------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





13 mei: 7e Paaszondag:

                      Jezus' gebed voor ons: waarheid, vreugde,
                      toewijding, eenheid (Johannes 17, 11b-19)

Frank Cuypers

Intredelied 104: "Gegroet en gezegend"

Inleiding


Goedemorgen en welkom. Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie.
Het is vandaag moederdag. Laten wij alle moeders in ons gebed en onze zegeningen vandaag bijzonder meedragen.

"De Heilige Geest zal nu wel gauw komen…" was de slotzin van het evangelie dat we vorige donderdag lazen uit de Kinderbijbel van Nico Ter Linden. We hebben samen met de leerlingen het moment beleefd en herbeleefd waarop Jezus afscheid nam en we zitten nu in de tussentijd tussen Hemelvaart en Pinksteren. We kijken uit naar wat er komen zal.

In het evangelie van vandaag horen we nog voor een laatste keer Jezus aan het woord. Maar hij spreekt niet tot ons, hij spreekt tot God en bidt voor ons.
Jezus bidt dat wij één mogen zijn zoals Hij en de Vader. Hij bidt dat wij de volle vreugde zouden mogen bezitten, de toewijding om in de wereld te zijn en niet van de wereld. Hij bidt dat wij in de waarheid zouden mogen leven.
Wat een hoopvol vooruitzicht! Laten ook wij Jezus’ grootheid uitzingen.

Lied 112 – "Heer Jezus, Koning en gezalfde Gods …."

Openingsgebed (Sytze de Vries)

God van de nieuwe morgen,
die ook óns licht wilt zijn,
verberg U niet
maar geef U ons te kennen
en wees hier aanwezig
in onze gemeenschap
in ons lied,
in ons gebed.

Bekrachtig ons
met uw woorden
die ons spreken van uw beloften,
die ons verlangen wekken,
die ons wegen wijzen

en doe ons
in deze gulden Paastijd
leven met Jezus
voor ogen
die deze woorden volbracht
en ze nog voor ons uitdraagt
tot de voleinding der wereld.

Inleiding op het evangelie

Na een kort intermezzo met Lucas vorige donderdag op Hemelvaart lezen we vandaag weer uit Johannes. Johannes die ook de vorige zondagen onze gids was en die we ook de volgende weken zullen volgen. We lezen verder in de afscheidsrede van Jezus. Vandaag het laatste stuk daaruit.

De lange afscheidsrede van Jezus eindigt in een gebed en vindt daar ook haar hoogtepunt. In de literatuur van toen was het niet ongewoon een mens nog een laatste, vaak uitvoerige afscheidsgroet of -redevoering in de mond te leggen. En even gebruikelijk was het om zo’n afscheidswoord te besluiten met een gebed voor de kinderen en voor de achterblijvenden. Zowel in de joodse als in de hellenistische literatuur kwam zo’n gebed veelvuldig voor. In de bijbel verzamelt Jakob zijn twaalf zonen rond zijn sterfbed, spreekt hen toe, zegent hen en bidt voor hen. En zoals steeds bij Johannes wordt er verwezen naar Mozes die na de gehele wet op schrift gesteld te hebben zijn afscheid van het volk besluit met een breed en machtig lied dat bij wijze van gebed de hemelen toespreekt over al wat er gebeurd is en wat hij gedaan en geleerd heeft. Jezus’ leven rijmt telkens met dat van Mozes, maar Jezus brengt het tot voltooiing. Geheel in de lijn van Mozes spreekt Jezus nu, op zijn laatste avond, een gebed.
We luisteren samen naar Jezus’ gebed voor ons.

Evangelietekst: Johannes 17,11b-19

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: "Heilige Vader, bewaar hen door uw Naam, de Naam die U ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één zijn. Zolang ik bij hen was heb ik hen door uw Naam, die U mij gegeven hebt, bewaard en over hen gewaakt: geen van hen is verloren gegaan behalve hij die verloren moest gaan, opdat de Schrift in vervulling ging. Nu kom ik naar U toe, en ik zeg dit terwijl ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld worden van mijn vreugde. Ik heb hun uw woord gegeven. De wereld haat hen, omdat ze niet bij de wereld horen, zoals ook ik niet bij de wereld hoor. Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen de duivel. Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.

Tussenzang 368: “Al heeft Hij ons verlaten”

Homilie


Weer geen eenvoudige evangelietekst vandaag. Niet alleen voor jullie, ook voor de voorganger van dienst die mag proberen uit te leggen wat hijzelf amper zelf min of meer begrijpt. Ik kan mij voorstellen dat destijds de leerlingen er ook weinig van begrepen. Maar ik kan mij eveneens voorstellen dat zij, hoewel zij er misschien ook weinig van begrepen, door het gebed van Jezus toch echt geraakt waren.

Wij weten nu, dankzij de vele Bijbelstudies, dat Jezus’ woorden in het evangelie van vandaag, geen filosofie was, maar een dankend en smekend bidden. Jezus bidt dat zijn vrienden gegrepen mogen worden door zijn liefde voor hen en door zijn diepste opdracht voor hen: heb elkaar lief, zoals ik U heb liefgehad. Hij bidt dat zijn leerlingen, en wij allemaal, gegrepen mogen worden door de levenswaarden van de caritas: waarheid, vreugde, toewijding en eenheid. Laat ons op elk van deze vier wat dieper ingaan, proberen te begrijpen hoe ze samenhangen en wat ze voor ons vandaag kunnen betekenen.

Waarheid
Jezus bidt dat wij geheiligd mogen worden door de waarheid. Hoe moeten we waarheid hier verstaan ? Is het de waarheid die we zien, meten en vastleggen in feiten? Is er een dubbele waarheid, namelijk één van God en één van de wereld? Zeker niet. Wij kunnen dit enigszins proberen te begrijpen vanuit het beeld van de ijsberg. Gods waarheid is de hele ijsberg, voor negentig procent onzichtbaar onder water. Maar de wereld houdt zich het liefst alleen maar bij de tien procent zichtbare, tastbare realiteit.

Gods waarheid is geen theorie, geen leersysteem en geen handboek van leerstelligheden. Gods waarheid is: Zijn betrouwbaarheid vanaf den beginne. Hij doet wat Hij zegt en Hij zegt wat Hij doet. Het is Gods betrouwbaarheid, de betrouwbaarheid van één mens boven allen, Jezus, en in diens voetspoor de vertrouwbaarheid van hen die zeggen hem achterna te gaan en te doen zoals Hij. Zij is een concrete, werkzame waarheid, datgene wat de mens naar recht en gerechtigheid te doen heeft.

Leven in waarheid gaat dus niet over het naleven van de wetten en de voorschriften en het beperkt zich niet tot het geloven van wat feitelijk vastgesteld kan worden. Leven in waarheid betekent volop in de voetsporen van Jezus treden. Het is de manier waarop ook wij vandaag om te gaan hebben met de werkelijkheid van iedere dag, met de realiteit van leven en dood: in het licht namelijk van Jezus’ leven, van Jezus’ liefde, van zijn lijden en kruis, van zijn verrijzenis en hemelvaart.

Toewijding

Leven in deze waarheid, dat is toegewijd zijn om in de wereld te zijn en niet van de wereld. Onder het “van de wereld zijn” verstaat Johannes het ten prooi zijn aan de tegenkrachten van de schepping en de liefde. Johannes vermeldt “de duivel”: letterlijk: de “splijter”, diegene die ons afsplitst van God.

“Toewijding” versta ikzelf als hoe wij ons kunnen inzetten in deze wereld en de gemeenschappen waar toe wij behoren: inzet en engagement in de samenleving, kerk en kapelgemeenschap, in een relatie, op het werk, in onze omgeving…. Gemeenschappen van mensen, waar we veel vreugde en voldoening beleven, maar niet perfect, en waar we moeten omkunnen met andere opinies en tegenkanting. Maar, zo las ik in een bezinning van Paul Schollaert:“het christendom van de caritas is geen vlucht uit de wereld. Het is het uitbouwen van een hemelse krachtcentrale in de wereld”. Ik plaats dit beeld graag tegenover zovele losse engagementen die ik in de wereld zie, de mentaliteit om af te haken als het wat moeilijk wordt, het opportunisme bij politici wanneer ze gedreven worden door de jacht op stemmen en niet door een visie of ideaal.

Vreugde
Leven in waarheid en het christendom van de caritas hebben alles met vreugde te maken. Jezus wenst ons toe dat wij vervuld zouden worden met zijn vreugde. Welke vreugde heeft Jezus om te delen, in het bewust vooruitzicht van zijn lijden en dood op goede vrijdag? Kan het de vreugde zijn om de eenheid met de Vader? Een diepste vertrouwen in Iemand die er altijd is, en voor ons zorgt ? Drie weken geleden, bij het evangelie van de Goede Herder hoorden we: “Het leven heeft een Herder, en wij mogen ons bij Hem geborgen weten. God is mijn Herder, ‘k ben veilig bij Hem”.
Wat bron van vreugde kunnen we hierin vinden! Een vreugde die ons overvalt, en ons gegeven wordt als een geschenk. Geen “feel-good” ervaring die we zelf moeten organiseren, of vluchtig te consumeren geluk, maar een diepe vreugde, onbezorgdheid en tevredenheid die opwelt vanuit een bron in onszelf. Het is zoals Paulus schrijft in zijn brief aan de Filippenzen: “Verheug U in de Heer te allen tijde. De Heer is nabij. Wees onbezorgd”.

Eenheid
Als we leven in de waarheid en in de vreugde, dan zullen we ook verbonden leven. Verbonden en in eenheid met elkaar, in al onze verscheidenheid. Jezus bidt: “Mogen zij één zijn, zoals Gij, Vader, en ik één zijn”. De liefdeseenheid tussen de Vader en Jezus is de norm. Het is de oorsprong en meetsnoer van de liefde tussen de volgelingen van Jezus, die delen in de eenheid van God. De liefde van God en de liefde van Jezus vormen de maat voor de broederlijke en zusterlijke liefde in de gemeente. De volkomen liefde van Jezus tot de Vader en van de Vader tot Hem moet de grondvorm zijn van de onderlinge liefde.

Dat was zo in de tijd van Johannes, toen de eenheid binnen de kerk van op dag één al bedreigd was.
En hoe actueel is dit gebed voor éénheid vandaag! Kijken we maar hoe leiders – op wereldschaal en op lokaal niveau – met hun beleidsdaden vaak meer verdeeldheid creëren en polariseren, in plaats van mensen samen te brengen. En hoever is éénheid in verscheidenheid te zoeken wanneer het bij een begroeting vooral gaat over het al of niet uitwisselen van een handdruk.

Jezus bidt dat zijn leerlingen, en wij allemaal, gegrepen mogen worden door zijn liefde, dat wij gegrepen mogen worden door de levenswaarden van de caritas: waarheid, toewijding, vreugde en eenheid.
Eigenschappen waarvan de Geest bij uitstek bron is. Laat ons daarom in deze viering – vooruitlopend op het Pinksterfeest – bidden dat deze gaven steeds opnieuw en steeds meer over ons mogen komen.
Amen.

Offerande – muziek: BWV 86 Wahrlich, wahrlich, ich sage euch – Aria “Gott hilft gewiss” – CD38 track 12
+ Lied 149: “Oergebaar”

Groot dankgebed: 159: “Gij, de grond van ons vertrouwen”
Onze Vader + vredeswens:

Communie – muziek: BWV 233 – Mass in F-major – “Cum Sancto Spiritu” CD12 – track 6
Communielied 390: “Kom Schepper Geest”

Gebed (Paul Schollaert)

Heer Jezus,
Gij bidt zonder ophouden tot de Vader.
Gij bidt voor ons, Uw volgelingen.
Dank voor Uw eeuwig priesterlijk gebed
en Uw diepe liefdevolle zorg voor ons.
Ook ons zendt Gij in de wereld
om liefde en goedheid uit te strooien,
om vreugde te geven aan mensen.
Wat wij van U krijgen,
willen wij doorgeven aan anderen.
Blijf ons heiligen, Heer,
elke dag wat meer,
zodat wij steeds meer van U mogen zijn.

Aankondigingen en zegen
Bronnen

Archief Filosofenfontein; Archief Preek van de week; Emmaüsgroep Leuven
Johannes de Ziener – Het evangelie – de brieven en de openbaring” – Jan Nieuwenhuis
Zondagse woorden : overwegingen bij de evangelies” – Paul Schollaert

------