------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




1 januari 2004

Herdenkingsviering Lut Janssen

18.06.57 - 16.12.2003

echtgenote van Karel De Vlaminck
moeder van Michael, Frederik, Ingeborg en Alexander

(Teksten van pater Marcel Braekers, Lisette Monard en Kris Gelaude, Liesbeth Daenen)

Opening: aansteken van de kaars die op de doodskist stond
Lied nr. 504: “Licht dat ons aanstoot in de morgen”

Begroeting (pater Marcel)

Welkom Karel en kinderen van Lut, welkom allen in deze viering waarin we op een eigen(zinnige) manier afscheid nemen van Lut die zo dikwijls hier is voorgegaan, meewerkte in de Werkgroep Liturgie, een aandachtige en betrokken gelovige was in de gemeenschap, voor velen een hartelijke vriendin en bij dat alles op de eerste plaats een zorgzame moeder en lieve echtgenote.

Tijdens de begrafenisviering kwam in veel ontroerende momenten haar persoonlijkheid naar voor en haar betrokkenheid op de kringen die ik net noemde.  Als wij vandaag haar hier herdenken, wille we dat alles niet nog eens overdoen (wat trouwens onmogelijk is), maar nemen we afscheid door enkele aspecten naar voor te halen die in haar leven belangrijk waren maar haar werk ook overstegen.  Aspecten, of misschien beter opdrachten, waar ze met hart en ziel om gevochten heeft, voor geleden, of zoekend een weg aftastte.

Samen met Lisette en Kris heb ik deze viering voorbereid en elk van ons wil op één aspect wijzen.

  • Op dat merkwaardige samenspel in haar van belezenheid, eruditie en tegelijk zorg om het alledaagse in het gezin
  • Lut heeft in haar persoon de strijd om erkenning van de vrouw in het pastoraat doorgemaakt.
  • En tenslotte was ze hier voorganger en keerden in haar commentaren steeds enkele thema’s terug die in haar persoonlijk geloof belangrijk waren, maar ook voor ieder die met heel zijn persoon tracht te geloven.

Lezing: Lucas, 10, 38‑42

Homilie: deel 1 (Lisette Monard)

Met het verhaal van Jezus op bezoek bij Martha en Maria heb ik toch wel wat problemen gehad. Het wekte bij mij veel ergernis op. Maria die staat voor het contemplatieve type lijkt op meer waardering te kunnen rekenen dan Martha, de actieve. Ook in onze huidige samenleving wordt heel vaak het intellectuele hoger geacht dan het praktische, het materiële handelen.

In een commentaar van Dorothee Sölle vond ik een heel andere en mij veel meer aansprekende benadering. Sölle ziet de twee vrouwen niet als opponenten of in een bepaalde hiërarchie, het zijn zussen die elkaar aanvullen en elkaar versterken. Zij vertrekt van de interpretatie van Meester Eckhart, die de nog onrijpe Maria aan het begin van het geestelijk leven stelt, terwijl de rijpe Martha op grond van haar ervaring dichter staat bij datgene wat nodig is. Het beeld van de twee zusters wordt vervolledigd, als we er het verhaal van de opwekking van Lazarus bijhalen, zoals het is opgetekend in Johannes, 11, 1-45. En dan treffen we een sterke, zelfbewuste, nuchtere, scherpzinnige Martha aan, met beide voeten op de grond, maar ook met een groot geloof, als zij zegt: "Ja Heer, ik geloof vast dat u de Messias bent, de zoon van God, degene die in de wereld komen zou."

Naast deze krachtige Martha staat de dromerige, leergierige Maria. Ze zijn één, ze horen bij elkaar.
Dorothée Sölle zegt hierover:

“We moeten niet kiezen tussen contemplatie en actie. Niemand heeft het recht ons tot deze keuze te verplichten. We moeten de wereld niet opdelen in doeners en dromers, in de zachte, luisterende, zich overgevende Maria aan de ene kant en de pragmatische, actieve Martha aan de andere kant. We hebben beiden nodig, Maria en Martha, wij zijn inderdaad deze beide zusters.”

En het is juist deze combinatie die ik in Lut zo apprecieerde. In Lut heb ik de beide zusters Martha en Maria herkend. Zij slaagde erin het intellectuele, het spirituele enerzijds en het praktisch handelen anderzijds in elkaar te laten overvloeien en door wederzijdse beïnvloeding naar een hoger niveau te tillen. Haar bezigheden als actieve huisvrouw brachten meer verbreding in haar gelovig zijn en meer onderbouwing in haar theologisch denken, zij was daardoor een beter pastor, en omgekeerd kregen haar dagdagelijkse beslommeringen vanuit haar zoekende geest extra betekenis, meer waarde en zin. Dit samenspel maakte haar tot een breed inspirerende vrouw, die ons in onze zoektocht naar zingeving zoveel waardevolle inzichten heeft aangereikt.

Lut was zoals Martha een vrouw vol kracht, maar zij had, zoals Dorothée Sölle het verwoordt, de Maria in haar niet laten verdringen, en het jonge meisje dat ze eens was geweest, is altijd duidelijk zichtbaar gebleven.

Getuigenis  (alle vrouwen samen)

Zoals de vrouwen eens, tegen overmacht en onzekerheid in,
als eersten opstonden en naar het graf gingen
om de tekenen van Jezus' opstanding te zien
en dat te melden aan hun broeders,
zo zullen wij opstaan om met zachte moed
en eensgezind de machten die ons binden te breken

Tegen machtsontplooiingen binnen elke gemeenschap in,
zullen wij de zijde kiezen van kwetsbare mensen.

Tegen elke bevoogding in zullen wij vrouwen oproepen om voor te gaan in woord en daad.
Tegen de scheiding van werelden in, zullen wij warm en teder omgaan met elkaar en leven doorgeven.

Tegen eenzijdigheid of bevoorrechting in,
zullen wij voorrang geven aan bezieling en pastorale aanwezigheid.

Tegen elke neiging tot religieus separatisme in,
zullen wij uitnodigen tot ontmoeting en dialoog met anderen.

Tegen vervreemding en fundamentalisme in,
zullen wij diegenen volgen in wie Jezus menselijk herkenbaar is.
Tegen pessimisme en ontmoediging in,
zullen wij geloven in het kleine en het ongeziene.
En het hart zijn van een kerk
die het leven liefheeft
en die op haar beurt gelooft in mensen.
            (Kris Gelaude)

Lied, nr. 649: “Kom in mij”

Kom in mij, win, ontwapen mij,
zie mij, doe mij aan.
Weersta mij, wacht mij, delf in mij,
ontdooi mijn naam, ontraadsel mijn bestaan.

Kom in mij, maak geluid in mij,
dood is diep in mij,
Versteend mijn stem, ontsta in mij,
doe pijn, doorgloei mij, leef mij, licht in mij.

Kom uit mij, scheur mij, kind van mij,
mens,  in mij ontwaakt,
ontvang mij, overschaduw mij, en ga met mij
waar niemand met mij gaat.
                   (Tekst: Oosterhuis; muziek: Bach)

Homilie, deel 2 (pater Marcel)

Lut was hier in de gemeenschap een warme, bezielende predikante.  Toen ik in mijn archief ging zoeken ontdekte ik dat ze voor het laatst is voorgegaan op het feest van Allerheiligen in 2002.  In haar homilie vertelde ze over een workshop die ze had meegemaakt i.v.m. verdriet en rouw.  Ieder kreeg een functie van ‘vader’, ‘moeder’, enz.  Maar de moeder had het zo moeilijk om haar rol op te nemen en uit te spreken dat ze ook in die functie kwetsend was geweest.  Daarom plaatste de therapeute een heel aantal figuren rond die moeder.  Ik citeer uit haar preek:

Stilaan werden er meer en meer mensen achter en naast de 'moeder' gezet tot ze het gevoel had: nu kan ik doen wat ik moet doen, nu ben ik geruggesteund. Je voelde de kracht die uitging van die zwijgende aanwezigheid achter deze vrouw en het spel kreeg zijn beloop. De vrouw die eerst alleen had gestaan, was niet meer alleen. Zoveel generaties stonden achter haar, generaties van vrouwen die net als zij met het leven hadden geworsteld, die geprobeerd hadden er het beste van te maken, ... en waar het ook niet vanzelf was gegaan, die zich eenzaam, arm, klein en onbeholpen hadden gevoeld ... tot ze steun voelden van anderen ...
En in een flits wist ik wat Allerheiligen betekende, nl. dat we durven zien naar wie ons voorging heel kort bij, maar ook verder weg in tijd en geschiedenis, dat we zien hoe we allemaal geluk en zaligheid willen en vaak vechten met onszelf en elkaar, dat we durven erkennen wat we van elkaar doorkrijgen en hoe wij dit weer doorgeven ... naar best vermogen.
En daar gaat het om: dat we dit kunnen erkennen en bevestigen en niet wegmoffelen of ontkennen. Dat we vrij onze plaats kunnen en durven innemen in het geheel van de mensheid en anderen ook hun plaats kunnen en durven geven.

Als einde van de workshop moesten alle deelnemers in volgorde van ouderdom gaan staan.  Ik citeer weer:

Ik moet u zeggen dit was erg doordringend. En ook dit bracht me bij het feest van vandaag: durven wij vandaag in alle openheid gaan staan in de grote menigte van mensen die ons zijn voorgegaan in het leven, zij die nog leven, anderen die al gestorven zijn .... durven wij in dat godsvolk gaan staan vol respect en dankbaarheid voor wie ons voorgingen, al doen wij het anders, vol milde aanmoediging voor wie na ons komen en het anders doen ... En dan is deze kapel voller dan het nu lijkt, dan zijn er stoelen tekort als we denken aan wie hier anders ook zit of zat, of nog zal komen.

Zo zit zij hier dus nog in die grote stoet van zoekende, gelovende, beminnende mensen.  In haar homilieën kwam altijd dat éne thema terug: sterk en indringend.  Voor God mag je altijd zijn zoals je bent.  Helemaal.  In haar persoonlijk leven moet die ervaring een heel belangrijke rol hebben gespeeld.  Maar het is ook voor elk van ons van levensbelang.  Zonder die ervaring is het leven leeg en zonder grond.  We kunnen daarom alleen maar dankbaar zijn dat zij ons elke keer weer daarvoor gevoelig maakte.

Tafelgebed 5 (tekst van Kris Gelaude)

God, meer dan wat ook
hebt Gij ons gewild.
Uw droom hebt Gij in ons gelegd.
Soms is het leven groots en mooi.
Soms zijn wij
machteloos en kwetsbaar
zoals nu.
Naar wie anders dan U
zouden wij opzien.
In onze diepste herinnering
zijt Gij de liefde
waarmee alles begint.
Gij zijt onze verte,
de hunker en hoop
die ons gaande houdt,
tot over de dood.

Als Gij voor ons
die God wilt zijn
in wiens handen niets verloren gaat,
dan zal geen zaad in de aarde gezaaid,
geen brood gebroken worden
en geen stem tot U roepen,
of het zal betekenis hebben voor U.
Geen mens die droefheid kent,
die eenzaam is en sterft,
of Gij herinnert U zijn naam.
Want meer dan dat hebt Gij gedaan
voor Jezus, de man van Nazareth,
die liefde was voor allen,
zozeer dat stommen woorden vonden,
gekwetsten hun leed vergaten
en blinden schoonheid konden zien.
Verdriet en onrecht nam
Hij op zijn schouders.
En werd dààrom gedood.

Naar U, zijn Vader,
heeft Hij opgekeken
en U gedankt
die laatste avond,
tezamen met zijn vrienden.
Toen heeft Hij brood genomen
en gedeeld met hen,
terwijl Hij zei:
dit brood, mijn lichaam
wordt voor u gebroken
en gegeven.
Neem en eet ervan.

Daarna nam Hij de beker wijn
om hen die te geven,
terwijl Hij zei:
deze wijn, mijn liefde,

bezegeld met mijn bloed
is teken van Gods verbond met u.
Drink er daarom samen van.
Blijf u dit herinneren.
En leef zoals Ik u getoond heb.

Zijn stem hebt Gij gehoord, God,
zijn liefde gezien,
zijn pijn gevoeld
en zijn gebed beantwoord.
Gij hebt gedaan wat Hij geloofde.
En hebt zijn woorden
tot de uwe gemaakt.
Gij hebt het licht in Hem
niet laten doven,
maar rondgestrooid
in duizend, duizend ogen.
Zijn dood werd een begin voor ons.
Zijn weg, een weg zoals de onze.
En toch, ontegensprekelijk,
een weg van hoop.

Bewaar zijn kracht in ons.
Wij zullen de stilte doorstaan
en de beklemmende leegte.
Wij zullen doen wat Hij zou doen:
opstaan om verder te leven.
Om warmte te bieden.
Om niemand achter te laten.
Om door te geven
wat wij zelf gekregen hebben.
Om te gedenken
wie mensen voor ons geworden zijn.
Wij zullen elkaar herinneren
aan Jezus, onze Broeder.
En aan U, die onze Vader zijt.

Mededelingen

Zending en zegen (door Lut opgesteld):

Zie met ontferming
naar de aarde
houd in uw hoede
wie haar bewonen.
houdt ons omsloten, thuis
in uw zegen.

Laat de zon van uw aangezicht
over ons allen opgaan:
Zegen ons allen met het licht van uw ogen
Gij die zijt Vader, Zoon en Heiligende Geest.

Muziek: Vermandere El Camino: track 11 (vanaf dan enkel instrumentalé nummers)


Herdenking van Lut door Liesbeth Daenen in de viering van 28 december 2003

Toen ik vorige week woensdag vernam dat Lut Jansen overleden was, was mijn eerste reactie: hé dat kan niet dat is niet rechtvaardig. Dit is veel te plots, zij is nog veel te jong, trouwens ik had nog een afspraak met haar. Zij had mij zondagavond getelefoneerd rond de viering van vandaag. En omdat ik nog druk aan het verbeteren was, zou Lut reeds beginnen om een verhaal dat zij zo mooi  vond en reeds gebruikt had tijdens een kerstviering in gasthuisberg  te verwerken voor deze viering. Luisteren we naar dit mooi kerstverhaal over de engel Gabriël.

Toen God de wereld geschapen had met alles erop en eraan, begonnen de engelen de meest lieflijke muziek te maken die er bestond. Eén engel kon wonderschoon zingen, het was Gabriël. Als hij zong werd de hemel en de aarde helemaal met blijdschap vervuld. Maar toen de schoonheid van de schepping vernietigd werd door de slang, veranderde het lied van de engel: het was doordrongen van treurnis. Zo droevig dat God zei: ”Je moet ophouden met zingen, Gabriël. Want als je zo verder zingt, zal de hele schepping verstarren in verdrieten de wereld zal ophouden te bestaan.”
De engel luisterde naar God, maar vroeg: ”Zal ik dan nooit meer mogen zingen?”
God troostte Gabriël en beloofde hem:
“Er komt een tijd dat je weer zult zingen. Waak intussen over de aardemensen! Veel boosaardigheid zul je zien, maar ook het streven om het goede te doen. Over duizenden jaren zal er een kind geboren worden met een lichtend gezicht en een gewaad uit de kleuren van de regenboog. Op de dag dat je dit ziet gebeuren, zal je weer zingen over de vreugde, die de hemel en de aarde opnieuw vervult.”
Zo hield de klaagzang van Gabriël op. En de aarde begon weer te leven, al was alles veel zwakker. Gabriël de engel van vreugde en verdriet, keek voortaan met verlangen uit naar ieder kind dat op aarde geboren werd. Zou het volgende kind een lichtend gezicht hebben? Maar de engel werd steeds teleurgesteld, want er kwamen zoveel kinderen op de wereld, maar niet één had een regenbooggewaad, al hadden sommige gezichtjes wel een lichtende glans.
In de tijd dat Gabriël waakte over al de kinderen die geboren werden, veranderd er iets bij hem. Hij begon van ze te houden, van ieder van hen. Al hadden ze dan geen lichtend gezicht, toch was de belofte van dat ene bijzondere kind ook met hen verbonden. Steeds vaker vloog Gabriël naar de aarde en fluisterde de pasgeborenen een woord in het oor. Welk woord het was, weet ik niet, en als het kind groter was, dan vergat het dit woord ook. Maar toch was de werking bij de kinderen wel zichtbaar: het zorgde ervoor dat hun ogen glansden. Dus moest dat engelenwoord wel een geheimzinnige boodschap vol vreugde zijn geweest. Duizenden en duizenden jaren later mocht Gabriël aan Maria gaan zeggen dat zij de moeder zou worden van het kind met het lichtend gezicht, gekleed in de kleuren van de regenboog. “Maar zal zij me verstaan?” vroeg de engel. “Zij zal je verstaan,” verzekerde God hem, “ Zij is nooit dat eerste woord vergeten dat jij in haar oor hebt gefluisterd, toen zij nog een klein kind was. In haar hart verwacht Maria jou.” En zo gebeurde het.
En een hele tijd later in een stal waar Maria en Jozef de nacht doorbrachten omdat er nergens plaats voorhen was, werd het plotseling zo licht, alsof de zon was opgekomen. Maar het was een soort licht dat je alleen met droomogen kan zien, als je er open voor was. En plots was de lucht vervuld met muziek, muziek die je ook alleen met je hart kunt horen: het Christuskind was geboren. Gabriël was weer gaan zingen en zijn zuivere lied steeg op tot aan de troon van God en alle engelen zongen mee.

Muziek: “Helende klankimprovisaties”  nr. 2


11 januari 2004:

Afscheid van Lut Janssens: een vrouw in de Kerk 

Teksten en gebeden van Kris Gelaude, homilie van Liesbeth Daenen

Openingsgebed

Vandaag bloeiend en levenswarm.
Maar morgen meegenomen
en gebroken door een wind van ijs.
Van sterrenstof en tijd zijn wij.
Waar zult Gij ons vinden God?
Wacht ons
wanneer wij wegglijden uit dit bestaan.
Herinner u de liefde
die ons staande heeft gehouden.
Raak ons met uw warmte aan.
Leg uw naam op onze lippen.
Wek de vogel in onze ziel.
En haal die eerste schittering
in ons weer boven.
Zodat wij nieuw en mooi worden.
Zodat wij wegsmelten in licht.
Zodat wij rakelings dichtbij
en onuitwisbaar blijven.

Maria, Maria-Magdalena, Martha en Maria, de vrouw met de nardusbalsem, de Samaritaanse, Veronika…. Jezus had er geen probleem mee om vrouwen hun plaats te geven. Integendeel. Hij onmoette hen in de intimiteit van het heel persoonlijke, in de kleine kring van het verborgen bestaan. Niet waar het om wetten en voorschriften, of om posities ging. Maar op de kruispunten van het leven en daar waar wordt liefgehad.

De grote wereldgeschiedenis wordt door mannen gemaakt, terwijl achter de coulissen, in alle culturen, vrouwen over het leven waken van dag tot dag. Zij dragen de zorg en de bekommernis om het kleine, het zwakke en het kwetsbare. Zij zijn er om te bemoedigen, om te wachten, om pijn en onmacht te verzachten, om te troosten en mee onder het kruis te staan. Ze zijn overal aanwezig als aanklacht en verzet tegen dictaturen en geweld. Wenend en verscheurd op het slagveld van elke oorlog. Bij de onteerde vrouwen. Als dwaze moeders. Als teken van veerkracht en van hoop. Naamloos en ongezien. In vrijwilligerswerk. Aan de basis, in zelfhulpgroepen, waar mensen zoeken naar waardigheid en levenskansen… Telkens vormen zij de vrouwelijke correctie op een al te mannelijke wereldorde.

In elke geschiedenis, ook in de bijbelse, is de vrouwelijke aanwezigheid van vitaal belang. Zou dat dan anders kunnen in onze kerkgeschiedenis vandaag?

Toch slaagt de officiële Kerk en haar hardnekkige bemanning erin om gelijkwaardigheid aan vrouwen te ontzeggen. Zij blijven ondergeschikt, zijn niet voorbestemd voor gewijde, inspirerende, verkondigende, leidinggevende taken. Ook in het diaconaat en het pastoraat geldt een absolute rangorde, waar vrouwen geen toegang krijgen tot de sacramentele bediening. Een vrouwelijke pastor mag bijvoorbeeld ten diepste het vertrouwen van zieken genieten en hen vol toewijding begeleiden, maar op het ultieme moment van zegening en zalving, stopt haar bevoegdheid. Dan moet zij plaats ruimen voor een mannelijke bedienaar.

Dat iemand als Lut, die bezield en bekwaam als pastor haar weg wilde gaan, zich gekwetst heeft aan zulke structuren en zich miskend voelde door hen die ze handhaven, hoeft wellicht niet gezegd. En toch is ze doorgegaan, zelfbewust en waardig. Door haar manier van zijn heeft zij ongetwijfeld de waardigheid in anderen herkend en bevestigd. En waaraan kunnen zieken zich meer vasthouden dan aan hun waardigheid. Haar bezielend woord en haar nabijheid moet hen geraakt, aangeraakt en daardoor juist geheeld hebben.

Hoe baanbrekend het werk is van deze eerste generatie vrouwelijke pastors, waartoe Lut behoorde, zullen wij misschien pas later zien. Maar zij horen alvast bij de vrouwen die bergen verzetten door hun taaiheid en hun tederheid, door hun moed en hun vertrouwen.

Mensen als Lut roepen de kracht in andere vrouwen wakker, om begeesterd, mondig, waakzaam, eensgezind, helend en verbindend in deze wereld te staan. En de Kerk, niettegenstaande alles, een écht moederlijk gezicht te geven.

Uitnodiging aan de vrouwen om rechtstaand, samen deze tekst te zeggen:

Zoals de vrouwen eens, tegen overmacht en onzekerheid in,
als eersten opstonden en naar het graf gingen
om de tekenen van Jezus’ opstanding te zien
en dat te melden aan hun broeders,
zo zullen wij opstaan om met zachte moed
en eensgezind de machten die ons binden te breken.
Tegen machtsontplooiingen binnen elke gemeenschap in,
zullen wij de zijde kiezen van kwetsbare mensen.
Tegen elke bevoogding in
zullen wij vrouwen oproepen om voor te gaan in woord en daad.
Tegen de scheiding van werelden in,
zullen wij warm en teder omgaan met elkaar en leven doorgeven.
Tegen eenzijdigheid of bevoorrechting in,
zullen wij voorrang geven aan bezieling en pastorale aanwezigheid.
Tegen elke neiging tot religieus separatisme in,
zullen wij uitnodigen tot ontmoeting en dialoog met anderen.
Tegen vervreemding en fundamentalisme in,
zullen wij diegenen volgen in wie Jezus menselijk herkenbaar is.
Tegen pessimisme en ontmoediging in,
zullen wij geloven in het kleine en het ongeziene.
En het hart zijn van een kerk
die het leven liefheeft
en die op haar beurt gelooft in mensen.

Evangelie: Lucas, 10, 38-42 

Homilie (Liesbeth Daenen)

Met het verhaal van Jezus op bezoek bij Martha en Maria heb ik toch wel wat problemen gehad. Het wekte bij mij veel ergernis op. Maria die staat voor het contemplatieve type lijkt op meer waardering te kunnen rekenen dan Martha, de actieve. Ook in onze huidige samenleving wordt heel vaak het intellectuele hoger geacht dan het praktische, het materiële handelen.

In een commentaar van Dorothee Sölle vond ik een heel andere en mij veel meer aansprekende benadering. Sölle ziet de twee vrouwen niet als opponenten of in een bepaalde hiërarchie, het zijn zussen die elkaar aanvullen en elkaar versterken. Zij vertrekt van de interpretatie van Meester Eckhart, die de nog onrijpe Maria aan het begin van het geestelijk leven stelt, terwijl de rijpe Martha op grond van haar ervaring dichter staat bij datgene wat nodig is. Het beeld van de twee zusters wordt vervolledigd, als we er het verhaal van de opwekking van Lazarus bijhalen, zoals het is opgetekend in Johannes, 11, 1-45. En dan treffen we een sterke, zelfbewuste, nuchtere, scherpzinnige Martha aan, met beide voeten op de grond, maar ook met een groot geloof, als zij zegt: “Ja Heer, ik geloof vast dat u de Messias bent, de zoon van God, degene die in de wereld komen zou.” 

Naast deze krachtige Martha staat de dromerige, leergierige Maria. Ze zijn één, ze horen bij elkaar.
Dorothée Sölle zegt hierover: “We moeten niet kiezen tussen contemplatie en actie. Niemand heeft het recht ons tot deze keuze te verplichten. En dat geldt voor mannen en vrouwen. We moeten de wereld niet opdelen in doeners en dromers, in de zachte, luisterende, zich overgevende Maria aan de ene kant en de pragmatische, actieve Martha aan de andere kant. We hebben beiden nodig, Maria en Martha, wij zijn inderdaad deze beide zusters”.

En het is juist deze combinatie die ik in Lut zo apprecieerde. In Lut heb ik de beide zusters Martha en Maria herkend. Zij slaagde erin het intellectuele, het spirituele enerzijds en het praktisch handelen anderzijds in elkaar te laten overvloeien en door wederzijdse beïnvloeding naar een hoger niveau te tillen. Haar bezigheden als actieve huisvrouw brachten meer verbreding in haar gelovig zijn en meer onderbouwing in haar theologisch denken, zij was daardoor een beter pastor, en omgekeerd kregen haar dagdagelijkse beslommeringen vanuit haar zoekende geest extra betekenis, meer waarde en zin. Dit samenspel maakte haar tot een breed inspirerende vrouw, die ons in onze zoektocht naar zingeving zoveel waardevolle inzichten heeft aangereikt.

Lut was zoals Martha een vrouw vol kracht, maar zij had, zoals Dorothée Sölle het verwoordt, de Maria in haar niet laten verdringen, en het jonge meisje dat ze eens was geweest, is altijd duidelijk zichtbaar gebleven.

Tafelgebed 5 (uit Kris Gelaude: Laat niet verloren gaan - Werkboek voor uitvaartliturgie)

God, meer dan wat ook
hebt Gij ons gewild.
Uw droom hebt Gij in ons gelegd.
Soms is het leven
groots en mooi.
Soms zijn wij
machteloos en kwetsbaar
zoals nu.
Naar wie anders dan U
zouden wij opzien.
In onze diepste herinnering
zijt Gij de liefde
waarmee alles begint.
Gij zijt onze verte,
de hunker en hoop
die ons gaande houdt,
tot over de dood.
Als Gij voor ons
die God wilt zijn
in wiens handen niets verloren gaat,
dan zal geen zaad in de aarde gezaaid,
geen brood gebroken worden
en geen stem tot U roepen,
of het zal betekenis hebben voor U.
Geen mens die droefheid kent,
die eenzaam is en sterft,
of Gij herinnert U zijn naam.
Want meer dan dat hebt Gij gedaan
voor Jezus, de man van Nazareth,
die liefde was voor allen,
zozeer dat stommen woorden vonden,
gekwetsten hun leed vergaten
en blinden schoonheid konden zien.
Verdriet en onrecht
nam Hij op zijn schouders.
En werd dààrom gedood.
Naar U, zijn Vader,
heeft Hij opgekeken
en U gedankt
die laatste avond,
tezamen met zijn vrienden.
Toen heeft Hij brood genomen
en gedeeld met hen,
terwijl Hij zei:
dit brood, mijn lichaam
wordt voor u gebroken
en gegeven.
Neem en eet ervan.
Daarna nam Hij de beker wijn
om hen die te geven,
terwijl Hij zei:
deze wijn, mijn liefde,
bezegeld met mijn bloed
is teken van Gods verbond met u.
Drink er daarom samen van.
Blijf u dit herinneren.
En leef zoals Ik u getoond heb.
Zijn stem hebt Gij gehoord, God,
zijn liefde gezien,
zijn pijn gevoeld
en zijn gebed beantwoord.
Gij hebt gedaan wat Hij geloofde.
En hebt zijn woorden
tot de uwe gemaakt.
Gij hebt het licht in Hem
niet laten doven,
maar rondgestrooid
in duizend, duizend ogen.
Zijn dood werd een begin voor ons.
Zijn weg, een weg zoals de onze.
En toch, ontegensprekelijk,
een weg van hoop.
Bewaar zijn kracht in ons.
Wij zullen de stilte doorstaan
en de beklemmende leegte.
Wij zullen doen wat Hij zou doen:
opstaan om verder te leven.
Om warmte te bieden.
Om niemand achter te laten.
Om door te geven
wat wij zelf gekregen hebben.
Om te gedenken
wie mensen voor ons geworden zijn.
Wij zullen elkaar herinneren
aan Jezus, onze Broeder.
En aan U, die onze Vader zijt.

------