08 September 2019: 23e zondag
Geloven in
vrijheid (Filemon 1 - 25)
Jacques
Perquy
Openingszang 131: "Gezegend Gij van hier tot
waar ter wereld"
Verwelkoming
In een bespreking van het boek ‘Gemeenschap en
andersheid’ lees ik: ‘De eucharistie is de
plaats bij uitstek waar God en zijn schepping
zich met elkaar verenigen’
en verder: ‘Alleen de mens is geschapen om in
een vrije liefdesrelatie met God te komen, op
een wijze die de rest van de schepping niet
gegeven is.
Vandaar dat de mens geroepen is, om in de
aanbidding van God, heel de schepping mee te
nemen en haar in relatie met God te plaatsen.
Brood en wijn zijn in de eucharistie de
vertegenwoordigers van heel de schepping.’
Deze gedachten geven aan onze samenkomst een
heel andere dimensie - het gaat niet enkel om
een ontmoeting tussen mezelf en wie ik god noem,
zelfs niet tussen ons allen en wie we god
noemen. We worden opgeroepen om de mensheid en
zelfs heel de schepping te vertegenwoordigen.
Ik begrijp nu beter dan voorheen waarom we
vroeger systematisch God om erbarmen vroegen.
Een mens kan zich toch alleen maar klein voelen,
niet gemachtigd om deze rol te vervullen: namens
heel de schepping God te ontmoeten!
Lied: Luister Heer,
ontferm u over ons (114)
Inleiding op de
lezing
De eerste voorgeschreven lezing is de brief van
Paulus aan Filemon. Ik heb mij er graag in
verdiept. Met ons leerhuis gaan we dit jaar de
brieven van Paulus bespreken, althans deze die
met enige zekerheid aan hem zijn toegeschreven.
De
brief aan Filemon is een buitenbeentje. Een voor
Paulus heel korte, die over een persoonlijke
kwestie lijkt te gaan: de vrijlating van een
slaaf, die door Paulus werd bekeerd en die
Paulus graag verder bij zich zou willen houden
om hem bij te staan, terwijl hij zelf in de
gevangenis zit. De brief wordt gericht aan
enkele personen (niet zo duidelijk wie de echte
geadresseerde is) maar tevens aan de
christengemeente in Kolosse (200 km van Efeze).
Lied: Wees hier
aanwezig (510)
Lezing: Filemon
1 - 25
Commentaar
Er zijn, zoals steeds, meerdere interpretaties
van de tekst mogelijk.
Eén ervan heb ik gevonden in een recent boekje
van een jonge confrater van Marcel: Adrien
Candiard.
Adrien Candiard is van oordeel dat het centrale
thema in de brief aan Filemon dat van de
vrijheid is in en door het geloof. Ik probeer de
belangrijkste gedachten uit zijn boekje
weer te geven.
Vooreerst is er de manier waarop Paulus zijn
brief schrijft: Paulus gebruikt alle mogelijke
technieken (vleien, gezagsargumenten, medelijden
opwekken, schuldgevoelens aanpraten) om zijn wil
door te drukken onder het mom de ander in zijn
vrijheid te laten. Candiard schrijft:
Deze werkwijze is al te bekend in de kerk. Al
die ‘voel u vrij’ uitspraken, die eigenlijk de
mensen een schuldgevoel bijbrengen om hen tot
iets te dwingen. ‘Voel u vrij’ maar voel u vrij
om ja te zeggen. Voel u vrij om te doen wat ik u
zeg’… De verleiding om de brief zo te
interpreteren is groot omdat Paulus’ optreden in
veel omstandigheden van doortastende aard was.
Candiard gaat hier tegenin, vanuit Paulus’
bekering. Paulus’ leven bestond voordien uit de
zo strikt mogelijke naleving van de 613 geboden
en verboden van de joodse wet. Zijn hang naar
een onmogelijk te bereiken volmaaktheid leidt
naar gevoelens van mislukking en schuld. In die
geestesgesteldheid wordt hij op weg naar
Damascus overvallen door een beleving van zich
onvoorwaardelijk geliefd te weten door Jezus.
Zelf noemt Paulus dit gebeuren zijn roeping en
schrijft hierover: ‘Vanaf dat moment behoort
mijn leven niet meer toe aan mezelf en toch heb
ik mij nooit zo vrij gevoeld.’
Paulus zet zich van nu af aan in voor de
anderen, niet uit schrik voor God’s oordeel of
uit zucht naar volmaaktheid, maar om te getuigen
van zijn vriendschap met de Heer. Die vraagt
niet om alle regels na te leven maar om zichzelf
te geven aan anderen. Het is van die
‘bevrijding’ (verrijzenis) dat hij Filemon wil
overtuigen. Cruciaal is in deze vers 14: “maar u
moet mij niet een gunst verlenen omdat ik u
onder druk zet, maar omdat u het zelf wilt”.
Christelijk leven is groeien in vrijheid, niet
zich onderwerpen aan wat men je zegt te doen’
schrijft Candiard.
Paulus heeft op weg naar Damascus ontdekt, dat
christelijk leven niet inhoudt dat we een hoop
dingen moeten doen om Gods vriendschap te
verdienen, maar de vriendschap waar Jezus het
over heeft, aan te nemen/ te aanvaarden. Echte
vriendschap betekent dat er geen machtsrelatie
is, dat er twee gelijken zijn. Dat veronderstelt
totale vrijheid. (Stephan Hertmans in DS
weekblad 24.08.21)
De vriendschap kan, stap voor stap, het hart van
een mens doen keren, niet omdat hij zich
schuldig voelt, maar omdat hij zich geliefd
weet.
Betekent dit dan dat ethische normen overbodig
zijn?
In het christelijk geloof is er geen moreel
leven zonder spiritueel leven. Het is de
vriendschap met Jezus (‘vriend voor het leven’),
het is Gods aanwezigheid in ons leven die ons,
enerzijds inzicht verschaft in wat goed is en
ons sterkt om dit te volbrengen en anderzijds
ons bevrijdt van wat ons belet om het goede te
doen.
De vriendschap met Jezus is veeleisender dan het
voldoen aan een aantal regeltjes. Wellicht
schrikken daarom zoveel mensen ervoor terug om
aan deze overweldigende eis te voldoen (nl. ons
helemaal te geven - te ontledingen van onszelf)
en houden ze zich liever aan een (beperkt)
aantal geboden en verboden.
Hoe Paulus te werk ging om het geloof te
verspreiden weten we eigenlijk niet op basis van
historische gegevens. Uit de brief aan Filemon
blijkt wel dat evangeliseren een kwestie van
vriendschap is. Alsof de vriendschap van Jezus
een besmettelijk/aanstekelijk gegeven is. Alsof
er voor ons geen andere manier is om te getuigen
van Gods liefde, dan de ander lief te hebben.
De ander om hemzelf liefhebben, onvoorwaardelijk
is niet vanzelfsprekend. Candiard verwijst naar
de vele (geestelijke) vaders (nu therapeuten?)
die tegelijk met hun affectie, ook hun wil en
hun macht willen opleggen. Of mensen die van hun
vrienden (of hun partner) houden zolang deze
zowat zelfde opvattingen en levensstandaard
hebben. Of ouders die van hun volwassen kinderen
houden voor zover deze in het spoor lopen, dat
we voor hen in onze gedachten hebben uitgezet.
Idem dito met grootouders en kleinkinderen.
Onvoorwaardelijke liefde zoals de gebroeders
Dardenne hun personages behandelen in hun films,
wanneer ze bvb. in alle sereniteit het
verhaal vertellen van een drugverslaafde jonge
vader die zijn pasgeboren kind te koop aanbiedt.
Hierover ondervraagd, door geschokte
recensenten, zegden de cineasten dat ze filmen
zoals ze denken dat God met mensen omgaat: hij
laat ze in alle vrijheid handelen en blijft ze
liefhebben - onvoorwaardelijk.
Offerande:
muziek Antonio Caldara cd 1, nr 26
Oergebaar (149)
Groot
dankgebed: Blijf ons dan roepen (167)
Onze Vader
Communie:
Beeld en
muziek: Gabriëlla’s song
Bij wijze van slotbezinning wil ik een
lied laten horen en zien uit de film ‘As it is
in heaven’. Het lied is illustratie van het
thema van vandaag. Gabriella is een jonge vrouw
die zich ontworstelt aan een verstikkende zelfs
gewelddadige relatie. Ze dit dankzij de
vriendschap van de dirigent en de steun van
andere leden van het koor. Het is een lied over
de ontkiemende vrijheid.
Vanaf
nu is mijn leven van mij
ik heb maar zo`n korte tijd op aarde
en mijn verlangen heeft me hier gebracht
Alles wat mij ontbrak en wat ik vergaarde
En toch is het de weg die ik verkoos
mijn vertrouwen was eindeloos
dat mij een klein stukje toonde
van de hemel die ik nooit vond
Ik wil voelen dat ik leef
al mijn dagen lang
Wil ik leven zoals ik wil
ik wil voelen dat ik leef
in de wetenschap dat ik goed genoeg was
ik ben nooit vergeten wie ik was
Ik heb het alleen in mij laten slapen
misschien had ik nooit een keus
alleen de wil om in leven te blijven.
Het enige wat ik wil is gelukkig te worden
Zijn wie ik ben
En sterk en vrij zijn
De dag uit de nacht zien opkomen
ik ben hier
en mijn leven is alleen van mij
en de hemel waarvan ik geloofde dat die er was
Ik heb ontdekt dat die ergens daar moet zijn.
ik wil voelen dat ik mijn eigen leven geleefd
heb
Slotlied:
Waarom wanneer uit welke luchtlaag nr 556
Zegening
|