28
december 2003: “Een engel in de nacht”, deel 2
Liesbeth
Daenen
Achtergrondmuziek: “Omzwervingen”
(W. Vermandere)
Intredelied 300
“Zal er ooit een dag van vrede”
Beginnen wij deze viering
in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest
God
Heer van alle leven,
Begin van ons bestaan
Behoed en bescherm ons
als wij geconfronteerd worden
met het begin en het einde van het leven
Laat de sterren ons melden dat geen nacht te donker is
Laat een kind, dat het licht der wereld is, ons redden
Stuur ons tekenen van uw aanwezigheid,
Laat engelen ons voorgaan.
Woorddienst deel I:
28 december, dag
van ‘onnozele’ kinderen.
Dit is een van de weinige
feestdagen die ik ken, omdat mijn vroegere vriendin op die
dag geboren is. Ze werd er meermaals door uitgelachen, maar
wij repliceerden dan dat ze zelf onnozel waren want dat ze
niet wisten dat onnozel betekende
onschuldig. Toen, ik vermoed dat we acht à negen jaar
waren, verstond ik die woorden niet zo goed.
Ik herinner me wel dat
ik heel verdrietig en verontwaardigd was over het verhaal
van de kindermoord. Hoe kon iemand zo slecht zijn om onschuldige
baby’s te vermoorden? In die tijd zonder TV was een gewelddadige
dood nog alleen maar in sprookjes voorgekomen, maar dat was
niet echt hé. En nu werd dat in de godsdienstlessen als een
waar gebeurd verhaal voorgesteld. - Ik had nog niet gehoord
van concentratiekampen, en van de genocide van de rode Khmers,
de slachting tussen Hutu’s en Tutsi’s,
de slachtoffers van de golfoorlogen was er nog geen sprake.-
Toen ik aan mijn moeder
vroeg wat er met die onschuldige, onnozele baby’s gebeurde
zei ze eerst dat die naar het voorgeborchte van de hemel gingen.
Maar dat verstond ik niet zo goed. Ik versta het trouwens
nog niet. Na enige uitleg zei ze dan dit worden engeltjes.
Daar had ik wel enig idee van want boven het wijwatervaatje
aan de trap was een engeltje uitgebeeld. en
aan de wieg hing ook een heel klein engeltje met een schapulier
van Maria. Vooral de glimlach van die engeltjes vond ik aantrekkelijk
en hun krullend haar.
Enige tijd later verongelukte
een buurmeisje, ze was jonger dan ik, ze was onder een vrachtauto
gelopen. De hele buurt was perplex. Zij werd ook een engeltje.
Zij had een lief hoofdje met krullend haar.
De kindermoord was een
van mijn eerste kennismaking met de echte dood van mensen
en ik vond dit zeer onrechtvaardig. maar
het overlijden van het meisje op de hoek van de straat bracht
de dood heel dicht bij mijn leven. Ik besefte dat de dood
inherent is aan het leven, en veel verdriet mee bracht, maar
een gevoel van onrechtvaardigheid bleef in mij sluimeren bij
elke dood.
Jullie horen het deze
viering gaat over geboren worden en sterven en over hoe leven
en sterven één zijn. Tevens ben ik nagegaan welke rol engelen
spelen in mijn leven en in het leven.
In de kerstviering benoemde
Marcel engelen als wezens die een verbinding vormen tussen
hemel en aarde, tussen het goddelijke en het menselijke en
tevens waren er prachtige verhalen, getuigenissen van hoe
we engelen kunnen zijn voor elkaar. Dit vind ik een prachtige
gedachte waar ik volledig mee eens ben, maar ik zou engelen
vandaag vooral willen belichten als wezens die de overgang
maken of de verbinding maken tussen leven en dood. Als de
wezens of krachten die ons
begeleiden naar de overkant.
Onlangs op een rommelmarkt
stond ik perplex voor een schilderijtje of prent. Ik voelde
mij terug in mijn jeugd. In een duister gedeelte van de kelders
en tussen de grootste rommel keek een engel mij glimlachend
aan. De prent stelt een engel met grote kleurrijke vleugels
voor, die een of twee kindjes begeleidt over een gevaarlijke
brug naar de overkant, meestal in een guur bos. Alle mijn
kinderlijke angsten om te verdwalen of om achtergelaten
te worden, mijn schrik voor de wilde dieren, voor het donker
kwamen weer naar boven maar
tevens de troost van die grote beschermende engel die altijd
bij ons was ook al zagen we hem niet en die altijd voor ons
zorgde. Wat een geruststelling.
Ik herinner me dat ik
als kind niet kon slapen, ik vermoed uit schrik en ik had
mijn moeder geroepen. Ik zei dat ik niet wist waarom ik niet
kon slapen. Zij had mijn angsten wel door want zij raadde
mij aan om drie weesgegroetjes te bidden
en dan zou mijn engelbewaarder mij wel beschermen in
mijn slaap. Bij het uitschrijven van deze woorden besef ik
pas hoe belangrijk dit in mijn leven was. Het gevoel van gedragen
worden, beveiligd zijn, iemand zijn werd niet afhankelijk
gemaakt van mensen maar van een goddelijke liefdevolle kracht,
die altijd aanwezig en werkzaam was waar ik ook was, als ik
het maar vroeg.
Toen ik vorige week woensdag
vernam dat Lut Jansen overleden
was, was mijn eerste reactie: hé dat kan niet dat is niet
rechtvaardig. Dit is veel te plots, zij is nog veel te jong,
trouwens ik had nog een afspraak met haar. Zij had mij zondagavond
getelefoneerd rond de viering van vandaag. En omdat ik nog
druk aan het verbeteren was, zou Lut
reeds beginnen om een verhaal dat zij zo mooi vond en
reeds gebruikt had tijdens een kerstviering in gasthuisberg
te verwerken voor deze viering. Luisteren we naar dit
mooi kerstverhaal over de engel Gabriël.
Verhaal: deel 1
“Toen God de wereld had geschapen…”
Toen God de wereld geschapen
had met alles erop en eraan, begonnen de engelen de meest
lieflijke muziek te maken die er bestond. Eén engel kon wonderschoon
zingen, het was Gabriël. Als hij zong werd de hemel en de aarde helemaal met
blijdschap vervuld. Maar toen de schoonheid van de schepping
vernietigd werd door de slang, veranderde het lied van de
engel: het was doordrongen van treurnis. Zo droevig dat God
zei: ”Je moet ophouden met zingen, Gabriël. Want als je zo verder zingt, zal de hele schepping
verstarren in verdrieten de wereld zal ophouden te bestaan.”
De engel luisterde naar
God, maar vroeg: ”Zal ik dan nooit meer mogen zingen?”
God troostte Gabriël en beloofde hem: “Er komt een tijd dat je weer
zult zingen. Waak intussen over de aardemensen! Veel
boosaardigheid zul je zien, maar ook het streven om het goede
te doen. Over duizenden jaren zal er een kind geboren worden
met een lichtend gezicht en een gewaad uit de kleuren van
de regenboog. Op de dag dat je dit ziet gebeuren, zal je weer
zingen over de vreugde, die de hemel en de aarde opnieuw vervult.”
Zo hield de klaagzang
van Gabriël op. En de aarde begon
weer te leven, al was alles veel zwakker. Gabriël
de engel van vreugde en verdriet, keek voortaan met verlangen
uit naar ieder kind dat op aarde geboren werd. Zou het volgende
kind een lichtend gezicht hebben? Maar de engel werd steeds
teleurgesteld, want er kwamen zoveel kinderen op de wereld,
maar niet één had een regenbooggewaad, al hadden sommige gezichtjes
wel een lichtende glans.
In de tijd dat Gabriël waakte over al de kinderen die geboren werden, veranderd
er iets bij hem. Hij begon van ze te houden, van ieder van
hen. Al hadden ze dan geen lichtend gezicht, toch was de belofte
van dat ene bijzondere kind ook met hen verbonden. Steeds
vaker vloog Gabriël naar de aarde
en fluisterde de pasgeborenen een woord in het oor. Welk woord
het was, weet ik niet, en als het kind groter was, dan vergat
het dit woord ook. Maar toch was de werking bij de kinderen
wel zichtbaar: het zorgde ervoor dat hun ogen glansden. Dus
moest dat engelenwoord wel een geheimzinnige boodschap vol
vreugde zijn geweest. Duizenden en duizenden jaren later mocht
Gabriël aan Maria gaan zeggen dat zij de moeder zou worden
van het kind met het lichtend gezicht,
gekleed in de kleuren van de regenboog. “Maar zal
zij me verstaan?” vroeg de engel. “Zij zal je verstaan,”
verzekerde God hem, “ Zij is nooit dat eerste woord vergeten
dat jij in haar oor hebt gefluisterd, toen zij nog een klein
kind was. In haar hart verwacht Maria jou.” En zo gebeurde
het.
En een hele tijd later
in een stal waar Maria en Jozef de nacht doorbrachten omdat
er nergens plaats voorhen was, werd het plotseling zo licht,
alsof de zon was opgekomen. Maar het was een soort licht dat
je alleen met droomogen kan zien, als je er open voor was.
En plots was de lucht vervuld met muziek, muziek die je ook
alleen met je hart kunt horen: het Christuskind was geboren.
Gabriël was weer gaan zingen en
zijn zuivere lied steeg op tot aan de troon van God en alle
engelen zongen mee.
Muziek: “Helende klankimprovisaties”
nr. 2
Verhaal, deel 2
“Zij
is nooit dat eerste woord vergeten dat jij in haar oor hebt
gefluisterd, toen zij nog een klein kind was. In haar hart
verwacht Maria jou.”
Welk woord zou de engel
Gabriël in ons oor gefluisterd hebben? Welk woord zou de engel
in Lut haar oor gefluisterd hebben?
Deze viering is mij voor een stuk ingefluisterd door Lut.
Om een echt antwoord te vinden moeten we het stil maken in
onszelf, moeten we onze gedachten tot rust brengen, moeten
we luisteren naar ons hart. Trouwens herkennen we de engel
als hij langs komt?
Ik vermoed dat ik de eerste
woorden van wat de engel Gabriël
in elk van ons oor gefluisterd heeft ontdekt heb en ik zal
het jullie verklappen. De engel Gabriël fluisterde
eerst je naam en dan zei hij: God ziet je heel graag, bij
hem ben je altijd welkom en dan gaf hij elk van ons een tip
of aandachtspuntje om ons leven meer kleur te geven. Maar
dit tweede deel is uniek en moet je zelf terug ontdekken.
Jullie zullen je afvragen
hoe weet zij dat? Ik heb al veel
naar mijn innerlijke geluisterd en met veel mensen gepraat,
maar de lezing van deze zondag heeft mij zekerheid gegeven.
Het evangelie handelt
over Jezus die in de tempel achtergebleven was. Maria dacht
dat Jezus bij Jozef was en Jozef dacht dat hij bij Maria was.
Je kan je bij dit verhaal hun angst
en verontrustheid goed in denken.
Welke ouder is niet ongerust
als hun kind er niet op tijd is? Als hun kind niet is waar
zij denken dat het is? Als het kind een andere weg inslaat
dan de weg die de ouders uitgestippeld hadden? Als het kind
onbereikbaar wordt door zich in zichzelf op te sluiten of
door drugs en drank?
En welk kind heeft geen
schrik als het zijn ouders verliest? Als ze scheiden of overlijden?
Als de ouders onbereikbaar zijn door de drukte van hun job
of door hun eigen zorgen en onmacht?
Het merkwaardigste aan
dit verhaal is het antwoord van Jezus. Ik weet
niet hoe ze thuis zouden reageren of hoe ik als moeder zou reageren als één van
de kinderen bij hun te laat thuiskomen zou zeggen: Wist ge
niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn? Ik denk
dat ik verontwaardigd zou zijn en zeggen wat denk jij nu,
hier is je thuis, hier is je vader. Maar Maria die reageerde
zo niet. “Die bewaarde alles diep
in haar hart”. Dat lijkt me een vreemde reactie. In mijn ogen
lijkt zij zo op het eerste zicht een doetje die met zich laat
sollen.
Het is maar met de woorden
van de engel Gabriël
voor ogen: “ Jij ,(naam,) weet dat
God je heel graag ziet en niet alleen jij maar heel zijn schepping.
Het is maar met die wetenschap en ervaring dat ik Jezus wijsheid
kan verstaan. Had Jezus niet door, dat zijn huis, de hele
wereld was, de hele schepping? En besefte Jezus niet beter
dan eender wie dat God zijn vader was, die hem liefheeft en
altijd draagt. Maria verstond dit niet helemaal
maar zij besefte waarschijnlijk dat elk leven groter is dan
mensenwerk
Heeft niet elke ouder
door dat hun kind veel meer is en anders is dan zij beide
kunnen vatten.
Wat zo mooi is in dit
evangelie is dat Jezus ons huis, veel ruimer maakt dan de
plaats waar onze ouders zijn. Dat gevoel
van geborgenheid, van geliefd zijn, van beschut zijn dat we
meestal vooral ontdekken tijdens onze eerste kinderjaren is
overal aanwezig waar God is, want Hij is ons
eerste thuis en Hij heeft ons altijd lief, wat er ook met
ons of met onze ouders gebeurt. God is liefde en warmte
en elk kind is ergens een kerstekind door God, meestal geholpen
door de engelen, gedragen en
bemind.
Luisteren
we naar het evangelie volgens Lucas: 2, 41-52
Lied 319: “Vanwaar zijt Gij gekomen”
Canon: nr. 143 “Verschenen
is de mildheid van onze God”
Onze Vader
Communie: Muziek (Willem Vermandere)
Hoe kan een kind een beeld
van God hebben, als volwassenen dit niet kunnen vatten? Engelen
zijn de schakel tussen het goddelijke en het menselijke, fascinerend,
vol licht en warmte. Zij zijn een uiting van al Zijn kracht,
vandaar dat er ontelbare engelen zijn.
In de
eerste lezing fluisterde de engel Gabriël
eerst de naam van elke boreling en dan zei hij: God
ziet je heel graag, bij hem ben je altijd welkom en veilig
en dan gaf hij elk van ons een tip of aandachtspuntje om ons
leven meer kleur te geven. Maar het tweede deel van
zijn boodschap is uniek en moet je zelf terug ontdekken.
Lut
Jansen wou ons hierbij helpen en daarom heeft ze een boek
genaamd :Vijftig engelen van Anselm
Grün laten kopiëren. Elk blad belicht één talent of waarde
die een leven meer kracht of zin geven, bij het buitengaan
kan je uit een mandje een engelenblaadje nemen dat een inspiratiebron
kan zijn voor het volgend jaar,
een tip voor het gefluisterde tweede deel.
Engelen zijn een schakel
tussen dit leven en het hiernamaals. Lut
was volop aan ’t lezen over engelen,
ook het verhaal van Tobbit, waarin de engel of metgezel goede
raad geeft aan Tobbit. Ik vermoed dat er een stralende engel
aan haar verschenen is en haar al glimlachend de weg getoond
heeft naar de overkant, waar zij zonder pijn en schrik kan
leven in de warmte van het eeuwig
licht. Deze geruststelling laat mijn gevoel van onrechtvaardigheid
smelten, doden zijn niet dood, maar leven verder in de glorie:
het licht en de warmte van onze God die eeuwig leven is.
Maar zij laat ons niet
verweesd achter want zij stuurt een leger engelen naar ons
met haar wensen.
Een engel komt vandaag naar je toe
en fluistert een woord
teder en zacht
Bewaar het in jouw hart
Het zal je ogen doen glanzen.
Zalig kerstfeest
gelukkig nieuwjaar.
Slotlied 318
“Zend ons een engel in de nacht” (M. Van Der Plas en
L Van Dijck)
Zend ons een engel in de nacht
als alles ons een raadsel is,
Als ons de zekerheid en kracht
ontvallen in de duisternis.
Zend ons een engel ieder uur
dat ons ontvoert van u vandaan,
wanneer wij voorde binde
muur
van uw geheime plannen staan.
Zend ons een engel met uw licht
in onze slaap, de metgezel
die troost brengt met het vergezicht
van God met ons, Emmanuel.
Zend ons in hem de zekerheid
dat u ons zelf bezoeken zult
en bij ons wonen in uw tijd,
en leer ons wachten met geduld.
|