------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





08 December 2019: 2e zondag van de Advent

       Roepen in de woestijn! (Mt. 3, 1-12)

Geert Craps



Openingszang 204 O Wortel van Jesse

(De tweede adventskaars wordt aangestoken)


Verwelkoming en opening van de viering

Laten wij hier samenzijn in de eenheid van onze God, de vader, de zoon en de heilige geest. Moge Gods wezen ons doorgloeien, de aanwezigheid van zijn zoon ons voortstuwen, zijn geest ons inspireren om te getuigen van zijn waarheid. Welkom in deze viering van de tweede zondag van de advent. Vandaag staat de figuur van Johannes de Doper en zijn getuigenis centraal, zoals die is weergegeven in het evangelie van Mattheus: hij is "de roepende in de woestijn".

Laten we de viering beginnen met onze verbondenheid uit te spreken met alle getuigen, alle roepers, alle drammers en dromers, allen die de kracht van hun overtuiging hebben, allen die bevlogen zijn door hun waarheid. Laten wij hen hier aanwezig stellen in alle bescheidenheid, in het bewustzijn van onze eigen beperkingen, en ons in alle nederigheid, naast hen plaatsen.


Verbondenheid en gedachtenis (Keervers: Gedenk ons hier bijeen , nr. 125)

Laten wij ons verbinden met onze naasten die moedig van zich laten horen als ze onrecht zien, die opstaan om te protesteren, die niet zwijgen om de lieve vrede, maar roepen om de harde waarheid.
Gedenk ons hier bijeen

Laten wij ons verbinden met de gemeenschap van gelovigen, waarin zo velen, vroeger en nu, ons telkens weer hebben opgeroepen om in waarheid en goedheid te staan, en waarin zovelen ons telkens op nieuw hebben gewezen op onrecht en onvrede: de lange stoet van predikers, protesteerders, stille getuigen, voorbeelden in hun daden, heiligen ons voorgegaan.
Gedenk ons hier bijeen

Laten wij ons verbinden met hen die het moeilijk hebben in deze periode, en met hen die, zoals we zo vaak zingen “sprakeloos zijn, monddood, gemarteld, waar ter wereld niet”.
Gedenk ons hier bijeen

Laten wij ons verbinden met deze wereld, hoewel het soms moeilijk wordt om de stem te horen van wie het goed voorheeft met onze planeet en zijn bewoners. Laten we de stemmen van de rechtvaardigen versterken, meegaan in hun spreekkoor, onze stem bij die van hen voegen.
Gedenk ons hier bijeen

Openingsgebed (Sytze de Vries)
Wanneer Gij zelf niet bij ons zijt, 

blijft dit huis leeg, 

en als Gij zelf niet met ons gaat, 

zijn wij vergeefs bijeen; 

wanneer Gij zelf ons niet verlicht, 

weten wij geen raad.
Breng ons dan tot waar Gij zijt, 

tot voor uw lichtend aangezicht. 

Verdrijf het donker waarmee wij U bedekken. 

Maak dan  
uw stem hoorbaar, 

ons lied waarachtig 
en ons gebed bezield.
Amen.


317 Die mee gaat met mensen

Inleiding op het evangelie

Er wordt zoveel gekwekt, gebabbeld en geroepen tegenwoordig. Wel, misschien niet echt meer dan vroeger, maar het valt meer op, omdat iedereen de mogelijkheid heeft om te babbelen en te roepen in het openbaar, en zich even een influencer voor een dag te voelen. In dat chaotische koor van roepers komen een aantal stemmen soms bovendrijven. Intellectuelen als Noam Chomsky en Thomas Picketty, activisten als Susan Sontag of Arundathi Roy, de klimaatjongeren, Greta Thunberg en Anuna De Wever, enzoverder. Typisch is dat dat soort mensen onmiddellijk bloot staat aan elke vorm van kritiek, van de meest lage persoonlijke aanvallen, tot de meest verfijnde analyses over hun vermeende gelijk of ongelijk.

We hebben iets met roepers. En dat hadden ze in de eerste eeuw ook al.


Evangelie: Mt. 3, 1-12

In die tijd trad Johannes de Doper op en predikte in de woestijn van Judea: “Bekeer u, want het Rijk der hemelen is nabij.” Deze toch is het die de profeet Jesaja bedoelde, toen hij zei:
Een stem van iemand die roept in de woestijn:
Bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Johannes nu droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lenden. Zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing. Toen trok Jeruzalem, Judea en heel de Jordaanstreek naar hem uit en zij lieten zich door hem dopen, terwijl zij hun zonden beleden.

Maar toen hij vele Farizeeën en Sadduceeën zag komen om gedoopt te worden, sprak hij tot hen: “Adderengebroed, wie heeft u voorgespiegeld, dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten? Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering, en neemt niet een houding aan alsof ge bij uzelf zegt: Wij hebben Abraham tot vader! Waarachtig, ik zeg u, dat God de macht bezit voor Abraham uit deze stenen kinderen te verwekken! Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom dus die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen. Ik doop u met water, opdat ge u bekeren moogt; Hij die na mij komt, is sterker dan ik, en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. De wan heeft Hij in zijn hand en Hij zal zijn dorsvloer grondig zuiveren; zijn tarwe zal Hij in de schuur verzamelen, maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur.”


Bedenkingen bij het evangelie

Volgens Edward Schillebeeckx in Jezus, het verhaal van een levende is de getuigenis van Johannes niet zozeer een apocalyptische prediking (zoals het wel lijkt op het eerste zicht), maar is het bedoeld als een schakel in de profetische traditie van het jodendom. Johannes zet zich in de traditie van profeten die hun volksgenoten confronteren met hun ongehoorzaamheid aan de Joodse wet en die oproepen tot bekering. Hij schreeuwt de ongemakkelijke waarheid uit: de doorsnee joden, en de joodse religieuze leiders van zijn tijd in het bijzonder, zijn van het juiste pad afgeweken. Maar wat kan Johannes in het kader van ons tijdsgewricht, tweeduizend jaar later, dan voor ons betekenen?

Om te beginnen: Johannes is volledig consequent met zichzelf. In zijn uiterlijk (zijn kleding) zijn handelen (zijn voedsel) en zijn woorden (zijn prediking) sluit alles op elkaar aan. Johannes ademt als het ware een totaal andere “cultuur” uit dan zijn omgeving. Zijn bekering betreft de hele mens. Ze is gebaseerd op een doorgetrokken visie op mens en samenleving. De Farizeeën en Sadduceeën zijn het tegenovergestelde: inconsequent en huichelachtig. Zij hebben een cultuuromslag nodig. Ze beroepen zich wel op hun afkomst, maar hun gedrag is niet in overeenstemming met die belijdenis. Het idee dat bekering een cultuuromslag is, is ook voor ons relevant.

Johannes vraagt daarbij om een eerlijke introspectie: kijk eens grondig in eigen boezem, en maak een onbevooroordeeld oordeel over jezelf. Zie je eigen beperkingen en inconsequenties.

Valt het u ook op dat Johannes niet kalm kan blijven? Hij is sterk betrokken, hij is emotioneel aangegrepen en begint te schelden. Mag je je geduld eigenlijk verliezen, als profeet zijnde? Misschien moet ik de vraag omkeren: in hoeverre is zo'n houding eigenlijk niet onvermijdelijk, en zelfs noodzakelijk? Raken we door emotionele betrokkenheid niet dichter bij de essentie van een probleem, dan door er objectief en onbewogen naar te kijken? Denken, spreken en handelen met een emotionele kleuring geeft een completer, contextueel beeld van wat er aan de hand is in de wereld, waarbij verontwaardiging bijna onvermijdelijk is, en een afstandelijke beschouwing te weinig betrokken.

Ten slotte is Johannes doordrongen van de rotsvaste overtuiging dat er zoiets is als een bereikbaar ideaal: hij is wel geraakt door het onrecht, maar au fond niet wanhopig over het lot van de hele mensheid, denk ik. Hij is geen doemdenker: het kan anders, volgens hem.

Dat zijn op zich ijzersterke boodschappen, maar nu komen we als moderne lezers van het evangelie toch op een punt dat we denken: ja, die Johannes was wel een kleurrijke figuur, maar hij was er toch niet helemaal, want wij weten dat er nog een betere komt. Inderdaad: Jezus was ook consequent, hij vroeg ook om een onbevooroordeeld oordeel, hij was emotioneel betrokken, hij was overtuigd van het bereikbare ideaal, en het kreeg zelfs een naam bij hem: het Rijk Gods, terwijl Johannes daar inhoudelijk niet veel over te vertellen heeft. En hij was dat allemaal tot het uiterste toe. Vermindert dat de functie van Johannes?

Ik voel hier intuïtief een parallel met de hedendaagse roepers uit mijn inleiding, en de manier waarop we die soms behandelen. De roepers die niet noodzakelijk de juiste oplossingen hebben, en misschien zelfs niet de analyse juist maken, maar die ons wel wakker roepen en ons met de neus op een ongemakkelijke waarheid duwen: een "inconvenient truth" als het ware. De roepers geven volgens mij de eerste noodzakelijke impuls tot bekering: het wakker worden en helder zien van wat er fout gaat. Wie roept vanuit een diepe overtuiging met respect voor de hele mens, zelfs al heeft zij of hij niet de perfecte analyse of de juiste oplossing, maakt je alert. Dergelijke roepers afdoen als naïef, incompetent, paniekzaaiers, doemdenker, is hun ware rol ontkennen.  Arundathi Roy, Thomas Piketty, Greta Thunberg, zij die uitspreken dat er dingen fout gaan in deze wereld - machtsmisbruik van gezagsdragers, toenemende ongelijkheid, onachtzaamheid in onze omgang met de aarde, discriminatie -  we hebben ze nodig om wakker te worden of te blijven.

En dan nog een laatste stapje, misschien een stapje te ver voor sommigen van u. Het valt mij op dat we in deze teksten over Johannes ons altijd aangesproken voelen om te luisteren naar Johannes, en op zijn oproep in te gaan. Maar je kunt je, als christen, natuurlijk ook spiegelen aan Johannes zelf, in zijn optreden. Waarom zouden we ons eens niet identificeren met de roepende in de woestijn, en ons niet beperken tot luisteren maar zelf ook wat meer Johannes de Doper zijn en zelf roepen als we onrecht zien, fundamentele schendingen van de menselijke waardigheid? Waarom zouden we onze mond houden? 

Zijn we, als mensen die ons verstand gebruiken, zelfs niet verplicht om te spreken, wanneer we met maatschappelijke onwaarheden en ongerechtigheden geconfronteerd worden? Is het niet een van onze rollen als geëngageerde christenen in het maatschappelijke gebeuren om onze stem te gebruiken? Misschien kan Johannes ons ook inspireren om meer te roepen, vanuit ons aanvoelen van onrecht en onrechtvaardigheid, vanuit ons buikgevoel, vanuit onze diepe betrokkenheid bij de menselijkheid in deze wereld. Misschien zijn we fout, en misschien hebben we geen oplossingen, maar het roepen op zich, zelfs in de woestijn, is van belang.


Offerande (muziek: Tallis 'O Sacrum Convivium' CD Seldom Sene/Taracea, track 9)

Tafeldienst 

•    149
•    Tafelgebed: 158 Gij die mij aankijkt.

Communie (Muziek: Purcell, Sonatas track 9 van CD 1)

Communielied: 514  Stem als een zee van mensen

Korte bezinning

Tot slot wil ik u de eerste lezing van vandaag niet onthouden, als een echo van Jesaja in de viering van vorige week. Jesaja geeft ons deze week een beeld van de rechtvaardige roepende, die een cultuur uitademt van consequentie en waarheid en die een diepgaande verandering teweegbrengt. De twijg van de wortel van Jesse, die we bezongen aan het begin van deze viering, staat hierin centraal. Kerstmis komt zo weer een stap dichterbij.

Jesaja 11, 1-6

Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï, een telg ontbloeit aan zijn wortel. De geest van Jahwe rust op hem, een geest van wijsheid en inzicht, een geest van beleid en sterkte, een geest van kennis en ontzag voor Jahwe. - hij ademt ontzag voor Jahwe. Niet naar uiterlijke schijn spreekt hij recht en hij doet geen uitspraak op grond van loze geruchten; hij geeft de geringen hun recht en de armen in het land krijgen een eerlijk vonnis. Hij kastijdt de verdrukkers met de roede van zijn mond en de bozen doodt hij met de adem van zijn lippen. Gerechtigheid draagt hij als een gordel om zijn lenden, en trouw als een gordel om zijn heupen.

Mededelingen en zegen


------