10 April 2020: 2° zondag na Pasen
Emmaüsgangers (Lc. 24, 13 - 35)
Marcel
Braekers
Lieve tochtgenoten,
In normale omstandigheden zou vorige zondag
tijdens de eucharistie het verhaal van de
Emmaüsgangers zijn voorgelezen – je weet wel het
verhaal van die 2 ontgoochelde leerlingen die
naar huis sloffen - en zouden we de tekst hebben
besloten rond de tafel van de Heer door het
brood te breken. De situatie is helemaal anders.
We zijn onderweg en de tafel blijft ongedekt.
Waar wandel jij nu? Ben je nog in Jeruzalem en
blijf je tobben over alles wat we zijn verloren?
Of loop je halfweg en merk je dat er zich
ongemerkt een vreemdeling bij je aansluit?
Misschien ben je helemaal thuis en herken je de
vreemde Ander? Of sterker nog: loop je
enthousiast in omgekeerde richting om het grote
nieuws te vertellen?
Pater Monden sj typeerde dit verhaal als een
subtiele beschrijving van het ontstaan en de
groei van geloven. Het begint allemaal met
vragen stellen, met je ongemakkelijk voelen met
de gang van zaken, in de samenleving of in je
persoonlijke leven. De contrastervaring waar
Schillebeeckx zo dikwijls over sprak. Geloven
begint met het stellen van vragen aan jezelf of
aan elkaar, het open gesprek waarbij je tastend
zoekt naar perspectief. Een stap verder, aldus
Monden, ben je als ongemerkt een vreemdeling
nabij komt. Misschien de vele vreemdelingen die
graag in Europa willen leven, misschien dé
Vreemdeling als de Onbekende, het vermoeden van
een mysterie of het Andere dat ons leven omhult.
De vreemdeling die onze vragen verdiept of ze
richting geeft naar de Ander. Maar dan komt er
een beslissend moment, het ogenblik dat geloven
een keuze wordt. Dat is het moment dat de
leerlingen bijna thuis zijn en de Vreemdeling
verder wil gaan. “Blijf bij ons, want het wordt
avond” vragen ze. Het is de belangrijke stap (of
sprong) waarbij je het vermoeden of het
aanvoelen van het mysterie een naam geeft. Het
heeft te maken met God en met zijn toekering
naar deze wereld via Jezus. De leerlingen
voelden hoe hun leven leeg en stil zou blijven
zonder deze sprong. Geloven is leeg als het
blijft bij ‘iets dat ons overstijgt’. De
leerlingen voelden de nood om hun zoeken te
verbinden met de geschiedenis van Jezus en via
Hem met de geschiedenis van God met zijn volk.
Zo kwamen ze in een volgende fase waarbij
geloven meer werd dan een ervaring Ze vragen aan
de vreemdeling om te blijven en bij hen binnen
te komen. Hun geloofservaring werd een attitude,
een levenshouding waarbij sacramenten een rol
gingen spelen. Maar ook hier wilde Lucas ons
waarschuwen: als je Hem herkent, als je meent te
weten wie die Jezus is, dan is Hij reeds
verdwenen. Het heilige, Dé Heilige toont zich op
een ongrijpbare manier. Maar dat belette de
leerlingen niet om gek van vreugde op te staan
en naar Jeruzalem terug te keren om te
gaan verkondigen. Dat is, aldus Monden, de
laatste fase: de tijd dat je wil delen met
anderen wat je zo getroffen heeft, dat je wil
spreken over datgene en Diegene die aan woorden
ontsnapt.
Oef: ik keer terug naar mijn vraag. Waar voel je
je staan? Waar zit je op je zoektocht? Waar je
je ook mag bevinden, je moet weten dat we met
velen op weg zijn. Anderhalve meter afstand
zodat er voldoende tussenruimte is om je niet
overdonderd te voelen en je eigen vragen te
laten groeien. Maar we zijn samen op weg en we
hopen eens weer samen aan tafel te zitten en te
breken, te delen en te zingen over de grootheid
van God en zijn liefde voor ons in Jezus de
Christus.
Marcel
|