------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




23 november 2003: 31e zondag door het jaar

“Wee u, Farizeeën”

pater Marcel Braekers

Toen zei Jezus tot de menigte en zijn leerlingen: “Op de stoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen. Doe en onderhoud daarom alles wat ze julie zeggen, maar handel niet naar hun werken. Zelf doen ze niet wat ze zeggen. Ze bundelen zware en ondragelijke lasten en leggen die de mensen op de schouders, maar willen er zelf geen vinger naar uitsteken.” (Matt. 23)

Inleiding

Het lijkt wel een wet te worden dat hoe banaler en ongeďnspireerder onze samenleving wordt, des te meer BV’s oftewel bekende Vlamingen we hebben. Vlaanderen schijnt aanzienlijk meer BV’s te hebben dan Wallonië (waar men spreekt van WC’s). Iemand wijdt op dit ogenblik zelfs een doctoraat aan dit fenomeen. In tijdschriften wordt aan die BV’s gevraagd wat hun geliefde tv-programma’s zijn, wat hun ondeugden, met wie ze graag een nacht zouden doorbrengen. Dat biedt hen de gelegenheid naar elkaar te verwijzen, elkaars programma’s te prijzen, enz. en zo houdt het systeem zich in stand. ‘Iedereen beroemd’ luidt een Belgische film. Je leven schijnt een heel stuk zinvoller en meer geslaagd als je over straat wandelend door iedereen wordt herkend en begroet.

Wat is er toch aan de hand ? Vanwaar die sterke behoefte naar bekendheid of aanzien ? Waarom voelen we toch zoveel voldoening als we ons sterker, slimmer of beter weten dan een ander ? Ook al hebben we maar één oog, als we verblijven in het land van de blinden is dat nog voldoende. Waar schuilt de voldoening ? Ik heb de indruk dat het om een tendens gaat met verschillende gradaties gaande van erkenning, naar bekend of beroemd zijn, naar macht hebben en domineren. De lust om de ander in je greep te hebben als iemand die je moet dienen.

Hoe sterk deze behoefte of drift in ons is merk je als je wijst op de eraan tegengestelde deugd : deze van nederigheid, dienstbaarheid, de ander hoger achten dan jezelf. Het zijn kwaliteiten die je nooit eens en voorgoed bezit, maar die altijd weer moeten verworven worden in een strijd met onszelf.

In het evangelie van vandaag is get grote verwijt van Jezus aan het adres van de Farizeeën precies deze ijdelheid. De drang naar macht, streng voor een ander en mild voor zichzelf. Maar Mattheüs doet er nog een schpje bovenop. Hij doet het Jezus allemaal nog scherper zeggen dan de andere evangelisten, omdat hij merkte dat die farizeese mentaliteit in zijn eigen geloofsgemeente dreigde door te breken. Het moet onsd waakzaam maken voor vandaag:  of in onze gemeente, in de kerk niet eenzelfde mentaliteit kan groeien waardoor het profetische en de vrijheid van de kinderen Gods worden bedreigd.

Homilie

In elke synagoge stond vooraan een mooi versierde zetel waarin de rabbijn plaats nam als hij uitleg gaf bij de Schriftlezing. Men noemde die zetel ‘de stoel van Mozes’, omdat de schriftgeleerde in de traditie stond van Mozes en de Wet of Thora door hem gegeven. Vandaar de waarschuwing :’ Hoed u voor hen die op de stoel van Mozes zitten’, want ze zijn schijnheilig en zelfingenomen. Daarbij maken ze van de Thora een ondragelijke last waaraan ze zichzelf niet houden. Wie zo doet verduistert de wil van God en laat niet zien wat uiteindelijk Gods bedoeling met de mens is. Vandaar deze heftige reactie.

Daarbij hadden Mattheüs en de gelovigen van zijn kerk (allen bekeerlingen uit het jodendom) van Jezus het beeld als ‘de nieuwe Mozes’. Jezus had voor hen een radikale vernieuwing van het jodendom gebracht. In de bergrede stelt Mattheüs Jezus voor als de nieuwe wetgever die in twee opzichten een vernieuwing bracht :

  • Hij vereenvoudigde de vele voorschriften (613 : 248 geboden zoveel als botten in je lichazam en 365 verboden zoveel als dagen in het jaar) tot één basisprincipe : God beminnen boven alles en de naaste als jezelf.
  • De diepere intentie is belangrijker dan het uiterlijk gedrag (cfr. De uitspraken in de bergrede : er staat geschreven .. maar Ik zeg u).

Neem je de twee samen dan merk je de verschuiving : het gaat niet meer om een codex maar om een innerlijke basishouding die telkens moet inspelen op een concrete situatie, die dus telkens kan verschillen naargelang de omstandigheden en waarbij je nooit kunt oordelen of een ander juist handelt (‘oordeel niet opdat je zelf niet veroordeelt wordt’).

Voor Jezus stond er veel op het spel, want door te handelen zoals Hij zei en ook zelf toepaste in zijn leven werd opnieuw zichtbaar dat mildheid, mededogen, dienstbaarheid, gerechtigheid het belangrijkste zijn.

------