------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





8 augustus: Feest van Dominicus (2021)

Aan tafel met Dominicus (Mt. 11, 16-19 )

Marcel Braekers

Openingszang 104: "Gegroet en gezegend"


Openingszang 568 wij zoeken U

Begroeting

Vandaag gedenken wij de H Dominicus. Het is juist 800 jaar geleden dat de stichter van onze orde, uitgeput door het vele reizen, overleed op 6 augustus in Bologna boven op de berg buiten de stad. Hij werd begraven in de Basiliek van San Domenico te Bologna. Ik heb me al dikwijls afgevraagd wie die Dominicus eigenlijk is geweest, maar het is moeilijk om hem te typeren. Dominicus was een uiterst bescheiden man. We hebben geen enkele tekst van hem. Hij moet over een bijzondere intelligentie en intuïtie hebben beschikt waardoor hij de nieuwe tijd aanvoelde die in de 13e eeuw ontstond. Men brak met het abdij-systeem, studie en democratisch zelfbesef waren belangrijk. Dominicus zag dat allemaal aankomen en accepteerde die nieuwe tijd: heel eenvoudig maar tegelijk als een doorzetter die ondanks allerlei tegenkantingen zijn orde door de eerste decennia leidde. Bezielende predikant en mystieke figuur. Wij gedenken zijn persoon en zijn inzet, we blijven stilstaan bij de vraag wat dit leven voor ons kan betekenen.


Dominicus stichtte een orde van predikbroeders en stuurde hen onbezorgd en in diep Godsvertrouwen 2 aan 2 weg om in een moeilijke periode van de geschiedenis de Blijde Boodschap overal in de wereld uit te dragen. Al snel groeide een groep van bezielde figuren die getuigden van hun geloof, mensen hielpen op hun zoektocht naar levenszin,

Zij deden dit vanuit een groot vertrouwen dat zij altijd en overal geborgen waren in Gods hand. Getuigen van ons geloof, mensen helpen op hun zoektocht naar levenszin blijft ook vandaag voor ieder van ons een opdracht. En net als in de stichtingsperiode in de 13° eeuw is die opdracht niet eenvoudig, vraagt ze veel creativiteit,  inlevingsvermogen  om aan mensen van deze tijd die Blijde Boodschap te brengen. 



Lied 114, 1-4/10-12 uit naam van de wereld


Openingsgebed     
                                                                                                                                                                                         
Gij, God, die ons Levend Brood aanreikt,

die redding brengt aan wie in nood is,

die Leven is voor elk van ons,

open ons hart,

zodat het Woord dat wij horen

en de gaven die we delen

voor ons voedsel-ten-leven kunnen worden.

Wij weten dat wij U dit vragen mogen

dankzij Jezus, uw Gezant die onze redding is. Amen.

Eerste lezing (1 Kon. 19, 4-8)

Uit het eerste boek der Koningen


Na een tocht van een dag in de woestijn

kwam Elia bij een bremstruik.

Hij ging eronder zitten.

Hij wilde sterven en zei:

`Het wordt mij teveel, Heer;

laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn voorvaders.’

Daarna ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in.

Maar opeens stootte een engel hem aan en zei tegen hem:
`Sta op en eet.’

Hij keek op

en daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek,
op gloeiende stenen gebakken, en een kruik water.

Hij at en dronk en viel weer in slaap.

Maar opnieuw, voor de tweede maal,

stootte de engel van de Heer hem aan en zei:

`Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.’

Toen stond hij op, at en dronk,

en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten,

tot hij de berg van God, de Horeb bereikte.

Lied 540 brood op tafel

Matteüs 11, 16-19 


Homilie

Op een schilderij van 1240 in de kerk van Mascarella in Bologna staat de oudste afbeelding die we van Dominicus hebben. Hij zit er aan tafel samen met een groep medebroeders uit alle streken van Europa zoals je aan hun gezichten kunt zien. Ze zitten aan tafel, genieten van elkaars gezelschap, van het brood dat in overvloed aanwezig is en van Gods Woord dat ze voor elkaar oproepen. Het is dit jaar 800 jaar geleden dat Dominicus is gestorven en werd begraven en daarom herdenkt men over heel de wereld dit gebeuren door een viering met als titel: Aan tafel met Dominicus, verwijzend naar dit schilderij.

Het schilderij verwijst namelijk naar een ware gebeurtenis. Dominicus was bij zijn medebroeders in Rome, het werd etenstijd maar de broeder van dienst stelde vast dat er niets te eten viel, iets dat wel meer voorkwam. Een korte bedelronde door de stad leverde niets op en ongemakkelijk moet de broeder toezien hoe iedereen aan tafel gaat. Maar Dominicus spoort hem aan om het weinige dat er is toch op tafel te zetten. Plots komen 2 mannen opdagen die manden vol verse broden hebben, ze op tafel uitstallen en weer verdwijnen. Voor de medebroeders was het een wonder zoals de broodvermenigvuldiging in het evangelie van Johannes: ‘een teken van Gods zorgende nabijheid’. Voor onze magister was het voldoende om dit gedenkjaar te benoemen als: aan tafel met Dominicus.

Of het om 2 engelen ging of om de bakkersknechten van om de hoek die met overschot dat ze niet meer kwijt raakten kwamen aandragen laat ik aan jullie over. Maar in onze dominicaanse traditie bleef het verhaal hangen als een goede typering wie Dominicus was en wat de orde zo typeert. Dominicus was iemand die graag in gezelschap was en zielsveel hield van zijn medebroeders, die kon genieten van een lekkere maaltijd en de gesprekken die men voerde. Maar op de meest kritieke momenten als alles schijnbaar tegen zat, bleef hij altijd vertrouwen dat God met hem meeging. Hij wilde daarom in totale armoede leven om zoals de leerlingen in het evangelie zonder reiszak of schoeisel op weg te gaan als verkondiger.

Het is in dat opzicht typerend dat toen de eerste groep in aantal toenam Dominicus niet wilde dat zij een kerk zouden verwerven. Want een kerk betekende vaste inkomsten en zekerheid. Zijn medebroeders vonden dit te gek en men heeft in groep ervoor gekozen wel een kerk te bezitten. Hij legde zich neer bij deze democratische beslissing. Maar het typeert hem in velerlei opzichten. Bezeten door Gods Woord, onbekommerd om zichzelf maar helemaal vertrouwend op God die overal met hem zou meetrekken. En met een fundamenteel gevoel voor democratie. Geen wereldhater maar iemand die kon genieten van het goede dat hem werd geschonken. Zo staat hij op het schilderij.

Daarmee gelijkt hij een beetje op Jezus van Nazareth. Jezus begon zijn loopbaan als leerling van Johannes de Doper. Hij was helemaal in de ban van diens bezieling en oproep tot bekering. Maar geleidelijk nam Hij afstand omdat Hij het niet eens was met de strikte, wettische en ascetische levenswijze van Johannes. Vandaar de typering die de ronde deed en die we in het evangelie beluisterden. “De mensenzoon komt, eet en drinkt, en men zegt: wat een dronkaard en veelvraat”. Mijn vroegere docent NT noemde dit stukje evangelie één van de meest zuivere typeringen van Jezus. Jezus verwees naar God en naar het komende Rijk van God zonder misprijzen voor het leven en voor alle gaven van de aarde. Zo ook doet Dominicus.

Aan tafel met Dominicus is voor ons een uitnodiging om ook samen te zitten, te delen in de gaven van brood en wijn, om te delen in elkaars leven en voor elkaar de Schrift te openen. Ik vind het een hele kunst om waarderend en open voor het alledaagse te staan, voor het aardse en alles wat ons gegeven wordt en precies daarin Gods hand te ervaren. Het is bovenal een uitnodiging om zoals Dominicus in alle omstandigheden onbezorgd te zijn en in diep vertrouwen zijn weg te gaan wat het leven ook kan brengen. Zo vieren wij dit bijzondere jaar.


Groot dankgebed 153 verschenen is de mildheid

Communiezang 581 zoals ikzelf gezonden ben

Bezinning  na de communie

Laat er een tijd zijn

om te behoren tot een wereld in beweging

en een tijd om stilte te vinden in jezelf
Een tijd om te ontvangen in verwondering

en een tijd om te geven meer dan je hebt.
Een tijd om liefde te leren

en een tijd om te voelen hoe kwetsbaar ze maakt.

Een tijd om de helende schoonheid te ervaren

en een tijd om de leemten open te houden.
Een tijd om begeesterd te spreken

en een tijd om bewogen te luisteren.
Een tijd om de hand aan de ploeg te slaan
en een tijd om te wachten, kome wat komt.
Een tijd om kracht en visioenen te delen

en een tijd om met lege handen te staan.
Een tijd om lijden samen te dragen

en een tijd om onmacht daarvan deel te maken.
Een tijd om het leven innig te omhelzen

en een tijd om in vrede alles los te laten.

(Chris Gelaude)

------