31 mei 2020: Pinksteren
Pinksteren 2020 Hij
had ons de Geest beloofd
Marcel
Braekers
Heilige Geest
van God
Wij
openen ons hart voor U, in ontvankelijkheid,
Om te
verstaan
Hoe
diep en ongezien Gij overal aanwezig zijt.
Gij
zijt de lucht die wij ademen,
De
verte waarin wij turen,
De
ruimte die ons gegeven is.
Gij
zijt het vriendelijk licht,
Waarin
mensen voor elkaar aantrekkelijk zijn.
Wij
bidden U, scheppende geest van God,
Voltooi
het werk dat Gij begonnen
zijt.
H. Oosterhuis
Lieve tochtgenoten,
De
tekst van Oosterhuis is het begin van de grote
hymne die je in zijn boek ‘Bid om vrede’ vindt.
Ik blijf het een van de mooiste teksten vinden
die hij ooit schreef en kan je alleen maar
aanraden om hem vandaag en de volgende dagen
opnieuw te lezen.
Voor veel christenen is Pinksteren het feest dat
hen het meest aanspreekt. Het gaat immers om
Gods aanwezigheid in de diepte van onszelf en
als stuwende kracht in heel de wereld.
Oosterhuis verwoordt het mooi poëtisch: Gij zijt
de lucht die we ademen, de verte waarin wij
turen, de ruimte ons gegeven, het Licht waarin
mensen aantrekkelijk zijn. Hierbij wil ik enkele
gedachten toevoegen.
Gij zijt de lucht die we ademen: diezelfde
gedachte lees je ook bij de woestijnvaders als
ze spreken over het Jezus-gebed. Op het ritme
van de ademhaling baden ze dat eenvoudige,
repetitieve gebed en zo verenigden zich hun
ademen met Gods adem of Geest. Het is een heel
fysieke en krachtige methode om het heilige te
beleven. Door de herhaling maak je je geest leeg
en via de eenvoudige tekst richt je je aandacht
op Christus als Gods gezondene en verbindt je je
met zijn vuur brengende Geest.
Oosterhuis vervolgt zijn hymne in een heel
andere richting. Gij zijt de verte waarin wij
turen: naast de verticale beweging van het
vorige beeld is het vooral deze idee die me
vandaag het meest treft. Het heeft natuurlijk te
maken met de speciale situatie waarin we vandaag
verkeren. In welke verte staan we te turen, een
chaotische bitter makende verte of zien we
perspectief? Er zal ongetwijfeld sociaal en
economisch veel veranderen. Hoe zullen mensen
die niets (meer) hebben en alles verloren
reageren? Zullen charismatische politici
opstaan om alle krachten te kanaliseren en te
bouwen aan een nieuwe utopie of zullen ze net de
verbittering gebruiken om macht te verwerven?
Maar ook de Kerk staat voor grote veranderingen.
De secularisatie en de groeiende ontluistering
van de wereld, het zorgvuldig uitbouwen van een
machtsstructuur hebben hun sporen nagelaten en
haar kracht en inspiratie ondermijnd. Stiekem
bleef men hopen op een omkeer: op nieuwe
priester- en kloosterroepingen, op kinderen en
jongeren die aan de eucharistische samenkomst
een feestelijk karakter zouden geven, op een
intellectuele elite die de grote massa zou
kunnen inspireren, enz. De corona-crisis is als
een laatste duw die aan deze dromen een einde
maakt. Heeft ons geloof een toekomst en hoe zal
die zijn?
Gij zijt de verte waarin wij turen schreef
Oosterhuis. Een prachtig beeld van de Geest dat
doet denken aan een verte van waaien en van
vuur, van ongrijpbare bewegelijke openheid. Kan
je dat nu zomaar pardoes beweren nu zoveel in
vraag wordt gesteld? De geschiedenis leert ons
toch dat geloof dat een dag oud is reeds door
verstolling wordt aangetast. Men maakt er een
systeem van of het wordt gebruikt om macht te
ontplooien. Hoe kan de Geest de basis worden van
een gemeenschap die zich wil ordenen, die
eucharistie wil vieren en haar geloof in een
belijdenis moet vastleggen?
Had Oosterhuis het gevaar al gevoeld want hij
voegde eraan toe: Gij zijt de ruimte ons
gegeven. Stel je voor dat we een nieuw
Pinksteren beleven waarbij we niet samen in
eenzelfde ruimte zitten, maar eenheid beleven
omdat we in dezelfde verte turen waar men een
bezielende Kracht ontwaart. Dat we ademend deze
Kracht ondervinden en dat we een nieuwe ruimte
beleven, niet die van een gebouw maar een
spirituele ruimte, en een Licht gewaar worden
waarin mensen aantrekkelijk worden voor elkaar.
Niet deze of gene mens, maar iedereen en
misschien nog het meest die ons bekritiseert of
die zich afkeert van ons aanbod.
Of het kan en hoe we eraan moeten beginnen weet
ik niet. Zeker is dat we de tijd moeten nemen om
afscheid te nemen en dat we ons niet moeten
haasten om snel aan herstel te willen doen. Het
gebed tot de Geest om te voltooien wat Gij ooit
zijt begonnen, is meer dan ooit op zijn plaats.
Pinksteren is het feest dat aanzet om te dromen
en daarom bid ik dat de Geest uw hart mag
veroveren en dat we in de komende tijd worden
overvallen door een zee van ideeën.
Marcel
|