------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





28 Juli 2019: 17e zondag

Vraag en er zal je gegeven worden (Lc. 11, 1–13)

Marcel Braekers

Openingszang 568: "Wij zoeken U als we samen komen"

Begroeting

Ferre is een bijzonder intelligente jongen van 8 jaar. Toen hij met zijn vriendje door mama van school werd gehaald had hij een vraag. De tante van het vriendje was terminaal ziek geweest. Het is een heel gelovige familie en er werd aanhoudend gebeden om haar genezing. Uiteindelijk beslisten de artsen alle apparatuur af te schakelen omdat verdere behandeling zinloos was. Als bij wonder ontwaakte de vrouw uit coma. Het wonder werd door de familie aan het gebed toegekend. ‘Mama, zegt Ferre, wij hebben toch ook veel gebeden opdat opa zou genezen, waarom is hij dan gestorven?’ Mama zat in druk verkeer en vroeg de vraag later opnieuw te stellen. Maar thuisgekomen had Ferre zelf een oplossing gevonden: ‘God kan toch ook maar zijn beste doen’, zei hij. De ene keer lukt het al beter dan de andere.

‘Vraag en er zal je gegeven worden’ zegt Jezus in het evangelie van vandaag. Een gedurfde uitspraak die tijdens onze religieuze opvoeding werd getemperd, omdat men ons inprentte goed na te denken wat we zoal mochten of konden vragen. Bidden om snoep was fout, wij smeekten God op onze blote knieën om verlost te worden van onze onderwijzer, maar dat was totaal ongepast.
Heeft vragend bidden, God om een gunst smeken wel zin? Het is een moeilijke vraag, want zelfs als het geen zin heeft doen mensen het toch. Onderzoek toont aan dat als mensen in acute nood zitten het overgrote deel God om hulp roept. Toen onlangs een goede vriend van mij het slechte nieuws kreeg van een agressieve kanker kon ik bij onze eerste ontmoeting alleen maar stamelen dat ik voor hem heb gebeden. Hij is zeker geen kerkbezoeker en zal wel in iets geloven, maar mijn reactie ontroerde hem. Een andere vriend van hem , Rashid een moslim, had net hetzelfde gezegd. Is dat niet merkwaardig?
Wellicht kunt u ook allerlei voorbeelden aanhalen van noodsituaties waarbij men begon te bidden. En ook al gelooft men niet in een oplossing van boven, toch vindt iedereen het helemaal gepast. Is dat vreemd? Ja als je met een rationele bril kijkt, maar gelukkig zijn er ook andere soorten brillen om te kijken. Iets kan dus rationeel absurd lijken, maar emotioneel of gevoelsmatig helemaal gepast. Daarover gaat het in deze viering.

Gebed om zegen over de stad en het land 115

Openingsgebed
Gedenk uw mensen
Met de ruimte van uw hart.
Gedenk hen,
Als zij U zoeken
Maar niet weten te vinden,
Als zij zich van U hebben afgekeerd,
En alle zoeken hebben opgegeven.

Gedenk uw mensen,
In de steek gelaten,
Alleen gelaten aan de nacht,
In angst en doodsnood.

Gedenk uw mensen,
Die de moed hebben verloren,
Al te zeer door het leven gekwetst,
Beschadigd door ons.

Gedenk uw mensen,
Laat uw oog weer op ons rusten,
Gaan wij U dan niet ter harte?   (S. de Vries)

Inleiding op de eerste lezing
De eerste lezing van deze zondag heeft iets ontroerend. In het boek Genesis wordt verteld dat Abraham op een warme middag voor zijn tent zat te puffen en hij onverwacht bezoek kreeg van drie vreemdelingen. De latere christenen zagen er een voorafbeelding in van de heilige Drievuldigheid. Op het einde van het bezoek zegt één van de drie die blijkbaar God is dat Hij besloten heeft om Sodom te vernietigen. Abraham schrikt van dat radicale besluit, want in Sodom woont ook zijn neef Lot met zijn gezin. Daarom begint hij met God te onderhandelen. Wat als in die steden ook rechtvaardigen wonen, worden die dan tegelijk met de anderen vernietigd? En waar blijft dan Gods goedheid en rechtvaardigheid?

Genesis 18, 20 – 32
Lied 535 "Hij die woont in eeuwig licht"
Lucas 11, 1 – 13

Homilie
Het gesprek tussen God en Abraham is in zijn naïviteit ontroerend. Het is typisch voor de oudste verteltraditie in de Bijbel (de Yahwistische) dat God en mens met elkaar in gesprek gaan. Uit verhalen als dit wordt duidelijk waarom Abraham de vader van het geloof wordt genoemd, omdat hij opkomt voor alle mensen en God tot mildheid probeert te brengen. Ook typisch voor deze oudste verteltraditie is dat God wordt voorgesteld als iemand die de mens bij zijn plannen betrekt, tussen God en mens is er een zekere vertrouwelijkheid. Dus zegt God wat Hij gaat doen, want Hij geeft aan de mens de verantwoordelijkheid over de wereld. Abraham neemt die verantwoordelijkheid op en ook al gedraagt men zich in Sodom pervers, toch komt hij op voor de stad en roept hij God op tot mildheid en bedachtzaamheid. Als er 10 rechtvaardigen in de stad wonen, zal die stad gespaard blijven, zegt God. Die uitspraak heeft altijd een grote rol gespeeld in het geloof van Israël. Indien er ergens in de wereld een groep van 10 rechtvaardigen is, dan wordt door hun gedrag heel de stad gespaard. 10 Was in de Joodse wereld het minimum om van een groep te spreken. Indien er m.a.w. ergens een minimale groep van rechtvaardigen woont die dagelijks tot God bidt, wordt daardoor heel de stad geheiligd. Ik vind dit een ontroerende gedacht in een tijd dat individualisme hoogtij viert. Indien hier ergens in het land mensen zijn die in naam van heel het volk Gods lof zingen, dan wordt door hun gebed heel het land geheiligd. Ik denk dat het de motivatie van contemplatieven is, maar ook van diegenen die dagelijks hun brevier bidden. Zij doen dit niet voor zichzelf, maar bezingen in naam van iedereen Gods liefde voor deze aarde.

Misschien denkt u intussen bij uzelf dat het om naïeve, bijgelovige mensen gaat die beter op het strand zouden liggen te zonnebaden of gewoon wat harken in hun tuin. Ik maak nu een sprong en verbindt de eerste lezing met het evangelie waar Jezus zegt: “Vraag en er wordt je gegeven, zoek en je zal vinden”. Ik kan natuurlijk niet aan de overkant zien en weet dus ook niet wat God wel of niet doet en wat Hij kan, maar ik geloof die uitspraak niet zomaar. Ik geloof dus niet dat het in Gods macht ligt om aan de wereld een wending te geven. Indien Hij dat wel zou kunnen, zou ik het Hem erg kwalijk nemen dat Hij niet ingrijpt. Ik vind daarom dat men anders over mirakelen en wonderen moet gaan denken. Rationeel gezien brengt dat gebed niets op en heeft het vanuit die hoek niets te betekenen. Maar er is meer dan rationaliteit. Het gaat erom dat er overal in de wereld mensen zijn zoals Abraham die bekommerd zijn om het lot van de wereld, die lijden omwille van de ongerechtigheid die alom woekert. Het is dus belangrijk dat er plaatsen zijn en mensen waar egoïsme wordt doorbroken en men biddend en doende probeert iets van het rijk van God op aarde te brengen.

Toen ik tegen mijn vriend zei dat ik voor hem zou bidden, wist ik dat het aan zijn ziekte niets zou veranderen, maar het is mijn manier om bij hem te zijn en mee te leven. Als wij dus God vragen, als we Hem zoeken of als we blijven kloppen is dat niet opdat Hij aan de wetten van de natuur of aan ons levenslot een wending zou geven, maar we betrekken Hem bij onze zorgen en worden via Hem gevoelig voor de grote levensvragen die ons beheersen.

Groot dankgebed 154
Na de communie 374 "gij zijt boven de zee"



------