17 mei 2020: 6e zondag van de paastijd
Ik zal een
helper sturen (Joh 14, 15-21)
Rik
Nuytten
Lied 572: In de
veelheid van geluiden
In de veelheid van
geluiden,
in de stormen van de tijd
zoeken wij het zachte suizen
van het woord dat ons verblijdt!
(Broedergemeente
1740)
Ik vind de tekst van dit lied zeer treffend voor
de tijd die we nu beleven. Door het feit dat we
leven in een situatie die we nog nooit hebben
meegemaakt, zijn we op zoek naar het zachte suizen
van woorden die ons kunnen opbeuren en steunen.
Voor de enen gaat dit makkelijker dan voor
anderen, sommigen vinden rijkdom in de afzondering
en de rust, anderen voelen vooral dat ze eenzaam
en alleen “opgesloten” zitten en missen menselijk
contact.
In de voorbije week hebben we met enkele mensen
van Filosofenfontein mails uitgewisseld hoe wij
ons geloof beleven in deze tijden van afzondering.
Er sprak een diep verlangen uit om mekaar weer te
kunnen zien, om weer samen te kunnen komen. Een
verlangen naar lijfelijke ontmoeting van de mensen
van de gemeenschap waar we ons zo goed bij voelen.
Dit is nu weggevallen, en het ziet niet naar uit
dat het snel weer terug zal kunnen komen.
Het viel mij op dat er veel minder gedacht werd
aan een belangrijk element van de zondagse
viering, namelijk het beleven van het sacrament
van de eucharistie, en het gebed. In de
handelingen staat: “Zij kwamen bijeen om te bidden
en het breken van het brood”. Ik denk dat bidden
en het breken van het brood essentieel is voor de
beleving van ons geloof. Persoonlijk vind ik dat
het beleven van het sacramentele, onze relatie met
de Ene, de Vader, moeilijker is in onze
afzondering, dan als we dit samen, in gemeenschap,
beleven. Ik betrap mij er op dat ik veel
makkelijker afdwaal als ik een elektronische
bezinning volg vanop mijn computer, dan wanneer ik
op zondag in de viering op Filosofenfontein zit.
Samen zingen en bidden is voor mij gemakkelijker
in groep, dan alleen, in afzondering, is mijn
indruk.
Voor de bezinning voor deze zondag, gebruik ik de
lezingen van vandaag, met enkele gedachten ter
overweging.
Gebed
Als
alles stil wordt
Om ons heen
Als ook binnen in ons
De stilte wordt ontdekt
Laat dan, god, die stilte klinken
Zodat we jouw appèl goed kunnen
horen.
Geef ons de ruimte voor die
stilte
Waarin de zwaarte van de dag
Van onze schouders wordt genomen
Waarin wij thuis komen
Bij U en bij onszelf
Vrij
naar Sytse de Vries
Eerste lezing:
Hand. 8, 5-8.14-17
Filippus ging
naar de stad Samaria, en verkondigde hun de
Messias. Alle inwoners luisterden met grote
belangstelling en vol ontzag naar wat hij zei
toen ze de wonderen zagen die hij verrichtte:
veel mensen werden bevrijd van onreine geesten,
die hen onder luid geschreeuw verlieten, en tal
van verlamden en kreupelen werden genezen.
Daarover ontstond grote vreugde in de stad.
Toen de
apostelen in Jeruzalem hoorden dat de inwoners
van Samaria het woord van God hadden aanvaard,
stuurden ze Petrus en Johannes naar hen toe.
Nadat ze waren aangekomen, baden ze dat ook de
Samaritanen de heilige Geest mochten ontvangen,
want deze was nog op niemand van hen
neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam
van de Heer Jezus. Na het gebed legden Petrus en
Johannes hun de handen op, en zo ontvingen ze de
heilige Geest.
Evangelie:
Joh 14, 15-21
Als je mij
liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal
ik de Vader vragen jullie een andere
pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal
zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan
hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en
kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij
woont in jullie en zal in jullie blijven. Ik
laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij
jullie terug. Nog een korte tijd en de wereld
zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij
wel zien, want ik leef en ook jullie zullen
leven. Dan zul je begrijpen dat ik in mijn Vader
ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie
ben. Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt,
heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde
van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij
aan hem bekendmaken.
Enkele gedachten
bij de lezingen van vandaag
Mijn eerste indruk was dat de lezingen van vandaag
gekozen waren in functie van het feest van
Hemelvaart volgende donderdag. In feite
overspannen deze lezingen de hele paastijd: in een
cluster van drie momenten (Pasen, Hemelvaart en
Pinksteren) die verwijzen naar het mysterie van de
verrijzenis: “opstaan ten nieuw level”. Dit is zo
ongrijpbaar voor ons, zo niet te vatten, dat er op
verschillende manieren geprobeerd wordt dit op te
roepen. Zo ook in de lezingen van vandaag.
In
de eerste lezing valt het mij op dat Filippus
naar Samaria gaat. Samaria is de streek van de
“slechteriken”, de afvalligen, waar de
rechtgeaarde joden uit Jeruzalem hun neus voor
ophaalden. En juist deze mensen staan open voor
de blijde boodschap. Zij zijn zeer onder de
indruk van de wonderen die Filippus doet, in
Jezus naam. En dus bekeren zij zich en worden
volgeling van Christus. Dit wordt uitdrukkelijk
erkend door de apostelen, die de nieuwe
volgelingen de gave van de Geest komen brengen.
Blijkbaar is zich bekeren niet voldoende. Je
moet de gave van de Geest krijgen. Wat is die
gave van de Geest? Is dat Jezus die verder leeft
in ons, als we gedoopt zijn, en zijn woord
gehoord hebben? In mijn bedenkingen bij het
evangelie, ga ik daar verder op in.
In deze tijd van Covid-19
is het opleggen van handen niet mogelijk. Wij
moeten afstand houden, en fysisch contact is er
niet bij. Kunnen we op een andere manier de gave
van de Geest aan mekaar doorgeven? Kan je elkaar
de gave van de Geest doorgeven vanop afstand?
Daarvoor zou het goed zijn beter te begrijpen
wat bedoeld wordt met “de gave van de Geest”.
In het evangelie, een
stukje uit de afscheidsrede van Jezus,
gecomponeerd door de “geliefde leerling”
Johannes, staat de belofte dat Jezus de helper
zal zenden, de geest van de waarheid. Deze
lezing maakt de brug over hemelvaart heen met de
belofte dat de Geest wordt gegeven. En de uitleg
die Jezus geeft maakt duidelijk waar je de gave
van de Geest kunt vinden: Het draait om liefde.
Liefde geven, en daardoor liefde ontvangen. Mij
valt het op dat Jezus spreekt over de liefde tot
mekaar, en de liefde tot de vader. Het vuur van
Pinksteren, de bezieling en het enthousiasme,
het wordt gevoed door de Liefde, liefde van de
Onnoembare voor ons, van Jezus, en van ons
allemaal. Ook nu we zo afstandelijk met mekaar
moeten omgaan.
Als we deze tekst lezen, laat ons dan even stil
worden, ons verbinden met de Ene, die, zoals zo
vaak in de bijbel staat, ons niet loslaat, ons
niet laat vallen. Verbinden wij ons met Hem, om zo
met elkaar verbonden te zijn en te blijven. Om
verbonden te zijn met allen die het nu zo moeilijk
hebben.
Vragen wij de geest van de waarheid ons hierbij te
helpen, om aandacht en liefde te geven en te
ontvangen. Laten wij er werk van maken, ruimte
scheppen in ons hart voor de Geest in al zijn
veelzijdigheid.
Afsluitend gebed
Geef ons, God,
zuivere woorden, een zuiver hart,
nederigheid, kracht en geduld.
Geef ons de Geest van wijsheid en verstand,
van raad en sterkte en kennis,
waardoor we deel krijgen aan U.
Geef ons een zoekend hart, een zoekende ziel, een
zoekende geest;
die Uw aangezicht wil zien;
Geef ons een hart,
dat voor Uw aangezicht nederig is.
Eeuwige onuitsprekelijke, neem de verblindende
duisternis en de onkunde weg;
Eeuwige Sterkte, bevrijd ons;
Eeuwig Licht, verlicht ons:
Eeuwige Barmhartigheid, wees ons genadig.
Amen
(naar een gebed uit een Karolingisch
Sacramentarium, 9e eeuw)
Rik Nuytten - mei 2020
|