2 januari 2005:
De wijzen uit het Oosten en het Zuiden
Gerlinde Doyen
Intredelied: 210
Inleiding
Nieuwjaar.
De eindejaarsfeesten zijn alweer achter de rug. Sommigen hebben
nog enkele uitgestelde nieuwjaarsfeestjes tegoed. We wensen
elkaar het allerbeste toe: een goede gezondheid, liefde in
het gezin, niet teveel stress op het werk. En velen hebben
ook goede voornemens gemaakt..Een van mijn goede voornemens
is een voorbeeld te nemen aan mensen die ik ontmoet heb in
het Zuiden. In de maand november ben ik naar Nicaragua en
Honduras gegaan om de ondersteuning van een Belgische ngo
aan twee partnerorganisaties te evalueren. In beide landen
heb ik mensen ontmoet met een enorme inzet en liefde voor
hun medemensen. Mensen die van hun karig loon een deel afstaan
voor anderen die het nog moeilijker hebben. Ondanks alle moeilijkheden
optimistische mensen, mensen met een droom dat de arme bevolking
op een dag een menswaardig leven zal kunnen leiden.
Vandaag viert de kerk de aanbidding door de drie wijzen, of
nog: driekoningen. Ik ga geen poging ondernemen om het verhaal
historisch of theologisch te verklaren. Jezus is geboren in
een stal, omdat er voor Maria en Jozef geen plaats was in
de herberg. Het zijn niet de meest gelovige joden of intellectuelen
die het kindje komen begroeten. Het zijn in de eerste plaats
de herders, ongeveer het laagste beroep denkbaar in die tijd.
In de tweede plaats zijn het wijzen uit het Oosten, heidenen.
Zij hebben een opvallende ster gezien en zijn die gevolgd.
Zij kennen de geschriften die de komst van de Messias aankondigen.
De wijzen zien dat de ster stilstaat boven een stal in een
wei. Wanneer zij in de voederbak van de dieren een kindje
vinden, in doeken gewikkeld, knielen zij in eerbied neer.
Al van bij de geboorte van Jezus krijgen wij de boodschap
mee: ga God niet zoeken in paleizen of kathedralen maar zoek
onder de armen. Jahwe is geen God voor een uitverkozen volk,
maar een God voor alle volkeren die bovendien kiest voor de
zwaksten. Ik denk dat indien het verhaal zich in onze tijd
zou afspelen, we het koningskind waarschijnlijk in een vluchtelingenkamp
zouden moeten zoeken, in de tentjes die worden opgetrokken
in Sri-Lanka, India, Indonesië. Of in de grensgebieden tussen
Congo en Rwanda, in de krottewijken van Mexico City, op Smoky
Mountain in Manilla. Of op zoveel andere plaatsen in de wereld
waar mensen dromen van een beter bestaan.
We luisteren nu naar een lied van de Nicaraguaanse zanger
Carlos Mejia Godoy. Het is geschreven tijdens de Sandinistische
revolutie en moet dus in die context gezien worden. Deze liederen
zijn door ongeveer de ganse Nicaraguaanse bevolking gekend
en blijven de hoop en de strijd uitdrukken voor een rechtvaardige
samenleving.
Lied 308: “Heden zal
uw redder komen”
Lied 313; “Dat wij
als wachters op de muren zijn”
Evangelie: De Wijzen
uit het Oosten uit de kinderbijbel
Homilie
Het was mijn eerste bezoek
aan Nicaragua. Ik had wel gelezen over de Sandinistische revolutie
tegen dictator Somoza, het door de Verenigde Staten gesteunde
verzet tegen deze revolutie door de Contras en het sinds 1990
neoliberale beleid van rechtse regeringen. De organisatie
die ik bezocht heb, het Frente Nacional de Trabajadores of
FNT, is een nationale koepel van vakbondscentrales. De koepelorganisatie
is opgericht na de verkiezingsnederlaag van de Sandinisten
in 1990. Deze organisatie wilde de principes van de revolutie
verdedigen en dus de krachten bundelen. Op dit moment leunt
FNT ideologisch nog steeds aan bij het Sandinisme, maar is
het toch onafhankelijk. In één derde van de gemeenten van
Nicaragua zijn er vakbonden aanwezig die onder deze koepel
vallen. De koepelorganisatie werkt aan beleidsbeïnvloeding
op zowel het nationale als op het gemeentelijke niveau.
De organisatie kan al rekenen op zes parlementariërs die uit
hun rangen verkozen zijn en die zichzelf zien als vertegenwoordigers
van de vakbeweging. Er worden wetsvoorstellen ingediend in
verband met minimumlonen, een beter sociale zekerheidsstelsel,
een hogere begroting voor onderwijs en gezondheidszorg, lagere
lonen voor de president en voor hoge ambtenaren. Op een aantal
van deze domeinen zijn reeds resultaten geboekt. Op gemeentelijk
vlak wil FNT ervoor zorgen dat de lokale bevolking de ontwikkeling
in eigen handen neemt. In de gemeenten waar vakbonden van
FNT aanwezig zijn, wordt er een leider aangesteld die de vakbonden
van de verschillende centrales coördineert, bijvoorbeeld de
lokale vakbond van de ambtenaren, de vakbond van de leerkrachten,
de vakbond van de vissers, ...
In Nicaragua zijn de voorbije jaren meer bevoegdheden van
de centrale naar de gemeentelijke overheid gegaan. Meteen
is door de nieuwe gemeentewet voorzien dat de lokale bevolking
aan dit beleid kan deelnemen. Een vrouwenorganisatie, milieubeweging,
de vakbonden, de organisatie voor de inheemse bevolking, al
deze organisaties mogen in principe vertegenwoordigers naar
een comité sturen om inspraak te hebben in het lokale beleid.
Vooraleer deze vertegenwoordigers van de bevolking echter
het beleid kunnen beïnvloeden, is het nodig dat ze weten wat
er in de gemeentewet staat, welke rechten en plichten ze hebben,
hoe een lokaal ontwikkelingsbeleid eruit zou kunnen zien.
Daarom wil FNT haar vakbondsleiders en ook leden vorming geven
over deze aspecten. Bovendien stimuleert FNT dat de verschillende
lokale organisaties bij elkaar komen om samen standpunten
in te nemen of samen te werken. Eenmaal de lokale leiders
de kennis hebben, een diagnose hebben opgesteld over de noden
van hun gemeente, zullen de lokale machthebbers dit niet zomaar
naast zich neer kunnen leggen. Zeker niet omdat FNT ook op
nationaal niveau aan beleidsbeïnvloeding doet. Het is deze
werking op gemeentelijk niveau die ondersteund wordt door
het Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking.
Tijdens de interviews met de verschillende betrokkenen maar
ook tijdens de informele gesprekken tussendoor werd ik getroffen
door de enorme solidariteit onder de gewone bevolking. Hun
leiders zijn vaak revolutionairen die als jongere de kans
niet gekregen hebben om te studeren maar achteraf jarenlang
avondschool gevolgd hebben om een universitair diploma te
behalen. De parlementairen staan 10% van hun loon af aan de
organisatie. Ik weet wel dat elk regime en elke revolutie
excessen en profiteurs kent. Het gaat mij hier om de enorme
verbondenheid die er blijft leven tussen die mannen en vrouwen
die overdag een peulschil verdienen en 's avonds les volgen
of vrijwilligerswerk doen voor slachtoffers van geweld of
zieken, ... Eenvoudige mensen spreken mi.] over de mensenrechten,
de afspraken die gemaakt zijn in collectieve akkoorden, de
plichten van burgers en overheid. Indien zij mij vroegen hoe
het zat met bepaalde zaken in België, moest ik hen toegeven
dat ik het niet wist.
Telkens opnieuw besefte ik hoe weinig wij nog met die zaken
bezig zijn. We leven in een rechtstaat, er is een vrij goed
werkend systeem van sociale zekerheid, een sociaal vangnet.
Het is eerder omgekeerd, we moeten proberen te beschermen
wat we hebben. Het maakt ons loom en onverschillig. Ik moet
niet bij mijn buurvrouw te raden gaan om te vragen hoe het
zit met ouderschapsverlof, dat staat mooi uitgelegd op de
website van de RVA. Het voedselagentschap controleert de kwaliteit
van het eten, Testaankoop klaagt bepaalde praktijken aan.
Zelf moet je eigenlijk niets doen, tenzij lidgeld betalen
voor de middenveldorganisaties. Deze organisaties krijgen
steeds minder vrijwilligers op de been. We hebben goede redenen
om ons niet te engageren: we zijn tweeverdieners met een stresserende
job, een gezin, vaak nog ouders om voor te zorgen. En toch
is het elders wel mogelijk. Waarom kunnen zij dit wel? Zij
hebben een droom die hen verbindt en krachtig maakt.
In de kerken in Vlaanderen wordt het steeds stiller en grijzer.
Ook hier proberen we te behouden wat we hebben, maar missen
we het optimisme van de volle kerken in andere landen en continenten.
In de Vlaamse politiek verdedigen we ons tegen het Vlaams
Belang.
Op al deze vlakken missen we dromen, een ster om te volgen.
En toch zijn er dromen. Zoals in de advent gezegd: de kinderen
hebben dromen. Voor mij wordt het bij mijn werkbezoeken in
het Zuiden duidelijk dat er dromen bestaan en dat mensen zich
inzetten om deze te realiseren, met resultaten! De Belgische
ngo's werken met partnerorganisaties in het Zuiden. Zij wijzen
ons op de strijd van de arme bevolking in het Zuiden, op de
gevolgen van milieuvervuiling, op de gevolgen van internationale
verdragen waar de arme bevolking in het Zuiden het slachtoffer
van is. Samen met de ngo's kunnen we druk uitoefenen op onze
eigen regering, tonen dat het ons allemaal niet onverschillig
laat. Tonen dat wij dromen en geloven in een eerlijke en schonere
wereld.
Maar ook in onze eigen buurt kunnen we een inspanning doen,
een persoonlijk steentje bijdragen tegen de verzuring.
Kerstmis is een feest van hoop: hoop op een betere tijd, een
tijd waarin mensen rekening houden met elkaar en met de natuur.
Het zijn vreemdelingen die het joodse volk erop wijzen dat
het kindje van arme ouders dat in een stal in Betlehem geboren
is, de Messias is. Misschien zijn het ook vreemdelingen die
ons terug wat meer leren dromen, over broederschap en eenheid.
Offerande, CD: Revolution
nr 3
Canon
Onze Vader
Communie: CD Corelli
5-6
Gebed: Fons Vandaele
Slotlied 305: “Gij verschijnt
niet op de wolken”
|