------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





14 juni 2020: Sacramentsdag

       Levend brood uit de hemel (Jo. 6, 51-58)

Sabine Van Huffel


INLEIDING

Vandaag vieren we sacramentsdag en sluiten hiermee echt de paastijd af. Typisch valt dit feest op de 2de donderdag na Pinksteren: een donderdag dus met duidelijke verwijzing naar het Laatste Avondmaal op Witte donderdag maar meestal wordt het feest gevierd de zondag erna, vandaag dus. Dat Sacramentsdag een liturgisch hoogfeest is geworden, hebben we  te danken aan de Belgische Heilige Juliana, een augustines en mystica die in 1222 priorin werd van het klooster van Mont Cornillon in Luik. Zij kreeg een visioen over het ontbreken van een feestdag voor de eucharistie en met de hulp van de toenmalige prinsbisschop van Luik, bekwam zij dat het feest van Corpus Christi in de basiliek van Luik werd gevierd (bron: Wikipedia). Het werd in de 15de eeuw één van de populairste kerkelijke feesten.

Sacramentsdag is helemaal georiënteerd op de aanwezigheid van de verrezen Heer, de levende Christus, in de eucharistische gedaanten van brood en wijn. Het feest van Sacramentsdag brengt ons meteen naar de essentie van elke eucharistie, het hart van wat we vieren, namelijk: de onvoorstelbare liefde van God, die zich in Jezus met ons verbindt.

Heel veel geestelijke schrijvers en mystici (Meister Eckart inkluis) hebben over de eucharistie geschreven als de meest intieme uitdrukking van de vereniging in liefde tussen God en mens, een ``wederzijds inwonen” dat zich in de communie voltrekt. Dat Christus zichzelf zo geeft is een wonder van liefde - minne - dat ons bevattingsvermogen en onze maat van liefhebben ver overstijgt. Jan van Ruusbroec (1293 - 1381) omschreef dit prachtig  in volgend klein gedicht:

Hij is van minne gestorven
opdat wij zouden leven.
En Hij leeft in ons
opdat wij eeuwig in Hem blijven leven.
Kijk, dat zijn twee blijken van minne
die zo groot zijn,
dat niemand ze te gronde kan verstaan.

De lezingen van de A-, B- en C-cyclus werpen telkens een ander licht  op dat liefdesmysterie. De A-cyclus die we dit jaar volgen, legt de klemtoon op de intieme verbondenheid met Jezus als degene die werkelijk léven geeft, en dat leven is Hijzélf. Hijzélf is de gave, het levende brood, Gever en gave zijn één: “Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid”, horen we straks in het evangelie (Joh 6).

Dit feest ging in veel parochies, waaronder mijn vroegere parochie Nazareth, gepaard met een processie van gelovigen die vertrok vanuit de kerk waarbij voorop de priester een monstrans met een geconsacreerde hostie droeg. Waarom? Wat was hiervan de betekenis? Enerzijds herinnert deze optocht ons aan het volk van God dat zich door de woestijn waadde op weg naar het beloofde land, geleid door Mozes en met het manna als brood uit de hemel. Anderzijds verwijst deze processie ons op geestelijk en persoonlijk vlak naar Jezus zelf die ons vergezelt op onze levensweg en zich geeft als brood voor onze ziel. In essentie willen we hiermee uitdrukken dat de reële aanwezigheid van Jezus niet beperkt blijft tot de eucharistie, de kerk zelf, maar zich verder strekt naar het gewone leven buiten de kerk. We waren niet bang om ons geloof te laten zien aan onze dorpsgenoten. Maar durven we nu nog wel gelovig uit onze kast komen? Wie van ons durft nu nog getuigen van Christus, als levend Brood voor ieder mens onderweg?  … Ik nodig jullie uit het mee te ontdekken in deze viering.

EVANGELIELEZING                         Johannes 6, 51-58

In die tijd zei Jezus tot de menigte der Joden: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees ten bate van het leven der wereld.” De Joden geraakten daarover met elkaar aan het twisten en zeiden: “Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?” Jezus sprak daarop tot hen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen, die het manna gegeten hebben en niettemin gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.

BEZINNING

“Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald’’: zo begint dit evangelie. Deze passage verwijst naar het manna dat uit de hemel neerdaalde als dagelijks voedsel voor de Joden bij hun doortocht door de woestijn na de uittocht uit Egypte. Het is goed te leven met een zeker vertrouwen dat ons zal gegeven worden wat nodig is, van dag tot dag, om door de woestijn van het leven te geraken. Maar hier is méér dan manna, zegt Johannes ons. “Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid’’, hoorden we en ook verder zegt Jezus: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank’’.

Hoe kunnen we dit begrijpen? Het exodusverhaal verwijst ons naar het liefdesverbond tussen God en mens dat als een rode draad loopt doorheen de hele bijbel. Mozes heeft deze voorkeursliefde van God voor zijn volk mogen ervaren als heel bijzonder maar tegelijk besefte hij hoe onverdiend die was, hoe groot het contrast wel was tussen Gods trouwe liefde enerzijds en de ontrouw en kleinheid van de mens. Dit bewustzijn uitten de Israëlieten op verschillende manieren, onder meer door offers te brengen. Was het uit dankbaarheid? Of uit angst om Gods toorn af te wenden? Of uit verlangen om hun ontrouw terug goed te maken? We herkennen dit als een wijdverspreide traditie in veel religies tot op vandaag, ook op Filosofenfontein. Denk maar aan de kaarsjes die wij tijdens de offerande naar voren brengen en waarmee we onze intenties uiten.

Het feest dat we vandaag herdenken verwijst hiernaar op bijzondere manier. Nikolaas Sintobin, de internetpater bij de jesuieten, verwoordt het als volgt op zijn blog: ``Vandaag gedenken we hoe Jezus het diepste wezen van God openbaart door zélf een offer te geven.  Dit offer is zo bijzonder dat christenen het beschouwen als de instelling van het nieuwe Verbond. Er zijn in dit nieuwe Verbond van de Eucharistie drie verschilpunten met de klassieke offers.

1.    Het is niet de mens die offert aan God. Wel Jezus, de God-mens die zichzelf als brood en wijn te eten en te drinken geeft aan de mensen. Het is, met andere woorden, God zelf die zich ``offert’’ en overlevert aan de mens.
2.    Dit offer van Jezus aan de mensen is niet om te danken, iets goed te maken of ingegeven door angst. Maar wel, Jezus levert zichzelf zomaar uit. Puur gratuit. Gedreven door liefde.
3.    Dit offer is niet eenmalig. Het is een voortdurend offer. De zelfgave van God die wij in de  Eucharistie gedenken, blijft voortduren, tot aan het einde der tijden.”

Jezus geeft zichzelf, helemaal, als levend brood; Gever en gave zijn één. Naarmate dit besef dieper doordringt mogen wij, in de tekenen van brood en wijn, een andere diepere en vollere werkelijkheid ervaren, iets van Jezus’ aanwezigheid, maar enkel als we ons openstellen voor God. Met andere woorden: indien de band er niet is met de werkelijkheid van Jezus’ aanwezigheid, met alles wat dit te betekenen heeft, dan verliest het teken zelf (hier de brood en de wijn) zijn zin. Maar indien wel, dan gaat het teken smaak, kleur, richting en zin geven aan de werkelijkheid. En kunnen we de eucharistie echt ervaren als een sacrament.

Hoe beleven we dit evangelie vandaag ? We leven in een uitzonderlijke tijd waarin we net weken aan een stuk onze vertrouwde eucharistieviering moesten missen met inbegrip van de Goede week, Pasen en zelfs de hele paastijd. Zelfs begrafenissen kunnen niet meer doorgaan tenzij in heel beperkte kring. We kunnen hoogstens als TV kijker of toerist toekijken naar de communie en dit enkel virtueel beleven. Is Jezus dan afwezig of blijft Hij in de kast zitten?

Voor mij persoonlijk is de essentie van de eucharistie en de communie net een verdieping van die ervaring van Gods Liefde, God die zichzelf geeft aan mij, en wel in drie dimensies:
1.    Verticaal: verdiepende Liefde die ik ervaar in persoonlijk gebed;
2.    Horizontaal: verruimende Liefde die ik ervaar in relatie tot mijn medemens;
3.    Ruimtelijk: uitdeinende Liefde die mij stuwt naar de samenleving toe.
Deze Liefde vernieuwt zichzelf voortdurend van dag tot dag in eindeloze variaties …

Kan ik dat ook beleven buiten de eucharistie (zoals nu in covid19-tijden)? Ik denk van wel. Ik geloof steevast dat die intieme verbondenheid en ervaring van Gods eeuwigdurende Liefde langs andere kanalen heel creatief zijn weg vindt, misschien minder intens of verdiepend maar even reëel. Enkele voorbeelden:

•    Mijn dagelijkse meditatie (via digitale media zoals de podcast Bidden Onderweg, de digitale vastenretraite van de jesuieten, en Resurrexit van de dominicanen  in de paastijd) is mijn ``manna’’. Zo komt Jezus mijn kast binnen, verdiept Gods Liefde zich in mij, elke dag. Met mij vieren duizenden gelovigen mee en dit verbindt mij, zij het virtueel, in het bijzonder met  onze kapelgemeenschap.
•    De gevarieerde teksten op de speciaal voor deze lockdown tijd ontworpen website van Filosofenfontein zijn ``manna’’ om Gods Liefde te verruimen naar onze gemeenschap. Maar ook ruimer werden nieuwe bruggen van liefde gesmeed via wuifbezoeken aan het raam van woonzorgcentra, via klapsessies om onze zorgverleners te steunen, via groepsevenementen zij het digitaal.
•    Gevoed door deze verbondenheid voel ik mij zoals velen gestuwd om zelfgevende liefde te zijn, Jezus achterna, en die Liefde te laten uitdeinen naar onze samenleving: door eigen verantwoordelijkheid (als professioneel of vrijwilliger, als (groot)ouder, als christen, ...) op de nemen op zijn best, elke dag, vertrouwvol van binnenuit, gedragen door een onuitwisbare hoop ondanks het levendig besef dat de toekomst onzeker en onvoorspelbaar kan zijn. Die zelfgevende liefde was zo hartverwarmend welkom in de hele zorgverlening en bracht een variëteit aan solidariteitsacties op gang zoals naaiacties voor mondmaskers, voedselbedeling aan daklozen en talloze andere acties onder de radar die de media niet haalden.

Met andere woorden, Jezus is fysisch niet meer onder ons aanwezig en toch mogen we Hem op velerlei manieren ervaren ... als manna, offer, zelfgave, gratuïte Liefde. De liefde die we dagdagelijks ontvangen van anderen, dichtbij en ver, de liefde die we zelf geven aan anderen, in kleine en grote attenties, zijn uitingen van Gods Liefde in ons en rondom ons. Het ritueel van de eucharistie versterkt deze band, heiligt ze, en ontsluiert op die manier het geheim van het sacrament. Nu we dit niet meer wekelijks mogen ervaren en een digitale viering zonder echte deelname aan de communie  de intensiteit van Jezus’aanwezigheid als gave doet vervagen, nodig ik jullie uit deze intense band te ervaren en te zien in duizend en één kleine attenties ons gegeven elke dag, en speciaal op deze VADERDAG, dwars door onze bubbels heen…
                
                       Lang leve alle (groot)vaders in onze gemeenschap


SLOTBEZINNING (Many Verhulst, God heeft een gezicht, Lannoo)

De Heer is nog steeds bij ons,
ongrijpbaar als het licht
op zondagmorgen.

Zijn hand op onze schouder:
gewond, onvoelbaar licht
en teder als van een geliefde.

Hij gaat ons voor naar Galilea,
onzichtbaar is zijn spoor.
Het staat getekend in het zonlicht.

Hij is voor ons de weg,
Hij loopt door ons geweten
naar het huis van liefde en vergeving.

Hij is de waarheid,
helder als een klok in lentelucht
die vrij haar boodschap luidt.

Hij is het leven,
sterker dan het graf.
Hij ademt onze vrede.

Met zijn gewonde handen
bouwt Hij aan een wereld
zonder schaduw, zonder duister in de ogen.

Hij is nog steeds bij ons
en vraagt ons Hem te volgen naar het land van Galilea.
Daar zullen we Hem herkennen
in elke kleine mens,
in elke zwerver,
in elke zonderling.

                                                                                                           Sabine Van Huffel



VRAGEN TER OVERWEGING

1.    Wat is voor jou de essentie van de eucharistie? Hoe beleef en ervaar jij dit doorgaans?

2.    Kan je deze essentie en diepere betekenis van eucharistie ook beleven buiten de eucharistie (zoals in deze covid19-tijden)? Even intens? Op een andere creatieve manier? Hoe?

3.    Zijn nieuwe vormen van eucharistie vieren denkbaar?  Welke spreken jou aan? Waarom?

Stuur antwoorden op deze vragen via mail naar info@filosofenfontein.be. Wij horen graag wat onze lezers denken.

------