------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





26 september 2021: 26e zondag door het jaar (2021)

“In mijn naam…” (Mc. 9, 38-43, 45, 47-48)

Jef Schoenaerts


Welkom

Welkom iedereen – uitzonderlijk vandaag nog eens van thuis uit.
Welkom op dit uur waarop wij elkaar zegenen en waarop wij ook gods zegen vragen over alles wat ons bijeen brengt.
We doen dat in de naam van de vader, de zoon en de heilige Geest.

Klankschaal en aansteken kaars

Openingslied: “Gegroet en gezegend”

Inleiding

“Je zal de naam van god niet ijdel gebruiken” staat in Exodus 20,7.  Dat verbod staat in de tien geboden op hetzelfde niveau als “Je zal niet doden” of “Je zal andermans goed en vrouw niet begeren”.    Het moet zijn dat het Joodse volk heeft aangevoeld hoe delicaat het gebruik van de naam van god wel is: hoe het meest heilige kan ingezet worden voor twijfelachtige en zelfs voor perfide doelstellingen.
En de geschiedenis bewijst dat hun aanvoelen en bezorgdheid wel degelijk terecht was.  In gods naam werden wreedheden begaan, werden groepen mensen gestigmatiseerd en geliquideerd, werden oorlogen gevoerd: “Gott mit uns” in vele varianten.  
Ook vandaag doet het inroepen van de autoriteit van god vaak de wenkbrauwen fronsen.  Twee voorbeelden maken dit wellicht duidelijk.
De president van de VSA beëindigt toespraken nogal eens met “God bless America”.   Welk soort legitimatie wordt hier gebruikt?   Is die uitspraak een formeel cultuurgegeven of  houdt het een opdracht in?  Dient ze om  geloofwaardigheid te verlenen aan de eigen ideologie, de eigen politiek?
Een tweede voorbeeld komt uit een specifieke geloofscontext.  U kent ze wel: de kerkdiensten van vaak protestantse origine waar genezingen en duiveluitdrijvingen plaatsvinden “in the name of Jezus”.   Meestal gaat dit gepaard met grote gebaren, met emotionele ontladingen en veel verbaal geweld.   
Wat gebeurt er met mensen, met mijzelf, met u als wij spreken, bidden, handelen “in de naam van god”.   De evangelielezing zet aan tot reflectie hierover.
Laten we het eerst stil maken in en rondom ons en bidden tot onze god.


Gebed

Onnoembare en Nabije,

Gij hebt uw lot verbonden aan ons, mensen.
Roekeloos hebt Gij voor ons gekozen.
Vertrouwvol neemt Gij ons mee in uw verhaal.

Dat uw koninkrijk kome, legt Gij mee in onze handen.
Dat uw wil geschiede, rust mee op onze schouders.

Laat ons uw vertrouwen in ons niet beschamen.
Laat ons uw boodschap recht doen.
Laat ons uw naam niet gebruiken voor eigen belang.

Dat vragen wij U in Jezus' naam.

Amen.


Intro bij het evangelie
“In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest...”.  Hoe vaak spreken wij die woorden niet uit?   Bij de opening en de afsluitende zegen in de eucharistie, bij het doopsel, bij het begroeten van het lichaam van een overledene enz.  
Die woorden hebben we niet van onszelf, ze zijn ons door de traditie overgeleverd, ze zijn door generaties geproefd en geleefd en ze vinden hun oorsprong in het spreken en het handelen van Jezus zelf.
In de evangelielezing van  vandaag is dat spreken en handelen “in zijn naam” uitdrukkelijk aanwezig, twee keer zelfs.  De leerlingen gebruiken ze in een aanklacht tegen een man die – in hun ogen - het gezag van Jezus misbruikt.  Jezus gaat tegen de leerlingen in en tekent verder het pad uit waarbij terecht “in mijn naam” kan worden gesproken.
Laten we luisteren naar het evangelie uit Marcus.


Evangelielezing: Marcus 9,38-43,45,47-48

Lied “Ontroer mij, ontvouw mij”

Toelichting bij het evangelie

Bij het lezen van de tekst vielen mij twee tegenstellingen op. 
Eerst horen we hoe een man die buiten de Jezusbeweging staat, toch steunt op de autoriteit van Jezus om demonen uit te drijven.  De leerlingen klagen dit sterk aan.    Merkwaardig genoeg slagen de  leerlingen er zelf niet in om duivels uit te drijven.  Dat lezenwe  in het vorige hoofdstuk van het evangelie.   En dat terwijl zij toch de intimi zijn van Jezus.    Zijn ze gewoon jaloers?  verontwaardigd?  voelen ze zich gediscrimineerd?    Wat is er gaande?...
Een tweede merkwaardige tegenstelling is hoe verschillend de houding is die de leerlingen en Jezus innemen tegenover die exorcist.    De leerlingen willen de man resoluut een spreekverbod  opleggen:” jij mag niet zo spreken en handelen want jij behoort niet tot onze groep!”    Jezus daarentegen geeft de man alle krediet: als deze man in mijn naam spreekt, doet hij dat met heldere ogen, met zuivere bedoelingen, vanuit een kracht die groter is dan hemzelf.  
Waar komen deze tegenstellingen vandaan?...
De leerlingen zetten duidelijk zichzélf op het voorplan.   Ze zijn hierbij manifest “hardleers”: “Wie van ons is de belangrijkste?...” hoorden we hen vorige week nog vragen.   Maar er is meer: ondanks die traagheid van begrip over wat Jezus met zijn leven bedoelt, spreken ze exclusieven uit tegen wie niet tot hun groep behoort.   Ze werken voor eigen rekening en bepalen souverein wie erbij hoort  en wie niet: dié man niet want “…hij wilde zich niet bij ons aansluiten.”  Exclusiviteit ten top!
Jezus gaat hier diametraal tegenin.  Het gaat hem hierbij niet om de prestatie, om de duiveluitdrijving op zich, om de man of vrouw die het wonder verricht.  Het gaat Jezus wél om de intentie waarmee men andere mensen tegemoet treedt én over de bron van waaruit men dit doet.   Demonen uitdrijven is voor Jezus geen krachttoer maar is een uitvloeisel van geraakt worden door de kwetsbaarheid, de vervreemding en het lijden van wie hij ontmoet.  Hij wordt door iemand geraakt en komt hem tot in zijn ziel bevrijdend nabij.   En dat alles doet hij “in naam van…”.   Want telkens verwijst Jezus naar zijn vader, naar “hem die mij gezonden heeft”.   Het is de god die hij in de stilte van het bidden ontmoet, die door zijn optreden zijn gelaat laat zien en die hem inclusief doet handelen.

“In de naam van de  Vader en de Zoon en de Heilige Geest.”
Welke positie neem ik in als ik bewust deze woorden uitspreek?  Ik heb het gevoel dat ik dan twee ogenschijnlijk tegengestelde bewegingen uitvoer. 
Eerst zet ik een stap áchteruit: ik maak mijn eigen naam ondergeschikt aan die van iemand anders.  Ik spreek niet vanuit míjn eigen belang en niet allereerst op eigen gezag.  Ik geef het heft uit handen en ben niet langer allesbepalend. 
En net door die beweging áchteruit kan ik tegelijk een stapje vóóruit zetten.   Het plaatst mij in een positie waarin ik mij kan laten “vullen” door wat of wie groter is dan mijzelf.   En met die rijkdom die ik zo ontvang, ga ik naar de ander toe.   Daardoor kijk ik anders naar mensen rondom mij, inclusiever, met een andere intensiteit van mildheid en mededogen.  Daardoor draag ik mensen geen kwaad of fouten achterna, kan ik hen onbevooroordeeld tegemoet gaan. Daardoor kan ik voluit blij zijn met het goede dat mensen overkomt, kan ik dichtbij staan bij wat hen angstig of verdrietig maakt.

Spreken en handelen “in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest” is niet  vrijblijvend. Het is leven vanuit een mandaat, als zending van Godswege.   Leven “in de naam van” is leven zoals God zich dat voor mensen droomt. Zó leven is misschien ook de betekenis van die andere woorden die we vaak uitspreken: 'uw naam worde geheiligd'.


Gelegenheid tot vrije voorbeden

Afsluiten door aansluiting bij het initiatief rond vrede van Pax Christi

Pax Christi voedt dit jaar gedurende twee weken de vredesgedachte vanuit het thema “Uitgedaagd door de ander”, geïnspireerd op de encycliek “Fratelli tutti”
Vrede ontstaat niet vanzelf.  Zowel in de relatie tussen volkeren en landen, in de relatie tussen mensen als in je eigen hart is vrede als een kwetsbaar plantje.  Het vraagt zorg en voeding opdat zijn wortels sterker worden, opdat het kan groeien en werkbaar kan worden.  Want de ontmoeting kan weerbarstig zijn en daagt uit door tal van verschillen in karakter, in levensstijl, in levensdoel, in cultuur,…
Vrede vraagt een volgehouden oefening om die uitdaging aan te gaan. Het vraagt een blik die kijkt zonder vooroordelen.  Het vraagt de openheid om de ander tegemoet te gaan alsof het de heer zelf zou zijn die ons daartoe uitnodigt.
Laten we het rond die vredesgedachte even stil maken bij de muziek van het “Benedictus” uit “Mass for Peace” van Karl Jenkins.                                           “Gezegend hij die komt in de naam van de heer”.                             

Afrondend fragment “Benedictus” uit “Mass for Peace” van Karl Jenkins

Uitnodiging tot het Onze Vader

Lied: “Naar uw beeld”

Zegen

Moge de heer u zegenen en behoeden.
Moge de heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn.
Moge de heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken.


------