23 september
2018: 25e zondag
Verlangen (Lc. 13, 6-9)
Negen vrouwen uit de
gemeenschap
Welkom en inleiding
Vandaag zijn wij hier samen voor een viering die
een beetje anders dan anders is. Het is
belangrijk om op een zinvolle manier samen te
komen, ook als er om welke reden dan ook geen
voorganger is die een bezinning klaar heeft over
de lezingen van de dag. Dat is een gedachte die
op de denkdag van het voorbije voorjaar is komen
bovendrijven, en om daar aan tegemoet te komen
hebben negen vrouwen uit de gemeenschap, die
zelf geen voorganger zijn, de krachten gebundeld
om twee thematische vieringen in elkaar te
knutselen. Na vandaag ligt er dus nog eentje in
een lade te wachten.
Maar nu nodigen wij u uit om stil te staan bij
het verlangen dat mensen beweegt. En wij
beginnen onze viering in de naam van de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest
Begroeten wij elkaar met het lied nummer 104.
Openingszang
104: " Gegroet
en gezegend"
Bij de voorbereiding van deze viering over
VERLANGEN hebben we ons sterk laten inspireren
door wat Anselm Grün schrijft in zijn boek met
de titel “Boek van Verlangen”.
Anselm Grün beschouwt verlangen als de
belangrijkste spirituele kracht . Verlangen
brengt ons op ons levensspoor en wijst ons de
weg naar het ware geluk.
Geluk betekent dan : het vuur in je
ziel aanwakkeren opdat de wereld niet verkilt en
verhardt—een doel voor ogen houden—ruimte laten
voor je dromen en je hoopvolle verwachtingen—je
hart ruim maken—geborgenheid zoeken.
Zijn advies is : laat je dromen niet
verzanden –zoek een ruimte waar je kunt worden
en zijn wat je bent—creëer relaties die heilzaam
zijn—zoek de diepste bron van je verlangen, en
koester die.
En vooral : wees vastbesloten om zo
veel mogelijk uit je leven te halen. Neem geen
genoegen met onbenulligheden als rijkdom, roem,
comfort en sociaal aanzien. Er is veel meer
mogelijk.
Wij lezen alternerend Psalm 25, in de
vrije vertaling van Huub Oosterhuis
Psalm 25
Voorganger - allen
Naar U, Levende,
klimt mijn ziel
U vertrouw ik
dat Gij zijt.
U verlang ik
ooit te zien.
Door de nacht
heen
zien uw ogen
mij.
Van mijn ellende
keer U niet af.
Mijn vertrouwen
beschaam het niet.
Op U wachtte ik
levenslang.
Elke dag weer
zoeken mijn ogen
jou.
Laat je nu vinden
liefde.
Keer je niet af
Mensen verlangen naar dingen. Mensen
verlangen naar mensen. Maar mensen verlangen ook
naar iets veel essentiëlers, iets dat ons leven
een zinvolle vorm kan geven. Dat verlangen naar
het essentiële, dat vraagt om nederigheid en
geduld. We luisteren naar een verhaal van
Multatuli, over de Japanse steenkapper. Daarna
zingen we het lied 567, Om wie ik zonder angst
mag leven, en vervolgens luisteren wij naar een
parabel uit het evangelie volgens Lucas.
De Japanse steenkapper
Er was eens een arme steenkapper. De
hele dag lang kapte hij stenen uit de rots. Het
was zwaar werk en hij verdiende heel weinig. En
hij was niet tevreden. Ik werk harder dan
iedereen, en ik verdien minder, dacht hij. Ik
zou willen dat ik rijk was en een beetje kon
rusten. En ik zou graag mooie kleren dragen.
Er kwam een engel uit de hemel die hem
mooie kleren bracht en ervoor zorgde dat hij
niet hoefde te werken.
Op een dag kwam de koning langs zijn
huis. De man, die nu rijk was, begreep al snel
dat de koning nog veel rijker was. Hij wilde dat
hij koning was.
Weer kwam er een engel uit de hemel en
hij werd koning.
Op een dag was het verschrikkelijk
warm. De zon brandde. De koning werd boos, omdat
de zon meer macht had dan hij. Hij wilde even
machtig zijn als de zon. Hij wilde de zon zijn!
Een engel daalde neer uit de hemel en
de koning werd de zon. Hij zond zijn stralen
naar de aarde en verbrandde alles. Maar op een
dag zweefde er een wolk tussen de zon en de
aarde. Zo konden de zonnestralen de aarde niet
meer bereiken. De zon werd kwaad, omdat de wolk
zijn stralen tegenhield. Ik wil even sterk zijn
als die wolk, dacht hij. En hij wilde die wolk
zijn.
Een engel daalde af van de hemel en de
zon werd een wolk. Nu kon hij het laten regenen
op aarde, zoveel hij maar wilde. Hij liet het zo
hard regenen dat de rivieren boordevol zaten.
Het water overstroomde het land en verwoestte
huizen en akkers. Mensen en dieren gingen dood.
Niets kon de kracht van het water weerstaan,
behalve een groot rotsblok dat niet in beweging
te krijgen was.
Dat rotsblok is sterker dan ik, dacht
de wolk. Ik wil een rotsblok zijn!
Een engel daalde opnieuw af uit de
hemel en de wolk werd rotsblok. Nu was hij
ontzettend sterk.
Maar op een dag kwam er een man met
een zware hamer, die begon stenen uit de rots te
kappen.
Die man is sterker dan ik, riep het
rotsblok. Ik wil die man zijn. Weer kwam er een
engel uit de hemel en het rotsblok werd de
steenkapper. De hele dag kapte hij stenen. Zijn
werk was zwaar en zijn loon klein. Maar hij was
gelukkig.
Lied 567: “Om wie ik
zonder angst mag leven”
Evangelie: Lucas 13, 6-9
Hij vertelde deze
gelijkenis:
Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom
staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan
zaten, maar vond er geen.
Toen zei hij tegen de wijngaardenier:
“Dit is nu al het derde jaar dat ik kom
kijken of er aan deze vijgenboom vruchten
zitten en er geen vind. Hak hem maar om.
Waarom zou hij de grond nog verder in beslag
nemen?”
De wijngaardenier antwoordde:
“Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan,
zodat ik de grond eromheen kan omspitten en
bemesten. Wie weet draagt hij dan volgend
jaar vrucht. Zo
niet,
hak hem dan maar om.”
Een
manier om de rijkdom van je leven op het spoor te
komen is je eigen verlangen volgen achter je
dagdagelijkse activiteiten. Als vanzelf gaan deze
activiteiten een verbinding aan met jouw
krachtbronnen. En in jouw persoonlijke
levensproces ontstaan automatisch nieuwe
voorstellingen en beelden van jezelf die heilzaam
zijn en energie geven. Je innerlijk verlangt
eenvoudigweg naar blijdschap, vrolijkheid, plezier
in…., naar echt verdriet over…, werkelijke woede
op… en naar een diepe melancholie… En onder/achter
alles wacht in jouw diepte blijdschap
–simpelweg-een gelukzalige oergrond, op jou.
Door onze verlangens achter onze dagdagelijkse
activiteiten te observeren raken we onze fixatie
op de buitenkant kwijt en krijgen we een dieper
inzicht in onze eigen ziel. Dan komen we in
contact met onze innerlijke krachtbronnen.
Verlangens leiden ons onze eigen diepte binnen. En
daar in de diepte-mystici noemen het de
zielengrond- stuiten we op ons verlangen naar
blijdschap, naar echte gevoelens die
oorspronkelijk, onvervalst en authentiek zijn.
Ieder gevoel dat wij intens doorleven, brengt ons
in contact met het verlangen naar de gelukzalige
oergrond. Iedere emotie die wij bewust waarnemen
in ons lichaam brengt ons in beweging. Wanneer we
ons laten activeren , bereiken wij door alle
emoties heen onze eigen bodem, waar wij helemaal
onszelf zijn, één met ons ware wezen, één met God,
de gelukzalige oergrond.
Wij hebben aan enkele mensen uit onze omgeving
twee vragen gesteld:
- Wat komt er zo direct in jou
op als je het woord “verlangen” hoort?
- Wat is jouw diepste verlangen?
We willen die twee vragen ook aan elk van u
stellen, of we willen eigenlijk vooral dat u ze
aan zichzelf stelt. We vertellen u wat onze
gesprekspartners hebben geantwoord, en we nodigen
iedereen die dat wil uit om na die getuigenissen
even naar voor te komen om uw eigen gedachten met
iedereen te delen.
- getuigenissen verteld door de
voorgangers
- Ruimte voor getuigenissen van
de kerkgangers
Groot dankgebed 164: “Gij die de stomgeslagen
mond verstaat”
Communielied 393: "In ’t laatste van de
dagen zal het zijn"
Bezinningstekst
Als harten brandend
naar geluk verlangen,
worden zij vervuld
Spreek, Hart dat luistert,
ons van liefde fluistert
en vervult met hoop.
Kom, hand die zegent,
ons verbond bezegelt:
en verlaat ons nooit
Henk
Jongerius OP
Zending
Ik wens ons toe dat we de bezielende en
bevrijdende, de genezende en de vrede stichtende
invloed van het verlangen bij onszelf kunnen
ervaren.
Ik wens iedereen, die zich openstelt voor deze
gedachten, toe dat hij in contact komt met het
verlangen van zijn hart en zich in zijn verlangen
vitaal voelt . Dat hij in zijn verlangen de eigen
waardigheid ervaart, die niemand hem kan ontnemen.
Want het verlangen kan door niets worden
overwonnen. Het houdt ons vitaal en schenkt ons
ware vrijheid en onverwoestbare vrede.
En om ons verbond te bezegelen gaan wij rechtstaan
en zingen wij elkaar nog toe om deze viering af te
sluiten: lied 103
Lied 103: "Gezegend
deze dag"
|