------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





17 februari 2021: Aswoensdag (2021)

Keer U om naar ons toe, keer ons toe naar elkaar ( Mt. 6, 1-6; 16-18)


Jef Van den Branden – Jan Degraeuwe


Voor de viering: Slotkoraal “Ertöt uns durch dein Güte” uit Bach’s cantate 22 “Jesus nahm zu sich die Zwölfe”

Begroeting:

Vorige zondag lazen we in Marcus over de genezing van de melaatse. Marcel vertelde daarbij het overgrote deel van de joden ervan overtuigd was dat melaatsheid de straf is waarmee een vertoornde God reageert op hun zonden. Niet alleen zware ziekten, maar ook onverklaarbare tegenslagen in persoonlijke of zakelijke situaties werden als goddelijke straf beschouwd. Alleen boete doen kon die straf afkopen en de verhouding met God normaliseren. Vasten, aalmoezen geven, je kleren scheuren en assen op je hoofd strooien waren de uiterlijke tekenen van je boetedoening. Asse moest daarbij de mens herinneren aan zijn vergankelijkheid. Het assenkruisje van onze christelijke traditie illustreert het met de formulering ‘Mens, gedenk dat gij stof zijt en tot het stof der aarde wederkeert’ (nieuwe formulerening die de Congregatie op 12 januari 2021 publiceerde).

Een assenkruisje aanbrengen kan in deze viering niet gebeuren, maar er even bij stilstaan wel. We doen het door een kruisje te tekenen in schoteltje met assen.
Daarna luisteren we naar de gezongen psalm 51 rond schuld, boete en vergeving.

Asseritus: een kruisje wordt getekend in assen:

Deze as herinnert ons eraan wie wij zijn:
Broze, kwetsbare mensen op weg naar U,
Zegen deze as (+) en zegen ons allen die ons willen afstemmen op U.


Korte bezinning rond psalm 51:

Psalm 51 is één van de zeven boetepsalmen. In die psalmen hebben misdaad, straf, berouw en vergeving een belangrijke plaats. De achtergrond van psalm 51 is het verhaal over koning David en Batseba. Zij is de vrouw van Uria, één van Davids beste soldaten. David maakt Batseba zwanger en Uria wordt door David naar de fontlijn gestuurd zodat hij sneuvelt.
De psalmist heeft van dit thema een diepgaande bezinning gemaakt over berouw en vergeving.
In het eerste deel van de psalm komen schuld en boete aan bod. De centrale zin is “Uw woord veroordeelt mij terecht, Gij zijt rechtvaardig.” Na de spijt over wat verkeerd ging en de bede om het kwaad uit te wissen, zegt de psalmist onomwonden dat hij terecht veroordeeld is. Nog even probeert hij zich te verschuilen achter het kwaad dat van generatie op generatie wordt overgedragen. De mens moet tot waarheid komen. Die kennis verkrijg je door het woord van God te overwegen. Het woord dat je gebroken heeft, zal je ook genezen.
In het tweede deel spreekt de psalmist hoopvol over de toekomst. “Geef mij een ander hart, mijn God”, “Schep mij een gereinigd hart”. Na het berouw komt de vergeving als een nieuwe schepping. Je kan dan weer gelukkig zijn, maar je krijgt ook een opdracht. Je moet getuigen van de vergeving en de nieuwe schepping waar maken.
Vaak had het in ons leven anders en beter gekund. We zoeken er excuses voor. Laten we in deze vastentijd vragen naar een ander hart. En als er iets nieuws groeit laten we het dan ook uitdragen.
De profeet Joël roept op tot deze ommekeer.

Naar de lectio van Bisschop Lode Van Hecke
Psalm 51: Miserere - ‘Schep in mij een zuiver hart en een vastberaden geest’

Wees mij genadig, Gij die genade zijt,
verdelg mijn schuld, in uw barmhartigheid.
Was mij, ik ben vuil van zonde -
wie kan mij vergeven dan Gij alleen?

Ik zie het kwaad dat ik gesticht heb,
overal is het om mij heen.
Tegen uw heiligheid heb ik gezondigd,
wat Gij verafschuwt heb ik gedaan.
Uw woord veroordeelt mij terecht,
Gij zijt rechtvaardig.

In ongerechtigheid ben ik geboren,
in zonde werd ik ontvangen en gedragen.
Nu wilt Gij dat ik tot waarheid kom,
ik hoor uw stem in mijn geweten.

Bedek mijn zonden, was mij schoon
en ik zal worden zo wit als sneeuw.
Spreek uw verlossend woord tot mij,
Gij hebt mij gebroken, Gij kunt mij genezen.
Sluit uw ogen toch voor mijn zonden,
laat ze niet langer voor U bestaan.

Geef mij een ander hart, mijn God,
maak mij nieuw, maak mij standvastig.
Keer U niet af, verstoot mij niet,
neem nooit uw heilige geest van mij weg.
Red mij, en ik kan weer gelukkig zijn,
en ik durf weer vrijuit te leven.
Maak mij tot een teken van uw barmhartigheid,
dat allen die U hebben verloochend
de moed vinden om naar U terug te gaan.

Houd mij niet langer in stomheid gevangen,
of moet ik zwijgen over uw genade?
Geef mij de goede woorden in
om te getuigen van uw vergeving.

Gij vraagt mij niet om gaven en offers.
Als ik, gebroken en vernederd,
mijn hart geopend houd voor U,
is dat mijn offer. Neem het aan.

Uit Huub Oosterhuis en Michel van der Plas Vijftig psalmen

Muziek: Miserere mei (Allegri)

Lezing Joël 2,12-18:

Keer u om naar Mij met heel uw hart
Vastend, wenend en rouwend.
Scheur uw hart en niet uw kleren,
Keer u om tot de Heer onze God,
Want Hij is genadig en barmhartig,
toegevend en vol liefde,
En Hij heeft spijt over al het onheil.
Blaas de bazuin op de Sion,
kondig een heilige vastentijd af,
roep een plechtige samenkomst bijeen.


Lied: Herschep ons hart (Huub Oosterhuis Tom Löwenthal)

Lezing: Mattheüs 6, 1-6; 16-18:

Denk eraan dat je het goede niet moet doen met de bedoeling om op te vallen bij de mensen. Anders zul je geen beloning ontvangen van je Vader die in de hemel is. Dus, als je aalmoezen uitdeelt, bazuin het dan niet uit, zoals de schijnheiligen in de synagogen en op straat dat doen, om lof te oogsten bij de mensen. Ik zeg het jullie: daarmee zijn ze al beloond. Maar als jij aalmoezen uitdeelt, mag je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Dan blijft je vrijgevigheid geheim, en je Vader in de hemel, die in het verborgene ziet zal je belonen.
En als je bidt, doe dan niet als de schijnheiligen. Die verrichten hun gebeden het liefst rechtopstaand in de synagogen en op de straathoeken, zodat de mensen het kunnen zien. Ik zeg het jullie: daarmee zijn ze al beloond. Nee, als jij bidt, trek je dan terug in je kamer, doe de deur op slot en bid in het verborgene tot je Vader. En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je belonen.
En als je vast, doe dan niet zoals de schijnheiligen; ze lopen rond met een streng gezicht, zodat de mensen kunnen zien dat ze vasten. Ik zeg het jullie: ze zijn al beloond. Maar als jij vast, zalf dan je hoofdharen en maak je gezicht schoon. Dan zullen niet de mensen zien dat je vast, maar wel je Vader die in het verborgene ziet. Hij zal je belonen.

Lied:  317 Die mee gaat met mensen

Bezinning:

Vorige zondag bleven na de zoomviering nog enkele kapelgenoten in gesprek rond de weerstanden tegen vaccinatie waarover de media ons regelmatig berichten. Weerstanden die hun oorzaak vinden in twijfel aan kwaliteit en nut van de beschikbare vaccins, in de psychische druk die mensen in toenemende mate ervaren als gevolg van de strenge regels die je dwingen afstand te doen van liefdevolle contacten met familie en vrienden, of in het beschouwen van de pandemie als een straf van God voor onze goddeloze wereld. En zeker voor de laatste groep is vaccineren dus geen oplossing, alleen Gods geboden onderhouden en boete doen kan helpen.

De vraag is dan of boete doen nog de vorm kan aannemen zoals Jezus die ons voorhoudt in de lezing van vandaag en in zijn woorden en optreden zoals die zijn opgetekend in het Nieuwe Testament. En ook de gebruiken die we kennen uit het rijke Roomse leven van onze jeugd, zoals vasten door maar één keer per dag je volle goesting te eten, vlees te derven en veel rozenkransen in gezinsverband te bidden, voelen we vandaag oudmodisch aan en niet langer beantwoordend aan de essentie van het geloof.

In een radiopod op de website van de Nederlandse dominicanen citeert Erik Borgman dominicaan Edward Schillebeeckx die stelt ‘Christenen moeten niet doen wat Jezus deed, of zeggen wat Jezus zei. Zij moeten op hun situatie reageren zoals Jezus op zijn situatie reageerde.’ En Borgman preciseert: ‘Als je niet uitkijkt gaat alle aandacht uit naar Jezus – naar zijn situatie, naar zijn woorden en daden. Maar hoe goed je dan ook uitlegt dat deze woorden en daden in zijn tijd bevrijdend waren, je wordt er zelf nooit door bevrijd’. Wij worden bevrijd en moeten zelf bevrijdend zijn in onze situatie met dezelfde geest die Jezus bezielde om in zijn tijd bevrijdend te zijn. Wij moeten ons dus aanpassen aan de omstandigheden van onze tijd, want, zoals Jezus zelf zei: ‘God is geen god van doden, maar van levenden’.

Mensen worden vandaag gevangen in een niet eindigende vloed aan informatie, even vluchtig als de wind, zodat er geen tijd is om ze allemaal op te pikken, laat staan ze te doorgronden en de waarde ervan in te schatten. Reclame en marketing bespelen handig onze behoefte op erkening als persoon, en vullen ze in met “likes” op sociale media om zo ons gedrag te manipuleren. Intussen krijgen de werkelijke noden van de aarde en haar bewoners slechts marginale aandacht.

Kijken we naar wat Jezus voorhield en voorleefde, dan krijgen wij een beeld te zien dat hier diametraal tegenover staat. Hij leeft in diepe verbondenheid met zijn Vader, en stelt zich van daaruit open voor verbondenheid met de mensen om zich heen. Zijn voorkeur gaat daarbij uit naar wie in de marge van het bestaan verkeerden: kleinen, onaanzienlijken, armen, zieken, wie uitgespuwd werden, zondaars die zich wilden bekeren. Naar hen keerde hij zich om, soms letterlijk en in elk geval onvoorwaardelijk. En terzelfdertijd zette hij zich consequent af tegen schijnheiligheid, tegen hardvochtigheid, uitbuiting, onvrijheid; ook als hij daardoor de dood in de ogen moest kijken.

Elk van ons moet voor zichzelf uitmaken welke weg precies moet worden gegaan om in Zijn navolging te treden. Vastentijd is daarbij een prima gelegenheid om te groeien, zodat je met Pasen ook zelf een heropstanding maken kunt als nieuwe mens. Wie wil kan zich daarbij laten leiden door de vastenactie van Broederlijk Delen die ook door onze gemeenschap wordt ondersteund. We zullen in de komende zondagen de gelegenheid hebben om daar dieper op in te gaan. In elk geval hebben alle vormen van vasten gemeen dat je jezelf iets ontzegt. Initiatieven als “een maand zonder…” spelen daarop in. Maar er zijn nog zoveel andere vormen die vasten aannemen kan. De jezuïet Piet van Breemen somt er op de website van de Jezuïeten een aantal op.

Doe die dingen niet voor het oog van de mensen zegt Jezus vandaag, maar maak ruimte voor wat de wezenlijke waarden zijn van het mensenleven. Zoek niet naar regels om het goede te doen, maar laat je inspireren door de liefde. Zo, stelt van Breemen, krijg je contact met ‘de mystieke ruimte die iedere mens in zich draagt en waar hij of zij pas echt zichzelf wordt. Daar woont God in ieder van ons als de diepste Grond van ons bestaan, en daar vindt het levengevende contact met God plaats’.

Lied: 124 Keer U om

Vrije voorbeden

Afsluitend gebed: uit 162 Tafelgebed in de veertigdagentijd

Gij die steeds vernieuwen zult het aanschijn van de aarde
herschep ons door uw Geest en schenk de volken vrede;
wij zullen mogen leven als kind aan huis bij U:
gezegend zij uw Naam!

Gij die ons het leven geeft en onder ons wilt wonen
die ons ten einde toe wilt hoeden en bewaren,
wij zullen op uw naam in dankbaarheid vertrouwen:
Ik zal er zijn voor u.


Vredeswens – Onze Vader

Zegen

Slotlied: John Rutter Open thou mine eyes and I shall see


------