------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




3 juli 2016:

        Wij zijn allen uitgezonden

Lut Saelens

Openingslied 582: “Hoe ver te gaan"

Introductie

In de lente hebben we in Filosofenfontein via een enquête en een denkdag onze aandacht gericht op de visie van Filosofenfontein. De bedoeling was om op één lijn te zitten betreffende onze belangrijkste waarden en om te bekijken hoe we die waarden konden vertalen in acties om ze te realiseren. Dit biedt ons een kader waarbinnen we gemakkelijker beslissingen kunnen nemen betreffende onze toekomstige werking. Een kader is een begrenzing maar zonder kader riskeren we van in te veel verschillende richtingen te gaan en af te wijken van wat onze visie en missie is. Marcel zegde het vorige week nog: vrijheid dient gebonden te zijn aan een opdracht, anders is ze grenzeloos of vrijblijvend.

En hoe zit het met wat wij belangrijk vinden in ons leven en wat wij als onze levensopdracht, onze missie, beschouwen? Of door welke belangrijke waarden wordt ons leven gestuurd? Vorige donderdag in het Leerhuis hadden we het over hoe onze kinderen over ons zullen spreken als we er niet meer zijn. Welke waarden hebben we voorgeleefd en doorgegeven? Hoe hebben wij hen geïnspireerd? Zullen we op het einde van ons leven tevreden terugkijken op het leven dat we geleefd hebben? Of vol spijt omdat we ons te veel hebben laten verleiden of afleiden door zaken die er eigenlijk niet echt toe deden?

Het evangelie van vandaag, dat ook het zendingsevangelie wordt genoemd, kan ons misschien inspireren om in ons leven als christenen de juiste weg te vinden of terug te vinden. Een weg waarvan we diep in onszelf weten dat het de enige weg is die naar echte levensvervulling leidt.

Lied nr 219: “Wakend uitzien”

Voorbeden:

Wij brengen in herinnering
mensen die worstelen met het gevoel
nergens bij te horen, niemand te zijn.
Wij bidden
dat iemand hen helpt hun eigenwaarde te ontdekken
en hen bemoedigend nabij blijft.

Wij brengen in herinnering
mensen die doelloos leven of het goede spoor verliezen.
Wij bidden
dat iets of iemand hen mag treffen en hun honger wekt
naar ware liefde en oprecht geluk.

Wij brengen in herinnering
allen die hun dagen vullen met zorg voor anderen.
Wij bidden
dat hun inzet wordt erkend en wordt beantwoord
en dat er iemand is die zich ook over hen ontfermt.

Wij brengen in herinnering
allen die bezielen en voorop gaan.
Wij bidden
dat hun woorden inzicht brengen
en zij zoekend blijven mee op weg gaan.
                     (Kris Gelaude)

Inleiding tot het evangelie

In het evangelie van vandaag stuurt Jezus 72 leerlingen uit naar alle hoeken van de wereld die in die tijd gekend waren, met een opdracht, een missie. Zelf was Hij zich ten volle bewust van zijn opdracht en Hij wist ook wat de consequenties daarvan zouden zijn.
Maar ook Hij had er behoefte aan om zich regelmatig te bezinnen over zijn zending. Trok Hij niet 40 dagen naar de woestijn voor Hij aan zijn openbaar leven begon? En kwam de duivel daar ook niet op het toneel om hem 3 alternatieven aan te bieden die op het eerste zicht heel aantrekkelijk waren maar die Hem van zijn zending zouden doen afwijken? Drie verleidingen waaraan ook wij, zo gemakkelijk bezwijken: de behoefte door iedereen geacht worden, zoveel mogelijk te bezitten en almachtig te zijn, met andere woorden een beetje God zijn.
Na perioden van grote drukte trok Jezus zich steeds terug om met zijn vader te spreken om zo zijn opdracht zuiver te houden en van Hem de kracht te krijgen om door te zetten. Jezus kon zijn opdracht niet alleen tot vervulling brengen: Hij had helpers nodig die door Hem werden opgeleid. En als een toegewijde leermeester maakte Hij hen duidelijk wat de essentie van hun opdracht was en welke weg ze moesten gaan om die te realiseren.

Evangelie: Lucas, 10,1-13
Lied nr 581: “Zoals ikzelf gezonden ben”

Homilie


Jezus zendt niet alleen de 72 leerlingen uit maar ook ieder van ons. Via de 4 evangelies krijgen we ruim de kans om te zien hoe Hij de opdracht, die Hij ook aan ons geeft, volbracht. Overal bracht Hij vrede en probeerde Hij met woorden en daden te getuigen dat het Rijk Gods nabij is. Hoe kunnen wij in de 21ste eeuw invulling geven aan deze opdracht? Vrede brengen en getuigen dat het Rijk Gods nabij is? Hoe dikwijls worden we niet geconfronteerd met zoveel verschillende vormen van onvrede? Onvrede met onszelf omdat we er in ons leven minder van gebakken hebben dan we van plan waren, of omdat ons leven niet loopt zoals wij het gedroomd hadden, allerlei vormen van geweld, de eindeloze stoet vluchtelingen, Brexit en de machteloosheid van de politiek tegenover de grote problemen van onze tijd?
En dan misschien minder belangrijk maar toch…: de regen die onze zomerplannen voortdurend in de war stuurt, de buurman die te veel lawaai maakt, de Rode Duivels die niet tot de halve finale konden doorstoten…Het minste probleem wordt in de pers uitvergroot tot reusachtige proporties waardoor de onvrede nog verder groeit. Is het niet wat veel gevraagd dat wij als christenen in dergelijke context nog vrede kunnen vinden en vrede brengen? Hoe kan Christus ons hierbij inspireren?

“Neem geen reiszak mee op je zendingstocht” zegt Hij. Dus worden we aangemoedigd om alles wat ons kan bezwaren achter te laten. Als dat geen levensopdracht is! Onze onvrede blokkeert ons immers, doet ons te veel achterom kijken en belet ons vooruit te gaan en ten volle te leven. Alles loslaten, we weten allemaal hoe moeilijk dat is! Hoe moeilijk het reeds is, als we op reis gaan, om niet te veel mee te nemen omdat we anders ons valies niet kunnen dragen. En vaak hebben we dan in ons te vol valies nog de verkeerde dingen mee omdat we bvb het weer verkeerd hadden ingeschat.

Maar onze levensweg is geen toeristische reis. Het is eerder een pelgrimstocht, een continu proces van loutering en loslaten om vooruit te kunnen gaan. Een proces waarbij we kunnen ervaren, als we er oog voor hebben, dat alles wat we nodig hebben ons onderweg wordt aangeboden. Vooral in de moeilijkste momenten. Ook al ziet het er vaak helemaal anders uit op het eerste zicht. Want vaak ontbreekt ons de deemoed en wijsheid, om in te zien dat wijzelf niet breed en ver genoeg kunnen zien. Daardoor zijn we vaak niet in staat om wat in ons leven, in het leven van onze naasten en in de wereld gebeurt, juist te kunnen inschatten of er een plaats aan te geven. Vaak krijgen we hulp bij dit proces van loslaten: door onverwachte gebeurtenissen of door tussenkomst van de juiste mensen. Vaak is het in mijn leven gebeurd dat, toen ik het niet meer zag zitten, er plots iets gebeurde of iemand iets deed of me iets zegde waardoor ik op een andere manier naar de dingen begon te kijken.

Daardoor kantelden de zaken vaak of namen ze een onverwachte wending waardoor ik opnieuw de juiste weg vond. Zo kon ik met nieuwe krachten en met nieuwe ogen kijkend, mijn weg in de wereld verder zetten. Voor mij was dat dan een moment van genade. Een onverwachte hulp als door God gezonden. Dergelijke momenten werken heel bevrijdend, brengen me dichter bij God en creëren een openheid in mij om zijn eindeloze liefde beter te voelen. Zo ben ik meer in staat en krijg ik de kracht om een afstraling van die liefde te kunnen doorgeven aan anderen. Zo ben ik dan beter in staat om met de ogen van mijn hart te zien en, binnen mijn mogelijkheden en beperkingen, te antwoorden op het appel van anderen, op het appel van de wereld. Brengen we niet op die manier het Rijk Gods wat naderbij?

We hebben allemaal mensen in ons leven ontmoet die “als van God gezonden zijn”, die Gods liefde uitstralen en de kracht hebben anderen te dragen wanneer dit nodig is. Ik ben heel dankbaar dat ik er in mijn leven reeds zoveel heb ontmoet en nog steeds ontmoet. En hierbij denk ik onmiddellijk aan twee verhalen van dergelijke “zendelingen”. Vooreerst denk ik terug aan het getuigenis van Gaston van Burundi, recent hier in onze kapel. Hoe de steun van de mensen van Filosofenfontein hem inspireert om verder het beste van zichzelf te geven in zijn projecten met straatjeugd en met vluchtelingen. Hoe, toen hijzelf helemaal geen oplossing meer had voor een medisch probleem, hij als bij wonder op alle vlakken gesteund werd door de liefdevolle tussenkomst van Herman en An, Rik en Johan. Die mensen kwamen voor hem als van God gezonden op een voor hem zeer moeilijk moment in zijn leven. Ook deze ervaring zal hem zeker in zijn verder leven helpen om vanuit zijn talenten en mogelijkheden aan anderen in veelvoud terug te geven wat hij van die mensen gekregen heeft.

En tenslotte denk ik wat mijn eigen leven betreft onder andere onvermijdelijk aan Olga, een heel eenvoudige volksvrouw uit mijn dorp, die mij door haar voorbeeld gedurende mijn ganse leven heeft geïnspireerd. Zij deed bij ons het huishouden en was een beetje mijn tweede moeder. Als kind heeft ze honger geleden en veel ontbering gekend en ook later heeft het leven haar niet gespaard. Maar ze likte telkens haar wonden en liet het gebeurde dan weer achter zich. “We moeten vooruit” was een beetje haar lijfspreuk. Het betekende zoveel als: het leven gaat verder en we moeten het verder leven en er dus niet aan ten onder gaan. Ze is nooit veel naar de kerk gegaan maar toch ben ik ervan overtuigd dat Olga een heilige is, een wonderdoenster en getuige van Gods liefde. Haar moeilijke leven heeft haar nooit belet om haar hart laten spreken en solidair met anderen mee te voelen. In al de moeilijke perioden van mijn leven was ze aanwezig en tilde ze mij op, zoals ze dat ook met vele anderen deed. Meer door haar meevoelend luisteren en haar manier van zijn dan door haar woorden die zich bij mij meestal beperkten tot “maar meiske toch”. Ze is nu 84 jaar, loopt volledig krom omwille van haar reuma, maar dat belet haar niet om in het rusthuis met haar rolator overal te komen waar ze nog een beetje kan troosten, bemoedigen of gewoon bijdragen tot de levenskwaliteit van anderen. In de vorm van een praline voor wie verjaart, een bemoedigend kaartje vol spellingsfouten als troost voor wie verdriet heeft, brood op haar vensterbank voor de vogels en heimelijk de etensresten van haar tafelgenoten voor de zwerfkatten…

Dergelijke mensen zijn voor mij de echte zendelingen, de echte getuigen. Waar ze komen brengen ze vrede en dragen ze bij tot een betere wereld. Ook al weten sommigen, zoals Olga, heel weinig af van het leven van Christus. Het zijn de echte arbeiders in Gods oogst. Zij brengen voor hun naasten en ook voor onze wereld het Rijk Gods wat naderbij. Zij hebben hun opdracht begrepen. Wie erin slaagt de liefde in zijn leven te doen stromen, op welke manier ook, elk volgens eigen talenten, mogelijkheden en beperkingen, is een echte oogstarbeider in de zin zoals Jezus het zag. We zijn er allen toe geroepen want de oogst is groot en arbeiders zijn er ook nu nog, in onze wereld, te weinig. Amen.

Aanbrengen van de gaven
Lied nr 149: “Oergebaar”
Tafelgebed nr 150 “Die naar menselijke gewoonte”
Communie: lied nr 560: “Geen weg is te lang”


Slotgebed:

Gij stem in de stilte van eeuwen,
die roept sinds het begin,
opdat geen mens
onaangesproken, doelloos
door het leven gaat,
maar zich in zacht vertrouwen
naar U toe durft wenden,
houd diep in ons
dat roepen aan.

Gij zijt het toch
die naamgenoten zoekt.
Zij die het vuur bewaren.
Zij die naar wegen zoeken.
Zij die met woorden van genade
de ander tegemoet gaan.
Zij die weer samen brengen,
alles wat menselijk is,
maar nog verstrooid
en hunkerend naar eenheid.
Drijf uw verlangen in ons hart
dat het ons eigen wordt
en wij in deze wereld
teken zijn van kracht en inspiratie.
Begeesterd door het beeld
Van de mens Jezus.
                        (Kris Gelaude)


------