------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





11 maart 2018: 4e vastenzondag

              Van geboorte naar geboorte

Kris Gelaude

Begroeting
Openingslied nr. 125: “Gedenk ons hier bijeen”

Inleiding

‘Er komt een tijd
en die tijd is nu,
dat alles schreeuwt
om inkeer en verandering.

Want wie anders
dan de mens,
heeft het vermogen
om wat in zichzelf
verstikt raakt,
te bevrijden.
Zozeer, dat het kan groeien
naar waarachtig leven.
Die wijze van bestaan
die haar verweer vindt
in vertrouwen.
Waar men sterk wordt
in verbondenheid.
Waar wordt gedeeld
wat men zelf ook ontvangen heeft.
Waar lijden
samen wordt gedragen.
En waar armen zich openen,
grootmoedig
in verzoening en genade.’ (Kr. G.)

Ieder jaar opnieuw wordt mij gevraagd om o.a. voor de vasten een korte bezinningstekst te schrijven. Dat is dan telkens weer zoeken naar andere woorden, om dezelfde thematiek aan te snijden. Hoe langer ik dit doe, hoe meer ik er mij van bewust word dat die vastentijd onmisbaar is, op mijn weg als gelovige. En ik moet zeggen dat die roep om inkeer en verandering voor mij zelden zo luid geklonken heeft, als nu. Meer dan ooit zijn we getuige van kwaad en onrecht, veraf en dichtbij. Het gaat de verkeerde kant op met de mensheid. Dat wekt een gevoel van machteloosheid. En toch kunnen wij niet blijven toekijken. Wij moeten zelf voor verandering zorgen. Hier en nu. Met alles wat binnen onze mogelijkheden ligt.

Eén van die mogelijkheden is ons verzet tegen en onze inspanningen om iets te doen aan de honger in de wereld, die altijd een onrecht is. Broederlijk Delen biedt ons de kans daartoe, door mee de projecten voor een duurzaam landbouw- en voedselbeleid in Oeganda te ondersteunen en de aandacht voor honger en onrecht waar ook ter wereld, scherp te houden.

Een andere mogelijkheid ligt in het werken aan verbinding. Niet dat soort vluchtige verbinding dat door de sociale media beoogd wordt. Maar de verbinding die een duidelijke keuze inhoudt voor wat duurzaam en voor wat heilzaam is, voor wie heling nodig heeft. De verbinding die aantoont dat verzoening en alles wat mensen dichter bij elkaar brengt, ons sterker kan maken. De verbinding die ons ook moet brengen tot een grotere heelheid in onszelf, onverdeeld, waarachtig en radikaal.
Want de verandering die nodig is in deze wereld, die begint nog steeds bij onszelf. Daartoe worden wij door God gezocht en geroepen.
Laten we daarover zingen in het Woestijnlied.

Lied nr. 319: “Woestijnlied”

Gebed: Psalm 4
(Samen)

Hoor mij, wees niet doodse stilte.
Geef mij antwoord als ik roep.
Uit mijn afgrond hoor mij roepen:
geef mij ruimte wijd als hemel.
Mens, hoe lang nog hou je vast aan
schijn en noodlot? Kom tot inkeer.
Hij geeft antwoord als je roept.
Hij geeft ruimte, wijd als hemel.
Hier nu hoor mij. Kom tevoorschijn.
Niet om een of ander roep ik.
Om een nieuwe aarde schreeuw ik
als een vrouw in barensweeën.
Zal ik ooit nog veilig wonen
slapen in een droom van vrede?
Ja ik zal nog – geef mij antwoord.
Hoor mij. Wees niet doodse stilte.
                      (H. Oosterhuis)

De evangelielezing van vandaag hoort thuis in het gesprek dat Jezus heeft met de Joodse leider Nikodemus. Ik heb ervoor gekozen om niet alleen de vaste tekst voor vandaag te lezen, maar het hele verhaal te beluisteren. Dat maakt naar mijn gevoel, Jezus antwoord toegankelijker. Tussen de beide fragmenten, zingen we het "Lied van de aarde".

Evangelielezing: Deel 1: Joh. 3, 1-13

1.Er was onder de Farizeeën iemand die Nikodémus heette. Hij behoorde tot de voornaamsten van de Joden. 2. Eens kwam deze in de nacht bij Hem en zei: “Rabbi, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht, als God niet met hem is.” 3. Jezus gaf hem ten antwoord: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.” 4.Nikodémus zei tot Hem: “Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?” 5.Jezus antwoordde: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U; als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. 6. Wat geboren is uit het vlees is vlees, en wat geboren is uit de Geest is geest. 7. Verwonder u niet dat Ik u zei: gij moet opnieuw geboren worden. 8. De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis, maar weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.” 9. Nikodémus gaf Hem ten antwoord: “Hoe kan dat geschieden?” 10. Daarop zei Jezus weer: “Gij zijt een leraar van Israël en weet dat niet eens? 11. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wij spreken over wat Wij weten en Wij getuigen van wat Wij gezien hebben, maar onze getuigenis aanvaardt gij niet. 12. Wanneer ge zelfs niet gelooft als Ik u spreek over aardse dingen, hoe zult gij dan geloven, als Ik spreek over hemelse dingen? 13. Nooit is er iemand naar de hemel geklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen.

“Lied van de aarde”, nr. 315

Deel 2: Joh. 3, 14-21

14. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, 15. opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. 16. Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. 17. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. 18. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren zoon van God. 19. Hierin bestaat het oordeel: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren. 20. Ieder die slecht handelt, heeft een afschuw van het licht en gaat niet naar het licht toe uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden. 21. Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht, opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

Duiding

‘Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Voor Nikodemus, die nochtans een man van aanzien is en zelfs door Jezus een leraar van Israël genoemd wordt, valt het alvast moeilijk te begrijpen. Nikodemus die alleen in het Johannesevangelie voorkomt, is wellicht het type Jood die Jezus wel genegen is, maar die er niet toe komt om zijn manier van denken en van leven te veranderen.
Want opnieuw geboren worden... Een mens moet toch vooral zien te ontplooien wat hij bij zijn geboorte heeft mee gekregen. Toch blijkt er voor Jezus meer nodig te zijn, een wezenlijke verandering zelfs, om iets te kunnen zien van het licht, van het nieuwe, het goddelijke dat Hij is komen brengen. En dat hier in deze wereld zichtbaar hoort te worden.

Hoe moet je daar dan toe komen? Want het is niet met je verstand dat je er inzicht kan in krijgen. En het is al evenmin iets waar je met vroomheid toe gebracht wordt. Misschien moet het helemaal andersom. Is het iets wat aan je dient te gebeuren, een soort ontlediging of totale ommekeer, die een onvoorwaardelijke overgave en vertrouwen vergt, waardoor je eigen leven en je zieleheil niet meer voorop staat. Maar veeleer het grotere geheel en op die manier zelfs het welzijn van de hele mensheid.

Eén van de meest aangrijpende fragmenten uit de film Des hommes et des Dieux is voor mij het moment, waarop de monniken zijn overeen gekomen om op hun post te blijven, hoewel ze met de dood bedreigd worden. En de prior bevestigt die keuze met de woorden: ‘Wij gaan van geboorte naar geboorte’. Het is een keuze voor authenticiteit, die hen tegelijk ontzettend kwetsbaar maakt. En die de meesten van hen ook het leven kost.

Ons gewone mensen zal het zelden overkomen dat wij zo’n verregaande keuze moeten maken. En toch lijkt het mij een levenslange opdracht om van geboorte naar geboorte te leren gaan. Het veilige en het vertrouwde los te laten, waardoor je kwetsbaar wordt en in de leegte van de onzekerheid terecht komt. Maar die ruimte dan open houden voor niets anders dan vertrouwen. Meestal is het het leven zelf dat ons voor zo’n keuze plaats, zoals bij ernstige ziekte of wanneer je door een pijnlijk verlies getroffen wordt. Toch kan die ervaring ons misschien al iets dichter brengen bij die hergeboorte waarover Jezus spreekt. Want wij zullen veel moeten achter ons laten, aan geloofszekerheid zowel als aan materiële zekerheid en aan alles wat vooral onszelf ten goede komt, om werkelijk die weg te kunnen gaan die Jezus ons is willen voorgaan. We zullen ons niet mogen laten verlammen door de duisternis, om het licht dat Jezus is te kunnen zien. Wij zullen kwetsbaarheid moeten durven omarmen, om het volle leven te vinden. Onze eigen kwetsbaarheid kan overigens nooit los staan van die van de ander. Vooral niet van diegenen die niets anders dan kwetsbaarheid kennen, omdat hen het meest menselijke ontzegd is.

Traditioneel klinkt op deze zondag van halfvasten ook ‘Verheug u’, ‘Laetare’. Wellicht om ons eraan te herinneren dat er zelfs in de meest donkere tijden, een hoopvolle wending mogelijk blijft, als wij zelf het maar niet opgeven om hoop te bieden aan anderen, met alle middelen die we hebben.

Anderzijds wordt ook vandaag reeds verwezen naar het lijden, het kruis. Want ‘de Mensenzoon moet hoog verheven worden’ (Joh. 3, 13). Het licht en het lijden, de hoop en het kruis schijnen elkaar meestal tegen te spreken. Toch is dat niet zo, als wij er bewust voor kiezen om het lijden en het kruis te integreren in ons leven. Ook die weg moeten we leren gaan, om opnieuw te kunnen geboren worden, denk ik. Er zijn overigens mensen en gebeurtenissen die ons telkens weer daaraan herinneren.

Zo voelde ik het, toen ik deze week het pas verschenen boekje van Kristin Verellen in handen kreeg. Zij verloor haar echtgenoot bij de aanslagen van 22 maart 2016. Enkele dagen nadien getuigde zij met o.a. deze woorden:

‘Het volstaat te herinneren waar we vandaan komen
en waar we terug naar toe bewegen.
Ons te ontdoen van alle vormen waarmee we ons identificeren
en dan voelen we waar het eigenlijk om draait.
De aarde draait om zijn as.
Een mensenleven draait om liefde.
Liefde die licht en schaduw omarmt.
Daar begint het, en daar houdt het op.’

Offerande: muziek
Lied nr. 149: “Oergebaar”
Tafelgebed nr. 162: Veertigdagentijd
Onze Vader
Communielied nr. 515: “Ik zal er zijn”

Slotgebed

Wees Gij het, God,
die overal in deze wereld
roept en smeekt om verandering.
Dat nieuw wordt deze aarde
en wij eindelijk
echt mensen durven zijn.
Die niet zwijgen
over onrecht.
Die niet eten
het brood van de arme.
Maar die zelf licht brengen
als antwoord op de duisternis.
Want één van ons
heeft het voor ons gedaan.
Jezus, uw meest geliefde.
Die uw zoon genoemd wordt,
in zijn goddelijkheid
en in zijn diepste kwetsbaarheid.
Amen.

Zegen

------