------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




18 december 2016

      De wind blaast over de immense vlakte

Frida van Sijdenborgh

Openingslied 214: “Op een God die door de eeuwen"

De wind blaast over de immense vlakte van het wereld toneel en neemt verloren waarden met zich mee. Populisme steekt de kop op, waait rond, blijft liggen en verspreid zich bijna als een lopend vuur. Daar verandert kerst- en lichtfeest (chanoeka) niets aan. Wij beseffen dat wij te maken hebben met iets dat niet zomaar voorbij gaat en in ons hoofd sluimeren echo’s van het verleden. En als wij opletten kunnen wij ze horen, die echo’s…

Er zijn kwade krachten aan het werk. Er werden al leiders verkozen die de positie van minderheden en internationale solidariteit niet respecteren, populisten en eurosceptici. Wat hen zo gevaarlijk maakt is dat ze valse oplossingen aanreiken. Zij richten hun pijlen op hen die economisch zwak staan. Zij spelen in op angstgevoelens: terreurdreiging, verlies van culturele waarden etc. De vraag is hoe je die emoties moet beantwoorden!

Misschien houdt u ook wel uw hart vast voor de verkiezingen die in Europa nog moeten komen. Het is van het allergrootste belang dat regeringen van vandaag en morgen gaan beschikken over tolerantie en respect voor de verschillen die er zijn in de samenleving. Er is moreel leiderschap gevraagd voor hen die ons regeren.

Waar is de zorg van de mens om een ander blij te maken? Bidden wij nog wel voor onze overheden? En bidden wij nog wel of God ons wil zegenen met empathie en wijsheid in onze complexe wereld van elke dag? Willen wij, en dat is misschien wel de kernvraag, ons nog wel afhankelijk weten van een God en Vader die ons bij de hand wil nemen op ons levenspad? Wij zitten in een groeifase naar een andere cultuurvorm waar alles in beweging is. Hebben wij referentiepunten? Jawel! De liefde voor God die ook tot uitdrukking komt in liefde voor onze medemens, die naar Gods beeld werd geschapen.

Ontsteken van de 4de adventskaars Lied 891: “Magnificat”
Gebed
Lezing Jesaja 7: 10-14


En dan komen wij ook bij ons thema van advent: De droom als verbeelding van het onverwachte. Geldt dat ook in onze tijd? Wij hebben zonet geluisterd naar Jesaja. In ca 736 vóór Christus zit Achaz, de koning van Juda, politiek gezien, in een penibele situatie. Jesaja wordt op pad gestuurd door de Here. Opmerkelijk is dat zijn zoon, Sjear Jasjoev, mee moet gaan.

Jesaja was niet vrij in het kiezen van namen voor zijn zonen. God gaf hem de opdracht om zijn ene zoon Sjear Jasjoev (letterlijk: een rest keert terug) en de tweede zoon Maher Sjalal Chasj Baz (letterlijk: haastige roof, spoedig buit) te noemen. (zie Jesaja 8:1-3)
Waarom? In de namen zit een teken: in de eerste naam zit troost, in de tweede een voorspelling, beide zijn waarschuwingen. Maar Achaz heeft niets met tekens. Hij wil zelfs God niet om een teken voor de overwinning vragen en zegt letterlijk: ‘dat doe ik niet, ik wil de Here niet op de proef stellen’. Dat lijkt een heel vroom antwoord, maar dat is het niet.

Het druipt van huichelachtigheid. Achaz heeft wel de kennis van Exodus 17:1-7 en Deuteronomium 6:16: ‘Stel hen niet op de proef, zoals u bij Massa en Meriba deed’. Net zoals bij het volk Israël toen, ontbreekt bij Achaz volledig het vertrouwen op God. Hij heeft niets geleerd van de geschiedenis. Komt dat ons anno 2016 niet bekend voor?
Achaz wil alles in eigen hand houden en zijn eigen politieke koers varen en Assyrië te vriend houden. Hij tergt de mensen met zijn zwalkende politiek, hij brengt hen in een diepe crisis. Je hoort de emotie, het klagen, ja haast de woede van de profeet Jesaja en van God wanneer hij zegt ‘Luister huis van David’…maar het huis van David hangt op dat moment aan een zijden draadje omdat het niet meer handelt naar de geest van David.

Echter God houdt wel vast aan zijn beloften, al gaat het per saldo ook maar om een rest. Een rest keert terug, een rest bekeert zich, Sjear Jasjoev. Achaz ongeloof verhindert de Here niet om toch een teken te geven. Op Eigen initiatief en omdat Hij dat wil. Het wordt een teken in de categorie van de grootste diepte en de grootste hoogte, een teken tussen dodenrijk en hemel. Daarom zal de Here u een teken geven, Zie de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren, en zij zal hem de naam Immanuel, dat is, God met ons, geven.

Een teken van God heeft altijd iets concreets en iets mysterieus. Het is iets uit de werkelijkheid van vandaag, en tegelijkertijd verwijst het naar iets anders, iets diepers. Je moet erover nadenken. En de jonkvrouw geeft haar kind een naam: Imanoe El, God met ons. Het is zeer confronterend voor Achaz: een vrouw vertrouwt op de Here, hij niet!
En wie is dat kind, dat binnenkort geboren zal worden? Is het Hizkia, Achaz zijn zoon, die het roer in Davids huis volledig om gooit, die zal doen wat de Here behaagt, net als zijn vader David? Het zou erg goed passen. Maar qua tijd kan het niet, blijkt uit 2 Koningen 18 vers 1 en 2. Hizkia is 25 jaar als hij koning wordt, en zijn vader Achaz heeft maar zestien jaar geregeerd.
Zou Jesaja eigenlijk hebben geweten of misschien vermoed wie dat kind Imanoe El is? Dat is niet onmogelijk. Misschien mocht hij met de woorden van God verder kijken en verder reiken dan zijn heden. Het teken van God voor Davids huis in de persoon van Achaz krijgt een dimensie, die toen nauwelijks te peilen of te vermoeden was

Lied 215: "Als Gij ons niet verschenen was"…
Lezing Matth. 1:18-25


Op een dag wordt de droom als verbeelding van het onverwachte werkelijkheid. Want Maria, zwanger uit de adem van de H. Geest, wordt niet verstoten door haar in ondertrouw zijnde man omdat een engel tot hem komt in een droom en het mysterie een klein beetje uitlegt. Maar het is voor Jozef, die uit het huis van David komt, genoeg. Jozef neemt zijn plaats gelovig op zich en doet wat de engel heeft gevraagd. En daardoor is de naam
Imanoe El ons vertrouwd geworden, het blijft een teken van God, een wonder: God met ons.

En in dat wonder mogen wij delen. Misschien kun je zelfs wel stellen dat religieuze feesten door alle eeuwen heen, onze spirituele vitamines zijn, en nee, er staat geen houdbaarheidsdatum op… Denken wij er wel eens aan bij het ontsteken van de kaarsen, in kerst en chanoeka tijd, dat doorheen de golfbewegingen van eeuwen, het licht ons nooit ontvallen is? En hoe meer wij de verhalen in de Bijbel leren kennen, hoe beter wij de wijsheid van God thuis kunnen brengen in ons hart. Zij voeden de ziel. Kunnen wij die wijsheid bevatten? Nee, want wij zijn maar kleine mensen tegenover God. En wanneer de dag ten einde neigt en wij staan in het betoverende gouden hemelse licht van zonsondergang, kijken wij dan nog wel eens om, naar de activiteiten van onze dag? En komen wij dan ons gebed tot God tegen en onze dankbaarheid? Wat zijn wij rijk! Wij mogen wandelen in het feest van het licht en genade! Want de droom als verbeelding van het onverwachte, is werkelijkheid geworden. Samen op pad gaan met de Koning van de Glorie! Gaat u mee? Ameen.

Gebed
Lied 160: Tafelgebed
Slotlied 213: “Als tussen licht en donker”


------