------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





Gebedskaart Vasten 2019

Veertig dagen lang trok het Godsvolk door de woestijn; veertig dagen wordt Jezus naar de woestijn gedreven, beeld van de woestijn van ons eigen leven, want ook wij zijn allemaal trekkers, maar de vraag blijft: op weg naar waar? God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. God is liefde. Daarin zijn wij beeld van God. Die liefde, die licht geeft en energie en leven, heeft Hij in ons menselijk hart neergelegd als het beste van zichzelf.
Liefde. Die diepe wondere kracht die in ieder mens schuilt, die ons kwetsbaar maakt maar ons ook boven onszelf doet uitgroeien. Liefde die geliefden doet openbloeien, die mensen creatief maakt om zich voor anderen in te zetten, om wegen te zoeken naar vrede en gerechtigheid in deze wereld. Als wij vergeten naar waar wij op weg zijn, worden ons 40 dagen gegeven om ons opnieuw te laten raken, opnieuw uit duisternis op te staan en licht te worden.
(uit een homilie van Bob Van Laer, o.f.m.)


Op weg gaan en onderweg zijn is al de betekenis van de opdracht aan Abraham: verlaat je geboortegrond, je familie, je huis…
De weg zet in beweging,stelt vragen, nodigt uit, verontrust en suggereert.
“Het is verboden oud te worden” betekent: het is verboden om op te houden jezelf te vernieuwen en om te volstaan met een antwoord dat geen nieuwe vraag voortbrengt.
(M. A. Ouaknin)

Hoor, een stem klinkt op: baan een weg voor Hem, dwars door de woestijn Trek voor onze God door dit onland heen, een geeffend pad. Graaf de heuvels af, haal de bergen neer, vul ravijnen op. Kap het ruige oord, maak de steilste rots tot begane grond. Openbaar als licht, onweerlegbaar nieuw zal Hij met ons zijn. Alle vlees dat leeft zal Zijn aankomst zien in één oogopslag. Uit Zijn eigen mond hoorden wij dit woord, in ons eigen hart.  
(H. Oosterhuis, naar Jesaja 40)


De mensen denken te veel aan wat ze moeten doen
en te weinig aan wie ze moeten zijn
(Meester Eckhart)

Wat men vandaag van ons wil, is niet zozeer spreken over Christus, maar hem in ons laten leven, zodat de mensen hem kunnen vinden door te voelen dat Hij in ons leeft.
(Thomas Merton)

GA…
Ga! Je bent voor het op weg zijn geboren.
Ga, je hebt een afspraak na te komen.
Waar? Met wie?
Het is je nog onbekend.
Wellicht met jezelf?
Ga op pad, je stappen zullen voor je spreken,
Het pad zal jouw lied zijn,
de uitputting jouw gebed
en bij het einddoel zal jouw zwijgen sprekend zijn.
Ga op weg, alleen of met anderen,
maar treed uit jezelf.
Je maakte mededingers
maar je zult gezellen ontmoeten.
Je vreesde vijandigheid
doch je zult broers en zussen vinden.
Ga, je brein weet niet waar de stappen je hart heen dragen.
Ga, je werd voor het op weg gaan geboren,
de weg van de pelgrim.
Iemand is onderweg naar jou toe.
Iemand zoekt je opdat je Hem moge vinden
in het schrijn op het einde van de weg,
in de tempel diep in je hart.
Hij is je vrede,
Hij is je vreugde.
Ga, steeds gaat God met jou.
Tekst in een Mariakapel te Mallorca.

We zeggen voortdurend dat we geen tijd hebben.
En toch verprutsen we voortdurend veel tijd.
We zitten achter de computer, lezen een stukje in de krant zonder daarbij na te denken en doen dingen die niet echt hoeven.
Zo morsen we steeds weer hele en halve uren.
(Manu Van Hecke)

De Nederlandse kunstenaar Hans Versteeg, heeft een bijzonder schilderij gemaakt: de Madonna del Mare Nostrum.

Op het schilderij staat een zwarte vrouw met kind, gewikkeld in isolerend folie om hen warm te houden, zoals dat ook met drenkelingen gebeurt.
Een vluchteling met haar kind.
Je wordt aangekeken, zowel door het kind als door de vrouw.
Indringend, maar neutraal.
Geen angst, maar ook geen opluchting of dankbaarheid.
Ze zijn er gewoon – het wordt aan de kijker overgelaten hoe deze daarop wil reageren.
Als je goed kijkt, zie je dat de vrouw net langs je heen kijkt.
Ze plaatst je als het ware in een wijder blikveld. Zij ziet je wel, maar je bent voor haar niet het centrum van de aandacht. Zij kijkt de toekomst in naar wat zich achter jouw rug aandient met de vragen die zich aandienen:
Kunnen wij hen verwelkomen? Ook als ze niet direct hoop geven.
Kunnen we geloven dat nieuwe hoop kan geboren worden?
Het kind op de armen van de vrouw kijkt strak naar jou, als toeschouwer.
Niet met een smekende blik maar met de blik waar jonge kinderen het patent op lijken te hebben: pure afwachtende, receptieve waarneming.
Hij belichaamt de toekomst, die zijn moeder, over jouw schouder,
voor jou nog onzichtbaar, ziet opdoemen.
(naar Erik Borgman)

Ongeziene, betrouwbare God
aan het begin van deze vastentijd verzamelen wij  in Uw huis
en brengen we onze dromen mee.
Dromen die ons heilig zijn en gekerfd staan in onze ziel
Wij vragen U: maak ons open voor Uw woord
roep Uw stem in ons tot leven
leg Uw naam van recht en vrede voor ons.
(H. Oosterhuis)

Riskeer meer dan wat anderen “veilig” vinden
Zorg meer dan wat anderen “wijs” vinden
Droom meer dan wat anderen “praktisch” vinden
Deel meer dan dat je dacht dat je kan missen
Hoop, tegen beter weten in.
(Jeanne De Vos)

Zoals de grond wordt omgelegd
opdat het zaad in diepe aarde valt
zoals de overvloed aan takken telkens hoort gesnoeid
opdat de boom weer vrucht zou dragen
zo moet de mens zichzelf ontdoen
van veelheid die het hart verstikt
Want levenskracht is nodig, diepgeworteld
om door de onherbergzaamheid van dit bestaan te trekken
in lotsverbondenheid
zodat er niemand achterblijft, overgelaten aan zichzelf.
Iedere kruimel brood die wordt gedeeld
is het begin van hoop, dat toekomst daagt.
En dat er teken komt van een herboren mensheid.
(Kris Gelaude)

Er gaat geen zondag voorbij of het evangelie en de bredere Bijbelse boodschap dagen ons uit om verder te gaan in het “breken en delen”. Jezus’ visioen houdt ons wakker. Hij zegt: “Je staat er niet alleen voor”. Dat is bemoedigend. Maar Hij ging ook altijd een stapje verder. Breken en delen is niet alleen kwestie van het goede moment, omdat het jou uitkomt. Hij daagt ons uit om ook in eigen vel te snijden. “Ga maar in de tegenstroom staan”, zegt Hij. En ga ver genoeg. Ijver samen met anderen zodat dit “breken en delen” vorm krijgt in het concrete leven, in wetten, in instellingen, in de samenleving. Het “breken en delen” van Jezus is misschien een grotere uitdaging voor deze tijd en deze wereld dan we ooit hadden durven denken.
(tekst van Tuur Van Empten, Herent)






------