------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





3 september 2017: 22e zondag

                 Zelfverloochening

Marcel Braekers, o.p.

Openingszang 765: "Stilte nu"

Begroeting


Vieren doe je meestal op een uitbundige manier. Maar soms komt men ook tezamen om te verstillen, om elkaar te helpen om dat innerlijke centrum te vinden en erdoor geraakt te worden. Ik wilde deze viering met dit lied beginnen, omdat het centrale thema van de Bijbellezingen – komen tot zelfverloochening - daartoe aanzet.

De evangelielezing vormt eigenlijk een organische eenheid met die van vorige zondag. Misschien herinnert u zich nog dat centraal de vraag van Jezus stond: ‘wie zeggen de mensen dat ik ben?’ Petrus sprak namens de groep zijn geloof uit: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Dat uitgerekend hij dat deed, was geen toeval. Blijkbaar had Petrus al heel vlug een belangrijke rol in de kerk. Men vermoedt dat hij het was die in Galilea terug de leerlingen samenbracht na de dood van Jezus, iets dat waarschijnlijk enkele vrouwen ook deden in Jeruzalem.

Zoals Jef vorige zondag al verwoordde, was het op zichzelf al merkwaardig dat die Petrus deze rol kreeg toebedeeld. Het ene moment verdedigde hij Jezus met zijn zwaard en het andere moment verloochende hij Hem. Vorige zondag doet hij een uitspraak over Jezus waarbij de evangelist Jezus doet opmerken dat je zoiets niet uit jezelf kan weten, maar je geopenbaard moet worden. Maar vandaag vaart diezelfde Jezus tegen hem uit: ‘Ga weg, satan, want je laat je leiden door menselijke overwegingen.’ Erg vlijend klinkt dat niet, en toch werd die man de steenrots waarop de wereldkerk werd gebouwd. Jezus voorspelt hier voor het eerst dat Hem in Jeruzalem een warm onthaal te wachten staat. En Hij voegt eraan toe dat zelfverloochening en zijn kruis opnemen ook tot het wezen van leerling-zijn zal behoren. Dat zijn zware woorden en een pijnlijke opdracht, vandaar mijn idee deze viering met een verstillend lied aan te zetten.
Laten we in die geest ook bidden:

Gebed

Schep in ons een zuiver hart,
Dat zich laat voeden door uw liefde,
Dat daarom van mensen houdt,
Hen erkent en altijd recht doet.

Schep in ons een zuiver hart,
Dat U zien mag ondanks alle vragen,
Alle wolken van verdriet.

Schep in ons een zuiver hart,
Dat de vreugde om het leven voluit viert,
Dat zich opent voor uw zegen.

Schep in ons een zuiver hart,
Dat verkiest wat goed en recht is,
Dat U heiligt alle dagen.       (S. de Vries
)

Zoals ik in de inleiding heb gezegd vormen de teksten van vorige zondag en die van vandaag een organische eenheid. Daarom hernemen we een stukje van vorige zondag en lezen we verder. Op die manier valt het contrast nog duidelijker op tussen Petrus als de geïnspireerde leerling en de gewoon menselijke Petrus, die van Jezus een flinke uitbrander krijgt.

Mattheüs 16, 13 – 18/21 – 25

13. Toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: “Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?” 14 Zij antwoordden: “Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten.” 15 “Maar gij”, sprak Hij tot hen, “wie zegt gij dat Ik ben?” 16 Simon Petrus antwoordde: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” 17 Jezus hernam: “Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. 18 Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. (...)
21 Toen kwam Petrus naar Hem toe en sprak: “Heer, als mijn broeder tegen mij misdoet, hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Tot zevenmaal toe?” 22 Jezus antwoordde hem: “Neen, zeg Ik u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal. 23 Daarom gelijkt het Rijk der hemelen op een koning die rekening en verantwoording wilde vragen aan zijn dienaren. 24 Toen hij hiermee begon, bracht men iemand bij hem die tienduizend talenten schuldig was. 25 Daar hij niets had om te betalen gaf de heer het bevel hem te verkopen met vrouw en kinderen en al wat hij bezat om zo de schuld te vereffenen.

Lied 220: “Verdrijf de nacht”

Homilie


Arme Petrus, wellicht was zijn tussenkomst goed bedoeld maar Jezus kan er niet mee lachen. Eigenlijk reageerde Petrus een beetje vanuit eigenbelang. Toen Jezus voorspelde dat Hij zou lijden en sterven, zag Petrus ineens zijn beeld van die Messias, die Zoon van God, in duigen vallen. Daarmee zit in de tekst een intense spanning. Eerst zegt Jezus dat alleen door inspiratie van de Geest Petrus zo’n belijdenis kon uitspreken. Maar enkele regels verder blijkt dat Petrus bij die woorden aan iets heel anders dacht. Er heeft dus in Petrus een botsing plaats tussen zijn wereld van voorstellingen en de concrete realiteit. Dat is een interessante kwestie waar we allemaal elke dag mee te maken hebben. Wat is de waarde van die wereld? En kan ik altijd voort gaan op wat ik mij voorstel van de wereld en van de ander?

Daarmee krijgt de oproep van Jezus al een eerste invulling. Zelfverloochening betekent allereerst zijn innerlijke wereld van beelden en voorstellingen durven opgeven om zo beschikbaar te worden voor de echte werkelijkheid. In dit geval: de imaginaire Jezus los te laten en open te staan voor de Jezus zoals die zichzelf wil tonen. Dat is ook de kern van de mystiek of de filosofie van Meister Eckhart die voor mijzelf één van de meest schokkende en openbarende inzichten is die ik ooit heb opgedaan. De werkelijkheid is altijd anders dan ik mij voorstel, en die werkelijkheid heeft een eigen dynamiek en een eigen licht gevende kracht die maar kan verschijnen als ik haar de ruimte daartoe geef.

Jezus gaat nog een stap verder als Hij spreekt over zelfverloochening en Hem volgen. Dat houdt in dat je misschien net als Jezus omwille van je geloof zult uitgelachen worden. In sommige streken zelfs letterlijk vervolgd, denk maar de christenen in Egypte, Syrië en China. Ik sta elke keer vol bewondering te kijken hoe mensen tegen alle druk in durven kiezen voor hun overtuiging. Voor jongeren die onder sterke druk staan van groepsmentaliteit is het zeker geen eenvoudige keuze te zeggen dat je christen bent.

Maar er is nog een derde niveau in de uitspraak ‘je kruis opnemen en jezelf verloochenen’. Jezus nam niet alleen zijn persoonlijk kruis op, maar het kruis dat over een hele groep mensen hing. Jezus maakte daarmee dezelfde keuze als zijn Vader die de kant van de armen koos. De zelfverloochening die Jezus daarmee bedoelde was een oproep om keuzes te durven maken, om los te komen van zichzelf en tot engagement of ethiek te komen die bevrijdend is voor de wereld.

Lees je vanuit die achtergrond opnieuw de tekst van vandaag, dan begrijp je dat deze tekst een scharniermoment is in het evangelie van Mattheüs. De tekst begint met de zin: ‘vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan’. ‘Moest’ (dei in het Grieks), Hij kon niet anders want heel zijn boodschap stond op de helling. Vandaar de oproep om op die drie niveaus zichzelf prijs te geven en zijn kruis op te nemen zoals Hijzelf vanaf nu definitief zal doen.

Groot dankgebed 163: “Niet als een teken aan de hemel”
Lied na de communie 541: “Neemt en eet met elkaar, leeft van het oergebaar”


------