------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





11 juni: Drie-eenheid

                   "Dans le silence et la solitude,
                   on n’entend plus que l’essentiel
"

Sabine Van Huffel

Intredelied 549: “Niet als een storm”

Inleiding

Vorig jaar stapte ik van 2 tot 10 september, deels in stilte, met acht medepelgrims van Saugues naar Conques, een deeltje van de weg naar Compostella in Frankrijk langs de GR65. Onderweg kwamen we in het dorpje Aumont-Aubrac een merkwaardige sculptuur tegen dat onze aandacht trof omwille van de tekst die erop gegrift stond:
"Dans le silence et la solitude, on n’entend plus que l’essentiel".


Deze zin vatte voor ieder van ons, zij het op een andere manier, de essentie uit van onze tocht, de zin van ons op weg zijn. We trokken weg uit ons dagelijks drukke leven om hier in alle stilte en eenzaamheid het essentiële in ons leven te zoeken, en te ontdekken dat het ons geschonken wordt. Onderweg ontmoeten we vele andere pelgrims die dezelfde weg opgingen, en hoe divers en verscheiden ze allemaal waren, telkens hoopten ze hier in de stilte en eenzaamheid iets te kunnen ontsluieren van hun waarheid, de grond van hun bestaan.

"Mais c’est quoi, l’essentiel?", vroeg de vrouw van één van mijn medepelgrims bij thuiskomst. Op deze vraag wil ik in deze viering dieper op ingaan.


Om "l’essentiel" te voelen, helpt het ons leven te ritmeren zoals de paters in abdijen doen met de getijden. Vanuit deze abijdijervaring startte onlangs op Filosofenfontein een werkgroep van mensen die willen "ritmeren in het leven": niet ritmeren als doel op zich maar precies als doorgang tot, als hulp om tot dat essentiële te komen, de waarheid, die bron… en ritmeren doen we op heel veel manieren.




Ik geef enkele getuigenissen vanuit het verslag van de eerste bijeenkoomst van de werkgroep:

* “ritmeren” in mijn leven betekent nu dat ik heel regelmatig leer stoppen om in mezelf ruimte van helderheid te scheppen. Niet makkelijk en toch ook positief omdat ik radicaler dan anders “op mijn eigen plek ga staan”. Dat kan gaan over heel basale dingen als “ademen”.
* Ik verwijs graag naar het fascinerend initiatief van de “zwarte vrouwen” die wekelijks aan het stadhuis in Leuven een uur in stilte samenkomen als signaal van het leed van moeders in de hele wereld. Dit gebaar op zich schept verbondenheid, biedt troost en vertroosting.
* Ik zie dit initiatief als een zaadje dat wordt uitgestrooid en dat onzichtbaar ondergronds verbinding sticht. Proberen iets (een andere manier van omgaan met de dingen? van spreken met elkaar? van ruimte creëren?…) aan te raken waarmee iedereen affiniteit kan voelen maar waarover zelden expliciet wordt gesproken.

Het gemeenschappelijke is de stilte en de eenzaamheid opzoeken, maar elk zoekt op zijn eigen manier naar "l’essentiel". En vanuit die diversiteit gedragen door het gemeenschappelijke, willen we cirkels van verbondenheid vormen, een virtuele Filosofenfontein-gemeenschap. Waarom niet? Waar is mijn plek? Wat is het essentiële…? Dit brengt me tot het thema van deze viering.

Het essentiële in het evangelie, het Godsmysterie… zit samengebald in de drie-ene God. Dit feest vandaag vormt het sluitstuk van de weg van Pasen naar Pinksteren. We proberen hiervan "l’essentiel" te begrijpen: wie die drie-ene God is en wat Hij voor ons betekent. En we doen dit vanuit 2 lezingen: één uit het Oude en één uit het Nieuw Testament, waardoor we zien hoe de komst van Jezus het Godsbeeld verdiept en aanscherpt.

Openingsgebed

Blijf bij ons, God,
als Vader, Zoon en Geest,
waar we ook gaan of staan.
Dat het zo mag blijven, mag zijn
en steeds meer mag worden. Amen.

Lied 525: “Dankt, dankt nu allen God”

Eerste lezing: Uit het boek Exodus (Ex. 34,4b-6.8-9) .

In die dagen besteeg Mozes ‘s morgens vroeg de Sinaï, zoals de Heer hem bevolen had. De twee stenen platen nam hij mee. De Heer daalde neer in een wolk, kwam bij hem staan en riep de naam van de Heer uit. De Heer ging hem voorbij en riep: “De Heer! De Heer is een barmhartige en medelijdende God, groot in liefde en trouw.” Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. Toen sprak hij: “Och Heer, wees zo goed en trek met ons mee. Dit volk is wel halsstarrig, maar vergeef toch onze misdaden en zonden, en beschouw ons als uw eigen bezit.”

Bezinning 1

Deze lezing raakt aan het eigen Godsbeeld dat zo kenmerkend is voor jodendom en christendom: God is geen abstract ‘idee’, geen ‘hypothese’, geen door onszelf gemaakt beeld (en dus geen afgod). Doorheen deze lezing en het hele verhaal van Mozes leren we God (Jahweh) kennen als een betrokken, een nabije God in dienst van de mensen. Dit wordt sprekend uitgedrukt in de betekenis van zijn naam "Ik die ben zal er zijn voor u".

"Zo presenteert Jahweh zich als meer dan alleen de "God van Abraham, Isaac en Jacob". Hij is een universele Vader, die over alle stamverbanden heen, zich het lot aantrekt van al zijn schepselen. Elke vorm van lijden raakt Hem tot in zijn ingewand. Hij is er! Voor Iedereen!”
Zo lezen we in het boek Hoog tijd voor een andere God van Roger Burggraeve. Dit wordt heel concreet aangetoond vanuit het midrasjverhaal over de doortocht door de Rode Zee. "Om zijn volk te redden heeft Jahweh de Egyptenaren zwaar moeten treffen en dat bedroeft Hem. Dat is de paradox van Zijn ultieme mededogen. … God had liever de Israëlieten bevrijd zonder de Egyptenaren te moeten opofferen", aldus Burggraeve. Dit veranderde mijn beeld van God in het Oud Testament!

Zo heeft God het volk verdragen, ook toen het wanhoopte omdat Mozes te lang wegbleef en de stem van God onhoorbaar bleef. De aanbidding van een gouden stierkalf schokte het Godsvertrouwen, maar de breuk was niet onherstelbaar. Want, zo zegt God tot Mozes:
"De Heer is een barmhartige en medelijdende God, groot in liefde en trouw.”
God wil onze zonden vergeven. Ook wanneer wij ons van Hem afkeren en afgoden achternalopen (allerhande levenloze zaken), dan nog komt Hij ons genezen!

In Mozes geeft God het volk brood ten leven: de 2 stenen tafels, de Thora, om hen te wijzen op "l’essentiel", de levenszin. De 10 geboden bieden hiertoe de kapstok. Ze helpen ons leven op de juiste rails te zetten, naar "l’essentiel" toe. Ons leven krijgt zin door het juist ten dienste te stellen van anderen, de Ander. Hiertoe nodigt God ons uit.

Jezus dan is de levende Thora waarin God neerdaalt om concreet mens te zijn onder ons. Jezus is het voorbeeld bij uitstek van dienstbaarheid naar de anderen toe. Hij gaf zich totaal, zijn hele leven, Hij is het Levende brood. Zo lezen we in de evangelielezing.

Lied 567: “Vleugels van vertrouwen”

Evangelielezing Johannes 3, 16-18

In die tijd zei Jezus tot Nikodémus: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.

Bezinning 2

“Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven.”
In Jezus is God 'afgedaald', de 'minste der mensen' geworden. Hij is de weg van de liefde gegaan, van de totaal onbaatzuchtige en gratuït gegeven liefde: overgeleverd in de handen van de mensen, maar blijvend in Gods hand, in overgave en vertrouwen. In dit mysterie ontdekken we God als een nabije, liefdevolle en betrokken God. Gods Liefde kon niet dichter komen! Dat is dan ook de kernzin uit het evangelie. Om die kernzin heen staan twee tegengestelde percepties: vanuit geloof en ongeloof. Het woord ‘geloven’ heeft hier de grondbetekenis van ‘vertrouwen’. Wie in Jezus gelooft, erkent de diepgaande betrokkenheid van God op deze wereld. Wie Jezus afwijst, kan blijkbaar niet aannemen dat juist in Hem God op unieke wijze aanwezig is. Eens we weten dat God ‘waanzinnig veel van de wereld houdt’, hebben we hoop. Paus Franciscus zegt het op deze gedurfde wijze: ‘Wanneer alles gezegd en gedaan is, worden we oneindig bemind’ (De vreugde van het Evangelie, 6). Relaties worden totaal anders ervaren, omgevormd, wanneer je beseft dat je evenmens ook ‘oneindig wordt bemind’.
Met Jezus als tochtgenoot mogen we delen in het vertrouwen dat God ons oneindig bemint en nooit verlaat: noch in de diepste beproeving, noch in het uur van onze dood. Jezus’ vertrouwen op Goede Vrijdag dat er redding is, wordt met Pasen bewaarheid. Het leven overwint de dood. Jezus leeft! In die Paaservaring, in die geloofszekerheid, mogen wij voortaan ook deelhebben, en wordt ons Zijn Geest geschonken. In dit mysterie Vader-Zoon-Geest zit "l’essentiel" vervat, namelijk "God is één en al Liefde".

Alle teksten van de Bijbel moeten we samen lezen, dan zien we dit geloofsgeheim van de heilige Drie-eenheid als de kristallisatie en de samenvatting van wat de apostelen en de eerste christenen erin begrepen hebben. Die formulering kreeg vlug vaste gestalte in het kruisteken en in de doopformule: "Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon, en de H. Geest". Paulus gebruikte haar al als vredewens: "De genade van de Heer Jezus Christus, de Liefde van God (onze Vader) en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen" (2 Kor 13,13), welgekende groet bij de aanvang van onze eucharistieviering.

Een treffend beeld om die drie-eenheid uit te drukken is het beeld van de 3 lucifers. Je brengt ze bij elkaar in je hand, steek ze aan en ze vormen één vlam, voor mij de liefde van de drie-ene God die 3 facetten verpersoonlijkt als Vader, Zoon en Geest. God de Vader als samengebalde Liefde die een weg vindt naar de mens toe via de Zoon Jezus. Deze mensgeworden Liefde gaat niet verloren maar nestelt zich in elk van ons, de Geest die inspireert . Gedragen door de stilte in eenzaamheid ontdekken we wie we zijn: een stukje mensgeworden liefde… Onze zending bestaat erin deze liefde uit te dragen naar onze evenmens... elke dag, in elke ontmoeting. En ontdekken we in onze evenmens diezelfde bron van liefde, diezelfde godheid, dan ontstaat een vonk, een verbinding van binnenkant tot binnenkant, en voelen we liefde stromen, goddelijke liefde… in al zijn facetten. Zo beleven we van binnenuit wat drie-eenheid betekent voor ons vandaag.
Zo ontstaat een netwerk van liefde als dit gebeurt in elke mens, een oneindig groot netwerk als het gebeurt in alle mensen in vele variaties van dag tot dag… dit is het rijk Gods dat nu reeds onder ons aanwezig is!

Maar wat betekent het voor jou? Ieder van ons vult het anders in maar de kernboodschap is wellicht dezelfde: "God is Liefde en wij allen zijn ook een stukje mensgeworden liefde waarmee we elke dag trachten te beminnen".

Tot slot wil ik terugkomen tot de drie-ene God die in elk van ons zit. God die is afgedaald in ons, brengt Gods Liefde in ons, de verticale dimensie van het kruisteken. En wij? wij dragen ze uit naar alle mensen op onze manier, dit is de horizontale dimensie. De Geest die ons van binnenuit hiertoe aanvuurt, voegt de dieptedimensie toe. Met onze kleine goedheid, onze liefde, vormen we cirkels van verbondenheid in eindeloze variaties van dag tot dag, dynamisch maar blijvend gevoed vanuit die drie-ene God. Deze drie dimensies zijn onlosmakelijk verbonden. Samen vormen ze het kruis : "l’essentiel" in elk mensenleven…

Bezinningsmuziek
Groot dankgebed 155
Vredeswens
Communielied 575: “Geproefd, geleefd, herkend”

Gebed na de communie
: "Gebed tot de Allerheiligste Drie-eenheid"
(Elisabeth van de H. Drie-eenheid, 21/11/1904)

O mijn God, Drie-eenheid, die ik aanbid,
help mij mezelf helemaal vergeten
om mij in U te vestigen, roerloos en stil
alsof ik reeds in de eeuwigheid was.
Niets moge mijn vrede verstoren, niets mij uit U verwijderen,
mijn Onveranderlijke.
Maar elke minuut voere mij verder binnen
in de diepte van uw Mysterie.

Schep wettige stilte in mijn ziel,
maak er uw hemel van, uw geliefde thuis,
de plaats waar gij rusten kunt.
Dat ik U daar nooit alleen late, maar er helemaal zij,
wakker in geloof, heel en al aanbidding,
volkomen prijsgegeven aan uw scheppende kracht

O Christus, mijn Geliefde, uit liefde gekruisigd.
Ik wil een bruid zijn voor uw hart, U bekleden met heerlijkheid,
U beminnen ... tot ik erbij sterf!
Maar ik voel mijn onmacht en ik vraag U:
bekleed mij met Uzelf, mijn ziel geheel afgestemd op de uwe,
doordring mij, overrompel mij,neem Gij in mij alle plaats in.
Dan zal mijn leven enkel nog zijn een afstraling van uw leven.
Kom in mij als Aanbidder, als Verzoener, als Verlosser.

O Eeuwig Woord, Woord van mijn God,
ik wil mijn leven doorbrengen luisterend naar U,
heel volgzaam worden om alles van U te leren.
Door alle nachten, alle leegten, alle onmacht heen
mijn blik voortdurend op U, blijven in uw grote licht.
O Zon, die ik bemin, boei mij zozeer,
dat ik nooit meer weg kan uit uw lichtkrans.

O verterend vuur, Geest van Liefde, kom in mij
opdat het Woord in mij als het ware opnieuw kan geboren worden.
Laat mij voor Hem een nieuwe mensheid zijn,
waarin Hij heel zijn Mysterie herbeleven kan.

En Gij, Vader, buig U over uw arme, kleine schepsel neer.
Overdek haar met uw schaduw.
Zie in haar slechts de Veelgeliefde, in wie Gij welbehagen hebt

O mijn Drie, mijn Al, mijn Zaligheid,
oneindige Eenzaamheid, Onmetelijkheid waarin ik mij verlies,
ik lever mij aan U uit als een prooi.
Berg U diep in mij opdat ook ik mij bergen kan in U,
wachtend tot ik in uw licht ga schouwen
de eindeloze diepte van uw heerlijkheid.

Met dank aan de Emmaüsgroep die in een voorafgaand beziningsmoment inspiratie gaf voor deze tekst.

------