3 februari 2019: Maria Lichtmis
Maria Lichtmis
Lut
Lemmens
Openingslied “gezegend
deze dag, gezegend het omhelzende licht” lied
103
Officieel
vierden we gisteren, exact 40 dagen na
Kerstmis, het feest van Maria-Lichtmis. We
zetten in deze viering het evangelie dat hoort bij
Maria Lichtmis centraal en verbreken
even de rode draad van het tweede bedrijf om
de kersttijd definitief af te sluiten.
Volgens de
joodse wet moest een pasgeboren jongen 40
dagen na de geboorte naar de tempel worden
gebracht om aan het volk getoond te worden en
te worden gewijd aan God. Zo
ook gebeurde het met Jezus die gezegend werd
en opgenomen in de gemeenschap. Hij
werd tevens door Simeon herkend als de
gezalfde des Heren, het grote Licht, het Licht
der wereld. Net zoals de wijzen Jezus vonden
om hem te eren door de ster te volgen, werd Simeon door
de Geest naar de tempel geroepen om In het
pasgeboren Kind de Messias te herkennen. Simeon en
ook Hanna zien met de helderziende blik van de
ingewijden die weten en die zich laten leiden
door de geest.
openingsgebed
God,
Gij zijt de bron en het begin van alle licht.
Wij
vragen U:
open
ons hart voor uw licht
Doordrenk
onze geest met uw licht
opdat
we uw licht en liefde uitstralen
In ons
eigen leven en dat van anderen
Tot
welzijn van moeder aarde en al haar kinderen
Wij
vragen U,
dat wij tot het besef komen dat ook wij
kinderen zijn van het licht,
in het voetspoor van Jezus,
die het licht van de wereld is.
Amen
Tussenzang
: Heel het duister is
vol van luister door uw licht, de nacht is als
de dag net zo helder.
Luisteren we nu
naar een hertaling van het evangelie zoals
het geschreven is voor kinderen.
Een hertaling van
het verhaal voor kinderen
In het grote wetboek
van de Joden stond geschreven dat alle ouders
hun kindje, als het veertig dagen oud was,
naar de tempel moesten brengen om het aan God
te tonen en te vragen dat God er goed voor zou
zorgen.
En ook Jozef en Maria gingen, toen Jezus
veertig dagen oud was op weg. Ze moesten er
een lange tocht voor maken, maar gelukkig kon
Maria met Jezus op het ezeltje zitten dat ze
nog uit Nazareth hadden meegebracht. Ze gingen
helemaal naar de tempel in Jeruzalem. Door de
smalle straatjes vonden ze hun weg naar de
tempel. Zoals altijd heerste er een grote
drukte op het voorplein. Tempelbezoekers
liepen heen en weer, er waren kooplieden en
ook bedelaars.
Er was ook een vrouw
Hanna genaamd die elke dag naar de tempel
ging. Ze was al heel oud en moest op een
wandelstok leunen. Aan iedereen die het horen
wilde, vertelde ze dat haar vriend Simeon een
wonderbare droom had gehad: hij zou niet
sterven voor hij met zijn eigen ogen de
Messias had gezien. Misschien was het daarom
wel dat Simeon uitkeek naar alle kinderen die
werden binnengebracht. Ook op de dag dat Maria
en Jozef aan kwamen lopen.
Zo kreeg Simeon,
Maria en Jozef in het oog en kwam hij traag
naar hen toe en vroeg hen: “Mevrouw, mag ik uw
kindje even zien? Mag ik het even vasthouden?”
Maria gaf het kindje Jezus aan de oude Simeon
en stralend van geluk hief hij het hoog boven
zijn hoofd en legde toen zijn hand op het
hoofdje van Jezus.
Daarna zei Simeon: “Nu mag ik in vrede
doodgaan. Ik heb het grote licht gezien, het
licht voor alle mensen. Ik heb het grote licht
gezien, de zon voor heel de wereld. Want
jullie kind zal immers het grote licht zijn
voor heel de wereld”.
Toen gaf Simeon het
kind terug aan Maria en hij strompelde naar
huis terug, alsmaar in zichzelf pratend: “Ik
heb het grote licht gezien, ik heb het grote
licht gezien”.
Daarna gingen Jozef en Maria de tempel binnen
en vroegen aan de priester om hun kindje te
zegenen. Net als de oude Simeon legde de
priester zijn beide handen op het hoofdje van
Jezus en bad tot God om Jezus te
beschermen.
Tussenzang
: Heel het duister is
vol van luister door uw licht, de nacht is als
de dag net zo helder.
Homilie
Als ik aan
Maria Lichtmis denk, dan ruik en proef ik
pannenkoeken hoewel het heeel lang geleden is
dat ik die nog zelf klaarmaakte. Toen
mijn kinderen klein waren was het een
jaarlijks ritueel met veel kaarslicht erbij en
bloemetjes die de lente aankondigden.
Ik las dat
pannenkoeken met hun warmte en bruingeel
oranje kleur een metafoor zijn voor de zon. Dit
feest valt inderdaad in de tijd van het jaar
waarin we enorm uitkijken naar het licht en de
warmte van de zon. De
lente wordt verwacht, de dagen worden stilaan
langer en we krijgen stilaan wat meer zon als
de wolken en buien plaats ruimen.
In een
volksgezegde wordt het zo uitgedrukt: ‘Het
wordt lichter; na Kerstmis wordt het daglicht
een hanensprong lichter, na Nieuwjaar een
hertensprong, en met Maria Lichtmis een heel
uur.’
Onze Keltische
voorouders vierden het begin van de
ontluikende lente op 2 februari. Imbolc noemde
het feest dat met een lichtritueel werd
gevierd ter ere van de kracht van moeder aarde
en van de zon. In de Keltische
traditie werd en wordt in sommige kringen nog
steeds, op 2 februari het feest vd bevruchting
van de aarde gevierd met een groot
vreugdevuur. In een feestelijk ritueel werd de
zon gevraagd de zaden te helpen ontkiemen en
te zorgen voor een vruchtbare oogst.
Het luidde een periode van zuivering in met
sapkuren om te zuiveren maar ook bijvoorbeeld
de grote kuis.
Het toenemend
licht werd en wordt trouwens in onze contreien
vaak ook gevierd met het wijden van kaarsen en
kaarsjesprocessies.
Maar ook in
vele andere tradities wordt het licht van de
zon gelinkt aan het licht dat we als
spirituele mensen in onszelf dragen. Het
licht van onze ziel dat we als potentiëel
meebrengen bij onze geboorte en dat we kunnen
voeden door het beste in onszelf te laten
openbloeien door gebed, door innerlijk werk en
goede daden.
Maar ook door ons daadwerkelijk met het
licht te verbinden.
In de
donkerste periode van mijn volwassen leven
leerde ik volgende affirmatie waar ik nog
steeds de dag mee begin: ik laat me volstromen
met licht en schijn in mijn leven voor mezelf
en anderen. Ik ervaar het als een manier om te
blijven vertrouwen dat het licht de duisternis
overwint.
Maar het werkt ook daadwerkelijk als
een transformatie die bevrijdt van zwaarte,
moedeloosheid en depressie.
In de
incatraditie koestert men het besef dat elk
van ons een zaadje van zielelicht in zich
draagt dat kan groeien door liefdevolle
intenties, door het goede te doen in harmonie
met moeder aarde en al haar kinderen, door de
zware energie van emotie of destructieve
gedachten onmiddellijk te transformeren door
zich te verbinden met het licht enerzijds en
de kracht van moeder aarde anderzijds.
Tijdens mijn
spirituele reizen in vele werelddelen viel het
me op hoe lichtrituelen een constante factor
zijn in de religieuze beleving. Kaarsen
of olielampjes branden, een open vuur, of het
vereren van de zon of de maan, het licht is
een constante factor in combinatie met de
intentie om de godheid te eren, harmonie te
herstellen, heling te brengen, zichzelf en de
omwereld te zuiveren.
Bidden,
mediteren, licht en liefde uitstralen,
harmonie herstellen, onszelf en eventueel
anderen genezen, groeien in bewustzijn,
energetische oefeningen zijn hier en nu ook
voor ons voorhanden om , net zoals Jezus, te
worden wie we in wezen zijn: kinderen van
licht en liefde.
In de mate dat we ons daar bewust van
zijn en we, samen met de vele zogeheten
lichtwerkers overal ter wereld licht en liefde
uitstralen, kunnen we niet alleen onszelf maar
ook onze mensheid en onze planeet zuiveren en
verlichten.
Daar is mijn hoop op gevestigd wat
betreft een leefbare toekomst voor de komende
generaties.
In het
besef dat niet alleen Christus bestemd was om
het licht in de wereld te brengen, maar dat
ook wij als zijn volgelingen
en leerlingen Hem op deze manier kunnen
navolgen, stel ik voor dat we
de woorddienst afsluiten door het nog even
stil te maken nu en ons bewust te verbinden
met het grote schitterende licht. Met
een glimlach op het gelaat laten we onszelf
toe te ontspannen en van het denken in het
voelen te glijden. Als je voelt dat er rust
komt, dan kan je je boven je hoofd het licht
van de zon of van de vurige tongen van de
Geest, of Het Licht van Christus zelf
voorstellen.
Dat
licht laat je vol vertrouwen door je kruin
naar binnenstromen, heel zachtjes, zoals het
goed voelt.
Ik zing intussen een aantal klanken om
de ontspanning te ondersteunen en jullie te
helpen om te verbinden met het grote
schitterende licht.
Offergaven
We
brengen
de kaarsjes naar voor in het bewustzijn dat ze
vandaag symbool staan voor het licht van
Christus en met de intentie ons innerlijk
licht te laten stralen voor onszelf en voor
anderen.
Groot dankgebed : adem van mensen
166
Als
slotgebed
zingen we de Kleine psalm 851 :
dat ogen zich wenden naar het licht
Als
afsluiting
van de viering maken we een grote
cirkel en zingen we ‘moge de zegen van god op
je rusten’ nr 197.
We zegenen elkaar
met gestrekte handen en wie wil, kan met de
handen licht sturen naar elkaar, naar
geliefden, naar moeder aarde
en zelfs naar mensen ver buiten deze kapel. De intentie
vanuit een liefdevol hart volstaat.
|