15 augustus 2022: Hoogfeest van Maria (2022)
Hoogfeest van
Maria (Lc 1, 39 – 56)
Marcel
Braekers
Openingszang
501 salve regina
Begroeting
De
‘salve regina’ heeft in de dominicaanse traditie
een belangrijke plaats. Elke dag wordt er het
nachtgebed mee afgesloten, het wordt gezongen
bij alle belangrijke gelegenheden: bij
belangrijke samenkomsten, de inkleding of
professie van een medebroeder of een
begrafenisdienst die we sluiten door rond de
kist te gaan staan en het ‘salve’ te zingen. Het
is elke keer een heel ontroerend moment.
De zang heeft daarmee het karakter van
transformatie gekregen: zingend gaan we over van
de dag naar de nacht, van het leven naar de
dood, maar ook het zetten van een nieuwe stap in
het leven. Ik vind het daarom mooi om in deze
dominicaanse kapel dit feest van Maria te openen
met deze zang. Haar leven was ook getekend door
een voortdurende transformatie.
Vandaag gedenken we dat Maria haar bestemming
vond toen ze werd opgenomen in Gods liefde. ‘Met
ziel en lichaam werd de onbevlekte maagd
opgenomen in de hemelse heerlijkheid’ zei paus
Pius XII in 1950 en maakte daarbij van zijn
uitspraak een dogma beladen met zware voor
vandaag moeilijk te begrijpen begrippen.
Gelukkig las ik ooit de uitspraak van Herman De
Deyn die zei:”Je kunt dogma’s alleen begrijpen
als je ze zingt. Buiten de context van dat
ritueel heeft zo’n dogma geen betekenis.” (Knack
13/07/2011) Zo heb ik ook deze uitspraak
begrepen en daarom nodig ik jullie uit om deze
viering zingend te beleven.
Laten we het daarom stil maken in ons en God
smeken om zijn genadige nabijheid.
Lied 139 wees
Gij het woord, Gij de stilte
Gebed
Wees gegroet, Maria
Door u ontving onze wereld Jezus,
Beeld en gelijkenis van God.
Doorheen uw levenswandel leerden wij
Hoe vreugde en verdriet, nabijheid en
verlatenheid
Een onvermijdelijk deel van ons bestaan vormen,
Maar ook, hoe God ons daarin nabij is.
Leer ons zoals Gij
Te luisteren naar Gods Woord,
Leer ons te hopen zoals Gij
En te dragen en verdragen wat het leven ons
ongevraagd opdringt,
Opdat Gods Geest ook ons mag vervullen
Zoals hij eens in u deed.
Inleiding op de
lezingen
De eerste lezing is genomen uit het boek
van de Openbaring, het laatste boek van de
Bijbel dat in mythisch beelden beschrijft hoe
het einde van deze wereld zal zijn. Net zoals in
zijn evangelie brengt de schrijver Johannes
Maria ter sprake op een heel eigen manier. Voor
hem is zij symbool van het Oude Israël dat op de
drempel staat van een nieuwe tijd. Het is daarom
niet verwonderlijk dat de tekst die we zullen
beluisteren door de christenen begrepen werd als
van toepassing op Maria terwijl het eigenlijk om
het drama van het Jodendom gaat.
Apok.
11,19a;12,1-6a.10ab
Lied 273 gezegend
die komt
Lucas 1,
39 – 56
Homilie
Wat een lange weg hebben wij niet af te
leggen in ons geloof, altijd opnieuw en altijd
vernieuwend. Als ik terugdenk aan mijn ouders en
ons leven als kind dan kan ik alleen maar
verbaasd vaststellen hoe alles is veranderd en
wij toch dezelfde mensen zijn.
Mijn ouders waren eenvoudige, diepgelovige
christenen. Het werk in de winkel regelden ze zo
dat elke dag iemand van de twee naar de mis kon
gaan. Hadden ze zorgen dan sprongen ze op hun
fiets om in een nabij gelegen bedevaartplaatsje
tot Maria te bidden. ’s Middags baden we het
Angelus en elke avond werd het rozenhoedje
gebeden. Het hoorde zo bij het dagelijkse leven
dat er intussen even goed werd gestreken, kleren
versteld of gebreid. Toen ik een jongen van 12
jaar was, ging ik met mijn ouders mee naar
Kevelaar en maakte ik mijn spaarpot leeg om een
mooi met de hand gemaakt Mariabeeldje te kopen.
Het staat altijd op mijn werktafel en ik heb het
vandaag hier op het altaar gezet. Zo ben ik
opgegroeid en zo leerde ik op een volkse,
evidente en eenvoudige manier de warmte en
nabijheid van het geloof kennen. Ik noem dat nu
de moederlijke poot van ons geloof waarnaar men
altijd opnieuw terugkeert.
Hoeveel is er intussen niet veranderd zowel in
mijn persoonlijke zoektocht als in de evolutie
van onze Kerk. Voorstellingen zoals maagdelijke
ontvangenis, met ziel en lichaam opgenomen zijn
in de hemel, enz. het zijn allemaal beelden die
voor mij hun letterlijke betekenis hebben
verloren, maar die daardoor aan diepte hebben
gewonnen. Het is een merkwaardige vaststelling
die ik dikwijls maak: hoe meer men letterlijke
betekenissen durft loslaten of al te fysieke
voorstellingen in een meer verbeeldende context
kan begrijpen hoe meer het( geloof aan diepte en
heling wint. Laat mij dit even verduidelijken.
Er werden ons eeuwenlang en tot vandaag beelden
van de fysieke toestand van Maria opgedrongen
waar wij als mensen van de 21e eeuw geen weg
meer mee weten. Dat is met de beste bedoelingen
gebeurd, want men wilde in woorden ons gevoelig
maken voor het ongrijpbare mysterie van de
menswording van God. De conceptie, geboorte
evenals de dood en het einde konden niet in
gewone mensentaal worden weergegeven. Met behulp
van verhalen en beelden uit andere godsdiensten,
maar ook vanuit een diep archaïsch geloof
ontstond de geloofstaal die wij tot vandaag
herhalen. De belangrijke fout die men daarbij
maakte is dat men de beelden als letterlijke,
fysieke voorstellingen ging begrijpen, terwijl
het om geloofstaal ging. In dat opzicht is er
een groot verschil tussen het geloof van mijn
ouders en dat van mij vandaag, en tegelijk
gelijken beide erg op elkaar. Mijn ouders waren
ook niet met biologische vragen omtrent Maria en
de geboorte van haar zoon bezig. Maria maakte in
hen datgene wakker dat de kern van hun geloof
bepaalde: vertrouwen, overgave, troost,
nabijheid. Zijn het niet dezelfde gevoelens die
ons vandaag raken?
Hoe
meer ik nadenk over de geschiedenis die wij
hebben doorgemaakt en nog ondergaan hoe meer ik
begin gelijkenissen te zien. Is het een normaal
proces van ouder worden of raakt het aan iets
meer? De meeste verschillen gaan over
uiterlijkheden terwijl ten diepste mensen
dezelfde blijven en altijd met dezelfde vragen
hebben te worstelen. Veel jaren heb ik mij
verwonderd over de afstand, het verschil en
mogelijk het moeilijke gesprek dat ik met mijn
ouders zou hebben mochten we vandaag over geloof
spreken. En geleidelijk begint dit verschil af
te brokkelen, verkleint de afstand en zie ik ons
als kleine mensen die even verschijnen en weer
verdwijnen, die zoeken en vragen, die lijden en
hopen en die bij dat alles uitzien om thuis te
komen. Niet zomaar in hun gezellige huiskamer,
maar thuis in de diepste kern van zichzelf, in
de plek waar God hen raakt. Wat Maria volgens de
evangelist Lucas zong wordt dan altijd opnieuw
waar: “Eenvoudigen brengt hij tot aanzien en
rijken stuurt Hij weg met lege handen”. Dat
wonder vieren wij vandaag: de geschiedenis van
een krachtige vrouw, haar offer van het leven,
en de bestemming die zij uiteindelijk vond in de
liefde van en voor haar Zoon.
Groot dankgebed
156
Na de communie 559
Lied van
Maria
Schoot die niemand draagt.
Aanvang woest en leeg.
Nog geen man kent mij
Nog geen kind mijn naam.
Naar U klimt mijn ziel.
Doe mij staan rechtop.
Geef mijn naam een klank
Dat ik mij herken.
Eerste Stem, roep mij
Uit mijn diensthuis weg.
Met uw scheppingskracht
Overschaduw mij
Dat uw woord geschiedt.
Vreemde die mij vond,
Die mijn naam uitsprak
Als een zegening –
Stem uit wijd licht land
Engel, laat mij niet
Over aan mijzelf –
Ga met mij tot waar
Alles is volbracht.
H. Oosterhuis, Stilte zingen p. 314
|