------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





22 oktober 2017

                                Maria Magdalena

Lut Saelens

Begroeting

Openingslied 001 “Wie anders zou de hemel dragen?"

Inleiding

Soms ontmoeten we in ons leven, in een film of in een boek mensen die ons meteen boeien en niet meer loslaten. Maria Magdalena is voor mij zo iemand. Ik heb haar in de kleuterklas voor het eerst ontmoet. Zuster Lucie zette een kruikje op haar lessenaar en vertelde ons in geuren en kleuren over deze gevallen vrouw die vreselijke zonden op haar geweten had. Toen durfde men nog niet zeggen welke zonden en wij durfden dat ook niet vragen. Magdalena had daar echter zoveel spijt van dat ze een zee van tranen plengde over Jezus voeten die ze nadien met haar mooie, lange donkere haren moest afdrogen. En dat deed ze dan nog eens over, deze keer niet met haar tranen, maar met het duurste parfum uit die tijd. “Wat een verspilling!” riepen Jezus’ leerlingen uit die, indien zij zoveel geld hadden als Maria Magdalena, het aan de armen zouden gegeven hebben.
Sinds ik dit verhaal, nu zo’n 65 jaar geleden gehoord heb, laat Maria Magdalena me niet meer los en daarom begon de tijd te dringen dat ik wat meer over deze boeiende vrouw te weten kwam. Verschillende verhalen en mythen zijn over haar in omloop. Maar wie was zij echt? Wat was de impact van Jezus op haar leven? Wat was haar werkelijke rol bij het ontstaan van het Christendom en wat kan ze nu nog voor ons betekenen? Daar wil ik wat dieper op ingaan.

Lied: 556: “Waarom, wanneer uit welke luchtlaag?”
Gebed

Inleiding tot de lezing

Spontaan associëren wij Magdalena met de vrouw van de zalving, meer bepaald met de zondares uit het evangelie van Lucas. Het verhaal komt in varianten bij de vier evangelisten voor maar Lucas is de enige evangelist die vermeldt dat het over een zondares gaat. Bij Matteüs en Marcus gaat het over “een vrouw” en bij Johannes gaat het over Maria van Bethanië, de zus van de verrezen Lazarus. Het is ook Lucas die niet veel later in zijn evangelie vermeldt dat één van de vrouwen die Jezus volgden en Hem en zijn apostelen uit eigen middelen verzorgden, Maria Magdalena was. Jezus had 7 demonen bij haar uitgedreven. Hierdoor werd natuurlijk het vermoeden versterkt dat de zondares uit het zalving-verhaal en Maria Magdalena dezelfde persoon was. Wat de juiste versie ook zij, feit is dat de vrouw uit het verhaal van de zalving zich niet laat intimideren door de verschillende gedragscodes voor vrouwen en mannen uit de tijd waarin ze leefde. Het enige wat voor haar telt, is de liefde voor Jezus waardoor ze zich gedragen voelt. De leerlingen storen zich aan haar non-conformistisch gedrag en vooral aan de kostbare balsem die ze gebruikt, wat zij als puur verspilling zien.

Zo ervaart Jezus het helemaal niet. Het paasfeest nadert, Hij is nog even bij hen en Hij ziet het balsemen als een voorbereiding op de balseming bij zijn begrafenis. De ontmoeting met Jezus moet het leven van Magdalena behoorlijk dooreengeschud hebben. Ze laat haar vroeger leven en alles wat voor haar ooit een rol gespeeld heeft los, zonder ooit nog achterom te kijken. Van dan af verbindt ze haar lot met dat van Jezus en ze volgt Hem doorheen Galilea tot aan het kruis. Daar staat ze staat er samen met een paar andere vrouwen terwijl er, behalve Johannes, geen enkele andere leerling te bekennen is. Niets houdt haar tegen. Zij is ook de eerste bij het graf en de eerste aan wie Jezus verschijnt. Luisteren we naar het evangelie van Johannes.

Lied: 369: “Als een levende”
Joh. 20: 1-18


Het ontroerend verhaal van Jezus verschijning aan Maria Magdalena verduidelijkt veel over de diepe band die ze had met Jezus tijdens zijn leven. Vroeg in de morgen is ze als eerste bij het graf. Zo groot is haar behoefte om bij haar Heer te zijn. Ze is zo opgeslorpt door haar verdriet en voelt zich zo reddeloos verloren dat ze Jezus niet meteen herkent. Pas als Jezus haar aanspreekt zoals Hij zo vaak moet gedaan hebben gaan haar ogen open en ze noemt Hem “Rabboeni”, meester. Een titel die alleen door de leerlingen van Jezus werd gebruikt. Jezus vraagt haar Hem niet aan te raken. Zo maakt Hij haar met een paar woorden duidelijk dat Hij niet meer tot de wereld van de mensen behoort maar op weg is naar de Vader. Hun relatie kan dan ook niet meer dezelfde zijn als voorheen. Zij krijgt de opdracht van Jezus om het nieuws van de verrijzenis naar zijn broeders en zusters te brengen. Wellicht omdat Hij weet dat niemand beter dan zij het gebeuren begrijpen kan. De zending die Maria Magdalena van de verrezen Christus ontvangt, zal trouwens in de latere traditie aanleiding zijn tot haar eretitel 'apostel der apostelen'.

Behalve in het Nieuwe Testament, leren we Maria Magdalena ook beter kennen in een aantal gnostische geschriften, onder andere in het evangelie van Thomas, Filippus, de Pistis Sophia en het evangelie van Maria Magdalena. Uit dit evangelie zijn slechts een beperkt aantal fragmenten bewaard gebleven. Volgens haar is de essentie van Jezus’ boodschap dat God liefde is en dat wie in die liefde verblijft, in God verblijft en God in hem. Liefde is dus het fundament van de relatie met God en met de mensen en dit is veel belangrijker dan alle deugden samen en dan alle morele regels.

De apostelen zagen het Rijk Gods als een werelds koninkrijk en wilden weten welke hun plaats daarin zou zijn. Voor Maria Magdalena was dit volstrekt irrelevant. Waar de andere leerlingen bang zijn om Jezus' lot te delen, reageert zij op Jezus' zendingsopdracht met bemoedigende woorden. Magdalena heeft het niet gemakkelijk want de andere leerlingen hebben het moeilijk met haar autoriteit als vrouw én leerling. Andreas betwijfelt de inhoud van haar boodschap, wegens te afwijkend van de manier waarop men de woorden van Jezus begrepen heeft, en Petrus betwijfelt dat Jezus met een vrouw gesproken zou hebben om haar boven de andere leerlingen te plaatsen. Het gedachtengoed uit het evangelie van Maria Magdalena vinden we later ook terug in het boekje: “De spiegel van de eenvoudige en tot niets geworden zielen” van de begijn Margarethe Porete. Ze was een belangrijke inspiratiebron voor Eckhart, meer bepaald voor zijn preek “Beate pauperes Spiritu“. Omwille van haar ideeën belandde ze echter op de brandstapel, nota bene op basis van beschuldigingen van een dominicaan.

De liefde van Magdalena voor Jezus was onvoorwaardelijk en compromisloos en ze was niet bang. Vanuit haar diepe relatie met Jezus putte ze ongetwijfeld de kracht om er te staan en te doen wat ze vond dat ze moest doen. Ze had zich volledig verzoend met haar verleden omdat ze de goedheid en barmhartigheid van God ten volle had begrepen en zelf ondervonden had. Ze heeft ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de eerste huiskerken. Tegenwoordig lijkt alles erop te duiden dat deze vroegchristelijke beweging, gesticht door Jezus, zeer vrouwvriendelijk was. De eerste huiskerken waren de huizen van vrouwen. In de eerste eeuwen na Christus werd Maria Magdalena door de oude kerkvaders hoog aangeschreven.
Als later de orthodoxie en daarmee de suprematie van Petrus eenmaal gevestigd is, en dat gebeurt pas in de vierde eeuw, verschuift Maria Magdalena langzaam naar de achtergrond. In de 6de eeuw, onder paus Gregorius I, werd Maria Magdalena vereenzelvigd met de boetvaardige zondares uit het zalvingverhaal. Zo maakte het Christendom zich los van de oeroude invloed van het heilig vrouwelijke, dat door Maria Magdalena werd verpersoonlijkt. De vrouw werd als zondig beschouwd en de zonde was bij de vrouw altijd synoniem van verleiding, overspel en prostitutie.

Hoe wonderlijk dat dit beeld van de vrouw zo lang heeft standgehouden in een Kerk waar het vooral de mannen waren die seksueel aberrant waren! Pas in de 20ste eeuw werd Magdalena door Rome in ere hersteld. Hoe spijtig dat dit zo laat is gebeurd! Het demoniseren van Maria Madalena en alle vrouwen met haar heeft een rem gezet op de verdere evolutie van een Kerk die niet hiërarchisch was, op menselijke maat ontwikkeld. Een Kerk met meer hart en met de klemtoon op een barmhartige, eerder dan straffende God, een God die er op de eerste plaats was voor de kwetsbaren en de zwakken. Een Kerk ook waar de vrouw een evenwaardige plaats naast de man zou gehad hebben, zoals Jezus het wilde en zoals ook bleek uit zijn manier om met vrouwen om te gaan.

Als we kijken naar de evolutie van de laatste jaren in het Westen lijkt het erop dat we opnieuw, naast de traditionele Kerk, in de richting van kleinschaliger kerken evolueren waar vrouwen naast mannen hun verantwoordelijkheid nemen. Dit veronderstelt dat we dat als vrouwen ook durven doen en er durven staan, naast de mannen! Wat houdt ons tegen? Maria Magdalena heeft het ons 2000 jaar geleden voorgedaan.

Aanbrengen van de gaven
Tafelgebed 159: “Gij de grond van ons vertrouwen”
Slotlied 513: “Die mij droeg op adelaarsvleugels”
Slotgebed

------