Zoom viering: Bereid
de weg van de Heer
(Mc, 1, 1-9; Jes. 40,1-5.9-11)
Geert
Craps
Begroeting,
Aansteken van kaarsjes en de tweede
adventskaars
Opening: Lut
leest haar slottekst van vorige week
MOETEN EN MOETEN
Ook
al staan we erg op onze vrijheid, hebben we een
broertje dood aan ‘moeten’,
toch neemt het aantal wetten, regels en
afspraken toe met de dag.
Samenleven
heeft iets van een contract: rechten en plichten
die moeten worden nageleefd. Recht moet
geschieden, wet is wet. Zonder pardon.
Er
is ook een ander moeten, dat van het ‘niet
anders kunnen’. Het ‘moeten van de liefde’ heet
het ook. Naakten kleden, hongerigen voeden, voor
ieder een betaalbaar dak boven het hoofd,
armoede ook structureel bestrijden. Dit moeten
heeft met verbondenheid van doen met
verantwoordelijkheid ook, in alle vrijheid.
‘Moeten
en moeten’, het staat ons beiden te doen.
Samenleven vraagt om afspraken, om een wet, om
een contract. Maar het samenleven wordt pas
leven als verbondenheid er vorm krijgt, als het
‘moeten van de liefde’ handen krijgt en voeten.
Als de verdrukte en verknechte medestanders
voelt die willen vechten.
Niet
omdat het leuk of prettig is,
maar omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit
‘moeten’ leven geeft
en leven doet, in alle vrijheid.
Kris Buckinx uit
‘Op het andere been’
Inleiding
We beginnen vandaag met de tekst waarmee
we vorige week hadden moeten eindigen, niet
alleen omdat het jammer is dat die tekst niet
ten gehore is gebracht, maar ook omdat hij (en
dat is geheel onvoorbereid) mijn invalshoek van
vandaag ongelooflijk goed illustreert.
Een
van de dingen die mij namelijk opvallen in de
crisis die we nu al maanden meemaken, is dat die
een vergrootglas legt op ons leven. Veel
situaties, ingesteldheden, problemen van mensen,
maar ook structuurfouten en dysfuncties in
organisaties, gezondheids- of zorginstellingen
of andere worden uitvergroot en zichtbaar.
Wat
me daarbij ook opvalt, is de mate waarin we als
weldenkende, westerse mensen gesteld zijn op wat
ik maar ons "zelfbeschikkingsrecht" zal noemen.
We willen zelf beslissen over de grote en kleine
dingen in ons leven, we verantwoorden al onze
handelingen graag als een persoonlijke keuze. We
willen zo weinig mogelijk "moeten", lijkt het
wel… We zijn zelfstandige, denkende mensen, die
zelf beslissingen kunnen en durven nemen, die
hun eigen leven bepalen, die keuzes maken,
weloverwogen, in volle bewustzijn. En dat is
natuurlijk zo.
Want
voor alle duidelijkheid: ik ben niet tegen
zelfbeschikking, integendeel: zelfreflectie en
zelfbepaling zijn eigen aan ons mensen. Maar het
verlangen tot zelfbeschikking wordt wel erg
uitvergroot in deze bijzondere omstandigheid. De
vraag, de eis, het verlangen om zelf je eigen
lot in handen nemen, wordt namelijk erg op de
proef gesteld als je in lockdown zit. Je wordt
gevraagd om je zelfbeschikking even opzij te
zetten, en de regels te volgen. Onze manier van
zijn wordt erdoor overhoop gehaald. We "moeten"
plots.
Het
is zo'n beetje als op weg zijn op een wandeling,
en niet meer mogen beslissen waar je naartoe
gaat, maar veel meer dan ooit rekening moeten
houden met wat je tegenkomt op je weg. We
bepalen onze eigen weg niet meer. En als
weldenkende, gestudeerde mensen kost ons dat
soms wel wat moeite.
Op
zich is dat toch vreemd: wat er op dit moment
meer dan ooit uit de maatschappij bovendrijft is
een appel om ons solidair op te stellen met onze
medemens, onze buren, mensen in de zorg,
risicogroepen, eenzame studenten, wanhopige
handelaars, … en niet meer helemaal zelf te
beschikken over onze keuzes, maar die te laten
ingeven door wat op ons af komt.
Ik
zou daar graag wat verder over nadenken, aan de
hand van de lezingen van vandaag.
Muziek: als wij
mensen zijn (koorversie)
Lezing Mc, 1, 1-9
Het begin van het evangelie van Jezus
Christus, Zoon van God.
Het
staat geschreven bij de profeet Jesaja:
‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit,
hij zal een weg voor je banen.
Luid klinkt een stem in de woestijn:
“Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden!”’
Dit
gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn
ging en de mensen opriep zich te laten dopen en
tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden
te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en
Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem
dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun
zonden beleden. Johannes droeg een ruwe mantel
van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde
van sprinkhanen en wilde honing. Hij
verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag
dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor
hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los
te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar
hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’
Commentaar
In
de lezing van vandaag horen we een oproep tot
bekering (zij het van een rare alternatieve
hippie), en zo is dat ook bedoeld. Maar Marcus
laat de oproep tot bekering van Johannes
voorafgaan door een citaat uit de profeet
Jesaja: "bereid de weg van de Heer". We lezen
dat nogal gemakkelijk als; ha ja, dat is die
Johannes, die bereidt de weg van de Heer. Maar
als je even stilstaat bij die formulering kan je
de tekst ook zo lezen dat we dat allemaal moeten
doen, de weg van de Heer bereiden. Dat is toch
de betekenis van Advent? En dan is het ook
duidelijk dat het niet zozeer een weg betreft om
zelf te gaan, maar een weg waarop iemand anders
naar ons toe komt. en bij ons kan
binnenkomen. Het verhaal van Marcus is dus net
zo goed een vraag naar openheid voor het
goddelijke als voor bekering, het is een
bekering die erin bestaat om het goddelijke bij
en in jezelf toe te laten, het goddelijke te
erkennen en herkennen.
Het
openstaan voor het goddelijke, het toelaten van
God in je leven is door velen op heel
verschillende manieren ingevuld in de loop van
de tijden. Mensen laten zich inspireren
door meditatie, de overweging van teksten, de
geest die waait waar hij wil, enzovoort: contact
met het goddelijke, zijn weg bereiden kan op
vele manieren.
Twee
weken geleden heeft Herman in een prachtige
viering aan de hand van een passage uit het
Mattheusevangelie uitgelegd wat dat ook
betekent: openstaan voor het goddelijke. Het is
het appel van God zien in alle mensen die ons
omringen. Het is zien waar de noden zitten bij
onze medemensen, om zo de vraag te herkennen in
de arme, de zieke, de naakte, de gevangene, de
eenzame bejaarde, de jongere die met zichzelf
geen blijf weet zonder zijn vrienden, de
overbevraagde gezondheidswerker, de buur die in
stilte in de armoede terecht komt, de kleine
zelfstandige op de rand van het faillissement,…
Het
appel dat onze medemens doet op ons is de God
die aan ons vraagt: waar is uw liefde, zodat ik
in deze wereld kan stappen, aanwezig kan zijn in
deze wereld?
Ik
kom terug op de slottekst van Lut van vorige
week: "Maar het samenleven wordt pas leven als
verbondenheid er vorm krijgt, als het ‘moeten
van de liefde’ handen krijgt en voeten. Als de
verdrukte en verknechte medestanders voelt die
willen vechten." zegt Kris Buckinx. Vandaag komt
daar een dimensie bij: het is God zelf die zo op
ons afkomt. De openheid daarvoor vraagt dat we
onze heuvels slechten, dalen vullen, en om ons
heen kijken, om uit te zien naar de mens in wie
Hij ons tegemoet komt. Dan zal het ons niet meer
verrassen dat hij als een hulpeloze, kwetsbare
baby verschijnt met Kerstmis.
Ik
sluit af met de volledige versie van de passage
uit Jesaja, die Marcus aanhaalt:
Hoor, een stem roept:
‘Baan
voor de HEER een weg door de woestijn,
effen in de
wildernis een pad voor onze God.
Laat elke vallei
verhoogd worden
en elke berg en
heuvel verlaagd,
laat ruig land
vlak worden
en rotsige
hellingen rustige dalen.
De luister van de
HEER zal zich openbaren
voor het oog van
al wat leeft.
De HEER heeft
gesproken!’
Beklim een hoge
berg, vreugdebode Sion,
verhef je stem met
kracht, vreugdebode Jeruzalem,
verhef je stem,
vrees niet.
Zeg tegen de
steden van Juda: "Uw God is op komst!"
Bijdragen van de
zoomers
Muziek
Voorbeden
Wie kan mag een voorbede formuleren.
Voorbede voor Welzijnszorg:
Blijf
in uw kot, wordt ons gezegd. Maar wat doe je als
je woning zo slecht is dat je amper comfortabel
kunt leven? "Een dak boven je hoofd",
huisvesting is het thema van Welzijnszorg dit
jaar.
De
vier muren waartussen we leven, het is een
ding, maar een huis is pas een thuis als we er
ons veilig en goed voelen.
Laten
we vandaag speciaal denken aan al die mensen die
slecht gehuisvest zijn, die zich in hun eigen
huis niet thuis, niet veilig voelen. Ook in hen
komt God ons vragend tegemoet. Banen wij een weg
voor hem.