------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




26 december 2004

Weihnachtsoratorium

Maurits Eycken

 “Simfonia” van deel 2 van het Weihnachtsoratorium

Inleiding

We hoorden de inleidende instrumentale van de Weihnachtscantate voor tweede kerstdag. Het thema van die cantate van Bach is de boodschap van hoop aan de herders en we zullen tijdens deze viering ook dit thema ter bezinning nemen en de muziek van Bach beluisteren. Het wordt dus veel muziek en enkele bezinningsteksten.
Laten we deze momenten dan samen doorbrengen en deze viering openen in de naam van … (kruisteken)

Lucas begint zijn verhaal met de woorden “in die dagen kwam er een verordening van keizer Augustus om een volkstelling te houden”. Lucas plaatst zijn verhaal in een concrete maatschappelijke context met als kenmerken: de Romeinse overheersing, de decadentie en een Joodse priesterkaste die zich opsluit in een zelfgeconstrueerde religie van zinloze regels, zware offerverplichtingen voor het volk zonder enige bezorgdheid voor de armoedige toestand waarin die bevolking leeft.

Naast de Romeinse hofhouding is er dan nog de Joodse hogere klasse rond de dictatoriale Herodes, die een zeer dubbelzinnige houding aanneemt tegenover de Romeinse bezetter en daarvoor op weinig sympathie kan rekenen van het volk.

En helemaal onderaan staan dan de herders, nomaden, zonder vaste woonplaats met een eigen mentaliteit van ongebondenheid. Je zou ze wat kunnen vergelijken met onze zigeuners. Door iedereen geminacht en als onbetrouwbaar beschouwd.

Juist aan die lagere klasse wordt de boodschap geopenbaard. Dat is een van de rijke gedachten bij kerstmis. Aan armen heeft hij zich getoond, vernederden gaf hij een hoge plaats. Het is de basisgedachte van het Lucasverhaal, een gedachte die we ook terugvinden in het magnificat, dat we in deze viering nog samen zullen bidden.

We luisteren nu naar de aankondiging van zoals ze in de cantate van Bach gebracht wordt. Daarna volgt er een korte koorzang,  waar de solist en dus ook de luisteraar zich vereenzelvigd met het herdersvolk en waar het heil komt van heel klein en weerloos kind; de troostende gedachte van kerstmis.

11. Rezitativ, Evangelist

Und es waren Hirten in derselben Gegend auf dem Felde bei den Hürden, die hüteten des Nachts ihre Herde. Und siehe, des Herren Engel trat zu ihnen, und die Klarheit des Herren leuchtet um sie, und sie furchten sich sehr.

 12. Choral

Brich an, o schönes Morgenlicht,
Und laß den Himmel tagen!
Du Hirtenvolk, erschrecke nicht,
Weil dir die Engel sagen,
Daß dieses schwache Knäbelein
Soll unser Trost und Freude sein,
Dazu den Satan zwingen
Und letzlich Frieden bringen.

13. Rezitativ : Evangelist

Und der Engel sprach zu ihnen;

Der Engel

Fürchtet euch nicht, siehe, ich verkündige euch große Freude, die allem Volke widerfahren wird. Denn euch ist heute der Heiland geboren, welcher ist Christus, der Herr, in der Stadt David.

16. Rezitativ, Evangelist

Und das habt zum Zeichen: Ihr werdet finden das Kind in Windeln gewickelt und in einer Krippen liegen.

Lezing uit Lucas 2

Nu waren er die nacht, herders in de buurt.
Zij sliepen bij hun kudden.
Plotseling stond voor hun ogen de Engel des Heren
en de glorie Gods omstraalde hen.
Zij werden zeer bevreesd.
Maar de Engel sprak tot hen:
Weest niet bevreesd,
want ik verkondig u een grote vreugde,
die voor heel het volk bestemd is.
Heden is u een redder geboren
in de stad van David.
Zijn Naam is Christus de Heer.
En dat zal voor u een teken zijn
Gij zult een pasgeboren kind vinden,
het is in doeken gewikkeld.
Het ligt in een kribbe.

Korte bezinning

In dezer dagen was er een verordening van Keizer Bush. Hij oordeelde dat het tijd werd om aan het volk een triomftocht te bieden door de straten van de hoofdstad. En hij trok ten strijde tegen Irak.
In dezer dagen was er een verordening van de Koning van Israël, Sharon, dat er een muur moest gebouwd worden om de bedreiging van de in armoede levende volkeren rond hen, af te houden.
….
In dezer dagen waren er oorlog, bomaanslagen, racistische acties en zo kunnen we nog lang doorgaan.
Maar ondanks dat alles, vertellen wij elk jaar opnieuw aan elkaar het verhaal van de “boodschap van hoop en vrede die gegeven werd aan de kleinsten, aan de armen, aan de verworpenen der aarde. Tegen alle schijnbaar noodlot in, wordt het kind in ons midden geboren, uit een volksvrouw. Lucas noemt ze met het OT beeld, een maagd. In dat kind komt God bij ons aanwezig, Immanuel

38. Rezitativ und arioso rezitativ, Bass

Rezitativ, Bass

Immanuel, o süßes Wort!
Mein Jesus heißt mein Hort,
Mein Jesus heißt mein Leben,
Mein Jesus hat sich mir ergeben,
Mein Jesus soll mir immerfort
Vor meinen Augen schweben.
Mein Jesus heißt meine Lust,
Mein Jesus labet Herz und brust.

Arioso, chor Sopran

Jesu, du mein liebstes Leben,
Meiner Seelen Bräutigam,
Der du dich vor mich gegeben
An des bittern Kreuzes Stamm!

Arioso, Bass

Komm! Ich will dich mit Lust umfassen,
Mein Herze soll dich nimmer lassen,
Ach! So nimm mich zu dir!

Rezitativ, Bass

Auch in dem Sterben sollst du mir
Das Allerliebste sein;
In Not, Gefahr und Ungemach
Seh ich dir sehnlichst nach.
Was jagte mir zuletzt der Tod für Grauen ein?
Mein Jesus! Wenn ich sterbe,
So weiß ich, daß ich nicht verderbe.
Dein Name steht in mir geschrieben,
Der hat es Todes Furcht vertrieben.

Bezinning

Toen ik deze week naar mijn werk ging, namen de betogers bezit van het Noordstation. Ze zouden met 40 of 50 000 afzakken naar Brussel. Overal knalden er bommetjes en klonken er kreten. Het galmde “oorverdovend onhoudbaar” door het station.

De daklozen die daar altijd samen zitten en daar ook slapen, verzamelden hun schamele bezittingen en ze oordeelden dat dit het teken was om naar “een of ander” opvanghuis of naar het Leger des Heils te trekken, waar ze elke kerstperiode worden opgevangen en hun kerstmaal krijgen. En dat is maar goed ook. De minsten onder ons worden uitgenodigd om mee de hoop, het licht te vieren.

Want wij, gelovigen, vieren geen kerstmis, omdat het nu eenmaal traditie is. We “willen” kerstmis vieren als teken van de verschijning van Gods aangezicht in deze wereld. We willen blijven herdenken dat die boodschap van hoop gebracht is aan de allerminsten van de maatschappij en weigeren het kerstfeest te laten verworden tot een materialistisch feest van pakjes en geschenken.

Als een vorm van geloofsbelijdenis bidden we nu samen het Magnificat en daarna luisteren we naar de prachtige aria “Schlafe, mein Liebster, genieße der Ruh”.

Magnificat (samen)

Met heel mijn hart roem ik de Heer,
met al mijn adem juich ik om God, mijn redder;
want hij heeft omgezien naar zijn vernederde dienares.
Voortaan prijzen alle generaties mij gelukkig,
want grote dingen heeft de machtige met mij gedaan.
Heilig is zijn naam,
barmhartig is hij, iedere generatie weer,
voor wie hem eerbiedigen.
Hij heeft de kracht van zijn arm getoond,
wie zich verheven waanden, uiteengeslagen.
Machthebbers heeft hij van hun
troon gehaald,
vernederden gaf hij een hoge plaats.
Hongerigen overlaadde hij met het beste,
rijken heeft hij met lege handen weggestuurd.
Hij heeft het opgenomen voor Israël, zijn knecht,
indachtig zijn barmhartigheid

Offerande

19. Arie, Alt

Schlafe, mein Liebster, genieße der Ruh,
Wache nach diesem vor aller Gedeihen!
Labe die Brust,
Empfinde die Lust,
Wo wir unser Herz erfreuen!

Canon

Voordat wij spreken,
hebt Gij ons al verstaan,
Voordat wij tot U gaan
zijt Gij ons al nabij,
in ons, en boven ons uit,
eeuwig en ongezien,
Gij leeft in ons,

Wij roepen U in herinnering
uw grote daden van redding en barmhartigheid,
uw eens gegeven woord,
alles wat Gij hebt beloofd en waargemaakt
in Jezus van Nazareth, de zoon der mensen,
die Gij gered hebt van de dood,
die Gij tot vrede hebt gemaakt.

Laat ons toch zien, al was het maar even,
in deze kerstdagen, dat het onmogelijke mogelijk is,
dat wij, zo oud en groot als wij zijn,
klein kunnen worden, opnieuw geboren,
dat het gebeuren kan 'vrede op aarde' ,
de angst bezworen, de honger gestild, het recht gedaan,
brood gebroken, gedeelde vreugde van mens tot mens.

Zo toch hebben uw profeten het ons voorzegd,
-verhaast die tijd,
en vestig uw toekomst-,
zo immers heeft hij ons voorgedaan
die was en is een kind van mensen,

die, in de nacht voor zijn lijden en dood,
het brood genomen heeft in zijn handen
en het gebroken heeft, en aan zijn leerlingen uitgedeeld,
met deze woorden: 'neemt en eet,
mijn lichaam voor u,
doet dit tot mijn gedachtenis.'
Zo nam hij ook de beker,
sprak een dankgebed uit en zei:
'deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed
dat voor u en voor allen vergoten wordt tot vergeving van zonden.
Telkens als gij deze beker drinkt,
zult gij het doen tot mijn gedachtenis.'

Zoals het brood dat wij breken was uitgezaaid in de aarde
en werd samengebracht en één is geworden,
zo breng ons bijeen van heinde en ver in het koninkrijk van uw vrede.
Want U alleen komt alle eer toe,
In eeuwigheid.

Onze  vader

Vredeswens

Communie

22. Rezitativ, Bass

So recht, ihr Engel, jauchzt und singet,
Daß es uns heut so schön gelinget!
Auf denn! wir stimmen mit euch ein,
Uns kann es, so wie euch, erfreun.

Slotbezinning

Hij had geen naam of aanzien
als zijn buurman.
Een optrekje van niets.
Hij was gewoon een herder.
De stilte en de sterren
zijn heelal.
Met in zijn jas
de geuren van het land.
En zorgzaam in zijn blik
de hoede van de dieren.

Het hoge woord
van wie zich beter achten
kende hij niet.
Geleerd had hij te knielen
bij het kleine
en het kwetsbare.

En in het weerloos kind
herkende hij die God,
met honger naar
een mensenziel
die Hem,
als in een dagelijks gebaar,
het onderkomen
van zijn goedheid
en zijn tafel biedt.
            (Kris Gelaude)

Zending

23. Choral

Wir singen dir in deinem Heer
Aus aller Kraft Lob, Preis und Ehr,
Daß du, o lang gewünschter Gast,
Dich nunmehr eingestellet hast.

------