Viering van 13 oktober 2002
Van ontkenning naar aanvaarding
Mieke Van Weddingen
1. Ontkenning – kwaadheid – angst – niet-willen - negativiteit
Het is maar sinds een
paar jaar dat ik mijn ziek-zijn als een kans ervaar; als een
kans om iets te leren.
Het is ooit anders geweest… ik wist wat ik wou. Ik was gepassioneerd
door mijn vak en wou niets anders dan musiceren en de liefde
voor de muziek, de kunst doorgeven. De weg was zo makkelijk,
zo voor de handliggend…recht.
Plots was daar in april ’89 de diagnose van
Multiple Sclerose.
Het enige antwoord dat ik kon geven, was: “Laat me gerust,
ik ken mijn weg, ik heb geen tijd om ziek te zijn, ik heb
te veel te doen, ik WIL nog zoveel.
Ik WIL!”
Dat was mijn antwoord, één van ontkenning, van ongeloof, van
angst. Ik wist niet wat anders doen, dus deed ik door.
Ik deed door met het idee: ik ga zo ver ik kan, want ik kan
niet leven zonder dat wat ik zo graag doe. Ik WIL NIET LEVEN,
als ik al die dingen moet opgeven.
Gewoon het idee, de gedachte
niet meer te kunnen musiceren, niet meer te kunnen lesgeven,
niet meer te kunnen stappen, en later niet meer te kunnen
lezen, of niet meer te kunnen spreken,… en al die andere dingen
die ik misschien niet meer zou kunnen, die gedachte was ondraaglijk.
Ik kon het niet aan daaraan te denken?
De enige oplossong voor
mij, op dat moment, was het van me wegduwen. Dus ik deed door,
altijd maar door, altijd maar sneller en harder. Vergeten,
en doen alsof er niets was, “sterk” zijn.
Kleine signalen negeerde ik, tot het moment waarop ze groter
werden en ik er niet meer omheen kon: nu moest ik ze wel zien!
Dat waren momenten dat de zekering sprong en het licht uitging.
Zelfs dan was mijn enige conclusie: hoe sta ik zo vlug mogelijk
weer recht?
Hoe kan ik zo snel mogelijk weer verder met dat waar ik mee
bezig ben, met de dingen waar ik van hou?
Ergens wist ik wel dat ik rekening moest houden met mijn lichaam,
maar ik wou het niet weten… Zo gingen de jaren voorbij…
Tot de tijd kwam, dat ik
geen concerten meer kon geven, daarna niet meer kon musiceren,
daarna niet meer kon lesgeven, bij momenten niet kon schrijven,
niet kon lezen, moeilijk praten, zien, horen, voelen, smaken,
stappen, en andere functies die uitvielen.
Bij elk nieuw probleem
was ik gefixeerd op de dingen die ik niet meer kon. Ik kon
alleen maar denken: IK KAN NIET MEER... IK KAN NIET MEER…
het is gedaan.
Als het zwaard van Damocles hing mijn toekomst voor mij. Ik
kon alleen maar pijn voelen en ik had het gevoel muurvast
te zitten. Momenten van angst, verdriet, spijt, eenzaamheid,
wanhoop, niet-weten, intens lijden…
2. Keerpunt – leren – lijden als kans – positief
Er waren momenten dat ik
niet anders kon dan gewoon wachten;
Dat wat was, laten zijn.
Het is tijdens één van die momenten van wachten, dat ik gevoeld
heb, dat er ook een andere weg was, niet zo recht en snel,
wel moeilijk, heuvelachtig, met veel obstakels.
Ik voelde een hand op mijn schouder en een stem die zei:
“Kijk, Mieke, je kan
ook die weg nemen.
Ga maar, ga, die is ook mooi.
Laat los en wees niet bang.”
Het moment dat ik
dat inzag, was er een van genade, ik voelde het aan als een
bevrijding. Ik voelde voor het eerst in mijn leven dankbaarheid
voor hoe mijn leven loopt. Voor het eerst kon ik mijn ziek-zijn
als een kans ervaren, een kans om iets te leren. Ik hoefde
gewoon de vraag te stellen: “Wat leert me dit? Wat leer ik
hieruit, Wat heb ik te leren? Wat wil God dat ik leer?"
Alleen al de vraag stellen,
geeft me de mogelijkheid om moeilijke dingen te plaatsen.
Het zet me aan om achter het moeilijke te kijken, er op verschillende
manieren naar te kijken en dit op een zodanige wijze, dat
ik er op een positieve manier mee verder kan.
Zo blijft de weg altijd open, sta ik nooit voor een muur,
integendeel, zo kan ik altijd verder, dieper…
Een oefening voor elke dag, elk moment.
Ik kan elk moment van pijn, van lijden op een zodanige manier
beleven, dat ik er iets kan mee doen.
Lijden kan ons aanzetten tot het zoeken naar wegen die we
vroeger niet kenden of die we niet wilden.
Langzaam, heel langzaam
wordt het verhaal van pijn, van lijden, van verdriet, er een
van vertrouwen, van hoop, geloof, blijheid, misschien zelfs
van aanvaarding…
3. Aanvaarding – loslaten - zijn – geloof
– richten naar het positieve – liefde
Ik merk dat ik niet lang
op voorhand meer kan plannen, ik kan geen doel meer najagen.
Ik probeer me niet meer vast te pinnen op datgene wat ik niet
meer kan, maar wel op dat wat ik op dat moment wel kan en
waar ik plezier aan beleef, waar ik deugd aan heb.
Ik leer de dingen niet te forceren of af te dwingen, probeer
mijn lichaam te respecteren.,er naar te luisteren, open te
staan voor dat wat komt, blij te zijn met dat wat is.
ZIJN dat is de opdracht.
Gewoon ziek-zijnde in het leven staan en LEVEN…GRAAG LEVEN,
dat is genoeg. Dromen zal ik altijd doen, verlangens zal ik
altijd blijven koesteren en dat is mooi. Ik geniet van de
mooie herinneringen maar hecht me er niet aan vast. Ik probeer
te genieten van datgene wat er nu is en er geen voorwaarden
aan te koppelen.
Als ik kan bewegen beweeg
ik, als ik kan praten praat ik, als ik kan lezen, lees ik.
Dat is het. Ik dwing mezelf niet om
iets te kunnen. Evenmin dwing ik het leven mij iets te geven,
; Ik probeer me over te geven aan het moment zelf en niet
meer te presteren. Als ik het verleden
en de toekomst loslaat, kan ik meer blijven stilstaan bij
mijn leven nu.
Het verliezen van zovele dingen was
nodig, om plaats te maken voor dat waar ik altijd al naar
verlangde, zonder het te kunnen uitspreken.
De essentie van mijn leven:
groeien, loslaten, licht worden…
Kijkend naar de weg die ik gegaan ben
en nog altijd ga, voel ik me dankbaar.
Hoe verder ik ga op die weg, hoe meer
de liefde in mij groeit.
Altijd meer en meer…naar de mensen
toe, naar mezelf, naar het leven, naar God.
God, ik verlang naar
U
Zo’n groot verlangen
God ontvang mij
Neem mij op in uw liefde
Dan word ik één met U.
Mijn hart barst van liefde
Mijn ziel komt vrij.
kom bij mij
Ik kom bij U
|