------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





8 augustus 2020: Feest van Dominicus

Spreken zonder masker?

Marcel Braekers

Broeders en zusters in Dominicus,

De corona-crisis zal dit jaar ook onze viering van het feest van Dominicus tekenen. Geen vreugdevolle samenkomst, geen gezellige maaltijd. We gaan zijn inspiratie in stilte of kleine groep vieren. Ik kan jullie alleen maar deze bescheiden bezinning aanbieden.

We dachten dat het alleen in grote steden van Japan en China zich afspeelde, maar het is helaas ook hier een vertrouwd beeld geworden: mensen met een mondmasker in publieke ruimtes. Ermee verbonden is ook de afstand, de angst om besmet te worden, de isolatie en eenzaamheid. Het is spijtig genoeg een noodzaak om de ongrijpbare besmetting te bestrijden. We spreken dan nog niet van verlies aan jobs, het verliezen van perspectief en toekomst, de economische débacle, enz.
Ik ben het mondmasker als een metafoor gaan zien. Vandaar mijn vraag of het ook invloed op ons spreken heeft? Is ons denken en spreken ook stilaan gefilterd en durven of kunnen we niet meer zeggen waar het om gaat? Die gedachte komt bij me op nu we vandaag het feest van Dominicus vieren, de stichter van de orde van predikbroeders, het feest van mannen en vrouwen die te pas en te onpas het woord moeten durven nemen en mensen een spiegel voorhouden. Hoe is ons spreken?

In het schild van de orde staat het woord ‘Veritas’, ‘Waarheid’. Daarover gaat het, dat is onze opdracht: zoeken naar waarheid en de kracht vinden om die waarheid naar de wereld uit te spreken. Gemakkelijk gezegd, maar wat wordt ermee bedoeld? Ik herinner mij dat mijn professor psychotherapie dikwijls op het bord schreef: waarheid = juist + liefde. Wat je zegt moet niet alleen correct weergeven wat er gebeurt of hoe iemand is. Je moet dit meedelen met liefde, zodat de ander het kan aannemen en verwerken. In de hulpverlening betekent dit dat je scherp moet trachten te zien wat in het leven van iemand fout loopt, wat zich altijd weer als een probleem herhaalt, enz. Dat veronderstelt allereerst een heel groot inlevingsvermogen in de ander zonder te willen oordelen of veroordelen. Maar het veronderstelt ook de moed om op een bepaald ogenblik te zeggen wat moet worden gezegd, ook al doet die waarheid pijn of stoot je op weerstand. Het moet juist zijn en met liefde gebracht.

Ik vroeg mij af of deze inzichten mij kunnen helpen als verkondiger. Wat is waarheid? En hoe moet ik die waarheid verwoorden? Ik heb de indruk dat wij, christenen, gebukt gaan onder het feit dat we een kleine minderheid zijn geworden. We worden door ‘de anderen’ als een soort curiosum gezien. Je hoort het zo vaak in de media BV’s, intellectuelen of kunstenaars zeggen: ik ben katholiek opgevoed, maar toen ik begon na te denken en mijn leven in handen nam, heb ik dat stuk folklore uit mijn kindertijd afgesloten. Wat valt daar nog tegen te zeggen? Er is moed voor nodig om dan nog zonder masker te durven spreken en te verwoorden waar het eigenlijk om gaat, want je zou iets moeten verwoorden dat kwetsbaar en tastend onzeker is, terwijl de ander de grove borstel hanteert.

Een ander voorbeeld. In de voorbije corona-crisis kwamen allerlei specialisten aan het woord, kregen we honderd keer dezelfde raad over afstand, handgel en mondmaskers, maar geen woord over spiritualiteit. Hoe ga je om met deze besmetting of de revalidatie, met de afstand en de isolatie? Hoe verwerk je het verdriet om geliefden die zonder groet of bijstand zijn gestorven? Hoe zal de samenleving zich herstellen en hoe kan gerechtigheid geschieden voor wie helemaal uit de boot valt? Dat zijn toch allemaal spirituele vragen die nauwelijks een plaats kregen. Vandaar de vraag die ik mij stel: heb ik, hebben wij, niet teveel gezwegen en het mondmasker te hoog opgetrokken?

Om waarheid te kunnen spreken heb ik heel veel empathie nodig. Die doet me soms anders kijken dan men meestal doet. Ik kan dan begrijpen dat het tijdens de lockdown in sommige gezinnen tot hoogoplopende ruzies kan komen. Ik zie een sukkelaar die voor de derde keer die dag wordt betrapt, omdat hij niet zonder contact kan en angstig wordt. Maar ik zie ook de mens die wild om zich heenslaat en geen beperkingen aanvaardt. Van de politie wordt gevraagd dat ze de orde handhaven en mensen binnen het toelaatbare sturen. Maar van ons wordt iets anders gevraagd. Allereerst empathie waardoor je van binnenuit begrijpt hoe iemand is en daarom zo handelt. Pas dan kan je waarheid spreken.

De voorbeelden die ik geef zijn individuele situaties en de waarheid is daar heel concreet. Daarnaast stel ik me de vraag welke algemene waarheid moet hoognodig opnieuw in het daglicht worden geplaatst? Wat doet zich boven de persoonlijke verhalen als algemene bedenkelijke tendens voor? Wat ik denk is eenzijdig of misschien zelfs niet juist, maar het is wat ik maar kan denken. Ik vind dat het de mens van vandaag ontbreekt aan ontvankelijkheid en overgave, en dat dit te maken heeft met een heel eigenzinnige idee van wat vrijheid is. Vrijheid is verworden tot onaanraakbaarheid met een afkeer voor alles wat mij van buiten uit durft belemmeren en alles wat mij van boven wordt aangereikt. Ontvankelijkheid wordt als zwakte ervaren. Friedrich Nietzsche verbond de houding waarbij we God voor dood verklaren met de verschrikkelijke idee dat de mens voortaan absoluut vrij zou zijn. Het zal een verschrikkelijke tijd worden, voorspelde hij.
Hoe kan men nog buigen, zich overgeven in vertrouwen en zorgeloos het leven zijn gang laten gaan? Spiritualiteit heeft met dat alles te maken en het is onze plicht om mensen met dit probleem te confronteren. Is de Bergrede niet net het tegendeel van die overspannen zorg om zijn onafhankelijkheid te vrijwaren? Is het niet belangrijk om net nu we de controle op zoveel vlakken aan het verliezen zijn, te wijzen op een heilzame overgave die mensen juist groot maakt? We hebben een belangrijke boodschap voor heel de wereld; dat die wereld gedragen wordt door een liefdevolle God die bezorgd is om zijn schepping en die uitziet naar de mens. Die uitkijkt of die dolende zoeker zich in vrijheid naar Hem wil keren en zich wil overgeven. Het zou ons te midden van deze zorgelijke tijd zorgeloos moeten maken. De crisis wordt er niet door opgelost, maar de achtergrond waartegen zich alles afspeelt krijgt een nieuwe kleur, en dat is heel belangrijk. 

Marcel Braekers o.p.


------