22 augustus 2022: 21e zondag door het jaar'
(2022)
De nauwe en gesloten
poort (Lc 13, 22-30)
Maggie Rubens
Openingszang 104: "Gegroet en gezegend"
Begroeting
Wij zijn hier samen in naam van de barmachtige
Vader, van zijn Zoon en van Gods heilige Geest.
Op het graf van een goede vriend hier in
Heverlee staat een Tibetaanse tekst.
“ Wat we gedaan hebben met ons leven maakt ons
tot wat we zijn als we sterven… En alles,
absoluut alles telt.”
Laat ons eerst zingen over de hemel en de aarde
in het mooie
lied 001 Wie anders
zou de hemel dragen
Openingsgebed
God Gij zult rechtvaardig zijn
anders zijt Gij onze God toch niet.
Maar Gij zijt ook barmhartig
en omarmt de verloren zoon.
Mogen wij hopen dat de deur
Naar uw koninkrijk wijd open zal staan?
Het evangelie van Lucas waar het liturgisch
kalender ons vandaag vraagt over na te denken
brengt ons een dubbele boodschap. Het
hiernamaals wordt voorgesteld als een groot
feestmaal waarop iedereen is uitgenodigd, Joden
en niet-Joden, niemand wordt uitgesloten. De
spirituele revolutie die Jesus predikte als
aanvulling van de Thora is voor alle volkeren
bestemd. Dit wordt onderlijnd in de laatste zin
van het evangelie “Er zijn laatsten (heidenen)
die de eersten zullen zijn en er zijn eersten
die de laatsten zullen zijn”.
Na deze positieve boodschap volgt er echter een
hard slot. Om dit aan te tonen parafrazeer ik
uit het evangelie. “Heer God laat mij toch
aanzitten aan uw feesttafel, doe de nauwe poort
toch open. Waarom werd ze voor mij gesloten? Ik
behoor toch tot de grote Joodse familie. Door
een luik in de deur zie ik mijn voorvaderen
zitten, Abraham, Isaak, Jacob en al de
profeten”.
Lucas laat dit evangelie beginnen met Jezus die
al predikend door dorpen en steden trekt op zijn
tocht naar Jerusalem. Tijdens zijn prediking
stelt iemand hem de vraag. “Heer, zijn er maar
weinig die worden gered ?”
Wie stelt de vraag? Wie zijn de toehoorders?
Lucas vertelt het ons niet. Jesus geeft eerst
een ontwijkend antwoord maar tegelijk corrigeert
Hij. “Jullie Joodse afkomst is geen garantie om
toegang te krijgen tot het rijk Gods, maak
liever de juiste keuzes in het leven, ook in
moeilijke omstandigheden en span je in om door
de nauwe poort binnen te geraken”.
Om de vraag van de toehoorder goed te begrijpen
zou ik ze toch even in historisch perspectief
willen zetten. Er leefde in de dagen van Jezus
een typisch joodse gedachte, namelijk de
verwachting dat er slechts een klein aantal
Joden zouden worden gered. Vandaar dat de groep
van de Essenen zich hadden afgezonderd en streng
ritueel leefden en zij spoorden ook de
Farizeeërs aan om moreel en zo zuiver mogelijk
te leven.
Ook het beeld van de gesloten deur moeten we
zien het licht van een Joodse gewoonte. De
huiseigenaar deed s’nachts de deur van zijn huis
enkel open voor bekende familieleden. In dit
geval gaat het om Joodse volksgenoten die het
evident vinden dat zij tot de Joodse familie
behoren. Maar dat is niet meer zo voor Jezus,
die als eigenaar van het huis wordt gezien. Of
men in zijn nabijheid heeft geleefd, zijn
woorden heeft gehoord, of dat men een
afstammeling is van Abraham, het is geen
garantie om door de nauwe deur te geraken en aan
het feestmaal aan te zitten.
Laat ons nu eerst naar het evangelie luisteren.
Lied 412 Wat ik
gewild heb
Homilie
Moest Jezus hier nu onder ons zijn, zou
iemand hem nog de vraag stellen:” Heer zijn er
maar weinig die worden gered?” Ik denk niet dat
deze vraag vandaag nog een onderwerp van gesprek
is en als we er over spreken dan is dat met een
zeker gęne.
Wij zijn wel met andere vragen bezig: niet
zozeer met de kwestie “wat na dit leven”, maar
met zinsvragen over het leven hier en nu: vb.
Welke plaats heeft God nog in onze
geseculariseerde wereld? Hoe spreekt Hij tot
ons? Zijn wij de aarde aan het vernietigen?
Welke toekomst heeft de volgende generatie? Is
de globalisering van de wereld en de digitale
revolutie een vloek of een zegen?
Om op deze vragen een antwoord te geven zetten
we ons elke dag in en maken we concrete
levenskeuzes. Ik stel mij nu de vraag of er voor
gelovige christenen een verband is tussen onze
maatschappelijke en persoonlijke levenskeuzes
enerzijds en ons menselijk geluk anderzijds. Een
geluk dat over de dood heen kan reiken?
Eenvoudig gezegd: is er een verband tussen mijn
leven op aarde en mijn verder leven in de hemel
of waar dan ook?
Waarom is het evangelie van vandaag ook een
streng verhaal? We hebben het zo juist gehoord.
De deur van de redding is niet alleen nauw maar
voor sommigen zal de poort gesloten zijn.
Staat dit niet in schril contrast met de tekst
bij Mattheus “ klopt en er zal worden
opengedaan” of gaat het essentieel om een
houding van eigendunk. Ik denk hier aan de vrome
farizeeër die vooraan in de tempel bad. ” Dank U
God dat ik niet ben zoals de tollenaar die daar
achteraan zit”. Ik denk ook aan onze
christelijke gemeenschappen vandaag zowel
conservatieve als progressieve, die menen dat ze
toch wel “goed zitten. Komt het er vooral niet
op neer dat wij nederig openstaan voor Gods
genade, die dan de poort wijd openzet?
En wij hier in Filosofenfontein, wij die samen
bidden, zingen, voorgaan en luisteren naar Gods
woord, wij zullen toch wel door de nauwe poort
geraken?
Neen, zegt Jezus om een hemelsafe paspoort te
krijgen moeten jullie in de geseculariseerde
wereld waarin jullie nu leven, naastenliefde
beoefenen en gerechtigheid, dit is iedere mens
tot zijn recht laten komen, en vertrouwen op mjn
genade en barmhartigheid, al de rest is
bijkomstig.
De buitengeslotenen, zij die voor de gesloten
deur zullen staan, zo staat letterlijk in het
verhaal, zijn de bewerkers van ongerechtigheid.
Dat is harde taal.
Deze evangelietekst heeft in de volgende eeuwen,
zelfs tot in de jaren ‘60 van vorige eeuw een
dreigende betekenis gekregen. Zonde en
schuldbesef gingen het leven van mensen
domineren. De angst om na de dood verdoemd te
worden was groot. Zo werd het laatste sacrament,
de ziekenzalving, zo lang mogelijk uitgesteld
opdat men toch zeker in de hemel zou komen.
Maar Is er zoiets als een hemelse beloning en
een helse straf voor wat wij tijdens ons leven
doen en niet doen? Kunnen wij meewerken om onze
hemel te verdienen of is alles afhankelijk van
genade?
Er is zoveel kwaad in de wereld, moet er dan
niet zoiets als een hel (een gesloten deur)
bestaan?
Zonder hel, ontsnappen de schurken dan niet aan
hun gerechte straf? Alleen al omwille van de
slachtoffers kunnen we toch niet denken “God is
barmhartig en Hij vergeeft toch alles, het doet
er niet toe wat ik doe of niet doe”. Om een
beeld van dit evangelie te gebruiken: zou Hitler
aan het goddelijk feestmaal kunnen zitten naast
een slachtoffer van Auschwitz?
Toch beste mensen, moeten we goed bedenken dat
alleen God weet of iemand echt voor het kwaad
kiest of niet. Juridische rechtvaardigheid komt
ons toe maar niet het uiteindelijk oordeel over
iemand. Een mensenleven kent immers kracht en
zwakheid, goedheid en mislukking en heeft de
huidige wetenschap ons ook niet geleerd dat een
genetisch omeletje soms niet zo goed in elkaar
zit en dat een wieg op drijfzand kan staan?
Hoe zouden wij eeuwig leven of de
rechtvaardiging over ons leven vandaag kunnen
verwoorden? Zowel bij de dominicaan E.
Schillebeeckx in zijn boek “Mensen als verhaal
van God” als bij de jezuďet Roger Lenaers in
zijn artikel “Over verrijzenis” haal ik mijn
inspiratie.
Hun grote bekommernis was de geloofsboodschap
binnen een modern, niet–meer-mytisch denken te
verwoorden zonder aantasting van haar rijkdom.
De evangelische boodschap moet voor hen immers
bron van heil zijn voor alle culturen, en dus
ook voor onze moderne cultuur.
Eeuwig leven of hemel is voor beiden een
dynamische voortzetting van onze positieve
levensband met God tijdens ons aardse leven.
Deze band wordt door de dood niet verbroken.
Beelden zoals vagevuur, hel, hemel moeten uit
ons denken worden uitgewist.
Ons sterven is gewoon het einde van onze
mogelijkheid om nog verder in liefde te groeien,
en zoals Jezus tot voltooiing kwam, zo zullen
wij, als wij zijn grondhouding hebben gedeeld,
ook delen in zijn voltooiing. Voltooiing is wat
men vroeger, in het licht van het Joodse denken,
verrijzenis noemde nl. de gestorven lichamen en
geest die op het einde der tijden terug samen
komen. Voor een wetenschappelijk denkende mens
is dit onaanvaardbaar geworden, daarom spreekt
R. Lenaers liever over tot voltooiing komen.
Tot voltooiing komen geldt ook voor hen die
Jezus niet gekend hebben maar die een
medemenselijk en rechtvaardig leven hebben
geleid, anders is de hele mensengeschiedenis een
fiasco.
En wat dan met de schurken? Mensen die echt voor
het kwaad gekozen hebben? Geen verdoemenis in
het eeuwige vuur maar “het eeuwige niets” als
resultaat van hun eigen levensgedrag. Dat is erg
genoeg. De deur is gesloten.
Groot dankgebed
164.
Onze Vader
Communie
Lied 839, Psalm
139- Gij, Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt
mij
Slotgebed psalm 73.
Zegen
Psalm 73 (korte
versie)
Ja, God is wel goed
voor
een mens die is gelouterd. Bijna was ik
uitgegleden, het scheelde niet veel of ik was
gevallen; Ik was afgunstig op zo een blaaskaak,
ik zag zijn vrede zonder God.
Voor
hem geen zorgen, puike gezondheid, leed van de
mensen kent hij niet,
hij
wordt niet geplaagd als ieder ander; hoogmoed is
zijn zegelring machtswellust zit hem als gegoten
zijn hart loopt over van gemeenheid, spot ,
cynisme, dreigementen tegen de hemel. Wat heeft
God met ons te maken als die tenminste nog
bestaat.
Waarom
heb ik in U geloofd, heb ik mijn handen schoon
gehouden?
Ik
was verbitterd en opstandig, gekweld, wanhopig
en zonder uitzicht gewond tot in mijn ziel. Vaak
genoeg dacht ik, ik doe als die anderen maar dan
zou ik breken met U
Toen
vond ik rust in uw mysterie en leerde zien
vanuit uw toekomst:
heel
hun bestaan is op drijfzand gebouwd, het valt in
puin, ze worden in een oogwenk vernietigd.
Maar
Gij houdt mij vast. Uw hand in mijn hand. Wat is
de hemel voor mij zonder U. Wat moet ik op aarde
als gij niet bestaat? U ontrouw zijn is niemand
zijn.
Maar
bij U God ben ik geborgen.
|