waarderen. ‘Geld maakt niet gelukkig’ hoor je zo dikwijls zeggen, meestal door degenen die het aan niets ontbreekt. Maar vindt u het niet vreemd dat comfort en welstand geen terugslag schijnen te hebben op onze globale stemming? Voor mij is dat een voortdurende verwondering: hoe komt dit? Statistisch onderzoek wijst wel uit dat de Belgen best tevreden zijn met hun situatie, maar de norm ‘tevredenheid’ lijkt me te oppervlakkig, zoals heel dit onderzoek trouwens. Want het zegt nog niets over gevoelens zoals geluk, dankbaarheid of onbaatzuchtigheid, gevoelens die volgens mij meer bepalend zijn voor de tevredenheid dan voldoende loon, sociale zekerheid, enz. Ik blijf daarom met een heel andere vraag zitten: Waarom is onze algehele gestemdheid van een andere aard dan de weelderige levensstijl, die we erop nahouden?
De Amerikaanse psycholoog B.F. Skinner had daarvoor een duidelijke verklaring: ‘Alles wat je zomaar krijgt en dus niet als een beloning ervaart, heeft geen waarde.’ Wanneer ik je dus zonder reden iets geef en daarbij niets terug verwacht, dan heeft wat ik geef voor jou geen enkele waarde. Skinner paste zijn principes toe op allerlei domeinen van de samenleving: de opvoeding, de waardebeleving, de betrokkenheid op levensvragen, enz. Bv. Kinderen die moeten meehelpen in de huishoudelijke taken, hebben een grotere waardering voor de zorg van hun ouders dan kinderen die dat niet moeten doen, aldus Skinner. Studenten die na hun dagtaak ’s avonds in de horeca gaan werken om hun studies te kunnen betalen, zijn zorgzamer en meer erkentelijk om wat ze van thuis of via de universiteit krijgen aangeboden. Wij geven aan onze kinderen waardevolle dingen zoals kledij, een muziekinstallatie, mogelijkheid om te reizen, enz. maar we zijn verbaasd dat ze er ons niet dankbaar om zijn. Dat komt omdat het hun zomaar gegeven wordt, zegt Skinner. Gezondheidszorg die volledig gratis is, zorgt voor allerlei ontsporingen, omdat men alles als verworven recht beschouwt Wie een stuk van zijn vrije tijd besteedt aan bejaarden- of gehandicaptenzorg wordt beloond met het ontdekken van heel andere waarden dan wie enkel wat geld stort. Respect, dankbaarheid, zorgzaamheid zijn waarden, die men via conditionering moet leren.
U zult wel begrijpen dat zo’n radicale gedragstheorie zowel bij psychologen als bij filosofen kwaad bloed zette. Want waar blijven waarden zoals belangeloosheid, verwondering, ontvankelijkheid, enz.? Ik wil mijn aandacht slechts op die ene waarde van de dankbaarheid toespitsen. Als Jezus in het evangelie 10 mensen met een huidziekte geneest, dan is het toch vreemd dat slechts één terugkeert om Hem te bedanken, een Samaritaan. Een niet-gelovige overviel een gevoel van dankbaarheid waartoe gelovigen blijkbaar niet in staat waren (zijn). Wat is er dus toch gaande met ons? Ik zou daarover op een niet moraliserende manier willen nadenken en samen met u willen zoeken naar de diepe betekenis van deze houding.

Lied nr. 113: “Eert God die onze Vader is"

Gebed

Gij
Onnoembare en onkenbare,
Lichtglans door wie wij het licht zien,
Gij roepende tot ons,
Woord van bevrijding,
U noemen wij: God.
Breng ons thuis en keer ons tot leven
Zodat wij zorgen voor wie kwetsbaar en ontheemd zijn.
Dat wij in het spoor van Jezus van Nazareth
Uw liefde zichtbaar maken, overal op aarde.

Inleiding op de lezingen
De lezingen van deze zondag behandelen elk een analoge situatie. Twee keer wordt iemand genezen van huidziekte (in de oude Bijbelvertalingen sprak men altijd over melaatsheid, maar onderzoek heeft aangetoond dat die nauwelijks voorkwam in Palestina). Twee keer gaat het om een niet-Israëliet, een goj, die na zijn genezing vol dankbaarheid zich keert naar de schenker van het leven en zo een voorbeeld wordt voor alle zogenaamde gelovigen. De verhalen stemmen tot verwondering: waarom overviel dankbaarheid precies deze mensen en niet degenen die meenden dat ze jaar en dag gelovigen waren.

2 Koningen 5, 1 – 17
Muziek
Lucas 17,11 – 19
Lied 26: “Hij die de blinden weer liet zien”

Homilie
Niet toevallig staat in de tekst dat het om 10 personen met een huidziekte ging. Tien was voor Bijbelse normen het minimum voor een representatieve groep. ‘Indien in Sodom nog 10 rechtvaardigen wonen zal ik de stad niet verwoesten’, zegt God tot Abraham. Het morgengebed kan in de synagoge maar gezegd worden als 10 personen aanwezig zijn. Tien biddende gelovigen zijn representatief voor heel de mensheid. Zij zingen in naam van iedereen Gods lof, opdat allen geheiligd worden. Ook omgekeerd staan tien zieken symbolisch voor allen die door ziekte, armoede of uitsluiting worden gemarginaliseerd. In dit geval ging het om een verschrikkelijke situatie. Vanwege angst voor besmetting waren deze lijders aan een huidziekte uitgestoten. Ze kregen een ratel en waren verplicht van op afstand zich te melden en te roepen dat ze besmet waren. Maar in het evangelieverhaal gebeurt het omgekeerde. In plaats van waarschuwend te roepen, vragen ze Jezus om aandacht en nabijheid. Lucas beklemtoont dit gedrag extra, om zo het contrast met de gezonden, die onverschillig aan Jezus voorbijgaan, te vergroten.

Jezus belooft de zieken dat ze onderweg naar de priester rein zullen worden. Kataridzein staat er in het Grieks wat betekent: zuiveren, genezen, heel maken. Vertrouwend op Jezus’ woord gaan ze zoals gebruikelijk zich tonen aan de priester en merken ze onderweg dat ze genezen zijn. Letterlijk staat er: Geheeld als totale mens, zowel fysiek, sociaal als religieus. Er is voor hen een nieuw leven en een nieuwe toekomst mogelijk. Merkwaardig genoeg is er slechts één – en nog wel een Samaritaan - dankbaarheid voelt en terugkeert op zijn stappen om Jezus te danken. Slechts één aan wie zich het wonder in de echte betekenis van het woord voltrekt, want door te danken, te knielen en Gods lof te zingen komt het wonder tot voltooiing.

Maar wat was daar zo bijzonder aan? Wat gebeurt er eigenlijk in de dankbaarheid? Het gaat om een gevoel dat je niet zomaar kunt oproepen, maar dat ons overvalt op een ogenblik dat we onverwacht en onverdiend een geschenk krijgen. Om een goed idee te krijgen moet je wat gebeurt vanuit twee hoeken bekijken: vanuit Degene die geeft en vanuit degene die ontvangt.

Een geschenk heeft altijd iets van het mateloze, het onbekommerd weggeven. Het geschenk net zoals het offer laten ons een andere dimensie van het leven aanvoelen. Het heeft te maken met blijheid om iemand om wie je geeft. Anders dan onze wereld van berekening, van concurrentie en van vechten om te overleven is een geschenk van een andere orde. Het verwijst naar de wereld van oneindigheid, van mateloosheid, soms zelfs van onbezonnen verkwisting (‘dat had je nu echt niet mogen doen, je hebt zoal weinig centen’). Het is de dimensie die maakt dat het leven zinvol is. In de dankbaarheid tegenover God ervaren we iets van het gratuite van geloven. Skinner was dus volgens mij fout: de ervaring dat je zomaar iets wordt gegeven kan een diep gevoel van geluk en dankbaarheid oproepen.

Er zit nog een ander belangrijk aspect aan dankbaarheid als je ze bekijkt vanuit de mens die ontvangt. Een geschenk krijgt maar zijn volle betekenis als de ander dit erkent en zo de gever in zijn diepere betekenis waardeert. Op het ogenblik dat de Samaritaan in ons verhaal God dankt, bereikt het geven zijn voltooiing en geeft hij aan de Israëlieten en ook aan ons een les in waarachtig geloof: hij ontdekte de onverdiende, onberekende overvloed van leven die van God uitgaat.
God, de Schenker van leven, wordt maar gever op het ogenblik dat de mens Hem erkentelijk dankt. Ook Jezus wordt slechts de plaatsbekleder van God door de erkentelijkheid van de mens. Ik raak daarmee aan een nieuwe manier van theologie bedrijven, die misschien op het eerste zicht wat vreemd in de oren klinkt. Wij zijn immers gewoon objectief te denken ook als het over God en Jezus gaat. Jezus is Zoon van God, omdat Hij uit God is geboren, God is nu eenmaal eeuwig en onveranderlijk hoe de mens zich ook gedraagt. Maar is dat zo? Wie jij bent, hangt toch niet alleen van jou af, maar ook van de manier waarop ik naar je kijk. Zo is het ook met God en Jezus van Nazareth. Slechts door de dankbare erkenning worden God en Jezus wie ze ten diepste in zichzelf zijn.

Zo opent dit kleine verhaal een nieuwe wereld van wederkerigheid, van een God die als een niet te stelpen Bron zich geeft aan de kosmos. En van een mens die in diep vertrouwen aanneemt en dankt. Die geheeld naar lichaam en geest inkeert in zijn diepste kern en daar aangekomen, geniet en feest om wat hem onverdiend wordt aangedaan.

Na de communie lied 633: “Gezegend de God van Israël”

------