07 april 2019: 5e zondag van de vasten
Zie ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het
- heb je het nog niet gemerkt? (Joh 8, 1-11)
Lut
Saelens
We beginnen de viering met de vraag om zegen
voor deze dag.
Intredelied:
Gezegend deze dag. Lied 103
Verwelkoming
Contacten
met mijn kleinkinderen, zijn verfrissend en
boeiend. Zo ook mijn contacten met mensen uit
andere culturen. Ze zijn voor mij de ideale
manier om mijn overtuigingen, gewoonten, en hoe
ik de naar wereld kijk regelmatig in vraag te
stellen. Zo sta ik te kijken van de manier
waarop mijn kleinkinderen met kippen en konijnen
omgaan. Die hebben allen een naam en ze worden
vertroeteld als baby’s. Enkel reeds het idee dat
die dieren in de stoofpot zouden kunnen belanden
vervult hen met het grootste afgrijzen. Een
kleinzoon maakte onlangs een hele studie van de
minst verstorende manier om mollen zo ver te
krijgen dat ze hun speelterrein een stukje
verplaatsen.
Vaak zien jongeren of mensen met een andere
ervaring ook mogelijkheden, waar wij vanuit ons
verleden en onze ervaring enkel dreigingen en
potentiële problemen zien. Zo talrijk dat we er
vaak moedeloos van worden.
Psalm 126, de voorgeschreven psalm van
vandaag, schenkt ons in de aanloop naar
Pasen prachtige woorden van hoop. Zij die zaaien
met tranen, zij zullen oogsten met jubel. Zaaien
veronderstelt vertrouwen en loslaten. Wie zaait
geeft het laatste deel van de vorige oogst terug
aan de aarde met de hoop dat het zaad zal
ontkiemen en vruchten voortbrengen. Mensen
ervaren al duizenden jaren dat de oogst vroeg of
laat toch komt.
‘En wij, wat kunnen wij nu nog zaaien?’ Dit is
een vraag die zeker leeft in de hoofden van veel
70-plussers. Een ongemakkelijke vraag. Een vraag
naar zingeving. Een wijze vrouw gaf me het
antwoord: ‘Misschien kunnen de ouderen onder ons
vooral rust en tijd zaaien en vertrouwen. Ook
daaruit kan iets bloeien, al is het maar een
simpel bloemetje. ‘
We maken het even stil om te luisteren naar :
Psalm 126
Ida Gerhardt, Marie van der Zeyde (Lut)
Als
de Heer doet keren de ballingen Sions
zal het ons zijn of wij
dromen.
Dan zal vol lachen zijn onze mond,
jubel zal op onze tong
zijn;
dan verluidt bij de volken:
‘Groot heeft Jahwe
gehandeld aan hen!’
Groot heeft de Heer gehandeld aan ons,
blijdschap is ons
geworden.
Doe keren onze ballingen, Heer,
als de waterbeken in
het zuiden.
Zij die zaaien met tranen,
zij zullen oogsten met
jubel.
Hij gaat en hij schreit bij het gaan
die het zaaizaad
draagt en het zaait;
hij keert met jubelen, hij keert –
een die mag
dragen zijn schoven.
Lied 315:
Lied van de aarde
Openingsgebed
Donker
in onze dagen, donker in onze nachten.
Vaak begrijpen wij niet
waarom alles gaat zoals het gaat
Vaak is ons leven gehuld in duister
van niet weten en niet kunnen.
Waarheen? Waarvoor? Waarom?
Daarom bidden wij U:
Laat ons stil worden van binnen –
en in die diepe stilte Uw stem horen,
die tot ons spreekt en ons roept.
Zo kan het zaad van een nieuwe wereld
dwars door het donker
heen in ons ontkiemen.
Vanuit een diep vertrouwen
dat alles past in Uw plan.
Inleiding tot
de lezingen:
De lezingen van vandaag nodigen ons uit om
hoopvol naar de toekomst te kijken. Want Gods
plan met ons en met de wereld is mooier dan wij
ook maar kunnen dromen. In de profetie van
Jesaja worden we uitgenodigd om de betreden
paden te verlaten op weg naar een betere
toekomst.
In een tijd van tegenspoed toch tekenen van hoop
zien. Veel mensen met gezond verstand noemen dit
naďeviteit. En toch roept Jesaja ons op om
vanuit onze woestijnervaring, vanuit de
problemen zoals ze zich aandienen, nieuwe kansen
te zien en erop te vertrouwen dat die woestijn
toch kan gaan bloeien. Dat nieuw leven kan
ontstaan. Het evangelie van Johannes is een
prachtige illustratie van hoe Jezus naar mensen
en ook naar hun misstappen kijkt. Hij nodigt een
vrouw die van overspel beticht wordt en ook de
Farizeeën die haar beschuldigen uit om de
begane paden van schuld en boete te verlaten.
Zijn mildheid en bevrijdende woorden openen voor
hen een nieuwe toekomst.
In de grimmige gepolariseerde wereld van vandaag
met grote uitdagingen op vele vlakken is het
niet altijd vanzelfsprekend om hoopvol naar de
toekomst te kijken. En toch zijn er mensen die
erin slagen om vanuit een visie op een andere en
betere wereld, vol vertrouwen te werken aan de
realisatie ervan. Soms zijn het jongeren die het
voortouw nemen. Vol bewondering kijk ik naar de
acties van de klimaatjongeren. Ik bewonder hun
sterk geloof in de mogelijkheid om door hun
acties bij te dragen aan een meer leefbare
wereld. Ook de boeren in Guatemala kijken naar
de toekomst ondanks de moeilijkheden vroeger en
nu.
Inbreng
van Mieke Verdonck betreffende Broederlijk Delen
We luisteren nu naar de profetie van Jesaja en
zingen dan voor het evangelie lied 519. De
steppe zal bloeien.
We
luisteren nu naar de profetie van Jesaja en
vervolgens naar het evangelie van Johannes. Na
Jesaja zingen we lied 519
Jesaja 43,
16-21
Lied 519: De
steppe zal bloeien
Johannes 8,1-11
Homilie:
Vorige
zondag luisterden we naar de prachtige parabel
van de teruggekeerde zoon. Vandaag wordt een
vrouw ten tonele gebracht die overspel heeft
gepleegd. In de hedendaagse ‘me too’ versie
hiervan zou het misschien eerder een te
handtastelijke man zijn… In beide verhalen
worden mensen niet veroordeeld. De Vader
vergeeft zijn losbandige maar berouwvolle zoon
en ontvangt hem met open armen. Jezus
veroordeelt de vrouw niet ondanks de duidelijk
voorgeschreven wet van Mozes. Zowel de zoon als
de vrouw worden niet herleid tot hun misstap
maar worden aangesproken en hersteld in
hun menselijke waardigheid. Hun misstappen
worden in de verhalen geenszins goedgekeurd.
Maar de daders worden niet afgeschreven en
krijgen een nieuwe kans.
Het verhaal over de vrouw die van overspel
beticht wordt komt enkel in het
Johannesevangelie voor. Men vermoedt dat het een
verhaal is dat vaak over Jezus werd verteld. Het
zou later in het Johannes evangelie zijn
toegevoegd omdat het zo tekenend was voor de
totaal nieuwe manier waarop Jezus met mensen
omging. En voor zijn uitnodiging aan ons om op
een andere manier naar ons leven en dat van
anderen te kijken: niet als veroordelende
toeschouwers die buiten het leven van anderen
staan, maar als mensen die vanuit liefdevolle
betrokkenheid zich proberen in te leven in
de situatie van de andere.
De
schrifgeleerden en Farizeeën hadden het moeilijk
met Jezus’ totaal nieuwe benadering. Met hun
vraag wilden ze hem in de val lokken. Volgens
het geldend Romeinse recht van die tijd mochten
alleen de Romeinen een doodvonnis uitspreken of
voltrekken. Als Jezus toegeeft aan het oordeel
dat van hem gevraagd wordt, komt hij in de
problemen. Hij zou ofwel de Romeinen tarten met
een vonnis of indien hij een te milde uitspraak
deed zou men dit kunnen uitleggen als een niet
orthodox-joodse houding en slapheid tegenover de
Romeinse bezetters. Jezus laat er wat tijd over
gaan. Hij bukt zich en schrijft wat in het zand.
Niemand weet wat Hij schreef maar daar is al
veel over gegist. Misschien hebben jullie een
idee? Of wat zouden jullie in het zand
schrijven? Zand dat zo kan wegwaaien. Niemand
hoeft het dus te lezen…
Met zijn antwoord verschuift Jezus de aandacht
van de vraag op de vraagstellers. Hij houdt ze
een spiegel voor. Net doordat ze de vrouw
veroordelen zijn ze niet beter of slechter dan
haar. Ze moeten dus niet met de stenen
gooien die ze ook zelf verdienen. Met stenen
gooien is ook en vooral een vorm van onmacht.
Dat zien we ook in de politiek waar men vaak met
stenen naar anderen gooit terwijl men zelf zijn
verantwoordelijkheid niet neemt. Met de stenen
uit het hele Brexit debacle kan intussen een
toren van Babel gebouwd worden…
Als
we als individu en als samenleving al die stenen
waarmee we onszelf en anderen veroordelen laten
vallen en op een stapel gooien, kunnen we er
misschien een nieuw huis mee bouwen waar we ons
thuis voelen en vrede vinden. Er is altijd een
kans op een nieuw leven, zelfs midden de
woestijn. Jezus toont ons hierbij de weg. Dwars
door de woestijn van stenen en harde oordelen
doet hij rivieren stromen, die keien slijpen tot
zand. Zo biedt Hij perspectief op een nieuw
begin. Jezus heeft ons geen grote hoeveelheid
geboden opgelegd. Hij heeft ons vooral geleerd
om ons leven, de wereld en God met nieuwe ogen
te zien. En uit deze nieuwe visie die Hij
onszelf heeft voorgeleefd, ontstaat dan ook
vanzelf een nieuw gedrag en een nieuw
bestaansgevoel. God wil van ons in deze
veertigdagentijd nieuwe mensen maken, ons hart
bekeren, onze hardheid wegnemen, zodat de
profetie van Jesaja werkelijkheid wordt: “Denk
niet meer aan het verleden en sla geen acht op
wat reeds lang voorbij is: Ik onderneem iets
nieuws, het begin is er al: zie je het niet?”
Amen.
Aanbrengen van de gaven
Lied 149 Oergebaar
Tafelgebed
162
Lied
583: Uit staat en stand
Slotbezinning:
En Jezus schreef in ’t zand Gerrit Achterberg
Jezus schreef met Zijn vinger in het
zand.
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf
vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.
De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.
Zondig
niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.
En
Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos
waarmee
zij heenging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.
|