------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





03 oktober 2021: 27e zondag door het jaar (2021)

Een hart voor de schepping (Mc. 10, 2-16)

Geert Craps

Openingslied 104 Openingswoord

Verwelkoming en opening van de viering

Wie zich in het grote avontuur heeft gewaagd dat huwelijk heet, zal vandaag een bekende zin horen in het evangelie: "Wat God verbonden heeft, zal de mens niet scheiden". Maar ik wil het heel expliciet niet hebben over het huwelijk in deze viering. Enerzijds zitten mijn ouders hier ook, en die hebben daar dit jaar zestig jaar ervaring mee, wat ik nog absoluut niet kan zeggen, anderzijds zijn er zoveel dingen te zeggen over het huwelijk, nog veel meer dan er hier aan levende herinnering bijeen zit, dat dat wat delicaat en onbegonnen wordt.

Nee, ik wil het vandaag hebben over hoe wij fundamenteel als mensen in deze grote wereld staan. Want die komt toch met allerlei uitdagingen op ons af. De aarde kreunt onder onze exploitatie, en de mensen van de Vesder- en de Maasvallei hebben dat dit jaar aan den lijve ondervonden. De overbevolkte mensheid wordt geplaagd door een pandemie, en het zou ook niet de laatste zijn. Een belangrijke en invloedrijke groep mensen blijft direct of indirect systemen verdedigen van uitbuiting van natuurlijke grondstoffen, dieren en zelfs mensen, "om de economie draaiende te houden". Politici en beleidsmakers reageren traag en aarzelend, vaak omdat ze eerder om electorale winst geven, in plaats van de heelheid van de aarde en haar bewoners. Kansen, voedsel, grondstoffen, maar ook onderwijs, democratische rechten en vrijheden, waardering en erkenning zijn wel erg ongelijk verdeeld over de mensheid.

Hoe staan we daar als christenen fundamenteel in? Of anders gezegd: wat is de basishouding die aan onze acties en activiteiten in deze wereld van mensen, dieren, planten en mineralen ten grondslag ligt? Wat is onze mission statement als christelijke wereldbewoners? Jezus verwijst daar vandaag volgens mij naar, en ik wil er een paar bedenkingen over maken.

Openingsgebed

Gij die als allereerste hebt gezegd:
‘leven moet er zijn’:
blijf ook vandaag uw woord spreken
tot wie zich inzetten voor wat beschadigd en verloren is.
Herinner ons eraan
dat de aarde hier niet tot bloei kan komen
zolang zij elders vernietigd wordt.
Gij die alles in het leven riep met het oog op de mens:
schenk ons mannen en vrouwen
die, in het voetspoor van Jezus,
niet bouwen aan steeds grotere schuren,
maar de nederigheid bezitten
om het eigen kennen en kunnen
ten dienste van uw schepping te stellen.
Gij die de mens tot vrijheid roept,
blijf allen oproepen
om met zorg en eerbied
om te gaan met het werk van uw handen,
en om daarin uw en onze plaats te weten.

Antwoord op de Lezing: lied 125 Gedenk ons hier bijeen.


Evangelie: Mc 10,2-16

Bedenkingen bij het evangelie

De context van deze lezing is een bekende: het gaat hier weer om een dispuut tussen de farizeese beweging en Jezus. De strikvraag van de farizeeën luidt deze keer: mag een man een scheidingsbrief geven aan zijn vrouw? Zo'n scheidingsbrief was in het traditionele jodendom van Jezus' tijd een soort beschermingsbrief voor de vrouw die door haar man werd verstoten. Een man kon immers volgens de joodse wet zijn vrouw verstoten, maar ze bleef toch zijn bezit en kon niet trouwen met een andere man. Als ze dat toch deed werd dat als overspel gezien. Maar als de man een scheidingsbrief aan haar gaf, kon de vrouw bewijzen dat ze effectief niet meer getrouwd was, en kon ze volgens sommigen wel een nieuwe relatie aangaan. De geldigheid van zo'n scheidingsbrief stond echter ter discussie, en de meest orthodoxe joden uit Jezus' tijd beschouwden een vrouw met een scheidingsbrief die een nieuwe relatie aanging toch als een overspelige. De farizeeën wilden dus weten waar Jezus zich bevond in de discussie…

Jezus doorziet het spel, en wijst op een eigenschap van de farizeeën: hun "hardheid van harten". Ik parafraseer hoe ik die terechtwijzing interpreteer: omdat jullie zo kil en koud redeneren zonder de basis van je geloofsregels te kennen, heeft Mozes jullie dan maar een simpeler regeltje gegeven. En dan verwijst Jezus naar een van de allereerste teksten van de Torah: het (tweede) scheppingsverhaal. In dat verhaal wordt de fundamentele verbondenheid van man en vrouw aangegeven - de vrouw is uit de zij van de man geschapen - en daardoor gaan twee mensen een relatie van verbondenheid met elkaar aan, waarbij ze zelfs de bloedband met hun ouders overstijgen.

Zoals gewoonlijk moet de farizeeën gewezen worden op de basishouding van de mens, die het spel van de regeltjes overstijgt. Regels zijn er alleen maar omdat mensen soms eenvoudige richtlijnen nodig hebben om grote principes te verstaan en in de praktijk te brengen (dat herinnert ons toch aan heel de discussie over regeltjes en principes tijdens de pandemie, nee?).

Maar dan is het ook interessant om eens goed te kijken naar wat Genesis precies zegt. Dat wil ik graag doen na het volgende lied.

Lied: 517 Als regen die de aarde drenkt

Lezing uit het oude testament: Gen. 2,18-24

Bedenkingen bij de lezing

Als u daar eens veel tijd voor hebt, moet u eens de video-opnames van de colleges van professor Christina Hayes van de universiteit van Yale over het Oude Testament opzoeken. Zelden hoor je zoveel verhelderende duiding bijeen over een toch wel erg moeilijke literatuur, waarvan we ogenschijnlijk nooit genoeg context hebben om die helemaal te begrijpen.

Professor Hayes situeert ons scheppingsverhaal samen met het eerste in de traditie van de scheppingsverhalen en -mythes die de ronde deden in de tijd dat de teksten van Genesis werden geschreven. Ze wijst vervolgens op de vele overeenkomsten met die traditie, maar ook op de fundamenteel verschillende oriëntatie van het Bijbelse materiaal.  In de Babylonische traditie, waarmee de Bijbelse opvallend veel parallellen vertoont (ik laat nu veel details weg) is de schepping door de scheiding van de wateren en het vormen van het land (zoals in de bijbel) het resultaat van een gigantische strijd tussen een aantal oergoden en de legers van godenkinderen die ze voortbrengen, waardoor de aarde altijd iets bedreigends overhoudt. De schepping van de mens uit klei (net zoals in het oude testament) heeft dan weer de bedoeling om een dienaar voor de goden te creëren, en dat werd in Babylon geïnterpreteerd als een model voor de verhouding tussen de machthebbers en het volk: het volk is de dienaar.

In Genesis zijn er vele parallellen hiermee, maar ook een heel fundamenteel verschil: de ene god creëert door onderscheiding een schepping die fundamenteel zeer goed is: dat wordt vele keren herhaald in het eerste scheppingsverhaal. En de mens (een rode-kleimannetje: "adam" is verwant met het Hebreeuwse adama (grond/klei) en met de stam "dam": bloed) is er om te genieten van de schepping, er de vruchten van te plukken en ervoor te zorgen. Fundamenteel is de joodse scheppingstraditie dus veel positiever ten opzichte van de schepping als geheel, en wordt de mens beschouwd als een autonoom wezen, en niet in de eerste plaats als een dienaar.

En dan nog twee fundamentele nieuwe aspecten uit ons verhaal. Eén: de mens zelf wordt door God tot een schepper gemaakt. Net zoals God door zijn woord de aarde heeft gevormd, zo ook wordt aan de mens gevraagd om door zijn woorden, de namen die hij geeft aan de dieren en de planten, die als het ware tot ervaringsgegevens te maken. Een ding bestaat pas, als het een naam heeft, schijnt ons verhaal te suggereren. We zijn dus mede-scheppers, en hebben daardoor een hele grote verantwoordelijkheid en een speciale rol in de schepping. We maken de goedheid mee.

Twee: de schepping van de vrouw. Ons verhaal van vandaag is vaak aangegrepen om de secundaire rol van de vrouw te funderen. Niets is minder waar. Om te beginnen is er een oude rabbijnse traditie die over dit verhaal zegt dat God de vrouw niet uit het hoofd van de man heeft geschapen, zodat ze boven hem moet staan, en ook niet uit de voeten van de man, waardoor ze onder hem komt te staan, maar uit de zij van de man, zodat ze naast hem staat. Maar veel fundamenteler, aldus opnieuw Christina Hayes, is de vrouw het sluitstuk, de culminatie van de schepping. Zij is het eindpunt van de scheppingsdaden van God, en het begin van de scheppende mens. Want ook de rode-kleiman adam voert zijn laatste scheppende daad uit: hij geeft een naam aan de vrouw (Isha), waardoor hij in dezelfde beweging ook zichzelf definieert als "man" en als het ware zichzelf schept.

Zo gelezen is het scheppingsrelaas een enorm verhaal over de fundamentele rol van de mens in het grotere geheel, en dat is ook waar Jezus naar verwijst. Beseffen jullie wel, farizeeën, lijkt hij te zeggen, wat onze plaats is? Wij zijn de liefdevolle verantwoordelijken van de wereld om ons heen…

Zo gelezen krijg ik soms het gevoel dat onze wereldleiders, onze captains of industry, onze kapitaalmarketeers, onze uitbuiters en onderdrukkers, maar ook heel veel gewone mensen, die hun verbondenheid ten diepste met de schepping niet zien, zijn zoals de farizeeën: ze hebben regeltjes nodig en proberen die dan naar hun hand te zetten. Maar het grote plaatje ontbreekt.

Zo gelezen hoor ik ook een oproep aan ons, om als Christenen een fundamenteel andere houding aan te nemen: een houding van scheppers van een aarde, een wereld van mensen, die zeer goed is.

Offerande Muziek: Bach: Wohltemperiertes Klavier P&F I-1`

Tafeldienst

    149 Oergebaar
    166 Adem van mensen

Communie Muziek: Bach: Kunst Der Fuge Contrapunctus XIV

Communielied: 584 Een teder geheim

Korte bezinning

Gij die als allereerste hebt gezegd:
‘leven moet er zijn’:
blijf ook vandaag uw woord spreken
tot wie zich inzetten voor wat beschadigd en verloren is.
Herinner ons eraan
dat de aarde hier niet tot bloei kan komen
zolang zij elders vernietigd wordt.
Gij die alles in het leven riep met het oog op de mens:
schenk ons mannen en vrouwen
die, in het voetspoor van Jezus,
niet bouwen aan steeds grotere schuren,
maar de nederigheid bezitten
om het eigen kennen en kunnen
ten dienste van uw schepping te stellen.
Gij die de mens tot vrijheid roept,
blijf allen oproepen
om met zorg en eerbied
om te gaan met het werk van uw handen,
en om daarin uw en onze plaats te weten.

Mededelingen en zegen


------