------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





08 november 2020: Zoom-viering in Corona-tijden

De wijze en dwaze meisjes ( Mt 25: 1-13)

Ides Nicaise

Lied 104: Gegroet en gezegend
(K. Gelaude / A. Malfliet)



Gezegend deze dag

Gezegend het omhelzende licht
Gezegend in mensen die goddelijke kracht
Weerspiegelend uw aangezicht
Eerste gezegende Vader, Zoon,
en bezielende Geest
                       kruseman               
                         (Jan Adam Kruseman, 1848)



Openingsgebed (K. Gelaude)

Ongeziene God,
In medemensen krijgt Gij een gezicht,
Wordt stem, handen, voeten, levende geschiedenis.
Gij roept ons aan In onze eigen taal.
Uw woord krijgt telkens nieuwe adem.
Het breekt ons open voor elkaar.
Het kneedt ons en verbindt ons.
Laat het jong zijn, en van vuur doordrongen
Als een licht dat klaarheid schept,
Als een onvergetelijk visioen van hoop,
Als gistende kracht in ons samenzijn.




Evangelie: Mt 25: 1-13

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
“Het is met het Rijk der hemelen als met tien meisjes,
die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf wijs.
Want de dwazen namen wel hun lampen mee, maar geen olie;
de wijzen echter namen met hun lampen ook kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommelden zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er een geroep: 
‘Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!’
Meteen waren al de meisjes wakker, en maakten hun lampen in orde.
De dwaze meisjes zeiden tegen de wijzen:
‘Geef ons wat olie, want onze lampen gaan uit.’
Maar de wijzen antwoordden: 
‘Nee, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen.
Gaan jullie liever naar de verkopers en haal wat voor jezelf.’
Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen
kwam de bruidegom, en die klaar stonden, 
gingen met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: ‘Heer, heer doe ons open!’
Maar hij antwoordde: ‘Voorwaar, Ik zeg u: ik ken u niet.’
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”


Minstens drie interpretaties…

Eén
Het evangelie van de dwaze en wijze maagden is een geliefkoosd evangelie in het Calvinisme. Het verdeelt de wereld in schapen en bokken, en het hiernamaals in hemel en hel. Het is ons ingelepeld als een waarschuwing voor de dag van het laatste oordeel. We moeten, zoals de wijze maagden, ons geloof onderhouden om voortdurend klaar te zijn voor de laatste dag die niemand voorspellen kan. God zal op dat moment de trouwe gelovigen binnenlaten in de hemel, maar hen die oppervlakkig leven uitsluiten. Alweer een beeld van God dat ons bang maakt en mensen tegen elkaar opzet?

Ook de houding van de ‘wijze maagden’ die hun olie niet willen delen met hun onfortuinlijke vriendinnen klinkt niet erg evangelisch. De eerste voorgeschreven lezing voor vandaag, uit het boek Wijsheid (6: 12-16) klinkt in dat opzicht veel genereuzer: als de olie staat voor wijsheid, voor inzicht, voor spiritualiteit, dan hoef je die niet ver te gaan zoeken en zeker niet te kopen: ze zoekt je zelf op, ze wordt je geschonken, als je er maar wil voor open staan.

Stralend en nooit verwelkend is de wijsheid,

gemakkelijk wordt zij aanschouwd door wie haar liefhebben,

gevonden door wie haar zoeken;

nog voor men haar begeert, heeft zij zich al bekend gemaakt.

Wie om haar vroeg opstaat, hoeft zich niet uit te sloven,

want hij zal haar vinden, zittend aan zijn deur.

Peinzen over haar getuigt van volmaakt inzicht,

en wie om haar wakker ligt, zal weldra vrij van zorg zijn.

Want zelf gaat ze rond en zoekt die haar waardig zijn,

genadig vertoont zij zich aan hen op hun wegen

en bij elk overleg treedt zij hen tegemoet.

Twee

Die schijnbare contradicties tussen de twee passages uit de Bijbel sporen ons aan om teksten in hun context te bekijken. Karel Staes herleest daarom het evangelie van de wijze en de dwaze maagden zoals het door Matteüs is geschreven: omstreeks 90 n.C. Matteüs schrijft dus ‘in flashback’, met zijn kennis van wat er allemaal gebeurd is tussen de jaren 30 en de jaren 90. In die tussentijd hebben de Joden Jezus verworpen en ter dood laten brengen; en later hebben zij zelf vervolging gekend en is hun tempel verwoest. Matteüs richt zich in zijn evangelie telkens opnieuw tot de Joden, met de bedoeling om hen alsnog tot inkeer te brengen. Dat werpt een heel ander licht op deze parabel. De dwaze meisjes staan volgens Karel Staes dus voor de Joden, en de olie voor de leer van Jezus. Het zou dan niet zozeer gaan over het laatste oordeel, maar over het ‘hier en nu’ in het Palestina van de eerste eeuw: een soort ultieme oproep aan de Joden om Jezus en het evangelie te aanvaarden, en een waarschuwing voor een definitieve kloof die tussen Joden en Christenen zou kunnen groeien als ze die oproep in de wind zouden slaan.

Drie

We weten ook dat de eerste Christenen geloofden dat Jezus snel zou terugkomen en dat het einde der tijden nabij was. Bij Paulus lezen we dat er daarom zelfs mensen waren die niet meer werkten. Ook van dat ongeduldig wachten op de terugkomst van Jezus is deze tekst doordrongen: gelovigen staan voortdurend klaar om hem te verwelkomen en met hem het paradijs in te trekken.

En meer…
Misschien zitten er, zoals vaak, ook in deze parabel nog meer dubbele bodems. Als Jezus dit verhaal (of een variant ervan) echt heeft verteld, wist hij natuurlijk zelf ook nog niet welke gebeurtenissen er in de komende jaren en decennia zouden plaatsvinden, of hoe de mensen daarop zouden reageren. Misschien zat er in zijn parabel wel een meer ‘pastorale’ boodschap aan al zijn toehoorders. We kunnen proberen om samen te zoeken naar enkele diepere betekenissen achter de symboliek van de bruiloft, de bruidegom, de nacht, de lampen, de olie, en het gedrag van de meisjes. Elke evangelietekst kan je zien als een kunstwerk: de maker verbergt er een boodschap in, maar voor elke bezoeker kan een ander facet in het oog springen. En een evangelie dat zoveel eeuwen wordt doorgegeven, krijgt in elke tijd nieuwe betekenissen. Laten we in aandacht, zonder discussie, met elkaar delen wat ons in deze tekst aanspreekt, wat ons dwars zit, wat ons energie geeft.

Dialoog over het evangelie

Lied 219: Wakend uitzien (K.Gelaude / A.Malfliet)

Slotgebed (Kris Gelaude)

God, Gij die zijt
Oergrond van alles wat is,
Aan u ontspringt de hoop, de kracht,
De lach, de moed van mensen.
Het leven is ons uitermate lief.
Zo hebt Gij het gedroomd
En ons daartoe bestemd.
Wil dan uw lichtglans uitstrooien in onze ogen
Vervoer ons. Doe ons stralen als een tuin in bloei
En laat in ons de schoonheid en de vreugde zingen,
Helder en aanstekelijk,
Dat wij klankschalen worden
Van een eindeloos bevrijdende en blijde boodschap.

Ten afscheid: Martin Fröst speelt ‘Klezmer dances’ van zijn broer Göran Fröst



------