20 december 2020: 4e zondag van de Advent
Van annuntiatie naar
acceptatie (Lc. 1,26-38)
Jef
Schoenaerts
“Gij met uw
onverwacht woord, waarom bezoekt Gij mij?...”
Van
annuntiatie naar acceptatie
Laten we deze samenkomst openen door het stil
te maken in en rondom ons…. en zo onze god
welkom te heten in ons midden…..
Openen met klankschaal
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest. Amen.
We
steken de vierde adventskaars aan…
“Wij
zijn “mensen voor het licht geboren”. Zo
zingen we vandaag al voor de vierde keer deze
advent. We moeten maar stilaan gaan
geloven dat het waar is…. Laten we bij het
licht dat we hebben ontstoken, nogmaals
luisteren naar en meezingen met dit lied.
Lied: Wakend
uitzien…
Als wij mensen zijn voor het licht geboren,
laten wij dan door de nacht gaan.
Wakend uitzien naar een glimp van
dageraad.
Als wij mensen zijn die
om vrede vragen,
laten wij zelf woorden
spreken
van genade, toegenegen
naar elkaar.
Als wij mensen zijn die Gods heil verwachten,
laten wij dan muren slopen.
En ontbinden wat uit onrecht is ontstaan.
Als wij mensen zijn die
zijn Naam bezingen,
laten wij om kleinen
geven.
En de vreemde
onderbrengen in ons hart.
(Kris Gelaude
– Arnout Malfliet)
Openingsgebed
Gij met uw onverwacht woord
Waarom bezoekt Gij mij?
Waarom roept Gij ons aan
deze mensen die hier zijn?
Hebt Gij dan mensen nodig
om in uzelf god te zijn?
Omdat Gij eeuwig zijt,
wie telt uw jaren van licht?
Omdat Gij Liefde zijt en niet alleen wilt
blijven,
daarom roept Gij ons aan
dat wij om u geven.
Amen. Het zij zo!
(H.
Oosterhuis)
Inleiding op de
lezing
Het
verhaal van de annuntiatie is een topper
in de christelijke iconografie. Vaak
wordt dat gebeuren vooral braaf en statisch
afgebeeld. Maria is dan de brave,
gedweeë vrouw waarbij vooral haar fiat, haar
“ja”-woord centraal staat. Vroom,
dat wel maar zonder veel uitdaging: het pakt je
niet bij je nekvel, het maakt ons geen betrokken
partij.
Maar
het kan ook anders…
Laten
we beginnen met de titel die men in de traditie
voor dit verhaal gebruikt nl. “annuntiatie” te
wijzigen in “acceptatie”. Zo verschuift de focus
van de engel die aankondigt eerder naar Maria
die meer actief op de voorgrond treedt.
En
bij nader toezien is het antwoord van Maria niet
zonder meer een “ja”. Eigenlijk antwoordt Maria
op die vreemde boodschap met de woorden waarmee
het openingsgebed van vandaag begon: “Gij
met uw onverwacht woord, waarom bezoekt Gij
mij?” En meteen worden
wij betrokken partij als het gebed verder gaat:
“Waarom roept Gij ons aan, deze mensen die hier
zijn?...”
Die
waarom-vraag geeft meteen zicht op een ándere
Maria: iemand die zich verweert, die twijfelt,
die weerwerk biedt. En die Maria zit
ons al dichter op de huid.
Laten
we bij het beluisteren van dit verhaal focussen
op de andere, op de actieve Maria…
Lezing van het
verhaal uit Lucas 1,26-38
Toelichting bij
de lezing
Maria is een joodse vrouw die zich
voorbereidt op haar huwelijk. Op haar
manier heeft ze wellicht haar dromen rond
“verliefd, verloofd, getrouwd” en verder
“huisje-tuintje-kindje”. Maar die droom
wordt verstoord omdat zich in Maria nieuw leven
aandient. En dat nieuw leven is allereerst een
groeiend bewustzijn dat het goddelijke zich
aandient, dat god in haar wil geboren
worden. We kijken hoe in het
evangelieverhaal Jahweh en Maria die verbinding
aangaan. Het zegt ook veel over ons eigen
omgaan met god.
-
Eerste gedachte: Maria is allereerst
aanspréékbaar. Als gelovige joodse vrouw
staat ze in een lange traditie van mensen zoals
Abraham, Mozes, de profeten die luisterend in
het leven staan en die gevoelig zijn voor
signalen, voor een stem die hen aanspreekt en
roept: een stem van binnen? een stem
van buiten? Wie zal het
zeggen… En zoals vaak in de bijbelse
traditie brengt die stem een boodschap die
heel dubbele gevoelens opwekt. Enerzijds groeit
in Maria een waarheid waarvan ze zelf nauwelijks
de bedenker kan zijn: gods zoon ter wereld
brengen! Het is dan ook een boodschap die
haar helemaal uit haar comfortzone haalt,
… Maar tegelijk voelt die
tegendraadse gedachte, die vreemde belofte aan
als een weldaad: “Je bent begenadigd” zegt de
engel en even verder in de tekst: “God heeft je
zijn gunst geschonken.”
-Een
tweede gedachte: Maria is overwéldigd bij deze
boodschap. “Ze schrok hevig” en “wees niet
bang” hoorden we. Maar in de tekst staat
ook: “.. ze vroeg zich af wat die begroeting te
betekenen had.” of anders gezegd: welke
boodschap zit er in dat teken aan mij?
Maria
heeft vanuit haar traditie oor voor de stem van
Jahweh. Maar als het besef groeit dat zij
betrokken raakt in een heel persoonlijke relatie
met god, is ze het noorden kwijt en gaat ze op
zoek naar wat aan haar gebeurt. Ze gaat op
zoek naar haar plaats in dat grote mysterie dat
haar overweldigt.
-Dat
brengt mij bij een derde gedachte: Maria
spartelt tegen. “Hoe zal dat
gebeuren?...” Wat jij mij vraagt, God is
te groot voor mij. Waar hebben we zoiets
nog gehoord? Bij Mozes die zegt: “Ik
kan niet goed spreken, vraag het aan mijn
broer”… Of ook bij veel profeten die
eerst op de loop gaan als ze voelen hoe dicht
God nadert. Al leeft in Maria dat
Oneindig verlangen naar vervulling van haar
persoonlijk lot en van het lot van haar volk,
als de vervulling zich aandient, snijdt de weg
daarnaartoe de adem af. Nu god zich
steeds duidelijker manifesteert in haar leven,
is de huiver heel groot om zich te wagen aan
zijn verhaal…
-
De vierde en laatste gedachte is het happy end:
het “ja” van Maria. “Laat met mij gebeuren wat u
hebt gezegd”. Op een bepaald moment
kantelt het in de verhouding tussen god en
Maria: het verlangen wint het van de
huiver, de vreugde wint het van de onmacht.
Je kan je echter afvragen of dit “fiat” wel het
laatste woord is van Maria. Misschien is
dit een “ja” dat steeds opnieuw wordt ingehaald
door vrees, verlangen, twijfel, nieuwe
waarheidsvinding waaruit langzaam een
voorzichtig sterker “ja” ontstaat, blijvend in
hoop en vrees… een voortschrijdend “ja”
zoals bij een huwelijksgelofte of een religieuze
gelofte.
Het
proces dat zich in Maria voltrekt, is het proces
van de wachtende bij uitstek. Als advent
effectief verwachten is, dan houdt het ook bij
ons in
+
dat we openstaan voor het onverwachte en
tegelijk vragen stellen,
+ dat we ons begenadigd voelen en tegelijk
weerwerk bieden,
+ dat we huiveren bij de menswording van god in
ons en gaandeweg meer “ja” zeggen.
Net zoals Maria tweeduizend jaar geleden vroeg
“Waarom bezoekt Gij mij?”, zo stellen wij
vandaag de vraag “Waarom roept Gij ons aan, deze
mensen die hier zijn?”. En stilaan,
ooit, vandaag of morgen durven we misschien
antwoorden: “omdat Gij liefde zijt en niet
alleen wilt blijven. Daarom roept Gij ons
aan dat wij om u geven.”
Ruimte voor
inbreng door de aanwezigen
Voorbeden:
één voorbede rond WZZ en verder vrije voorbeden
Uitnodiging tot
het Onze Vader
“Geef ons heden ons dagelijks brood”. Die
vraag om “dagelijks brood” voert ons terug tot
wat Jezus zelf met dat brood dagelijks deed: hij
brak en deelde het. Het was hem zo eigen
dat het breken van het brood teken is geworden
van zijn aanwezigheid onder ons.
Welzijnszorg roept ons op door te breken en te
delen op onze beurt god zichtbaar te maken onder
ons.
Fons zal ons over die vraag van Welzijnszorg
meer toelichting geven.
Inleiding bij
psalm 85
Psalm 85 is in de liturgie een adventspsalm bij
uitstek.
Het eerste deel is geschreven in de taal van het
gebed. Het woord “keren”/omkeren staat
daarin centraal: god naar ons, wij naar hem,
mensen naar elkaar.
Keren, omkeren: een aanzet tot nieuw leven.
Het tweede deel roept in poëtische beelden op
waarmee Gods komst gepaard gaat: omhelzing,
gerechtigheid en vrede, begenadigd
land.
Het is waarnaar wij verlangen: ”In zo’n land wil
je zijn….”
Psalm 85
Gij hebt uw land begenadigd
ons leven ten goede gekeerd
onze schande bedekt
onze schuld weggedragen,
getemd het vuur van uw hartstocht.
Gij keerde U om naar ons toe
Gij legde uw argwaan af.
Roep ons opnieuw tot leven
geef ons vaart, naar U toe.
Liefde, herstel ons in ere.
Buig ons toe naar elkaar
keer onze trage harten
dat wij zonder wantrouwen
ieder mens tegemoet gaan
Open en vredelievend.
Laat zo de wereld worden
kussen van ontferming en trouw
zoenen van recht en vrede –
vrede een zaad in de aarde
gerechtigheid zon aan de hemel.
Overvloed staat op de akker
regen valt op zijn tijd,
vruchten dragen de bomen
rozen dragen de rotsen:
in zo’n land wil je zijn.
(Huub
Oosterhuis – 150 psalmen vrij)
Zegen
Laten we over elkaar gods zegen afroepen
met woorden van eeuwen:
Moge de Heer u zegenen
en behoeden.
Moge de Heer de glans
van zijn gelaat over u spreiden en u genadig
zijn.
Moge de Heer zijn
gelaat naar u keren en u vrede schenken.
Amen.
Muziek bij het
uitkijken naar Kerstmis:
Heinrich Schütz – Historien der Geburt und
Auferstehung Jesu Christi - Introductie
„Die Geburt
unseres Herren Jesu Christi wie uns die von
den heiligen Evangelisten beschrieben wird….“
|