------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




13 februari 2005: 1e zondag van de vasten

De bekoringen in de woestijn

Jacques Perquy

Muziek: “Out of Africa” nr. 1

Zang: 403 “Een mens te zijn op aarde”

Verwelkoming

Vandaag is het de eerste zondag van de vasten. Centraal staat het verhaal van Jezus die veertig dagen in de woestijn verblijft. Zelf hebben we een aantal jaren geleden een woestijnland Oman bezocht. We waren er slechts veertien dagen, maar van het desolate bruin-grijze rotslandschap, waar je honderden kilometers moet rijden om wat groen te zien, werd ik depressief. ‘Nachts zie je wel een schitterende sterrenhemel maar overdag worden je zintuigen door weinig aangesproken.
Je bent er alleen met jezelf.
Daarover gaat ook de lezing vandaag. We zullen tijdens de vastenperiode als gemeenschap ook aandacht besteden aan het actiethema van Broederlijk Delen “Congo wil groeien”. De slogan van deze actie is overigens een sterke verwijzing naar het verrijzenisgeloof van Pasen “ten leven opgeschreven”.

Laat ons de viering aanvatten: “in de naam van de vader…”

Oproep tot mededogen

Jezus zegt in het evangelie niet: “Kom, jullie, ellendige zondaars” maar wel “Kom allen die uitgeput zijt en door lasten gekweld en Ik zal jullie verkwikking schenken” (Mat 11,25).
Laat ons stilstaan bij wat ons en anderen tijdens de voorbije periode heeft teneergedrukt en bidden tot God dat Hij zich over ons, mensen zou ontfermen.

Moment van stilte

We bidden om ontferming met het lied nr. 107: “Kyrie Eleison”

Om wie arm van geest zijn,
Lege handen hebben
En worden verdrongen en achtergesteld-

Om wie treuren
En geen troost vinden-

Om wie zachtmoedig leven
En enkel gekwetst worden-

Om wie hongeren en dorsten
Naar gerechtigheid
Maar in een woestijn verkommeren-

Om wie bramhartig durven leven
Maar alleen achter blijven-

Om wie zuiver van hart zijn
Maar U niet vinden-

Om al deze kinderen
Van uw Koninkrijk
Voor wie onder ons
Geen plaats is: Heer ontferm

Inleiding bij de lezing

De lezing van vandaag vertelt het gekende verhaal van Jezus die de woestijn intrekt, er veertig dagen doorbrengt en aan de verleidingen van het Kwaad weerstand biedt. Dit verhaal hangt nauw samen met dit over de doop van Jezus in de Jordaan, dat we enkele zondagen geleden hebben gehoord. Daarin werd de roeping van Jezus duidelijk: Hij gaat in op de oproep van Johannes en kiest voor de machtelozen en de zoekenden. Keuze die door God wordt bekrachtigd met de woorden; “Dit is mijn geliefde zoon, in wie ik vreugde vind”. In de woestijn wordt zijn keuze aan beproevingen onderworpen: hoe zal hij zijn nieuwe naam “zoon van God” dragen?

B. Standaert schrijft dat de woestijn in de joods-bijbelse traditie volgende betekenissen heeft:
- het roept de tijd op van het nomadenbestaan: een tijd van goddelijke nabijheid. Een tijd waarin God tot het hart van Israël sprak en het volk gewillig naar God luisterde. Een tijd ook van beproeving echter: “ De Heer uw God heeft u toen vernederd en op de proef gesteld om uw gezindheid te leren kennen: Hij wilde weten of jullie zijn geboden zouden onderhouden of niet” (Deut 8,2).

- De woestijn is evenwel ook de plaats waar jaarlijks de zondebok heen gestuurd wordt, naar het domein van Azazel (Lev 16,7-10).In de woestijn huizen de demonen (kleine windhozen heten er duivelswinden). Daarom wordt tot op vandaag door de joodse traditie het opzoeken van pure eenzaamheid in de natuur afgeraden. Jezus gaat wel de confrontatie aan met het kwaad.

We kunnen in dit verhaal al een verwijzing zien naar de voltooiing van zijn keuze wanneer hijzelf als zondebok zal worden gedood.

Lezing: Lucas 4,1-13

Commentaar

Huub Oosterhuis schrijft in zijn boek Mensen voor dag en dauw een mooie commentaar bij dit evangelie. Ik roep enkele gedachten ervan op.
Vooreerst schrijft hij, dat Jezus zowel in zijn doop als in de verlatenheid in de woestijn, niet enkel hij is, maar velen. ‘In de woestijn gedreven, stenen en wilde dieren om hem heen  is hij al degenen die wel gegaan zijn, maar dan ontledigd, blootstaan aan de verzoeking om het op te geven. Niet meer kunnen en willen. Plotseling denken en vooral voelen: wie ben,wat heb ik mij ingebeeld; plotseling doodmoe en vol weerzin en cynisme. En van alle kanten stemmen horen die zeggen wat je hoort en vreest in jezelf: dat het geen zin heeft, dat er geen beginnen aan is: alle gerechtigheid volbrengen.’

En verder schrijft Oosterhuis dat alleen hij die door de geest van God wordt gedreven, de beproeving zal kennen. ‘Wie niet gedreven wordt, wie niet gelooft wordt niet beproefd’.

In de woestijn terechtkomen is, voor wie gelooft dus niet zonder risico. Je komt in een immense leegt en in een weergaloze stilte te staan. Je wordt geconfronteerd met jezelf: waar ben ik eigenlijk mee bezig? wat drijft me in het leven? Waartoe hebben we ons laten dopen in de Jordaan? Wie het aandurft de stilte van de woestijn op te zoeken en te vasten krijgt dezelfde vragen voorgeschoteld als Jezus. We worden evenzeer beproefd (verleid? verslaafd?) in belangrijke domeinen: het materiële om te beginnen. Jezus antwoordt aan de demon: “een mens leeft niet van brood alleen.

Hoe zit dat bij mij? Hoe ga ik om met geld, consumptie, status, uiterlijk vertoon?
Hoe stil ik het verlangen bij mezelf en bij anderen: met meer dan met het materiële?
Hoe ga ik in op de noden van anderen: door als weldoener stenen te veranderen in broden – te storten voor Tsunami, of ook door stil te staan bij het andere leed van mensen? “Een mens leeft niet van brood alleen” zegt Jezus.
Hoe ga ik om met macht en aanzien? Invloed hebben op anderen – beslissingen kunnen nemen kan erg verslavend zijn. Voor vorsers is het bijzonder moeilijk te weerstaan aan de verleiding om wat wetenschappelijk en technisch kan, niet toe te passen, ook al is niet zeker dat dit de menselijkheid ten goede komt. Hoe ga ik ermee om? Jezus antwoordt aan de demon: “ De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen” Staat het welzijn van anderen centraal in mijn leven of mijn ego? Blijf ik mijn keuze van voorkeursliefde voor de zwakken trouw of kies ik voor de machtigen?
Hoe ga ik om met mijn geloof? Blijf ik bij mijn tastend geloven of wil ik bewijzen? Laat ik mij iedere keer bevragen door de bijbel of blijf ik mij vasthouden aan het beeld dat ik mij heb gemaakt van God? Geloof ik enkel in God als Hij aan mijn voorwaarden voldoet.

“U zult de Heer en God niet op de proef stellen” zegt Jezus.
Het zijn belangrijke vragen die ons vandaag worden gesteld: aan elk van ons als individu, aan ons als gemeenschap van Filosofenfontein als bredere kerkgemeenschap maar ook als samenleving. We worden uitgenodigd om tijdens deze veertig dagen meer dan anders stil te staan bij onze roeping als gelovige.

We zingen bij het einde van de woorddienst het lied nr. 649 van Oosterhuis. Het gaat over ontlediging een begrip dat bij Oosterhuis heel centraal staat ook in het verhaal van Jezus in de woestijn. Hij omschrijft ontlediging als volgt:” dat ik prijsgeef ieder beeld dat ik mij van God en van mijzelf en van mijn toekomst en van een ander heb gevormd, of dat me is aangeleerd. Ontlediging is: dat je die omhulsels afdoet; geen staat, geen stand, geen wijsheid meer koesteren als bezit, als pleisterplaats of onderdak; geen steen meer hebben om je hoofd op neer te leggen.

Zang: nr 649 “Kom in mij”

Offergang

Muziek:

 Zoals aangekondigd sluiten we met onze gemeenschap aan bij het vastenthema van Broederlijk Delen “Congo wil leven”.  We zullen elke zondag door middel van een symbool aandacht vragen voor dit thema. Het eerste symbool is de kookpot. Deze staat voor leven, voor zorg voor het gezin, voor samenleven, maar ook voor alle moeite die de Congolese vrouwen moeten doen om die gevuld te krijgen (zoals blijkt uit volgend verhaal van Yowa)

Kaderverhaal van Yowa

We willen met deze kookpot niet enkel aandacht vragen voor de betekenis ervan in Congo maar tevens wat die bij ons oproept.

Er gaat deze dagen een actie door in Vlaanderen onder de veelzeggende oproep ‘Aan tafel’. Het gaat om een dag vasten waarbij mensen nadenken over hun inzet en inkeer. Maar het houdt meteen een oproep in om rond de tafel gemeenschap te vormen.

Versteylen vraagt zich af in zijn boekje Om te genieten moet je betalen of het in onze gezinnen gaat om tafelcultuur dan wel koelkastcultuur, waarbij elkeen wanneer het hem/haar zint begint te eten. Of hij heeft het over een tafel met een kijkkant, waar niemand mag gaan zitten anders kan men het tv-scherm niet zien Hij benadrukt ook het belang van het tafeldekken en van het rustig aan tafel gaan (i.p.v. van het opgewonden bikkebikkebik die leidt tot tafelverwildering). Tenslotte vertelt hij over een gezin, waarvan ouders en kinderen  tijdens de vasten 20 minuten vroeger opstaan, om samen te kunnen ontbijten. Het ontlokt hem het commentaar dat in dat gezin nooit zoveel gegeten wordt als tijdens de vasten…
Dit is meteen een oproep om onze tafelgewoonten misschien eens te doorbreken.

Vandaag brengen we nog een tweede symbool aan. De kookpot moet stevig staan op drie gelijke stenen. Dit worden voor deze periode de drie peilers: vasten, bidden en delen.

Grote dankgebed

Als er dus vermaning in Christus is,
als er bemoediging van de Liefde
als er gemeenschap in de Geest
als er erbarmen en zwangerschap(barmhartigheid)  zijn
maak mijn vreugde dan volkomen
om hetzelfde te leven
dezelfde liefde te ervaren
in gemeenschap van geest te zijn
door in de Ene te leven.
niet op de wijze van Rivaliteit, niet op de wijze van ijdele roem
maar door nederigheid
de anderen beschouwend als belangrijker dan jezelf-
niet, door elkeen zijn eigen bezit te bekijken
maar het bezit van anderen.
Die gezindheid moet onder u heersen.

Dit vinden we ook in de Messias, Jezus,
hij, die de gestalte van God zijnde,
niet het verwerven beschouwd heeft
als een gelijke te zijn van een god
maar zich ontledigd heeft
door de gestalte van een dienaar aan te nemen   (Jes. 52,13)
Aan de mensen gelijk geworden,
En als mens verschenen,
heeft hij zich vernederd  (Jes. 53,4.7.12.)
door gehoorzaam te worden totterdood – een dood op het Kruis.

Daarom
Heeft God hem hoog verheven     (Jes. 52,13)
En hem de Naam gegeven, die boven alle namen is
opdat in de naam van Jezus elke knie zich zou buigen   (Jes. 45,23)
in de hemelen, op de aarde en in de onderwereld
en dat iedere tong zou belijden    (Jes. 45,23)
de Heer is Jezus Messias
tot eer van God, de Vader.

Zo, geliefden,
Zoals u te allen tijde een gehoorzaam luisteren hebt betoond,
- niet alleen in mijn aanwezigheid-
maar meer nog nu, in mijn afwezigheid-
bewerk uw redding
in vrees en beven.           (Psalm 2,11)
Want God is degene in u,
Die de energie verschaft in uw willen en in uw handelen
voor het welgevallen.

Onze Vader

Na de communie: muziek:  Soeur Marie Keyrouz cd I nr 2

Zang nr. 417: “Die mij droeg op adelaarsvleugels”

Slotgebed

De vasten is een periode om evidenties in vraag te stellen ook van de beelden die we ons van God maken. Uitdagend is de volgende tekst die de exegeet Bert ter Schegget  schreef in 1977:

Of God bestaat, ik weet het niet. De religie rondom ons gaat van zijn bestaan uit, vanzelfsprekend. Dat is voor mij niet zo. Als ik ze hoor spreken, komt er onverbiddelijk ongeloof in mij op. Dan ben ik atheïst en wel volkomen. Zo hoor ik tot de verwereldlijkte mensheid van deze (post)moderne tijd. Nee, voor mij bestaat God niet. En bewijsbaar is hij nog minder.

Toch is er iets anders in mijn leven: een stem die enerzijds binnen in mij is en die anderzijds eigenlijk tot mij komt. Ik kan die stem in ieder geval niet vereenzelvigen met wat ik zelf zeg of denk, hoop en vrees. Hij is niet zo duidelijk, het is meer een zachte fluistering vanuit een verborgen stilte. Maar het is een stem getuigend van licht, dat mij trekt. Door die beloftevolle stem word ik losgemaakt uit de betovering en omklemming van de bestaande wereld en gezet in een ruimte van vrijheid. Ik kom in beweging naar vrede, recht, vrijheid en gemeenschap toe. Het is een stem “die de stilte niet breekt”, zo zacht en innig, maar tegelijk onweerstaanbaar. Die bindende stem noem ik – door de bijbel geleerd-- God. Hij is weerloos tegen elke ontkenning, ook die van mij (en dat is goed),maar hij laat mij niet los. Hij boeit mij, bemoedigt en troost mij. Ik leef op zijn adem.

Muziek: Leonard Cohen nr 10

 

------